Goede oplossingen Het kistje van de infante ANEKDOTEN Heel Londei van de Prijsraadsels voor de kleineren ontvangen van: Wout van Heel, Bep van Woudenberg, Piet Rietkerken, Tineke de Wit, Aukje van der Wal e, Wiru Kleer, Corrie Lagas, Rietje Lagas. Traus van der Werff, Jan Zandber gen, Piet Martijn, Hans Kriek, Ineke Kriek, Gerard Stouten, Willy Wiggers, Mientje Uitdenfcoogaard, Frieda Libot, Lies Meurs, Dickie Optendrees, Corrie van Weizen. Ine ke Boterenbrood, Hansje Boterenbrood, Koosje van Polanen, Hermien Cevering, Gerda Teljeur, Adri Ponsen, Leny Moraal, Ludolf Bakhuizen van den Brink, Riek van Kampenhout. Lena C. Slok, Ansje Eichhorn, Nellie Trap, Kora Key, Niek Bakker, Marti- Bakker, Elsje Verlind, Tini Overduyn. Adri Schipper, Plonie de Geus, Marietje Lager- wij, Sofietje Lagerwij, Corrie Roozendaal, Janny Hermans. Ansje Hermans, Lena Prevo, Lenie Brocaar, Maartje Stavleu, Ansje Voorma, Jan Vochteloo, Henk Klaas- sens, Dick Nederlof, Coby Nederlof, Jannie Kooien, Corrie Dek, Leendert van Wilgen, Henny van Driel, Elly Oppelaar, Jootje Zwaan, Anton Tegelaar. Truusje Sluymer, Leni de Graaf, Henk Ykema, H3nny Yke- ma, Cobie Roose, Sjaan de Geus, Ellie van der Lelie, Herman Rensink, Wolter Ren- sink, Jan van der Voet, Martin Vreeken, Jan van der Me ij den, Frans van der Meij- den, Adri Boelee, Dick Boelee, Jan Vrijen- hoek, Jopie van der Mey, Mijnle Muelink, Bram van Iterson, Jannie Lek, Koos Stlk- kelorum, Frans Blonk, Mar. Blonk,, Henri Derogé, Joke Derogé, Henk Olivier. Atze van der Kool, Bea van der Kooi, Atie de Vogel, Suze de Geus, Janny Kooyman, An nie W. van Klaveren. Truusje van Weizen, Pim van Weizen, Cobie Nieuwenhuis, Ma rianne Mangelsdorf, Lijntje van Leeuwen, Hans Simon Thomas, Nanny Nauta, Jopie Susan, Freddy Susan. Rika Hogervorst, Leni de Graaf. Ida Schophuizen, Joke Koopman, Joke de Groot, Gonny de Groot. Annie Feynenbuik, Afke Neuteboom. Als ze alleen was, liet ze de klokken van haar vaderland klingelen. Dit verhaaltje is eoht gebeurd. Er was eens een Spaanse koningsdochter, Inez* Maria geheten. Evenals alle Spaanse prinsessen droeg zij de titel van Infante en werd zij zeer rijk en weelderig opge voed. Inez Maria was een zacht, lief prinsesje, met een fijn gezichtje, grote donkere ogen en ravenzwart haar. „Een beeldje", zeiden de hofdames vaak tegen elkander, „een beeldje van buiten en van binnen is onze kleine prinses". Toen Inez Maria zestien jaar oud was, nam haar blij, zorgeloos leventje plotse ling een einde. Want haar ouders, de ko ning en koningin van Spanje, hadden be slist, dat zij moest trouwen met een Oos- tenrijksohen aartshertog. Dat was zo de gewoonte in die dagen, dat de ouders der meisjes een echtgenoot voor haar uit zochten. vooral in vorstelijke kringen. En er werd heelemaal niet aan Inez Maria gevraagd, of ze het wel prettig vond, met dien vreemden vorst te trouwen en ver weg te gaan naar Oostenrijk! Toen de bruiloft, die vele dagen duurde, achter de rug was en de Infante met haar gevolg op reis ging, werd in de zware ver huiswagen, waarin haar bezittingen wer den vervoerd, ook een zwaar ijzeren geld kistje ingeladen. Het sleuteltje van dit kistje droeg de jonge Infante aan haar zilveren halsketting en deze ketting wilde zij nooit afleggen, ook niet toen zij aarts hertogin geworden was. Inez Maria werd in Oostenrijk zeer vriendelijk ontvangen en mocht wonen in een prachtig paleis. En toch voelde ze zich niet thuis in het vreemde land. Heel dik wijls dwaalde ze doelloos door haar prach tige kamers of in de tuin van haar paleis en keek vol heimwee naar de voorbij drijvende wolken, die een groet uit haar geliefd Spanje schenen over te brengen. En soms, als het verlangen naar huis al te sterk bij haar werd, sloot ze zich op in de binnenste kamer van haar paleis. Zelfs haar hofdames mochten dan niet binnen komen. Het duurde dan ook niet lang, of de jonge aartshertogin was aan het hof niet meer zo geliefd als vroeger. De hofdames en hovelingen begonnen onder elkaar te fluisteren en kwaad te spreken. „Ze is te trots om met ons om te gaan", zei de een. En de ander: „Wat verbergt ze toch voor geheimzinnigs in haar kamer?" En een derde: „Ze voert zeker iets in haar schild, dat de aartshertog niet weten -nag". De jonge prinses merkte wel, dat haar hof dames niet meer van haar hielden en ze voelde zich eenzamer dan ooit te voren. Toen nu het gefluister maar niet ophield, besloot de aartshertog een einde te maken aan die geheimzinnigheid. Hij klopte op een middag aan de deur van de binnenste kamer en toen de Infante hem opendeed, zag hij duidelijk, dat ze dodelijk verschrikt was. Haar gezichtje was spierwit en haar grote ogen keken hem 'Star aan. Met een diepe buiging liet zij echter haar gemaal binnen en ging daarna met de rug tegen de tafel staan, waarop het ijzeren kistje stond. Op barse toon vroeg de aartshertog haar. wat zij toch uitvoerde en hoe zij het wagen durfde, deze kamer af te sluiten. In het kistje lag een stapeltje bronzen schotels. De tranen schoten de Infante in de ogen; nog nooit had iemand zo hard tegen haar gesproken. Met trillende hand wees ze op het kistje, waarvan het sleuteltje aan haar halsketting hing, maar toen de aartshertog haar beval het kistje te ope nen, smeekte ze hem onder tranen hiervan af te zien. Haar gemaal werd nu steeds woedender en tenslotte liep de twist zó hoog, dat hij haar de ketting van de hals rukte en met bevende hand zelf het kistje opende. Daar lag een stapeltje bronzen schotels. Hij bekeek ze nauwkeurig, maar kon er niets bijzonders aan ontdekken. En intus- schen was de Infante op een stoel neer gezonken en zat met de mooie, slanke handjes voor de ogen te snikken. De aartshertog keek haar eens aan en werd er door geroerd. Een beetje vriende lijker vroeg hij haar. hem toch het ge heim van die schotels te verklaren; want dat het een geheim was stond voor hem vast. En eindelijk droogde toen de aarts hertogin haar oogen af en zette de scho tels naast elkaar op tafel. Daarna sloeg zij er op met een houten hamertje. En kijk, daar begonnen de schotels te zingen en te luiden, net als de klokken, de eene hel en zilverachtig, de andere zwaar en dof. Toen deze mooie, vreemde muziek was verklon ken, zei de Infante: „Deze schotels heeft mijn huisleraar me gegeven als afscheids geschenk. Ze luiden net als de klokken van Madrid en als ik ze laat klinken en de ogen sluit, dan is het me net of ik thuis ben. En dan vergeet ik eventjes, dat ik hier in dit vreemde, koude land moet wo nen. De aartshertog zweeg beschaamd. Wat had hij nu een spijt dat hjj zo hard was geweest tegen zijn jonge vrouw! Hij vroeg haar vergiffenis en ging al spoedig veel van haar houden zodat ze erg gelukkig werden. En heel dikwijls zaten ze nog samen in de binnenste kamer en luisterden naar de klokken uit het verre vaderland van de Infante. Ingezonden door Margje Booy. Bezoeker (tot het zoontje van den gast heer) „Waarom wil je niet met mij gaan roeien?" Zoontje: „Ik hoorde Vader laatst tegen Moeder zeggen, dat U moeite had het hoofd boven water te houden en ik kan ook niet zwemmen, ziet U!" EEN WARE GËici JAAR j-J In de oude tijd warej. beetje bijgeloviger e-,1 dan tegenwoordig. EentL is de geschiedenis vanïl beving in Londen, dieel plaats vinden, maar n» Het gerucht van deze r ste dagen van April ia, een loopend vuurtje fes half April zo had meer telde men elkaar, zoo Lo vesten schudden en del zou op de andere blljm'l zeker waar, al wist nlrsj tellen, w 1 e het praatje! had. En iedereen werd p hevige angst aangegre paar geleerde mensen ia j die geruchten in en bisschop tegen die biji het hielp alles niets. aardbeving komen en i vast van tevoren te 1 eerste Aprildagen had o de datum van de i zo tegen de tiende van sterrewichelaars en vu dames die met koffledïl het op 16 April moet>| gens In de vroegte I Het scheepsvolk, dat ji de stad vertoefde, wist! vertellen, waut velen i vreemde landen geweer,1 vulkanen gezien hadden| eigen aanschouwing mes van binnen „een holte 1 zich opeens zou kunnend ren op te slokken. n het was grie; voer. j me\t 'ets uit. Detj lil groepjes met elkaar;) zo zelfs, dat de leven; er zeer onder leed. Drie dagen voor de s de regering op de stra proclamatie aanplakken J „Vermaning aan die voor een aardbeving stad te verlaten." End dan vele wijze woordec| kalmeren. Maar ook king, vooral toen mend scheidene hoge ambte stad hadden verlaten I lords en bijna honderd d gerhuis bevonden zicho ren buiten de stad. Hos a de ramp naderde, hoe s werden. Velen sprongen! bed en liepen gillend dt| politie had handen voli zeggers. die de straten o relletjes veroorzaakten,!! dag vóór de ramp heerskl groote chaos. Grote tof paard, te voet of met k vluchtten de stad uit. waren ze meer tegen te t: huilden en jammerden, r pen grappen te maken E; braken ook de slimmerd! de gelegenheid gebruik t het verkopen van levensei dingen een centje te vt ontbrak het den beklager; telingen aan niets. In hen ze onder het genot van bi dewijn de nacht door. S< fakkels meegenomen oo goed te kunnen zien. ank instrumenten. Zodat het ning nog een gezellige in Natuurlijk doorleefden ders en zusters van dnt angstig uurtje, doch toen geslagen had, begonnen hun eigen angst te spoö plagen. Overmoedig van oplucbl bij het aanbreken van de in, waar de thuisblijvers u gen om hen flink te honen lijk de vluchtelingen ant» helemaal niet bang «au: alleen maar even voordel getrokken. En Intussen stelde de gingen in het werk om dek het gerucht van de aardt weten had, op te sporen.® daat te zijn, die zün 1® verhaal had willen bang s hem eohter een paar brood had gezet, liet met los. Want eigenlijk was te blij en te opgelucht o®1 uit te delen I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 18