Sa f «fff Mederlandsch schip zin ikende - Het kruiende ijs bij N ijmegen blij ft gevaarlijk |Geen bericht van Hamilton 80ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad t JT I f FEUILLETON Jfager n behoor^k den wcg kunt HET VRACHTSCHIP „BURGERDIJK" VAN DE HOLLAND—AMERIK A-LIJN dat op zestig mijl bezuiden Rock (een der Scilly-eilanden aan de Z.W. kust van Engeland) noodseinen heeft uitgezonden, dat het zinkende was. Het schip meet 6835 bruto registerton en werd in 1921 gebouwd. Passagiers en bemanning zijn in veiligheid gebracht. HET KRUIENDE IJS IN DE WAAL. De toestand te Nijmegen blijft gevaarlijk. Een aanlegsteiger, welke door het ijs werd meegesleurd, temidden van de dreigende schotsen. BIJ DRIITENLEEUWEN EN WAMEL WORDT DE TOESTAND DOOIt HET IIOOGE WATER EN HET KRUIENDE IJS KRITIEK. Burgers en militairen voorzien van waterlaarzen, helpen de bevolking van Druten bij het verlaten van de huizen. 'li 9 DE KONING EN DE KONINGIN VAN ENGELAND bezochten Mn vliegtuigfabriek, waar op groote schaal oorlogsvliegtuigcn worden aangemaakt DE BILJART-WEDSTRIJD IIOLLAND-BELGIE welke in Amsterdam werd gespeeld, is door Holland met 159 gewonnen. De Nederlandsche ploeg met den beker. V.l.n.r. van Vliet, de Leeuw, Koopman, Dommering. Sengers en Sweerlng. EEN PIER AAN DE OOSTKUST VAN ENGELAND WERD DOOR EEN ONTPLOFFENDE MIJN ZWAAR BESCHADIGD. EEN OVERZICHT VAN DE AANGERICHTE SCHADE. door HANS HIRTHAMMER. 138) •En hoe komen we nu bij dien meneer P1*? Zie jy kans hem zonder Vischwa te *»nden? Er is hier ook geen enkele verkeers- [••Wjj zullen ons weer op ons goed ge- 4 w moeten verlaten". •■Ach wat. dat goeie gesternte, daar geef i ook geen cent voorI" Cookerel staarde "n»gen tijd peinzend voor zich uit. R£™" rleP hij tenslotte triomfantelijk. Jjwyd vertrok zijn gezicht tot een onge- grimas, maar hij verzweeg de spot- - fle °Pmerking, die hem op de lippen lag. was trouwens geen tijd meer om nog i van gedachten te wisselen. L, de belde Engelsche den berg be- JJJHoh. hadden de holbewoners de ach- E2 8 gestaakt. Er ontstond een opge- naen debat, waarbij men het echter over i#n/aaJ' wat er nu "roest gebeuren, niet I Sf, een te kunnen worden. Iten bl®ek men toch eindelijk tot besl«lt te zijn gekomen. Het grootste deel verspreidde zich ln ver schillende richtingen en de overgeblevenen zetten de achtervolging voort door van verschillende kanten den berg te beklim men. .,Wij moeten hooger op. Hoe hooger we komen, hoe moeilijker het wordt voldoende steunpunten te vinden, zoodat we dan voor een overmacht niet meer bevreesd behoeven te zijn." „Heel goed. Dat past voortreffelijk ln mijn plannetje!" Daar zij nu beiden eenigszins uitgerust waren en als bergbeklimmers bereids hun sporen hadden verdiend, kwamen zij vrij snel vooruit, niettegenstaande het klimmen steeds moeilijker werd en een behoorlijke dosis moed en kracht verelschte. Niet zonder groote inspanning en na een gevaarlijken, stellen rotswand overwonnen te hebben, bereikten zU eindelijk het punt, dat Floyd van het dal uit in het oog had gekregen. Hun belagers hadden zij ver achter zich gelaten, slechts hier en daar verried een enkele donkere schaduw hun aanwezigheid. Hoewel men beneden in het dal door middel van in alle haast bijeen gebrachte lakkels een groot vuur had ontstoken, was het hierboven vrijwel geheel donker „Het verwondert me. dat zij het niet op geven", zei Floyd „ZIJ kunnen zich toch wel indenken, dat wij den een na den ander, die hier boven durft te komen, een kopje kleiner maken." „Niet allemaal!" grijnsde Cookerel. ..Een houden wij er hier om als bediende en gids op te treden!" „Wat?l Aha. dat was dus Je plannetje?" „Geraden! Wij dwingen den knaap een voudig ons den weg te wijzen en Zijne Doorl. Hoogheid. Hola! Ach, wat een eer. voor uit maar, mijn Jongen, go on! Nou stil maar, stil maar. vooral kalm zoo!" Een Jongeman, die plotseling van een smal zijpad was opgedoken, maar nog Juist bijtijds door Cookerel was ontdekt, wrong zich worstelend ln zijn greep. Loopt het ons daar even mee!" lachte hij. „Hoezoo?" „Wel, die jongeling komt Immers als ge roepen. Wij kunnen hem meteen als gids engageeren!" Met een forschen ruk had hij den jongen den arm op den rug gebogen en toen hij dit lichaamsdeel nog wat optrok, begon de knaap, die niet ouder dan twintig jaar kon zijn, om erbarmen te smeeken. Zijn lenige gestalte kromde zich ln Cookerel's onbarm- hartigen greep. Floyd had het voorval met Intense ver bazing gevolgd. „Maar....", stamelde hij, je gelooft toch niet, dat. „Natuurlijk ls hij bereid om als gids op te treden! Nietwaar, mijn Jongen?" vervolg de hij in het Hlndostansch. „Wij zullen Je nies doen, wanneer je je verstandig ge draagt en ons langs den kortsten weg bij den premier van dit onderaardsche rijk brengt, by mister Lama Chood of hoe die meneer heeten mag". De knaap had belangstellend geluisterd maar bij het hooren van dezen naam slaakte hij een kreet van afschuw. „Niet naar Hla Ma Chood! Nooit! HU is onze vijand!" Cookerel floot zachtjes door zijn tanden. „Jullie vijand? Wil Je daarmee zeggen, dat Je tot die groep van opposanten behoort, die Siddhab wil verlaten? Damned, dan ken Je zeker ook onze beste vriendin, Vischwa?" De Jongen keek verrast op. „Vischwa? leeft ze dan nog? Ach. ik zoek al dagenlang naar haar. Ze hebben mij verteld, dat ze dood was, maar dat kon ik niet gelooven."Él „Nou breekt m'n klomp!" lachte Cookerel. terwijl hij den arm van zijn gevangene los liet. „Wat zeg je me daarvan. Francis? Ik geloof, dat we het beste doen hem maar direct tot onzen hofmaarschalk te be noemen!" 29. Het bleek al spoedig, dat zij in dezen Jon geman een belanrijke aanwinst hadden ge kregen. Hij heette Bhagat, was van verschillende dingen op de hoogte en blaakte van ijver om den Sahibs van dienst te kunnen zijn. Het eerste, wat hij deed, was de beide En- gelschen opmerkzaam te maken op een dreigend gevaar. Er bestond, zoo vertelde hy. nog een tweede mogelijkheid om den berg, waarop zij zich bevonden, te beklim men. Als de Sahibs zich aan zijn leiding wilden toevertrouwen, behoefden zij hun achtervolgers niet eerst af te wachten Hij wist nog een zij het ook vrij gevaarlijken weg. die naar de vertrekken van Ma Chood leidde. Op die manier zouden zij zelfs in staat zijn een verrassende overrompeling te bewerkstelligen. „Prachtig, prachtig!" knikte Cookerel waardeerend. ..Ga ons dan maar direct voor. Maar wee Je gebeente, als je het in je hoofd zou halen ons ln een hinderlaag te lokken Neen, een dergelijke bedoeling zat by Bhagat niet voor, hoewel er inderdaad vol doende gelegenheid was om zich van de beide vreemdelingen te ontdoen. Daar was ln de eerste plaats een meer dan waaghalzige wandeling over een berg- kajn, welke gevolgd werd door een klim- party over scherpe rotsen, die handen en beenen tot bloedens toe verwondden en ten slotte doemde er dan nog een steile helling voor hen op, welke slechts voor levensmoe den eenige aantrekkelijkheid kon hebben. Bhagat spak weinig, maar dank zy zijn voorzichtige en weloverwogen leiding kon den alle moeiiykheden worden overwonnen. Ongeveer drie uur konden daarmee ver- loopen zyn, toen Bhagat hun plotseling verzocht nu vooral zeer voorzichtig te zijn, daar zelfs een los springende steen hun aanwezigheid zou kunnen verraden. zy gingen een hoek om en met een onderdrukten kreet staarden de beide man nen in de diepte Een helder licht straalde hun tegemoet. De jonge Inlander trad aan den rand van den afgrond en wees naar omlaag. .Daar beneden woont Hla Ma Chood. Als het ons gelukt ongemerkt omlaag te komen, dan zal het ons niet zoo heel veel moeite kosten den man in onze macht te krijgen. „Maar Vischwa heeft ons toch verteld, dat een sterke wacht het paleis bewaakt?" „Dat ls ook zoo, maar die iyfwacht ls ver deeld over de verschillende toegangen uit het dal. Niemand zal vermoeden, dat van dezen berg af gevaar dreigt. Als wy hier heelhuids afkomen, zullen wy alleen nog maar Hla Ma Chood tegenover ons hebben en hy is een man van zeer hoogen leeftyd." .Dopeniyk houdt hy niet toevallig krygs- raad of zoo. Dat zou de pret voor ons gron dig kunnen bederven!" ..Ook daarvoor behoeft u zich niet onge rust te maken. Sahib. Niemand mag Je ver trekken van den opperpriester betreden. Besprekingen, samenkomsten en dergeiyke dingen worden elders gehouden." (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 5