redden Van het op een mijn geloopen Noorsche „Biarritz Jaaraang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad Ken bericht van r Hamilton FEUILLETON iüDDE OPVARENDEN van het in de Noordzee op een geloopen Noorsche s.s. „Biarritz", bij aankomst in IJmui- Geredden verlaten het Noorsche s.s. „Borgholm", dat iaar IJmuiden bracht. 38 Van de 59 opvarenden van de ..Biarritz" zijn bij de ramp om het leven gekomen. DOOR MILITAIREN ZIJN OP HET IJS VAN DE VLIET TE LEIDSCHENDAM EEN GROOTE SNEEUWPOP EN EEN PAARD GEMAAKT. EEN DOCHTER VAN GENERAAL-VELDMAAR SCHALK MANNERHEIM den 72-jarigen krijgsman, chef van het Finsche leger, woont in Londen. Barones Anastasia Mannerheim. DE BEKENDE ENGELSCHE TENNISSPEELSTER Kay Stammers trad te Londen in het huwelijk met mr. Michael Menzies. Bruid en bruidegom verlaten de kerk. glNGELSCHE KONINGIN bracht een bezoek aan het 'toment van Oorlog te Londen. De Koningin bij haar ver- jl .trek. Achter haar de leidster van het Vrouwelijk Vrijwilligers Korps. OMGEVEN DOOR EEN WOLK VAN ZOUT. EEN GEMEENTEREINIGINGSMAN TE AM STERDAM OP DEN DAM BEZIG MET HET STROOIEN VAN ZOUT, OM DE SNEEUW MASSA' SNELLER TE DOEN VERDWIJNEN. EEN ZWEEDSCHE VRIJWILLIGER BIJ HET FINSCHE LEGER OP WACHT AAN HET NOORDELIJK FRONT. door HANS HIRTHAMMER. :etwijfeld. In leder geval dienen wij nlng mee te houden. Ik stel voor, dat :;rste wacht voor uw rekening neemt. heeren inderdaad iets in hun schild zullen zij daarmee wel tot kort voor tnbreken van den dag wachten." ,als u het gewenscht acht, mister ns en munitie hebben wij voldoen- le tent. Ik wil nu nog gauw even een ,ng maken. Over een kwartier ben ig" onderzocht de lading van zijn re- stak deze binnen zijn bereik in zijn juist maakte hij zich gereed de tent aten, toen hij Ellen's hand op zijn lelde. ter Been, ik smeek u, wees voor- het eerst las hij angst in haar oogen plotselinge opwelling drukte hij tevig de hand. „U behoeft u over mij ngerust te maken, miss Ellen I" i zijn gestalte in de schemering ver dwenen was. liet Ellen Boyard zich in een veldstoel vallen, steunde haar hoofd in de handen en wachtte. Maar het eene kwartier na het andere verstreek. Hans Been keerde niet terug. 19. Zij hadden het touw gehaald, dat nog op dezelfde plaats lag, waar het na Cookerel's mislukte afdaling was neer gevallen. Floyd popelde van nieuwsgierigheid. „Zou je mij nu eindelijk niet eens willen vertel len, wat je van plan bent? Je haalt het toch niet in je hoofd als een fakir langs het los hangende touw naar boven te klim men?" „Dat zou wel de meest elegante oplos sing zijn, die je kunt denken!" antwoordde Cookerel droog. „Maar helaas beheersch ik die truc niet, niettegenstaande een fakir zich eens alle moeite heeft gegeven om mij dat kunstje bij te brengen. Ik kon het ding net zoo vaak in de lucht gooien als ik wil de het viel telkens weer op den grond, in plaats van te verstijven tot een paal, waarlangs ik naar boven had kunnen klim men, Weet jij niet, Vischwa, hoe die hee ren 'm dat lappen?" „Dat komt uit het geloof voort, Sahib. Daarvoor is een sterke wil noodig!" „Zoo?" bromde Cookerel. „Nou, je zult het wel weten." Het was voor het eerst, dat zij met hun drieën de „provisiekamer" hadden verlaten Cookerel's blessure was vrijwel genezen; hij had geen pijn meer. Nauwelijks hadden zij eenige meters in de duisternis afgelegd, toen Cookerel zijn hand op Floyd's arm legde en hem tot stil staan dwong. „Wij zullen een circusvoorstelling moeten geven", begon hij. „Een circusvoorstelling?" „Ja! Ik twijfel er niet aan, of je zult de muren grondig hebben onderzocht, maar toch waarschijnlijk niet hooger dan je arm reikte, nietwaar? Eigenlijk kon je wel op je vingers natellen, dat je overal slechts gladde muren zou vinden. Waarschijnlijk heeft men op kunstmatige wijze alle oneffen heden verwijderd om den vrouwen, die hier aan den hongerdood werden prijs gegeven, elke kans op ontvluchten te ontnemen." „Aha, nu begin ik te begrijpen, waar je heen wilt!" „Prachtig, dan zul je ook moeten erken nen, dat er reden is voor mijn vermoeden. Aangezien het waarschijnlijk nooit is voor gekomen, dat hier meer dan twee levende wezens bijeen waren, zal men het niet noo dig hebben geoordeeld met het effenen van den rotswand verder te gaan dan een be paalde hoogte. Wanneer wij dus op eikaars schouders gaan staan n den rotswand nog eens goed afzoeken „Je hebt volkomen gelijk, James! Ook ik ben er van overtuigd, dat wij op die ma nier een beginpunt moeten vinden om naar boven te klimmen. De vraag is slechts deze: hoe moeten wij dan verder komen? Wij kunnen geen hand voor de oogen zien en het gevaar ic zeker niet denkbeeldig, dat we een keer leelijk missfappen." „Tja!" antwoordde Cookerel. „We zullen tenslotte op ons goed gesternte moeten ver trouwen." ,Dat biedt helaas ook al bitter weinig houvast! Ik l.ad liever wat echte sterren om ons bij te lichten!" „Jij verlangt weer veel te veel, old chap. Vooruit nu maar! Het lijkt mij het beste, dat ik op den beganen grond blijf en dat Vischwa den top van de pyramide vormt Hij plaatste zich met zijn rug tegen den muur en vlocht zijn handen ineen. „Go on, Francis? Houd je taai!" Professor Floyd zette zijn voet op Coo kerel's handen en belandde na eenige acro batische evenwichtstoeren veilig en wel op de breede schouders van zijn vriend. Nu kwam Vischwa aan de beurt, maar zij was zoo licht en lenig, dat zij als een kat langs de beide mannen omhoog klau terde en in een paar minuten haar plaats op Floyd's schouders bereikte. Het eene eind van het touw, waarin een lus was ge knoopt, hing om haar hals. „Jammer, dat we niet door schijnwer pers belicht en door een enthousiaste me nigte gadegeslagen worden. Ik geloof, dat we ren geweldig succes zouden hebben. Op gepast, daar gaan we langzaam aan!" Ook Floyd bleek zijn gevoel voor humor nog niet te hebben verloren. „We kunnen daar later misschien nog een dikke boter ham mee verdienen. Dat lijkt me wat, Ja mes! De drie Cookerellers! Internationale Balance act!" „Nu geen grapjes meer!" wees Cookerel hem terecht. „Laat Vischwa vooral goed opletten en direct alarm slaan, als ze een geschikt punt gevonden meen te hebben Het heele succes van onze onderneming hangt tenslotte van haar oplettendheid af" Voetje voor voetje schoof Cookerel, die onder den dubbelen last hoorbaar hijgde, langs den voet van den rotswand. De hoogte van de levende zuil bedroeg ongeveer vijf meter en binnen dezen af stand geen spleet en geen vooruitsprin gend gedeelte aan de tastende handen. Het scheen echter, dat het noodlot zich tegen de drie dappere menschen had ge keerd. Reeds tweemaal had men. op Coo kerel's dringend verzoek, de pyramide moe ten afbreken om hem eenige rust te gun nen. Zijn stemming daalde met elke minuut. Zoo enthousiast hij zich aanvankelijk had getoond, zoo weinig vertrouwen had hij nu in het welslagen van de onderneming. „Zullen wij maar niet liever opgeven?" vroeg hij voor de zooveelste maal. „Die miserabele muur schijnt toch niet te be klimmen te zijn!" Floyd liet een krachtig protest hooren. „Opgeven? Wat denk je wel? We hebben op zijn hoogst pas een vierde deel van den muur onderzocht. Hoe kan je nu zoo gauw den moed verliezen?" Hij bedacht blijkbaar niet, dat Cookerel's positie heel wat minder plezierig was dan de zijne. Cookerel berustte met een zucht in zijn lot, maar zijn uithoudingsvermogen werd tenslotte teloond want nóg hadden ze de helft van de op zich genomen taak niet volbracht, toen eindelijk uit Vischwa's mond het zoo vurig verlangde „haltklonk „Ik geloof dat wij hebben gevonden, wat wij zoeken!" riep zij naar beneden en direct daarop onttrok zij haar voeten aan hun steunpunt. Floyd greep het touw. Hij voelde, hoe het tusschen zijn handen langzaam naar boven gleed. „Hallo, Vischwa, gaat het?" (Nadruk verboden). .(Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 5