BINNENLAND
t Geb sie op het Nederlandsche
M otorschip „Hora"
Daladier richt zich tot de
niet-combattanten
UYLENSPIEGHELJ
"^Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 30 Januari 1940
Derde Blad
No. 24493
■IB|
N
delt
luish
rOFF Pe opvarenden, B. Abbas, ont-
tnerkwaardige wijze den verdrin-
De ontploffing slingerde hem in
I», Hij klampte zich vast aan een
lilt het gangboord en dreef een half
JVI voordat hij werd opgepikt. De
homfcSs, werd ernstig gewond, toen de
had ,irin hij zijn toevlucht had ge-
|ot sloeg.
ieb
Dr. J. B. MEENK's
In den
Uit Ned. Oost-Indië
ïnco-mek£ op JicocJL,
een waahjbvïxj vuoi AcooÊCteit
Eenheid van arbeid en opoffering
T£| MANNING IN VEILIGHEID.
de ontploffing op het Neder-
m e stalen motorschip „Nora", dat
»v,femeld, aan de Z.O. kust van
I)lid op het strand was gezet,
4 nader vernomen, dat het ach-
is weggeslagen. De bemanning
iaIj de explosie uit de kooien ge-
htingec*'
5 te hulp geroepen sleepboot bij
Telefuni,was gekomen, was het schip
r gezonken, dat slechts de boeg
r uitstak. De bemanning van de
,gde er in een tros aan den boeg
.ken en aldus gelukte het de
en halfgezonken schip naar de
ngen en daar aan den grond te
n den it1
•ra" ligt nu ietwat ten Noorden
i pier, waarop zij later bij hoog
afgedreven en welke zij daar
heen afstand van 80 M. bescha-
De „Nora" ligt nu met de
IV, jr vordzijde op het strand,
li. f jo j oogenblik, dat de „Nora" snel
VooTk-iam een reddingboot de beman-
^^~ver.
i in een ziekenhuis opgenomen,
^*ook kapitein Brinkman uit Gro-
stuurman de Vries werden ver
verbonden te worden. Beiden
^lerna huns weegs gaan.
me tu.tjl;
vtn torschip „Nora" behoort toe aan
'ivaart Mij. Zeeuwsch Vlaanderen,
de heer C. A. Groenevelt te Voor-
^_,Nor'a" was Donderdagmiddag van
I met een lading karton naar
^^ertrokken, Behalve de kapitein
nog 5 opvarenden aan boord.
EENTELIJKE
WERKLOOSHEIDS ZORG.
ntwerp tot wijziging ingediend.
Tweede Kamer is een wetsont-
lediend, houdende wijziging en
lig van het 5e hoofdstuk der Rijks-
'g voor het dienstjaar 1940. M
wet van 30 December 1939 is de
•tuur van de wet van 4 Maart 1935.1
c:l: i voorzieningen terzake van ge-
iiiii: ke kosten van werkloosheidszorg,
iiiiijjaar, t.w. het jaar 1940, verlengd.I
:':ii/:rlenging, zoo schrijft de Minister
Y lenlandsche Zaken ter toelichting,I
d gegaan, door schrapping van
lid, onderdeel b, met het verval-
de mogelijkheid tot toekenning
agen uit het werkloosheidsubsi-
ijk aan de gemeenten voor zoover
enten, ten gevolge van de inper-
haar belastinggebied, ingevolge de
lOlm van de wet. moeilijkheden on-
(de z.g.n. belastingbijdragen).
bestaat, het voornemen uit het
k Besluit van 1 Juli 1937, dat in
met het vorenstaande wijziging
■veneens te doen vervallen de mo-
van het toekennen uit voormeld
gemeenten van extra-bijdragen
erkloosheidslasten. Zooals in de
van toelichting op het ontwerp,
geleid tot de wet van 30 December
is is medegedeeld, ligt het in de
f, ter vervanging van evenbedoel-
,!«i''ringen uit het werkloosheidssubsi-
15 aan de daarvoor in aanmerking
gemeenten, voor het jaar 1940
1 ke ultkeeringen toe te kennen ten
1 de Rijksbegrooting
ti:ins voorgestelde post, welks om-
g. evenals het uitgetrokken be-
Teenstemt met hetgeen terzake is
50 in de zoo juist genoemde Memorie
1 ichting, strekt om daartoe de mo
rt te openen.
WERKLOOSHEID IN DE WEEK VAN
8 T/M 13 JANUARI 1940.
De directeur van den Rijksdienst der
Werkloosheidsverzekering en arbeidsbemid
deling deelt het volgende resultaat mede
van de verzameling door het Centraal Bu
reau voor de statistiek van de voorloopige
gegevens over de week van 8 tot en met
13 Januari 1940
Op 13 Januari 1940 waren bij de organen
der openbare arbeidsbemiddeling inge
schreven 362.985 werkzoekenden (347.348
mannen en 15.547 vrouwen).
Hiervan waren 287.861 (277.128 mannen
en 10.733 vrouwen) werkloos en waren
58.971 personen door overheidshulp tewerk
gesteld bij cultuurtechnische en admini
stratief daarmede gelijkgestelde werken.
Blijkbaar waren er dus 16.153 personen als
werkzoekenden ingeschreven, die in het
vrije bedrijf werkten, doch ander werk
zochten.
Uit het beloop der werkloosheidspercen
tages in de jaren 1930 t/m. 1939 blijkt, dat
de stijging der percentages, welke in het
najaar een normaal verschijnsel is, in 1939
niet is voorgekomen (in December is er
een sterke stijging in verband met de inge
vallen vorst).
Een overeenkomstig beeld geven de cij
fers betreffende het aantal geheel werk-
loozen onder de als werkzoekende inge
schrevenen bij de organen der openbare
arbeidsbemiddeling. In de afgeloopen 7 ja
ren werd geregeld een aanzienlijke toename
van dit aantal geconstateerd, zelfs van
82.000 van Juli tot einde November. In 1939
bepaalde zich de toeneming in dit tijdvak
tot 2000. Men zou hierin een aanwijzing
kunnen zien. dat de normale seizoensstij
ging door de mobilisatie vrijwel is opge
vangen.
BUREAUX VOOR JEUGDREGISTRATIE.
1 L
•'E DURE BRUINE BOONEN.
J van het Tweede Kamerlid Amelink
minister van Economische Zaken.
tweede Kamerlid Amelink heeft aan
lister van Economische Zaken de
vragen gesteld:
juist, dat de Ned. Akkerbouwcen-
tKeuwsche bruine boonen en Mans-
ucijners van de producenten koopt
&n prijs van respectievelijk f. 17.—
50 per 100 kg. en deze beide pro
faan den handel levert voor f. 23.30
kg., zoodat een bruto winst ge
wordt van respectievelijk f. 6.30 en
sir 100 kg.?
t voorts juist, dat de brutowinst,
Akkerbouwcentrale maakt op het
witte boonen, 1.7.80 per 100 kg.
°n dit juist is, wil de Minister dan
leien nemen teneinde deze sterke
hooging tegen te gaan?
I)
van het Tweede Kamerlid Wijnkoop
Tweede Kamerlid Wijnkoop heeft
n Minister van Defensie de volgende
gesteld:
t waar, dat bij verlof geen menage-
ergoeding wegens gemis van levens-
en) uitbetaald wordt aan hen, die
erste oefening zijn opgekomen, en
dat in het algemeen eerst van 1
oer af menagegeld wordt uitbetaald?
ie Minister maatregelen nemen, op-
inagegeld ook aan hen, die voor
oefening opkomen, wordt verstrekt
het in elk geval met terugwerkende
van den eersten dag der mobilisatie
dt berekend?.
HET MENAGEGELD.
Mogelijkheden voor de jonge werkloozen
vergroot.
De minister van Sociale Zaken heeft aan
een 45-tal gemeenten, waar een arbeidsbeurs
gevestigd is en nog geen Bureau voor Jeugd-
registratie een schrijven gezonden, waaraan
het volgende is ontleend.
Hoewel de omvang van de werkloosheid
onder de jonge mannen van 14 tot en met
21 jaar den laatsten tijd is verminderd, is
deze toch nog van zoodanigen aard, dat de
overheid verplicht is er volle aandacht aan
te schenken.
Zooals uw college ongetwijfeld bekend is,
bestaan voorzieningen van rijk en gemeen
ten o.m. in cursussen, kampwerk en centrale
werkplaatsen.
Nu kon echter de laatste jaren worden
geconstateerd, dat in die gemeenten, alwaar
de zorg van gemeentewegen ten behoeve van
de hierbedoelde jongeren was samengetrok
ken in een bijzondere instelling, n.l. een
Bureau voor Jeugdregistratie, het deelnemen
van de jongeren aan den genoemden arbeid
veel grooter werd dan voorheen het geval
was.
Een belangrijk uitvloeisel van een goed
georganiseerd Bureau voor Jeugdregistratie
is, dat de mogelijkheid tot plaatsing in het
vrije bedrijf wordt vergroot. Zulks is in de
practijk reeds bewezen.
Een Bureau voor Jeugdregistratie bestaat
uit een leider, benevens voor zooveel noodig
uit één of meer assistenten.
Het aantal hangt af van de grootte van
de gemeente. Wanneer het bureau gaat wer
ken, worden de namen van alle jongens van
14 tot en met 21 jaar uit de bevolkingsregis
ters gelicht en voor zoover zij niet school
gaande zijn. of dit om andere redenen niet
noodig is, persoon voor persoon naar het
bureau geroepen, alwaar de leider of een
van zijn assistenten niet van achter een
loket, doch aan een tafel in het bureau, met
ieder van de jongens praat.
Van alle jongens wordt een z.g. „staat van
dienst" gemaakt. Deze gegevens komen in
een boekje te staan, dat den jongen wordt
uitgereikt, terwijl de gegevens ook op het
Bureau voor de Jeugdregistratie worden be
waard. In het boekje wordt, ik moge hierop
met nadruk wijzen, volstaan met zakelijke
gegevens, terwijl een beoordeeling omtrent
de jonge mannen er niet in wordt vermeld.
1. Een volledige overzicht van de arbeids
markt van de jongeren van 14 tot en met
21 jaar.
2. Dat de werkgevers beter in de gelegen
heid zijn betrouwbare inlichtingen te krij
gen bij sollicitaties van jonge mannen.
3. Dat aan de jonge arbeiders voorlichting
wordt gegeven bij de keuze van een beroep,
in verband met hun persoonlijken aanleg,
doch ook in verband met de kansen op de
arbeidsmarkt.
4. Dat de jongeren voortdurend worden
herinnerd aan de mogelijkheden, welke voor
hen bestaan om door het volgen van cursus
sen e.d. hun vakbekwaamheid te vergroot
ten.
5. Dat werklooze jongens worden gewezen
op de verschillende mogelijkheden, welke er
voor hen zijn om in perioden van werkloos
heid niet doelloos rond te loopen.
6. Dat de jongeren er in sterkere mate toe
worden gebracht zich bij de arbeidsbeurs te
laten inschrijven.
Ik meen mij op grond van vorenstaande
uiteenzetting tot uw college te mogen rich
ten met het dringende verzoek medewerking
te willen verleenen, opdat ook in uw ge
meente bij de arbeidsbeurs een bureau in
het leven wordt geroepen als hiervoren is
geschetst.
In de kosten draagt het rijk bij naar het
objectief percentage van het werkloosheids-
subsidiefonds, met dien verstande, dat ten
minste 50 procent van de kosten zullen wor
den vergoed.
De minister heeft zich thans ter zake nog
niet schriftelijk gewend tot de besturen van
Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den
Haag. Het ligt in zijn bedoeling, omdat in de
grootste gemeenten bijzondere problemen
aan de orde zijn, zich terzake binnenkort
met deze gemeentebesturen in verbinding te
stellen.
DE HAVEN VAN TEXEL WEER DICHT.
De haven van Texel is geheel dicht. Er
kan geen schip meer uitvaren.
De stoomboot „Dokter Wagemaker" zit
in het ijs, evenals vele visschersschepen
VOOR WERKVERRUIMING.
STUDIEFONDS
Z.K.H. Prins Bernhard heeft gisteren een
vergadering van het Studiefonds voor
Werkverruiming bijgewoond.
Dit fonds, waarvan voorzitter is ir. W.
H. van Leeuwen te Delft, is eenigen tijd
geleden op initiatief van Prins Bernhard
tot stand gekomen.
DREIGEND CONFLICT IN DE
LIMBURGSCHE KLEI-INDUSTRIE.
De plaatsvervangende Rijksbemiddelaar
in het vierde district, de heer Bloemers,
heeft inlichtingen gevraagd aan partijen,
betrokken bij een dreigend conflict in de
klei-industrie in de provincie Limburg.
Bij Zenuwhoofdpijn
poeders
5 ets. per pn etui's van 6 p. 28 cent
Let op den Driehoek E.M.B.
6760
(Ingez. Med.)
HERBENOEMING BURGEMEESTERS.
Bij Kon. Besluit zijn als burgemeester
herbenoemd:
met ingang van 15 Februari te Helvoirt,
mr. E. J. J. M. Bloemen;
met ingang van 23 Februari te Aalten,
A. J. W. Monnik;
met ingang van 15 Februari, te Hedel en
Kerkwijk, H. Dronkers;
met ingang van 1 Februari, te Numans-
dorp, J. G. de Zeeuw;
met ingang van 11 Februari, te Krimpen
aan de Lek, G. J. van Oordt;
met ingang van 11 Februari, te Poortu-
gaal. F. van der Poest Clement;
met ingang van 23 Februari, te Nieuw-
Helvoet, F. W. van Driel;
met ingang van 16 Februari, te Arnemui-
den, H. G Horninge;
met ingang van 28 Februari te Barradeel,
B. Anema;
met ingang van 8 Februari, te Aduard,
J. van Barneveld.
ONVEILIG STRAND.
Het strand te Scheveningen is onveilig
tot Katwijk op Vrijdag 2 Februari a.s. van
10.30 tot 17 uur, wegens schietproeven met
geschut.
De aandacht wordt erop gevestigd, dat
het strand eerst weder toegankelijk is,
nadat de roode vlaggen, welke de onveilige
strook aanduiden, zijn ingehaald.
NA DE RAMP VAN DE PK—A.F.O.
Gistermorgen bracht het s.s. „Reynst" van
de KP.M. te Soerabaja de stoffelijke over
schotten aan van commodore Schott en
marconist von Ende, die bij de ramp van
de PK—A.F.O. het leven lieten. De „Reynst"
voer met de vlag halfstok.
De arbeid aan de kade werd een poos ge
staakt, waarop de stoffelijke overschotten
per auto met ceremonieel naar de „Treub"
werden overgebracht. Hier werden zij, ge
dekt door de Nederlandsche vlag, opgebaard
in ruim vier. Gistermiddag is het schip naar
Batavia vertrokken.
HET AUTO-ONGELUK BIJ SOEKABOEMI.
Prof. van der Plaats heeft verklaard dat
de toestand van professor en mevrouw Zey-
lemaker bevredigend is en dat geen direct
gevaar bestaat.
RUBBERROOKHUIS AFGEBRAND.
Gistermiddag is te Pontianak een rubber-
rookhuis met een goedang. inhoudende 170
tons rubber, totaal afgebrand. De schade
wordt geschat op f40.000 en door verzeke
ring gedekt.
Voorts brandden nog enkele inheemsche
woningen en bedrijfjes af, waarvan de
schade ongeveer f. 8000 bedraagt.
6407
IJLngez. Mea.;
Gisteravond heeft de Fransche minister
president Daladier zich in een radio-rede
tot zijn volk gewend.
Na den moed van den Fransohen sol
daat te hebben verheerlijkt en gewezen te
hebben op de velerhande offers, welke de
genen brengen, die aan de grens de wacht
betrokken, maakt Daladier zich tot tolk
van de combattanten, om de non-combat
tanten openhartig te wijzen op den ernst
der tijden en hun plichten jegens Frank
rijk en zijn dappere verdedigers.
„Na vijf maanden oorlog, te midden van
het onophoudelijk alarm, dat Europa in
verwarring bracht", aldus begon spreker,
„wordt één ding met den dag duidelijker,
de zekerheid, dat Duitschland de wereld
wil overheerschen op een wijze, als de ge
schiedenis der menschheid nimmer heeft
gekend. De nazi's streven naar de stelsel
matige en algeheele vernietiging der over
wonnenen Te midden van de beklemming
der vrij gebleven kleine volken vormt zich
een wereld van heeren en slaven, een
wereld, welke de weerspiegeling is van
Duitschland zelf.
Waar hij overwinnaar is, onderhandelt
Hitier niet met de overwonnen, hij vernie
tigt ze. Hij ontneemt hun hun politieke en
economische existentie; hij tracht hen
zelfs van hun geschiedenis en hun cultuur
te berooven. Hij wil hen slechts beschou
wen als levensruimte, als een te grijpen
gebied, waarop hij alleen recht heeft. De
menschelijke wezens, waaruit die volken be
staan. zijn voor hem slechts kudden Hij
beveelt hun afslachting of hun vertrek
naar elders. Zij moeten plaats maken voor
de veroveraars. Hij neemt zelfs de moeite
niet, den overwonnenen een oorlogsschat
ting te laten betalen, hij maakt zich van
al hun rijkdommen meester. Om alle re
volte bij voorbaat onmogelijk te maken,
decimeert hij de elite van het overwonnen
volk.
Millioenen menschen kennen de ellendige
gevolgen van die overheersching.
Evenal.s zijn bondgenoot Engeland al
dus Daladier kent Frankrijk geen angst,
want het is zeker van zijn overwinning.
Ik heb reeds hulde gebracht aan onze
strijders, een hulde, die hun toekomt. Ik
denk voortdurend aan hen. Doch thans wil
ik spreken tot het Frankrijk van achter het
front. Ik verzoek onzen strijders naar mij
te luisteren. Ik zou hier hun tolk willen
zijn. Ik zou openlijk willen zeggen, wat zij
wellicht in het verborgen denken en ieder
in naam van het landsbelang willen vra
gen, wat iedere soldaat het recht heeft te
vragen, in naam van het offer, dat hij
heeft willen brengen.
Wat de Fransche soldaat van de Fran-
schen verlangt, is zich bewust te zijn van
den ernst van den toestand, met dezelfde
energie als Zij, die strijden, en te begrijpen,
dat, zoo de totale oorlog nog niet is losge
broken, zij die aan het front zijn, daarom
niettemin de lasten er van dragen en iede-
ren dag hun leven in de waagschaal stel
len.
Het is noodig, dat óók zij, die achter
zijn gebleven en die noch dezelfde lasten
hebben te dragen, noch dezelfde gevaren
te duchten, bereid zijn, hun leven anders
in te richten.
Het is vooral noodig. dat zij al hun stre
ven, al hun activiteit in dienst stellen van
de Fransche gemeenschap, zonder welke zij
niets zouden zijn. Het openbare welzijn ver-
eischt gelijkheid van offers. De totale oor
log die spoedig zou kunnen losbreken
eischt een geweldige hoeveelheid wapens
en munitie.
Het is dus noodig, voortdurend de wapen
fabrieken op volle activiteit te houden; dat
is een essentieele voorwaarde voor de over
winning Noodig is evenzeer, dat het land
opbrengt wat noodig is voor het leven van
leger en volk. Het is dus billijk, dat velen,
die in staat zouden zijn de wapens te han-
teeren, achter het front werkzaam blijven.
Billijk is echter ook, dat hun afwezigheid
van het front volkomen gemotiveerd zij.
Wij hebben den laatsten tijd een aantal
mannen, die voor fabriekswerk niet in
aanmerking kwamen, naar hun troepen-
afdeeling teruggezonden en voor den krijgs
raad hebben wij degenen gedaagd, die ver
antwoordelijk waren voor de misbruiken,
welke hier aan den dag kwamen.
In den strijd om het leven van het
land en volk zij ieder op de plaats,
waar hij het nuttigst is, maar alle
Franschen dienen nu te leven, zooals
onze soldaten leven, in een geest van
toewijding en offerzin.
Ook achter het front heeft men den goe
den strijd te strijden, want waar onze
legers beslist en doelbewust de grens be
waken, rekent de vijand op onze zwak
heden en eventueele aarzelingen in het
binnenland.
Vandaar mijn beroep op de burgers. Het
is geen vrees voor de vijandelijke propa
ganda onder ons volk, die mij spreken doet,
maar ik wil den vijand van antwoord die
nen ter plaatse, waar hij zijn krachts
inspanningen ontplooit. Ginds aan het
front geven onze soldaten tien slagen terug
voor een, hier achter het front moet iedere
poging der nazi's onmiddellijk worden ont
maskerd, opdat niemand die pogingen steu
nen kan, zonder zich aan verraad schuldig
te maken.
Onze vijanden hadden gehoopt, de Fran
schen tegen elkaar te doen vechten, zij
hadden gehoopt, onze mannen te doen
marcheeren onder de hakenkruisvlag en
onze arbeiders te doen optrekken achter de
roode vaan met den sikkel en den hamer.
Maar in September, toen het Duitsche
leger Polen binnen rukte, viel het masker
en bleSk, dat de beide vlaggen slechts één
vormden, de vlag der barbaren, die zich op
alle gebieden werpen, waar goederen te
rooven en menschen te onderwerpen zijn.
Onze vijanden hadden vergeten, dat ons
land over alle moeilijkheden steeds te
triomfeeren wist. Ons land hing niet uit
elkaar. Onze binnenlandsche twisten heb
ben de grenswegen niet opengezet voor den
aanvaller.
Mijn regeering heeft reeds de agenten
van het buitenland, die hier opereeren,
aangepakt. Zij zal niet ophouden, die lie
den met de felste middelen te vervolgen.
Maar mijn regeering wil niet zijn een re
geering van wraak of politieke belangen.
Zij is de regeering van Frankrijk. Waar zij
de communistische leiders trof, geschiedde
dit, wijl die leiders, zich schikkend naar
de orders van Moskou, zich in dienst stel
den van Berlijn. Wij bieden echter de hand
der verzoening aan allen, die teruggekeerd
van hun dwaling, thans de ware arbeiders
traditie van het nationale en patriotische
Frankrijk hervonden hebben.
Zoo zal ook mijn regeering, die met
kracht optrad en zal blijven optreden tegen
de medeplichtigen der nazi-campagne, er
nimmer aan denken, tegen die Franschen
op te treden, die voorheen droomden van
een Fransch-Dultsche toenadering. Het was
ook begrijpelijk, dat communisten vroeger
Ik geef toe, dat er met onze Europee-
sche beschaving iets niet in den haak is
maar onze Amerlkaansche vrienden be
hoeven ons heusch niet zoo met den vinger
na te wijzen. Wie boter op het hoofd heeft,
doet beter uit de zon te blijven.
Er zijn altijd menschen, die in zulk een
bitteren nood verkeeren, dat zij in ruil voor
een handvol zilverlingen voor alles al
thans voor bijna alles te krijgen zijn. Geen
vernedering van den medemensch, geen
marteling, geen sensatie of zij is te koop.
Door een lugubere concurrentie zijn de
prijzen laag de groote vraag ten spijt.
Zijn de Amerikanen niet beter dan wij,
wij zijn ook niet beter dan de Amerikanen.
Alléén kent Europa nog een collectieve
moraal althans in zekere landen waar
de massa zich dan schijnheilig-knikkend
aan onderwerpt. Wat er geschiedt, wanneer
men die massa zélf de lakens laat ultdee-
len, demonstreeren andere landen waar
onder weer Amerika.
Wij hebben gehuiverd bij Charlotte Köh-
ler's „Marathondans". Wel foei, hoe béést
achtig maar huiverden er geen andere
sensaties over onzen rug? Is een Zesdaag-
sche niet even onzedelijk, zinloos, bescha
mend. als zoo'n Marathondans? En als de
politie hier te lande zooiets zou toelaten,
als de collectieve moraal er niet was en het
tot eiken prijs te handhaven fatsoen-naar-
buiten zou een Marathondans dan niet
hier evenveel succes hebben als in de Sta
tes? Ach, er zullen ook wel in Amerikaan-
sche bladen ingezonden stukken worden
geschreven tegen zulke uitwassen; om pro
testen maal ik echter niet veel. Zij duiden
al op een minderheid; een meerderheid
protesteert niet, zij verhindert.
Zoo lang wij nog naar het circus gaan in
de stiekume hoop. dat een acrobate zal tul-
melen of een temmer zal worden aangeval
len door zijn leeuwen, zijn wij, wereldbur
gers, nog maar voortstumperende hinke-
beenen op den weg naar menschelijkheid.
Valt U niet de menschen hard, die thans,
in oorlogstijd, nu de mensch zoo vreeselijk
lijdt, hameren op het aambeeld der dieren
bescherming. Moeten wij, omdat het ééne
niet geschiedt, nu óók het andere nalaten?
Moeten wij het kind met het badwater
weggooien?
Er staan plaatjes in een weekblad, van
meisjes, die zich in badpak in een blok ijs
laten vastvriezen, alleen het hoofd steekt er
uit Dat gebeurt in Amerika en er zijn Ame
rikanen, die er naar komen kijken tegen
idem-zooveel. De manager verkoopt de
kaartjes en keert een fractie van de winst
uit aan de bevroren meisjes. Hopelijk ge
noeg. dat zij er de doktersrekening van
kunnen betalen.
Menschonteerend schouwspel, dat hier
niet zou worden toegelaten maar koopt
ons volk zulke weekbladen om zich te
schamen voor zijn mensch-zijn of om
zich te verlustigen?
Wat trilt er in de stemmen, die elkander
opgewonden vertellen van gezonken oor
logsschepen met zóó en zóóveel verdronken
mannen? Leed? Verontwaardiging? Of
voelen de vertellers zich opgeheven in den
storm der tijden, omdat zij zulke „groote en
vreeselijke dingen" mogen beleven, omdat
zij anderen den adem mogen benemen door
zulk opwindend nieuws te brengen?
De menschheid roept brand maar is
het haar waarlijk om de brandweer te
doen of om het fascineerende spel der
vlammen?
Is zij gelijk de mug, die om de kaars
zoemt?
Laat ik het antwoord schuldig mogen
blijven. Wij hebben immers zoo onze illu
sies onder welke die. dat er een gróót
verschil zou zijn tusschen den holenmensch
in zijn dierenhuid en den burger in zijn
colbertje of ln zijn uniform
eendracht wilden tusschen Frankrijk en
Rusland in het belang van de verdediging
van den vrede; even wettig was het. dat
men toenadering zocht tusschen ons land
en Duitschland. Maar het zou een misdaad
zijn, in de huidige omstandigheden, zioh te
blijven onderwerpen aan de bevelen van
Berlijn en Moskou. En die misdaad straf
fen we en zullen we blijven straffen, mee-
doogenloos.
De vijand, zoo vervolgde Daladier, neemt
thans zijn toevlucht tot andere middelen.
Nu eens tracht hij ons van Engeland te
scheiden, dan weer tracht hij ons vertrou
wen en onze vastberadenheid te vernieti
gen. Deze propaganda, die de technici van
het Derde Rijk „fluister-propaganda" noe
men. wordt gevoerd naar aanleiding van
alle gebeurtenissen en van alle oorlogs
voorvallen. Zij spoort de huisvrouwen aan
zich over de beperkingen te beklagen, zij
tracht al onze handelingen, al onze leiders,
al onze mannen, die verantwoordelijkheid
dragen, in een kwaad daglicht te stellen.
Zij overdrijft onze tekortkomingen. Zij
verzwijgt de vruchten onzer krachtsinspan
ningen. De nationaal-socialistische propa
ganda is geheel gebaseerd op het uitbui
ten van de zwakten van het menschelijk
hart. Zij richt zich niet tot de helden, doch
tot hem. dien deze held beschermt.
Doch na het mislukken van dezen mo-
reelen slag, waarmede de nazi's ons dach
ten te kunnen knechten en die zij bezig
zijn te verliezen, blijft nog de materieele
kracht van Duitschland.
Deze kracht is een der geweldigste van
de wereld Alle ontberingen, die het Duit
sche volk sedert verscheidene jaren heeft
moeten doorstaan, dienden slechts om het
te versterken. Daar verpletterden de dwang
en de ontberingen ieder mensch, doch ieder
mensch leeft slechts om de kracht der
agressie, die Hitler over de wereld heeft
ontketend te doen toenemen. Om haar
te breken moeten wij sterk zijn.
Daarom is het noodig, dat zij, die achter
het front zijn, ln een geest van algeheele
ontzegging en opoffering, zich wijden aan
den arbeid zooals de soldaten zich wijden
aan den strijd.
Dank zij onzen arbeid, onze discipline en
ons vertrouwen, zullen wij overwinnen in
dezen geweldigen strijd, die niet alleen het
bestaan der naties doch geheel onze levens
opvatting in het geding brengt.
Wij moeten den oorlog winnen en wij
zullen hem winnen, doch wij moeten ook
een overwinning behalen, die de overwin
ning der wapens verre te boven gaat
Tegenover de wereld van heeren en slaven,
die de dwazen, die te Berlijn regeeren, wil
den scheppen, moeten wij de menschelijke
vrijheid en waardigheid redden.