Dcruioe Egberts
vijfde Friesche Elfstedentocht
UYLENSPIEGHEL J
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 31 Januari 1940
aargang
Derde Blad
No. 24494
)mei!
Vijf rijders als winnaar beschouwd
*7
onregelmatige
finish
Bezoek van
Prins Bernhard
fBi£SLAND u|
HEEREN-BAAI
In den
'an i!>.
11 verb
n nn5
aanr-'
3en
rek ase
articub»'1
rd nu vijl winnaars van den zwaren tocht: geheel links Adema; in het
tïee'rR^v I I midden (Nr. 29) Jongert.
ts ?aj - J
Studie
len slot vcm den vijfden Frieschen Elfstedentocht heeft wel een
TpeïJ onregelmatig verloop gehad. Vijf rijders, n.l. Adema, Kei-
cb®': Westra, van der Duim en Jongert, bleven van Dokkum tot
oeken e stad Leeuwarden bij elkaar en hadden de afspraak ge-
ckt om gezamenlijk door de finish te gaan. Maar door ver-
Uende omstandigheden is dat niet precies zoo geschied, zoo-
dV enkele officials Keizer als winnaar noteerden, andere
'JNma, terwijl weer anderen Jongert als winnaar beschouw-
Het Centraal Bestuur besliste, dat alle vijf rijders als eerst-
var .komenden zullen worden beschouwd.
uitslag van de wedstrijdrijders luidt:
3., 4. en 5. P. Keizer (de Lier), A. Adema (Franeker), C. Jon-
or,tl-(Alkmaar), D. van der Duim (Warga) en S. Westra (War-
ïhuizen), allen in den tijd van 11 uur 30 min. over 199 K.M.
van der Bij (Anna Paulowna) 12 uur 04 min.
Dijkstra (Cornjum) zelfde tijd.
Geveke (Leeuwarden) zelfde tijd.
de Vries (Giethoorn) zelfde tijd.
Sietse Koen (Bovenknijpe) zelfde tijd.
Reinder Algra (Franeker) 12 uur 14 min.
en 13. G. Duiker (Groningen) en K. Korst (Bedum) beiden
uur 27 min.
15. en 16. M. Stienstra (Leeuwarden), F. van der Heide
uwarden) en P. Bolkesteyn (Maasland, Westland) allen in
uur 29 min.
en 18. J. Harkema (Leeuwarden) en H. de Boer (Wartena)
den 12 uur 39 min.
liet
rslaggever schrijft ons verder over
t:
iden zich geroepen, slechts een
entage was uitverkoren om den
een goed einde te brengen. Velen
in uit Leeuwarden op de schaats,
oft. aantal kwam maar op de smalle
Jg. Groot was het aantal uitvallers;
S. ut precies kunnen wij niet opgeven,
ii teravond kon men ons te Leeuwar-
2i niet eens zeggen hoeveel rijders er
tói des morgens vertrokken waren, zoo
was de controle voor de definitieve
rukken, welke wij tijdens een rond
ga het traject hebben opgedaan, zijn
jiweest het spreekt wel van zelf,
ons moeten beperken tot enkele
'ïten.
I 'll
EEN ZWARE TOCHT.
de eerste plaats willen wij vast-
.at de vijfde Elfstedentocht zwaar is
zóó zwaar, dat de beruchte rit van
rschijnlijk in moeilijkheden is over-
Dat vernamen wij althans uit den
^n verschillende organisatoren, dat
~"vij bevestigend van de zijde der
lie ook aan den tocht van elf jaar
hebben deelgenomen. Naar men
innert, was het in 1929 bar koud; er
I n felle ijzige wind, welke door alles
I ig Maar het ijs was toen goed. De
I Dcht ditmaal minder sterk worden
*1, de bries was stijf en vinnig en het
op de meeste trajecten verre van
aarmede wij ons nog zeer gematigd
jlten. Het ijs was zeer hobbelig; hier
lagen er schotsen, terwijl de meeste
- ondervonden werd van de stuif-
welke als poeder over de smalle
oei en op vele punten bleef liggen,
f r de deelnemers niet meer konden
doch door de sneeuw moesten
g. om verder te komen. Wij hebben per
o de meeste parcoursen afgereden en
ons kunnen overtuigen van de
moeilijkheden, waarmede de rijders
,'Pen hebben gehad. In de sneeuw-
ïij van Bolsward lag het witte poeder
ut een meter hoogte langs of op den
eenmaal zakte onze wagen zelfs zoo
g. dat hij op eigen kracht niet meer
kon komen. Een boerenpaard moest
te pas komen om den wagen ter
van vele paardenkrachten weer In
ede spoor te brengen. Tusschen Fra-
en Dokkum, een afstand van 48 K.M.
Ie Bildtdorpen, was het ijs op vele
:n bar slecht. Het werd een kruipen,
illen en opstaan, een krabbelen en
zoeken naar een beetje goed ijs, zoodat de
gemiddelde snelheid een flink stuk zakte en
de beste hardrijders met aanzienlijke ver
traging te Dokkum aankwamen. Dat waren
dan zij, die om half vijf door de finish te
Leeuwarden gingen. Die kwamen er nog
betrekkelijk goed af.
ER MOEST WORDEN INGEGREPEN.
Heel wat erger verging het den tocht-
rijders. Zij, die niet in de eerste plaats voor
een race waren gestart, maar den Elfsteden
tocht beschouwden als een uithoudingsproef
ten aanzien van hun rij capaciteit, legden
het loodje. Want in de avonduren wakkerde
de wind nog aan, het vroor hard en wat het
onaangenaamste was, de banen in en bij de
Bildtdorpen sneeuwden onder. Op sommige
plaatsen was er van een baan zelfs niet
meer te bespeuren.
Toen het Centraal Bestuur hiervan
kennis kreeg, werd besloten om den
tocht voor alle deelnemers, die des
avonds nog onderweg waren, verder te
staken.
Dit ingrijpen getuigt van het groote ver
antwoordelijkheidsgevoel van de organisa
toren, want gezondheid en welzün van een
groot aantal rijders stonden hierbij op het
spel.
Alle rijders, die Vrouwbuurstermolen
hadden gehaald, een dorp, dat ongeveer
25 K.M .van Dokkum ligt. werden geacht
den tocht te hebben volbracht en kwa
men in aanmerking voor het herinne-
ringskruis.
Met speciale bussen werden zij vervolgens
van Vrouwbuurstermolen naar Leeuwarden
overgebracht.
Het verhalen van wedervaren der rijders
zou ons te ver voeren. Hier en daar zullen
wij nog gelegenheid krijgen een persoonlijke
meening van een vooraanstaand rijder in
ons verslag kort weer te geven. Maar voor
één deelnemer willen wij een uitzondering
maken en dat is voor den heer Douwe Hui-
zinga Bruins, het oudste lid van den Voet
balbond. die vier maal den tocht heeft vol
bracht en voor den vijfden keer aan den
start was verdwenen.
ONDERHOUD MET DEN HEER
HUIZINGA BRUINS.
Bij Vrouwbuurstermolen was het van
avond, aldus de heer Huizinga Bruins, niet
meer te doen. De sneeuw woei op de baan
en men kon eigenlijk niet meer met de
schaatsen vooruitkomen. Ten slotte ben ik
maar een stuk gaan loopen, totdat ik 12
K.M. verder bij Finkum op den weg terecht
kwam. Ik had den strijd dus gestaakt en
met een vrachtauto bereikte ik tenslotte
Leeuwarden. U kunt zich mijn blijdschap
voorstellen, toen ik hier vernam, dat alle
rijders, die Vrouwbuurstermolen hadden
gehaald dat had ik toch! geacht wer
den den tocht te hebben volbracht.
DUIZENDEN UITVALLERS.
En wil men tenslotte nog andere bewijzen
voor het feit, dat de tocht dit jaar zoo
buitengewoon moeilijk is geweest? Om zeven
uur des avonds, dus twee-en-een-half uur
nadat de eerste rijders te Leeuwarden arri
veerden, hadden zich nog slechts 65 rijders
bij de eindcontrole gemeld. En dat op een
aantal van ruim 3000, dat gestart was.
Enkele honderdtallen waren vóór Harlingen
al uitgevallen. Het begon in Sloten; in Sta
voren groeide het aantal uitvallers reeds
aan en in Workum bond een honderdtal
de schaatsen af. Zoo dunden de gelederen
snel en sterk.
Men moet bewondering hebben voor het
moreel van hen, die den moed hebben gehad
den tocht tot het einde te volbrengen.
Soms moesten zij kilometer na kilometer
alleen rijden, in een temperatuur, welke bij
voorbaat elk enthousiasme moest doen be
vriezen. Menigmaal sprak pech een woordje
mee, het hout van een schaats brak, een met
sneeuw gevulde scheur veroorzaakte een
valpartij, waarbij verwondingen niet uit
bleven, een vriend, een kennis, die heele
tientallen kilometers in de buurt was ge
bleven, staakte den strijd, zoodat ook deze
steun, de nabijheid van een vertrouwden
iemand, den eenzamen rijder ontviel.
ENORME MOEILJKHEDEN.
En de groote moeilijkheden kwamen pas,
toen ook de physieke krachten slonken, de
enkels moe werden, de teenen bevroren en
de spieren op het punt stonden den dienst te
weigeren. Maar de vele hulpvaardigheid on
derweg, de medewerking van de toeschou
wers was voortreffelijk. Een bemoedigend
woord, een grapje, een tik op den schouder,
een kop warme koffie van den eersten den
besten onbekende en voort ging het weer,
kilometer na kilometer door de sneeuw-
woestijn van Friesland.
VIJF RIJDERS.
Vijf rijders hebben hun stempel op den
wedstrijd gedrukt. Keyzer (de Lier, West-
landl, Adema (Franeker), die in zijn woon
plaats als eerste aan de controle kwam,
van der Duim (Warga), Jongert (Alkmaar),
die niet voor de eerste maal zijn kunnen in
den Elfstedentocht bewees en ten slotte
Sjoerd Westra (Warmenhuizen) een van de
vele Westra's, bekend om hun rijvaardig
heid.
In Stavoren heeft dit vijftal elkaar gevon
den en niet meer losgelaten op het verdere
deel van den tocht. Zoo kon het gebeuren,
dat zij ook te Dokkum, pp 23 K.M. van de
finish nog bijeen waren.
EEN ONDERLINGE AFSPRAAK.
Jongert stelde toen voor, nu men het
het zwaarste stuk achter den rug had. tege-
dan is Keyzer als eerste door de finish
gegaan met 0.9 sec. voorsprong op
Adema, gevolgd door Westra en van der
Duim, die nota bene een andere baan op
de gracht hadden genomen en ten
slotte Jongert!
De verwarring was inderdaad groot. Het
publiek stroomde nog voor de rijders binnen
waren, het ijs op. Het was een dringen en
duwen van belang.
Het was jammer, dat dit een minder aan
genaam slot beteekende van een overigens
goed georganiseerden tocht. Zooals te ver
wachten was. kon het niet al te sterke ijs
dezen druk niet houden; er verscheen water
op de baan en de politie moest met den
gummi-knuppel het publiek uiteendrijven
om verdere ongelukken te voorkomen.
VIJF WINNAARS.
Over den uitslag bestond uiteraard der
zaak veel verwarring. Maar in den loop
van den avond nam het Centraal Be
stuur een wijs besluit: alle vijf rijders:
Keyzer, Adema, Westra, van der Duim
en Jongert werden tot winnaars van den
Elfstedentocht 1940 verklaard.
Men kan de vraag stellen of de afspraak
der vijf rijders sportief mocht worden ge
noemd. De Elfstedentocht bestaat immers
uit een wedstrijd en een tocht: het verschil
is, dat de wedstrijd een zuivere kamp moet
zijn om den snelsten tijd en door iederen
deelnemer alleen moet worden gereden,
terwijl de tochtrijders gezamenlijk mogen
rijden. De winnaar van 1912 en 1917, de
Koning, was hoogst verontwaardigd, toen hij
hoorde, dat deze afspraak was gemaakt.
„Men had er voor moeten vechten, het gaat
er om, wie het snelste is", was zijn meening.
De rijders zelf meenden, dat door de
smalle baan passeeren niet mogelijk was,
zoodat van een zuiveren strijd op de laatste
20 kilometer practlsch geen sprake zou zijn
geweest.
Geheel bevredigend kunnen wij dezen
gang van zaken echter ook niet vinden,
maar wij geven toe, dat het moeilijk is hier
een objectief en juist standpunt te bepalen.
Omtrent het bezoek van Prins Bernhard
kan nog worden medegedeeld, dat Z.K.H.
zich per auto heeft begeven naar de controle
te Franeker, waar hij getuige was van de
aankomst van de leiders van den wedstrijd.
Daarna 'heeft de Prins zich per auto naar
Dokkum begeven, om daar de doorkomst
van de wedstrijdrijders te aanschouwen.
Z. K. H. Prins Bernhard heeft op het
Prinsenhof de vijf winnaars na afloop ont
vangen. Wij vernamen, dat Adema daarbij
uitvoerig verteld heeft hoe het op de laatste
tientallen kilometers is toegegaan. De af
spraak werd erkend en eigenlijk, zoo moet
Adema gezegd hebben, zijn wij allen tegelijk
binnengekomen. Maar op het laatste stukje
kon hij zich niet meer inhouden en is hij
er harder aan gaan trekken.
Prins Bernhard is na het avondmaal bij
den commissaris van de Koningin in de
provincie Friesland te hebben gebruikt, uit
Leeuwarden vertrokken.
•JOURE
Het land van de elfstedentocht en van
D.E. Echte Friesche Heeren-Baai. Beide
zijn beroemd; de elfstedentocht als een
zeer bijzondere sportprestatie. D.E. echte
Friesche Heeren-Baai door haar bijzondere
melange die „Wolken van genot" geelt.
FRIESCHE
Kijkt U es, ik ben nóóit een meisjes-stu
dente geweest zooals men dat met een
pain-de-luxe-broodje noemt dus ik kan
niet praten uit eigen ondervinding maar
ik heb er wel gekend studeerende en af
gestudeerde en het is mij altijd opgeval
len dat er zoo weinig opvallends aan die
meisjes was. Als je niet beter wist, zou je
waarachtig nóóit op het idee zijn gekomen,
dat deze meisjes studenten waren althans
een universiteit bezochten. Van de jongetjes
merk je dat veel eerder als pa tenmin
ste een beetje erg welgesteld ts. De reet
gedraagt zich al evenzeer als normale jonge
menschen, tegenwoordig.
En zoo gelóóf ik eenvoudig niet aan „het"
type studente, zoo goed als ik niet meer
aan „den" student geloof zooals de goé-
gemeente zich die voorstelt uit de boeken
van meneer Martin van de malle gevallen,
U weet wel, dat boek. dat U nog altijd weg
stopt voor Uw zoontje-van-15 alsof-ie
het niet allang gelezen had toen-ie 13 was
en hij vond er niks an.
Er bestaan eigenlijk geen typen. De ne
gentiende eeuw met haar materialistischen
inslag, die dacht, dat men het gansche le
ven kon vangen in een retort of onder een
microscoop, die negentiende eeuw met haar
zielige neiging alles in vakjes op te bergen,
netjes met een etiketje er op geplakt en een
klapper er bij om de zaken vlug terug te
kunnen vinden die heeft getypeerd, dat
je er naar van werd.
De officier jawél. Er zijn er, die graag
het gras maaien en die drinken en die
gedichten lezen en die van Bach houden
of van Hindemith kortom, nét zoo
veel verschillen als bij boekhouders, tand
artsen en ambtenaren ter provinciale
griffie.
De schilder, ach, waar zijn de lange
haren, baard, flambard, fluweelen jasje?
Alléén de leege portemonnaie is gebleven
overigens onderscheidt de schilder zich in
niets van den inspecteur der directe be
lastingen, den pianostemmer en den keel-,
neus- en oorarts. Je hebt er, die zuinig zijn
en die brassen, die van hun vrouw houden
of haar stiekum treiteren, die van honden
houden en die katten pé-en maar „de"
schilder hij bestaat niet. Zoo min als de
journalist, de metselaar, de professor in de
scheikunde en de postbode.
Hoeveel menschen men ook op een hoop
drijft, ze verschillen onderling allemaal
ook al zijn ze allemaal heel ordentelijke
stationschefs of tuinlieden of dich
ters.
En daarom word ik zoo kriebelig, wan
neer iemand mij voordraait ter eere van
het bekende lustrum van V.V.S.L. dat de
meisjes-studente zóó is:
„Kort gerokt
Kort gelokt
Wat luchtig
En vluchtig
Niet schuchter
Heel nuchter
Beredeneerd
Ongegeneerd
Collegiaal
Ietwat brutaal."
Ik ken tien meisjes-studenten met een
ui in d'r nek en met lange rokken op een
fuif. Daarbij zijn er vier, die verlegen zijn
en heelegaar niet nuchter pardon, niet
dat ze op een lustrum zooveel rum lusten
nou, laat ik maar eerlijk zeggen: zoo'n
rijmpje klopt ook op de juffertjes in het
warenhuis en de typistetjes van de
groote bank op den hoek gek, dat ban
ken zoo graag in den hoek staan kortom,
laten we in hemelsnaam ophouden met
ons éérst een ideaal-type van onze kaste
voor te stellen en er dan krampaohtlg naar
toe te leven.
Of moet ik vanwege de Amerikaansche
film in hemdsmouwen met mijn voeten
op mijn schrijftafel, mijn hoed achter óp
en een sigaar i n het hoofd den modernen
journalist verbeelden van wien iedereen
altijd zegt, dat hij zoo brutaal is en gut
U moest me kennen ik ben zóó schuch
ter
Net andersom als „de" meisjes-studente
ja
6813
(Ingez. Med.)
lijk door de finish te Leeuwarden te gaan,
zooals ook de Vries en Casteleyn dat in 1933
hadden gedaan. Overeenstemming werd be
reikt. mede door het feit, dat het door de
smalle baan haast niet mogelijk was elkaar
te passeeren. Zoo bereikte het vijftal schou
der aan schouder Leeuwarden. Waar de
finish was.
EEN ONBEVREDIGEND SLOT.
Het bloed kruipt, waar het niet gaan
kan en toen Adema de finish zóó dicht
bij wist, ging hij harder rijden, zóó hard,
dat de andere vier niet direct konden
volgen. Ten slotte wist Keyzer vlak voor
de finish hem te pakken en als wij in
de groote wanorde, welke er bij de eind
streep heerschte, goed gezien hebben,
NOG ENKELE OFFICIEELE
GEGEVENS.
In de late avonduren werden nog enkele
officieele gegevens bekend. De volgorde van
de vijf eerste aankomenden werd officieel
bepaald op Keyzer, Adema, Jongert, van der
Duin en Westra. Maar de namen van al
deze vijf rijders zullen op den beker worden
gegrifd, terwijl officieel zal worden vast
gesteld, dat deze vijf rijders ais winnaars
worden beschouwd.
De groote gouden medaille van den Ko
ninklijken Nederlandschen Schaatsenrijders
Bond zal voor Jongert zijn, omdat hij in dc
afgeloopen jaren de beste plaatsen in de
verschillende tochten heeft bezet. Behalve
de heer Huizinga Bruins, heeft ook de heer
R. Zandstra (Leeuwarden) den tocht vol
bracht, aoodat hij eveneens in aanmerking
komt voor het gouden kruis der Elfsteden-
vereeniglng, omdat hij vijfmaal den rit
heeft volbracht. De heer Zandstra bracht
het tot Wiers bij Dokkum, maar in verband
met de bepaling, dat alle rijders, die Vrouw
buurtsmolen hadden bereikt, beschouwd
werden als deelnemers, die den rit hadden
volbracht, kwam dus ook de heer Zandstra
voor het gouden kruis in aanmerking.
Wij vernamen nog nader, dat tijdens het
bezoek van Z.K.H. Prins Bernhard, het be
stuur van de Elfstedenvereeniging Z. K. H.
een gouden kruis heeft aangeboden.
EEN KRANIGE DAME.
De eerste dame, die Leeuwarden heeft
bereikt, was mej. D. Faber (Warga). Zij
kwam ruim 6 uur aan de finish te Leeuwar
den, vol enthousiasme en in uitstekende
stemming. Het 25-jarige meisje had een
uitstekenden rit achter den rug. Het was
voor den eersten keer, dat zij aan den Elf
stedentocht deelnam.
De winnaar van 1929, Karst Leemburg,
bereikte óm 6 uur Dokkum. Toen moest hij
den strijd staiken en wilde met de bus van
Dokkum naar Leeuwarden terugkeerer..
Maar de bus is op den weg tusschen Dok
kum en Leeuwarden ingesneeuwd en het
duurde verscheidene uren. voordat de pas
sagiers eindelijk de Friesche hoofdstad kon
den bereiken.
Koen de Koning, die aan den tooht deel
nam en winnaar was van den wedstrijd in
1912 en 1917, moest in verband met een
blessure te Workum opgeven.
DE LIER OP ZIJN KOP.
Het plaatsje De Lier in het Westland is
zich zelf niet meer. Een van de inwoners
behoorde tot de eerst aankomenden van
den Frieschen Elfstedentocht.
De 21-jarige Piet Keizer is een landbou
werszoon en verzorgt in zijn dagelijksch
leven de koeien. Maandag was hij nog in
het geheel niet van plan om aan den tocht
deel te nemen. Hij vroeg zijn vader om
toestemming, die nuchter antwoordde: Ik
vind het wel goed. maar denk er om, ik
heb liever dat de menschen je zien staan,
dan zien liggen.
Piet ging des middags naar Naaldwijk
om uit te komen in kortebaanwedstrijden,
welke daar zouden worden gehouden en de
resultaten af te wachten.
Glansrijk ging Piet met den eersten prijs