Seringen w<. >rden bij duizenden vet nietigd - Mode-snufje uit Frankrijk 8 tsie Jaargang LEID5CH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON Hatson brengt den steen aan het roller EEN INWOONSTER VAN AMSTERDAM HEEFT DE VERZORGING OP ZICH GENOMEN VAN VIER JONGE KANARIES, WAARVAN DE MOEDER GE STORVEN IS. Heel wat tijd en moeite kost het om de diertjes voldoende te laten eten. ZORGEN VOOR DE AALS MEERSCHE BLOEMEN KW EL KERS. Duizenden prachtige seringen worden, daar zij den mi nimumprijs niet opbrengen, ver nietigd. Hier ziet men de bloe men toepassen als versterking voor verzakte slootkanten. ALVORENS WEER ZEE TE KIEZEN wordt de Estlandsche driekleur op de houtboot „Kodujnaa", welke in de Zaandamsche haven ligt, overgeschilderd. NIETTEGENSTAANDE DEN STRENGEN WINTER IS DE EERSTE BLOEMKOOL OP DE GROOTE GROEN- TENVEILING IN ALKMAAR GEVEILD. De eigenaar van een groot tuindersbedrijf in Bergen had de primeur; zijn bloemkool bracht dan ook op de veiling een behoorlijken prijs op. Het snijden der bloemkool. DE FRANSCHE MODE-ONT WERPERS zijn vindingrijk. Een niet-alledaagsche japon van „camouflage-stof. NA EEN ARTILLERIE-DUEL AAN HET WESTFRONT. VERWOESTE HUIZEN IN EEN FRANSCH DORP. doo. H. WANDT. 38) Trompetter-Johnny zit reeds over zijn zon den na te denken, maar Carlo Zambonl. bijgenaamd Rigoletto. Lodsy's tweede hel per bij den Inbraakhmdie ls me helaas ontkomen." Het was weer het oude Greengezicht toen hij treurig verontschuldigend bijna, eraan toevoegde „Maar dat is dan ook de eenlge fout in de heele zaak!" Mac Hardy schraapte zich de keel: „Wat bedoelt u met fout? U hebt den hoofdper soon nog niet. rechercheur ik wil zeg gen Captain Simpson!" ,.U bedoelt Jack Lodsy, inspecteur? Ja dien heb ik ook, al heb ik hem tot nog toe ook niet gearresteerd en hij weet zelf ook, dat lk hem heb. Hij zit hier namelijk bij ons en al gedurende langen tijd houdt hij zijn handen als een brave schooljongen op tafel, omdat hij gemerkt heeft, dat Cleenharp's paraplu-geweer op hem gericht is, en Little Eddy zijn vinger aan den trekker heeft. Daartegen helpt zelfs uw stalen vest niet, wel, Maestro Alladinl? En als u u omdraait, zeer vereerde Telemachus Clump, dan kijkt u in vier revolverloopen dlev behooren bij de mannen van „Afdeellng V". De gentle men zijn vijf minuten geleden al binnen gekomen." Maestro Alladinl keek niet meer scheel toen hij zei: „U hebt ditmaal gewonnen. Captain. Het was dom van me, dat ik niet dadelijk bij het begin met u heb afgere kend Ook Little Eddy heb ik te laat her kend en het was ook fout om bij de inbraak bij de Deptford Maatschappij de verden king op hem te laten vallen door een soort gelijke paraplu als de zijne in de kast te leggen. Die zaak met het Boeddhabeeld was ove rigens te wijten aan mijn domme IJdelheid Ik wou met behulp van mijn organisatie mijn vriend Labory erin laten ioopen. om hem achteraf eens goed voor den gek te kunnen houden. De twee vervalsehingen liet ik aan de hand van foto's bij een specialist in r\" us maken. Kortom u blij li op alle lronten overwin naar. Captain Simpson, maar het geld krijgt u toch niet. Wanneer u een aanden ken van mij wilt hebben, geef ik mijn zil veren dasspeld cadeau!" Hij tastte op zijn borst. De politiemannen van „Afdeellng V" sprongen toe. Maar het was te laat. Bliksemsnel had Jack Lodsy zich met de punt van den naald in de hand gestoken en hij viel op den grond neer. Met hetzelfde gif waarmee hij anderen gedood had, berechtte hij zich zelf. In het bureau van hoofdinspecteur Hardy zat een gentleman van voor in de dertig jaar met een welgevormd, markant, jong gezicht. Het was de gewezen rechercheur Green. „Vertelt u mij eens, Captain Simpson, waar is Plapman?" vroeg Hardy. „Plapman was toch ook een creatie van den tooneelspeler Lodsy, evenals lord Win- ninghaui en Telemachus Clump Hij-zelf was Plapman Sir Frederic was zijn eerste creatie, maar hij rekende op de mogelijk heid dat het mis zou kunnen gaan en schiep zich een tweede persoonlijkheid, zoodat hij voor het geval, hij als lord zou hebben afgedaan onmiddellijk in een an dere rol kon treden. Hetzelfde deed hij met de figuur van den goochelaar toen het met Plapman was afgeloopen, en hij dus een dekfiguur verspeeld had. Hij zorgde er eenvoudig voor altijd een tweede-ik te heb ben. Als lord was hij de voorname gentle man, als Plapman een onschuldige zuiplap met een burgerlijken inslag, een opvallend roode neus en nog opvallender gouden tanden in zijn bovenkaak. Als Maestro Al ladinl liet hij de tanden heelemaal weg. plakte een wipneus aan. keek scheel en stak zich in een uitgesproken schunnig pak kleeren. Natuurlijk was ook zijn poging tot zelfmoord maar comedie. Hij had buiten gewoon veel plezier in de merkwaardige dubbel-rol met de Asters. Toen ik als mon sieur Ranchelle de kamers van zijn kasteel doorzocht, vond ik zijn heele neuzenverza- meling. De roode van Plapman was erbij en het wippertje van Clump. Ook vond ik het zwarte pak van den goochelaar. Ik wist toen wie Plapman was, maar nog niet bij wien die oude jas hoorde. Toen ik deze later bij Clump vond en met een pakje niespoeder de proef op de som nam was ik zeker van mijn zaak Een goochelaar, die bij het insnuiven van een dergelijk prepa raat niet niezen moet, is hoe dan ook een unicum, of hij heeft een wassen neus!" Er werd geklopt. ..Binnen!" riep Mac Hardy. In de deuropening stond Dorothy Jones. „Neem u me niet kwalijk als ik stoor, meneer de hoofdinspecteur maar ik wou vragen of u misschien wist waar Hardy stond op en wees op zijn bezoe ker: .,Mag ik u voorstellen, Miss Jones, Captain Patrik Simpson uit Chicago Miss Dorothy Jones!" Dorothy had met haar hoofd geknikt en toen pas opgekeken. Zij zag in een paar groote oogen die blauw waren als het wa ter van een bergmeer. „Thomas „Dorothy! Mijn kind! En vertel het me nu eens wil je liever mevrouw Green of mevrouw Simpson worden?" Toen sloot zij hem den mond met een kus. En niet lettend op zijn nieuwe, keurig geperste pak. hief hij haar in zijn armen en danste met haar een wilde can-can om de groote schrijftafel van den politiege- weldige. En bescheiden dacht Hardy bij zichzelf: „Al ls hij dan niet de idiote rechercheur Thomas Green van Lotje getikt is hij toch!" EINDE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 5