^vangen genomen Russische soldaten - Metworst-feest in Limburg
Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
an bericht van
Hamilton
FEUILLETON
HET JAARLIJKSCHE METWORST-FESTIJN VAN DE JONGE SCHUTTERIJ TE
ARCEN BIJ VENUO. MET DEN „KONING" AAN DEN MAALTIJD IN HET
SCHUTTERSLOKAAL.
"JSSISCHE SOLDATEN, DEEL UITMAKENDE VAN HET GEDEELTE VAN DE V.STE
DIVISIE, DAT DOOR DE FINNEN GEVANGEN GENOMEN WERD, WORDEN
DOOR FINSCHE SOLDATEN NAAR EEN KAMP GEBRACHT.
1&5NGELSCHE LUCHTFOTO van de Duitsche vliegbasis Langenhagen. De beteekenis van de letters is: A: de
J'jJ-skwartieren, B: de speciale spoorlijn voor het vliegveld; C: het spoorwegstation; D: de hangars; E: motor-
2i»ortbaan voor den aanvoer van materialen; F: de oliesporen van de vliegtuigen, waar deze geregeld gepar-
keerd staan; G: het betonnen platform; H: de startbanen en I. juist startende vliegtuigen.
FRANSCHE SOLDATEN,
bezig met het heien van een ver
sperring tegen tanks.
IN DE DUITSCHE LEGERKLEEDINGMAGAZIJNEN.
Een groote machine, welke dient voor het lijmen van de
zolen onder de laarzen.
door
lil® HANS HIRTHAMMER.
ffe knal van een schot had de heer-
is?: stilte verbroken en werd door de
Mn weerkaatst.
Boyard sprong verschrikt overeind,
■en stelde haar gerust. „Het is niets!
3»; penschieter van een onzer mannen
3TM plotseling te zijn afgegaan, Ziet u
)7(i s gezicht bleef echter ernstig. „Wat
sii' u in dit geval onder een proppen-
sni vroeg zij. hem in gespannen ver-
gj g aankijkend.
72"? begreep haar niet direct. „Wel, een
ifj ouderwetsche karabijnen, waarmee
S ndoe'sach, nu begrijp ik de
nis van uw vraag! U hebt gelijk, het
;n geweerschot!"
o*1 was de harde, korte knal van een
olver. Ik zou u raden dat zaakje
"Ader te onderzoeken. Onze schare
:n beschikt weliswaar over alle mo-
moordinstrumenten, maar het lijkt
[11% wel wat vreemd, dat zich daarbij
i legerrevolver zou bevinden."
me direct op de hoogte gaan stel-
eloofde Been en reeds haastte hij
ar het groepje mannen, waarin het
/as gevallen.
indoe's stonden er ietwat beteuterd
bij. Blijkbaar was hun geweten niet zuiver.
Hij had de plaats, waar zij stonden, nog
niet bereikt, toen Ali Mohammed zich van
het groepje mannen afscheidde en hem
tegemoet ging.
„Niets van beteekenis, Sahib! U kunt wel
weer terug gaan. Een van de mannen was
bezig zijn geweer schoon te maken, toen
het wapen plotseling afging. Er is geluk
kig verder niets gebeurd. Ik heb den men-
schen ingeprent, dat zij voortaan wat voor
zichtiger moeten zijn Ik heb gezegd, dat
de schuldige gestraft zal worden!"
Been duwde den Mohammedaan, die hem
opzettelijk het uitzicht belemmerde, een
voudig opzij. „Ik wil dien man zelf een vér
hoor afnemen!" zei hij ongeduldig.
De Hindoe, die het incident veroorzaakt
had, was een nog jonge man van ongeveer
twintig jaar. Hij keek den vreemdeling met
iets van koppige verlegenheid aan. In zijn
rechterhand hield hij nog het wapen, dat
hij nu vergeefs trachtte te verbergen.
„Geef onmiddellijk dat wapen hier!" be
val Been.
De Hindoe gehoorzaamde schoorvoetend.
Reeds bij den eersten vluchtigen blik
ontdekte Been, dat het hier een En-
gelsch model revolver van het allernieuwste
type betrof Hij onderzocht het wapen
wat nauwkeuriger. Het was een Young
Bowery, een van die handige automatische
pistolen, waarmee de officieren van het
kolon le Britsche leger sinds kort waren
uitgerust. Behalve deze militairen, bezaten
slechts de piloten van de B.I.A. een derge
lijk wapen Been was vóór zijn vertrek door
ambtenaren van de H I-A. op een en ander
opmerkzaam gemaakt.
„Ho- kom je aan die revolver? Zeg on
middellijk de waarheid, of ik schiet je hier
op de plaats neer!"
De inlander beefde van angst en keek als
om hulp smeekend terzijde naar Ali Mo
hammed. Deze bleek weer direct een ant
woord bij dc hand te hebben.
„Hij heeft haar van onzen doorluchtigen
meester, den Maharadja gekregen."
„Zoo!" antwoordde Been, spottend. „Een
buitengewoon kostbaar geschenk! En kun
je me ook vertellen, waarmee je dat ver
diend hebt?"
Wederom wilde All den in het nauw ge
drevene te hulp komen, maar Been legde
hem met een woedenden blik het zwijgen
op.
De Hindoe, door zijn adviseur in den
steek gelaten, moest het antwoord schuldig
blijven. Een paar maal nam hij een aan
loop om wat te zeggen, maar tenslotte
scheen hij het toch verstandiger te vinden
te zwijgen, waardoor hij tenminste geen
gevaar liep een of andere onvergeeflijke
domheid te debiteeren.
Been liet de revolver in zijn zak glijden.
„Kom over een uur bij mij in de tent!" zei
hij tot Ali Mohammed en daarna keerde
hij naar Ellen Boyard terug.
Hij wil'de eerst met haar overleggen, al
vorens den Hindoe een verhoor af te nemen.
Zou hij nu maar meteen schoon schip ma
ken? Of was het verstandiger nog wat te
wachten?
In ieder geval zou hij dien Mohammedaan
eens flink onder handen nemen. Hij moest
er nu maar meteen van overtuigd raken,
dat zij hem volledig door hadden.
Maar het kwam niet tot dit verhoor.
17.
„Toen mijn bewustzijn terugkeerde", be
gon James Cookerel het relaas van zijn
wedervaren, „bevond ik mij tot mijn ver
bazing in een der merkwaardigste ruimten,
die ik ooit gezien heb. Het was een groot
donker gewelf met rotsachtige muren,
waarin door middel van ijzeren ringen een
aantal laaiende fakkels was geplaatst, die
slechts een zeer spaarzaam licht verspreid
den. In een halven cirkel om mij heen za
ten acht of tien mannen. Onder normale
omstandigheden zou deze enscèneering
misschien een ietwat lachwekkenden in
druk hebben gemaakt, maar ik kan je ver
zekeren, dat alleen al het touw om mijn
polsen verlammend op mijn lachspieren
werkte!"
„Waarom zouden ze ons eigenlijk ge
scheiden hebben?" viel Floyd hem in de
rede.
„Waarschijnlijk hielden zij mij voor het
meest waardevolle deel van hun buit. Het
was een college van mannen, die in een of
ander circus of een -wassenbeeldenspel
ongetwijfeld furore zouden hebben gemaakt
Met perkament beplakte geraamten waren
het, kaalhoofdige hongerlijders met somber
flikkerende oogen. Het eenige behoorlijke
aan hen was hun gebrekkige kleedij. die uit
een paar vuile, om de heupen gewonden
lappen bestond. Zoo zaten ze met gekruiste
beenen om mij heen en staarden mij onaf-
broken aan. Waarschijnlijk benijdden zij
mij in stilte om mijn welgedaan uiterlijk."
Uit het duister klonk Vischwa's melodi
euze stem. „Het waren de ouderen van
Siddhab. Uw lot, Sahib, lag in hun
handen."
„Daar heb ik geen oogenblik aan getwij
feld, want de geheele vertooning liet aan
duid'li.kheid niets te wenschen over Noch
tans was ik zoo beleefd om mij aan de hee-
ren voor te stellen, maar zij maakten geen
aanstalten om dat eveneens te doen. Onbe
schaafd gepeupel, dacht ik; voor geen cent
manieren! Eindelijk kwam er een overeind
om een soort toespraak te houden. Ik ver
stond de helft niet, want het dialect was
eenvoudig verschrikkelijk. Maar zooveel be
greep ik tenslotte toch wel, dat ze iets met
me voor hadden, wat me allerminst gelegen
kwam. Het was een der voorwaarden van
hun boetvaardig en alle aardsche geneug
ten van een verdorven wereld verachtend
leven, dat niemand van buiten den vrede
in Siddhab verstoorde, zoo min als ooit een
van hen naar het schrille, zondige licht der
menschelijke samenleving zou terug-
keeren."
„Een interessante parallel met de Lama
kloosters in Tibet!"
„Voor den wetenschappelijken kant van
deze onthulling had ik uiteraard op dat
oogenblik bitter weinig belangstelling, want
de heeren commissieleden lieten niet den
minsten twijfel bestaan omtrent het weinig
benijdenswaardige lot, dat mij wachtte. Al
leen over de wijze, waarop zij mij naar de
andere wereld zouden helpen, schenen zij
het nog niet geheel eens te zijn. Het debat,
dat zich daarover ontspon, begon mij ten
slotte te vervelen en om aan alle oneenig-
heid een einde te maken kwam ik met een
ander voorstel. Zij zouden mij een vrijen
aftocht garandeeren. waarbij ik mij dan
verplichtte aan mijn ontdekking geen
ruchtbaarheid te geven. Ik probeerde den
heeren aan het verstand te brengen, hoe
kortzichtig het was om mij te laten ver
dwijnen. Er zou natuurlijk naar mij gezocht
worden en tenslotte zou het dan slechts
eei kwestie van tijd zijn, dat aan hun idyl
lisch bestaan voor goed een einde zou wor
den gemaakt."
„En dacht je werkelijk in ernst, dat zij
daarop zouden ingaan?"
(Nadruk verboden).
.tWordt vervolgd).