STADSNIEUWS Eenheid door Democratie Het Interacademiaal Congres voor Theologische Studenten in Nederland LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Vrijdag 19 Januari Jaarvergadering Ver. „Oud-Leid Mr. A. M. Joekes, dr. F. C. Dominicus en dr. Garmt Stuiveling voeren het woord Het ledental heeft de 500 overschreden Heden te Leiden voortgezet Prof. dr. L. J. van Holk en prof. dr. F. W. A. Korff spreken Q Onder auspiciën van „Eenheid door De- deze vaderlandsliefde? In de eerste plaats mocratie" hebben gisteravond in den foyer der Stadsgehoorzaal de heeren mr. A. M. Joekes. dr. F. C. Dominicus en dr. Garmt Stuiveling voor een vrij talrijk gehoor het woord gevoerd. De voorzitter der plaatselijke afdeeling, de heer C. Lau sprak een kort welkomst woord. waarin hij zijn tevredenheid uit sprak over de goede opkomst en in. het bijzonder de leden van de Haagsche en Wassenaarsche afdeelingen begroette. Het jaar 1939 was een jaar vol ellende, maar ook vol humor, in dien zin dat wij gezien hebben, hoe de dingen op hun kop gezet zijn, zooals dat alleen onder dicta toriaal bewind mogelijk is De les, die wij daaruit te trekken heb ben, ls dat wij er naar moeten streven om te zijn één volk, dat strijdt voor zijn on afhankelijkheid. Rede van mr. Joekes. Vervolgens verleende spr. het woord aan den heer Joekes, die er op wees. dat het vóór ons liggende Jaar minstens even ern stig ls als het voorgaande. Ieder onzer ver keert onder den indruk van den strijd, welke momenteel door millioenenlegers ge voerd wordt, weliswaar niet in vollen om vang. maar toch zoo, dat er dagelijks tien tallen slachtoffers vallen. Onze gedachten gaan ongetwijfeld uit naar het kleine volk in het hooge Noorden, dat zich heldhaftig verweert tegen een ge weldige overmacht. Wij, zoowel als onze Zuiderburen en de Scandinavische volken stellen ons op het standpunt der strikte neutraliteit. Dat was het eenig Juiste standpunt, want wij vol doen niet aan de voorwaarden, welke nood zakelijk zijn voor rechtshandhaving, bij ge brek aan een instantie, die conflicten kan regelen langs den weg van redelijk over leg. Ook Finland was onzijdig, doch het kon in die houding niet volharden, omdat zijn grenzen werden geschonden. Nagenoeg de geheele wereld veroordeelt den Russischen aanval als onrechtmatig; ook ons land doet dit met uitzondering van de communisten die dezen aanval trachten goed te praten. Wanneer Nederland het lot van Finland zou ondergaan, zouden wij evenzeer ons grondgebied, met alle ons ter beschikking staande middelen verdedigen. Een derge lijke situatie zou groote offers van ons volk vragen, maar de waarden, waarom het gaat, zijn dat offer waard en spr. is er van overtuigd, dat ze zouden worden gebracht. Minder overtuigd is spr. ten aanzien van de bereidheid om zich reeds nu een krachts inspanning te getroosten ter wille van een gemeenschappelijk optreden ten gunste van de handhaving der geestelijke vrijheid binnen de eigen grenzen. Spr. behandelde de uiterlijke en inner lijke verschillen in de verhouding tusschen het staatsgezag en de personen in een democratischen en in een autoritairen staat. De democratie erkent de geestelijke vrijheid van elk individu om zijn geloof naar eigen overtuiging te belijden. De mensch heeft tegenover den staat zijn eigen rechten en plichten, zijn eigen verantwoordelijkheid. In een totalitairen staat daarentegen doet het gezag met de individuen, wat voor het staatgezag nuttig wordt geacht; elke vrije meeningsultlng is uitgesloten, omdat Iedere lndividueele werkzaamheid niet wordt getolereerd. Dit is, naar sprekers overtuiging een ver grijp tegen den levenden menschelljken geest. Een totalitair staatsbestel maakt een uit gebreid inwendig splonnage-apparaat nood zakelijk; het legt reeds vroeg beslag op de opgroeiende jeugd en elscht van haar, dat zij den staat stellen boven de intimiteit van het huiselijk leven. Dit laatste is wel een var! de ergste uitwassen van den to talitairen staatsvorm en druischt recht streeks en principieel in tegen de algemeen geldende Nederlandsche opvattingen, krachtens welke het gezin nog altijd den grondslag vormt van ons maatschappelijk leven. E.dX). wil middels deze vergaderingen het Nederlandsche volk wakker roepen en houden voor de groote waarde van geeste lijke vrijheid, welke alleen mogelijk is in den democratischen staatsvorm. Vervolgens was het woord aan dr. F. C. Dominicus, die sprak over: „Democratie en vaderlandsliefde". In den strijd tegen de Spaansche dicta tuur, aldus spr., stond Leiden aan de spits, zoodat zijn woord over vaderlandsliefde hier wel een goeden klankbodem moet vin den. De huidige toestand in de dictato riaal geregeerde landen doet denken aan het oude ïfcypte, waar de pharao be schouwd werd als de van God gezonden leider. Een absolute regeering eischt niet alleen gehoorzaamheid van haar onderdanen, doch zij vraagt zelfs, dat dezen haar toe juichen Uitvoerig stond spr. vervolgens stil bij tal van princlpieele verschillen tusschen de democratieën en autocratieën; in de laatste ontbreekt zelfs Iedere schijn van ideologie, de godsdienst is ondergeschikt aan den staat; het vaderland heet belang rijker dan de ziel; elk individueel geweten wordt gedood. De eerbied voor de mensche- lijke persoonlijkheid is verdrongen door het streven naar uiterlijke eenheid, waardoor een maatschappij vol huichelaars wordt gekweekt. De loop der geschiedenis heeft geleerd dat de democratie niet uitgebannen kan worden; haar aanhangers mogen in boeien zuchten, de waarheid blijft ongebonden. Er is evenwel iets gebroken in het men- sohelijk leven en daarom rust op ons allen de dure plicht de wereld terug te brengen tot de christelijke moraal. Dit streven is niet afhankelijk van een bepaalde geloofs- door het algemeen belang zóó te beharti gen als men het zijn persoonlijk belang zou doen en voorts door een practische toe passing van het hierboven genoemde ge bod „Hebt uw naaste lief als u zelf". Tot die naasten behoort ook de Joodsche volksgroep, die zich, zooals spr. nader be toogde, groote verdiensten Jegens de Ne derlandsche gemeenschap heeft verworven en vele prominente mannen en vrouwen heeft voortgebracht. Er zijn wel elementen in Nederland, al dus sprdie we gaarne tegen deze zoo genaamde „volksvreemde" elementen zou den willen ruilen, desnoods twee tegen één (hilariteit». Spr. critiseerde vervolgens de houding der N.S.B.-pers, welke de Finsche regeering het recht ontzegde om te handelen, zooals zij heeft gedaan, om daarna ten strijde te trekken tegen het communisme, dat in wezen een prachtig ideaal behelst In de Handelingen der Apostelen staat geschreven „En zij hadden alle goederen gemeen". Het verschil tusschen de Chris telijke communisten en de Russische is evenwel, dat de eersten zeggen „Al het mijne ls het uwe" en de laatsten „Al het uwe ls het mijne" (gelach). Spr. besloot met een recent voorbeeld van Finsche vaderlandsliefde en het cltee- ren van eenlge regels van het Zuld-Afri- kaansche volkslied. Na een korte pauze sprak dr. Garmt Stuiveling over Democratie in wereldverband. De huidige oorlog, aldus spr.. wordt al gemeen beschouwd als een strijd voor het behoud der democratie. De gewijzigde verhouding tusschen Dultschland en Rusland heeft velen terug gebracht van de beschouwing van Hitler als een soort cultuurverdediger tegen de ver nietigende macht van het bolsjewisme. On getwijfeld speelt de ideologie een groote rol, maar men moet niet vergeten, dat groote economische en politieke factoren evenzeer van geweldige beteekenls zijn. De vraag is evenwel of deze strijd de democratie in de democratische landen zal versterken en haar zal brengen in de dic tatoriaal geregeerde landen. Voor spr. ls democratie onbestaanbaar, wanneer In een land krachten aanwezig zijn, die welbewust het redelijke denken verwerpen. De in een democratie gekozen leiders hebben de uitgesproken taak deskundig te zijn, op welk gebied dan ook. De democratie werkt langzaam, maar in het openbaar; de dictatuur stelt de massa voor verrassingen, die in het geheim systematisch zijn voor bereid. De verovering van Tsjecho-Slowa- kije en Abessyniè zijn er de voorbeelden van. Op economisch gebied functionneeren de democratieën belangrijk beter dan de dictaturen. Eenheid door democratie sluit differen tiatie geenszins uit; Juist in die verschei denheid schuilt de groote levenwekkende kracht. Als voorbeeld van verkeerde een heid noemde spr. de huidige Duitsche lit teratuur. waarvan de lezing een straf in houdt. Er is geen ander geluk dan dat van de Individuen; men kan geen volk gelukkig maken en tegelijk de individuen ongeluk kig. Op het oogenblik, dat men een tota litairen staatsvorm in het leven roept, be last men één enkel individu met de macht over leven en dood van millioenen indivi duen en ontheft hem tegelijkertijd van de zedelijke wetten, waaraan elk mensch on dergeschikt ls. Dit gaat onvermijdelijk gepaard met een geestelijke verwording; het leidt tot ver heerlijking van één mensch, van het ge weld en van het uniform. Spr. ls er van overtuigd, dat bijna alle Nederlanders van bewondering vervuld zijn voor de houding van het Finsche volk, ook in militair opzicht. Maar men meene niet, dat de democratie het beste verdedigd wordt aan de militaire fronten met de wapens in de hand; het beste verdedigings middel van de democratie ls de argumen teering. De democratie berust op overleg; zij heeft den duren plicht om reeds nu over de grenzen heen te bouwen aan de wereld der toekomst, als eens de vrede zal zijn geko men. Verzuimt zij dat. dan zal het gaan als in 1918: de oorlog is gewonnen, maar de vrede ls verloren gegaan (applaus». De heer Lau sloot met een opwekking om mede te werken aan den uitbouw van Eenheid door democratie. Prof. dr. H. Kraemer, die gisteravond op het Interacademiaal Congres van Theolo gische Studenten in Nederland, dat giste ren en vandaag in de Leidsche Universiteit werd gehouden, zou spreken over „Phaeno- menologie" was door ziekte verhinderd hieraan gevolg te geven. In de plaats hiervan werd nu een praat avond gehouden, waarop vele vragen, op de theologische wetenschap betrekking heb bend. werden besproken en toegelicht Op dezen avond waren enkele professoren aan wezig. die ook hun zienswijze op enkele vraagstukken gaven. De tweede congresdag. Hedenochtend werd het congres voort gezet Prof. dr. L. J. van Holk. die eveneens over het thema „Openbaring" sprak, be handelde daarbij de godsdienstwijsbegeerte. Bij de ontvouwing van dit onderwerp stond spr achtereenvolgens bij de vol gende stellingen stil: De taak der godsdienstwijsbegeerte is, de haar door andere takken van theologische wetenschap aangereikte gegevens te toet sen a. op hun samenhang met zielkunde, maatschappijleer en cultuur van een be paalden tijd; b. op hun kentheoretische geldigheid; c. op hun metaphysische strekking: en dit naar den maatstaf der algemeene wetenschappelijke en wijsbegeerlge dlscus- sle. Openbaring wordt gedefinieerd als zelf- mededeellng van God aan menschen, om hun door de richtige godskennis den rich- tlgen godsdienst mogelijk te maken. Primair duidt het woord openbaring deze mededeeling zelve aan. Daaruit ontwikkelt zich de beteekenls: bericht of verkondiging dezer mededeeling; dan: de oorkonde, die deze mededeeling bewaart. Nog later, on der invloed van theologisch nadenken, wordt openbaring een waardeeringsoordeel voor religieuze waarheid. Dit geldt In het bijzonder, wanneer de drager eener open baring zélf als openbaring wordt opgevat. De zielkundige vooronderstelling voor openbaring is een vermogen om de mede deeling Gods als zoodanig te herkennen (dlvlnatlei. Eerst door nadenken, betwijfe ling en bevestiging ontwikkelt zich de dlvl- natie tot gelooven. De sociologische encultureele vooronder stelling voor openbaring is het verschil van niveau tusschen meerderheid en leiders- élite Daar dit verschil wisselt met de his torische situatie is geen openbaring defini tief en volledig; maar wordt zij aangevuld, uitgelegd, hervormd. Aan de spanning tusschen godsdienstig of geloofsoordeel en wijsgeerig (resp. we tenschappelijk) kennisoordeel ontspringt de hang tot een noodzaak van kentheore tische toetsing, verdient de openbaring ge loof? De godsdienstwijsbegeerte kan deze vraag niet uitsluitend van dogmatische ge- richting: het is juist de taak aller streven zlchtspunten uit beantwoorden, en mag te overkoepelen door het hoogste gebod „Hebt uw naaste lief als u zelf". Spr. gaf vervolgens een definitie van het begrip „vaderlandsliefde", dien mystieken haar niet uitsluitend van rationalistisch gezichtspunt uit beantwoorden, doch moet naar een religieus-filosofische correlativi- teit oardeelen. wat nader bepaald kan wor- band tusschen volk en land. Hoe uit zich den als: a. criterium van wereldkennis; b. criterium van zedelijke verhevenheid; c. criterium van hellsnoodwendlgheld (lou tere Godsgemeenschap». Daarachter moet de vraag rijzen naar de metaphysische draagkracht van den gods dienst; simpel gezegd: de vraag of God is? Deze vraag valt uiteen In de vragen naar het goed recht der theologische wereldbe schouwing, der verhouding van causaliteit en spontaniteit, der draagkracht van ana logie. anticipatie en postulaat; naar de correlativiteit tenslotte van Natuur en Geest (of kort samengevat: heeft het personalis tisch theïsme recht van spreken?). De antwoorden op deze vragen zijn door de godsdienstwijsbegeerte slechts bij bena dering en in wisselwerking met gegeven openbaring en tijdgeest te geven. De daar in besloten onzekerheid, onvoltooibaarheld, kritische behoedzaamheid vormen de ze genrijke lastpostige aanvulling op de dog matische stelligheid, uitdrukking van de noodzakelijke onaangemetenheld van alle eindig oordeel t.o.v het Oneindige Wezen: en dus de methodische erkenning van de beperktheid van alle theologische begrips vorming waardoor de weg der waarheid open wordt gehouden. Een aangename discussie volgde op dit referaat. Dogmatisch spreken. Prof. dr. F. W. A. Korff, de laatste spre ker op dit congres, behandelde hedenmid dag .Dogmatisch spreken over openba ring". Na een korte inleiding ontwikkelde spr. achtereenvolgens de volgende stellingen: Dogmatisch spreken over openbaring be- teekent niet: spreken in een willekeurige beperking, maar: spreken in gebondenheid aan de openbaring zelve. Wat openbaring ls, kan alleen openbaring ons leeren. De openbaring Gods is ons geschonken in Jezus Christus. Deze openbaring bestaat niet in een mededeeling van waarheden, maar in het komen Gods. Dit komen Gods, verticaal, heeft tevens een horizontaal verloop, een geschiedenis (Oud-Testament, geschiedenis van Chris tus). Het historische wordt in de openbaring tot uitdrukking van Gods wil en wezen. Deze betrekkelijke aanschouwelijkheid der openbaring heft de princpleele verborgen heid Gods niet op. Om de historische openbaring als open baring te kennen, ls noodlg een innerlijke openbaring van den Heiligen Geest. Deze heeft een begeleidend en toepassend ka rakter. De openbaring heeft ten doel de vesti ging van Gods Koninklijke heerschappij in deze wereld en daarmede de redding van wereld en menschen. Het oorspronkelijk getuigenis aangaande de historische openbaring is vervat in de Heilige Schrift, die in zooverre zelve ook tot de openbaring behoort. Op dit getuige nis der Heilige Schrift en het getuigenis des Heiligen Geestes berust het getuigenis der Christelijke Kerk. De openbaring in Chiistus en door den Heiligen Geest onderstelt een daaraan voorafgaande „algemeene" openbaring van voorbereidenden aard. Deze gedachte van een algemeene openbaring moet wél onder scheiden worden eenerzijds van de erken ning eener natuurlijke theologie, ander zijds van een waardeering der niet-Chris- telljke religieus als geopenbaarde religies. De openbaring als geheel draagt aldus een trinitarisch karakter. Nadat ook over dit referaat nog van ge dachten was gewisseld, werd het congres gesloten. Voordracht van dr. J. H. Kernkamp. Gisteren hield in de bovenzaal der socië teit „Amlcltia" de Ver. „Oud-Lelden" haar jaarlljksche algemeene vergadering. De voorzitter prof. dr. H. A. Idema sprak een welkomstwoord in het bijzonder tot het eerelld prof. dr. L. Knappert en tot mevr. Kernkamp-van Ameyden van Duym, die we gens ongesteldheid haar man verving. Daarna was de bestuursverkiezing aan de orde, welke tot resultaat had, dat op voor stel van prof. Knappert alle aftredende be stuursleden bij acclamatie werden her kozen. Jaarverslag van den secretaris. Aan het zeer uitvoerige daarverslag van den volijverlgen secretaris, den heer A. Bleker Caarten is het volgende ontleend: Hoewel het Jaar 1939 in vele opzichten voor de Vereenlging gunstig ls geweest, hebben niettemin de tijdsomstandigheden op haar werkzaamheden een bijzonderen stempel gedrukt, die zich vermoedelijk ook in de toekomst zal doen gelden. Vooral ten aanzien van de pogingen tot het doen her leven van oude schoonheid in de stad, een strijd sinds eenlge Jaren met welslagen in gezet, dient de vraag te worden gesteld wat de toekomst brengen zal. Ondanks den zorgvollen tijd heeft het bestuur gemeend zooveel mogelijk op de gebruikelijke wijze te moeten voortgaan met het opwekken van de belangstelling voor de geschiedenis en de oude monumen ten van onze stad en haar omgeving en aan die belangstelling heeft het gelukkig geenszins ontbroken; zeer groot was de deelneming aan de gemaakte uitstapjes, groot eveneens het aantal belangstellen den bij de gehouden voordrachten. De in het vorig jaar uitgesproken wensch, dat het ledental op 1 Januari 1940 500 zou heb ben bereikt, ging in vervulling; op vermeld tijdstip stonden nJ. 525 leden ingeschre ven. Het verslag maakt vervolgens uitvoe rig melding van de gehouden voordrachten en excursies en geeft een opsomming van de op onderscheiden gebied ontplooide ac tiviteit. Wij doen sleohts hier en daar een greep: Tot stand kwam op gezamenlijke kosten van het R.-K. Schoolbestuur en „Oud-Lel den" de restauratie van het familiewapen van Leyden van Leeuwen boven het bordes van het schoolgebouw Rapenburg 48, een der mooiste huizen van deze gracht. Met behulp van de Vereeniging kwam voorts tot stand het schoonmaken en op nieuw beschilderen van het merkwaardige „bovenlicht" „De Hollandsche Boerin" van den boter- en kaashandel Haarlemmer straat 58. De Vereenlging deed verder een drietal „kinderkopjes" en verschillende strekken van Bentheimer zandsteen, die tijdens het herstellen van den gevel van het woonhuis Nieuwe Rijn 110 uit den gevel waren ge nomen, ontdoen van de verflaag. Op verzoek van de vereeniging deed de gemeente vernieuwen den zeer ouden en merkwaardigen gedenksteen van het Ont zet van Lelden, aangebracht in de Sint Je- roensbrug (in het Rapenburg over de Vliet), alsmede den daarnevens aange- brachten raadselaohtigen gedenksteen, welke steenen zoo zeer vergaan waren, dat helaas herstel niet goed mogelijk was De opgewekte toon in het vereenlgings- verslag over 1937 ten aanzien van het toen verwachte herstel van molen „de Valk" kan helaas niet worden herhaald. De Ver eeniging, die, zooals bekend, f. 1000 in de kosten van het herstel aan de gemeente toezegde, heeft hierover sinds langen tijd niets meer vernomen. Het herstel van het aloude Gravensteen blijft eveneens noodzakelijk. Het stemt tot blijdschap, dat de regeering op de begroo ting voor 1940 een post heeft uitgetrokken als bijdrage in de kosten van herstel, waarmede deze aangelegenheid in een ac tueel stadium is gekomen. Ook dit jaar heeft de Commissie inzake herstel van Gravensteen op verzoek van het gemeente bestuur verschillende vraagstukken tot op lossing gebracht; met de oplossing van en kele vraagstukken is zij nog bezig. Ten behoeve van een door de 3 October- Vereeniging onder de Leidsche schooljeugd uitgeschreven gevelsteenwedstrijd stelde „Oud-Leiden" op verzoek eenige prijzen beschikbaar; voorts verleende de Vereenl ging een bijdrage voor een in de Pieters kerk aan te brengen gebrandschilderd raam, ter herinnering aan Philips van Mar- nix van 8t Aldegonde. Ook In de omgeving van Leiden heeft het arbeidsveld der Vereeniging zich uit gestrekt, al hoewel het moeilijk is aldaar het streven der Vereeniging ingang te doen vinden. De plattelandsbevolking is zich veelal niet bewust van de waarde van het oude karakter harer dorpen en het eigen karakter van het landschap van deze streek met zijn forsche boerderijen met inrljhek- ken en ophaalbruggen met opschriften, met molens, bruggen en slingerende dijken poelen en plassen en hier en daar kleine resten van duinen en andere natuurgron den. Helaas, hoe vaak nog wordt hier veelal onbewust met vernietigende hand ingegrepen Het verslag besluit met den wensch, dat in de toekomst de onmisbare medewerking aan de Vereeniging „Oud-Leiden" niet zal worden onthouden. Moge in komende tijden, die ongetwij feld moeilijk zullen zijn, het onze stad goed gaan, mogen bewaarheid worden de in het afgeloopen Jaar weder in gouden letters aan den Stadhuisgevel aangebrachte woorden Bewaert Heer En Salieht Hollandt Leyden Het met lichtbeelden toegelichte ver slag werd onder applaus en dank aan den steller voor zijn uitnemend verslag en de in het afgeloopen jaar wederom betoonde activiteit, goedgekeurd. De penningmeester, de heer E W. Wicker's Rollandet deelde mede, dat de ontvangsten f. 1867 hebben bedragen, terwijl de uitgaven daar iets beneden bleven, zoo dat er een klein batig saldo ls. Het verslag werd overeenkomstig het. schriftelijk advies van de h», Flllppo WFzn. en mr. R. a. ui eens onder dankzegging goedig penningmeester gedechargeert voortreffelijk gevoerd beheer. Voordracht Dr. J. gj ij Na afloop der vergadering j, Kernkamp uit Den Haag eenXI met lichtbeelden houden over IB theek van den koopman Dtr, Meulen onder den hamer. ii^Ee 1801)". Daar de spreker door c've verhinderd was, werd zijn voor?" gelezen door zijn echtgenoote, re! L. Kernkamp van Ameyden vi50' Spr. wees er op, dat de boebSf in ons land een zekere reputi"® verworven en de boeken-auc:yj, begin af in goede handen wa>. den meestal plaats in acadew, 0 werden georganiseerd door do'*1 assortimentshandelaren die v.iat» verkochten. Waar het vermaacpi ken betrof, droegen de verkoop-*- een ruime verspreiding van in binnen- en buitenland. Ongeveer drie en een halplw deze auotiën nu al in ons larirti Behoorden de verkoopingen m zetels der toenmalige geleerdtc, spande in dit opzicht als eerrt- stad toch de kroon. Lodewljkl der vroegste houders van boé>0 welke pas veel later in Frankrümi land navolging vonden, droeg ti- al het zijne bij, volgens Willen.'-, hetgeen deze Elsevierkenner h rigeerde door een verkooplng der Does) vast te stellen, sinist kens nieuwe door spr. aangettM valische gegevens. De uitgebreide bibliotheek, T wijk Elsevier in 1601 in zijn toë™ feld nieuwe functie van auctljp handelen kreeg, was van bijzad» daar de eigenaar dit keer nietig, leerden, doch onder de koopb gezocht worden. Daniel van; had zich nJ. in het bezit mot van een kostbare schilderijen# van een boekenschat, die hefcj van internationale allure en h maat, mede tot minnaar var. O wetenschappen stempelde. Typjn sancist als hij was, bewoog ?n het grootste gemak in den Leitfei denkring, welke meerendeels t® bestond, die hij aan zich very'* tallooze diensten, waartoe veelzijdige handelsrelaties dtf' persoon was. Spr. deelt verschillende b; mede uit het testament van Es?1 Meulen die op 45-)arlgnnl 1800 te Leiden overleed to® bepaling Inzake de blbliotheeii? men. Nu deze grootendeels 1:*? komen, werd een catalogus t door Chrlstoffel Heller dliï maakte als Remonstrantschs Rotterdam en men vond n li dien catalogus bij Plantijn t»» ken. Naar aanleiding van fes ging spr. uitvoerig na de gernl de eind-zestlende-eeuwsche L»»n kers, uitgevers en boekhand»!» nauw contact met de academbk staan, daarbij tal van intereson derheden vermeldende. Met ut dewijk Elsevier, geboren te i streeks 1540, die op ongeveer» gen leeftijd in dienst kwam vn Plantijn, eenige Jaren later si de Universiteit werd benoemd» nen aan het binnenhof van k»v teitsgebouw. Van curatoren tog gunning bij de Universiteit tr-cl ken" te mogen houden. Doo: <u ijver en volharding wist Lode»e» zich spoedig op te werken. Hi'w ken op, waar hem dit mogelijk' meerderde zijn boekenkennis landsche reizen te maken en» en Fransche missen te bezoekr1 jaren gaf hij ook meer en mee en zooals reeds gezegd der eerste houders van boeken 'hij waarschijnlijk in 1601 Ixfl bibliotheek van Daniel vani onder den hamer kwam. Lodewijk Elsevier zegt sp: van begin af met de verkoopnfc bibliotheek belast geweest. Eg over een eigen drukkerij besd hij den druk van een catalo»- een ander overlaten. Dit voor» dende, is de veronderstelling M te gewaagd, dat ook de auctie k SL. Aldegonde in handen van Ui sevier ls geweest, ofschoon GD talogus heeft uitgegeven. Tegen het einde van het ju® scheen de „Catalogus LibroncJ cae Clarissimi Doctissimique »"-'J moriae D. Danielis Van *1 waarvan een exemplaar in htl! Leiden is bewaard gebleven. 3J exemplaar is later voor den te Utrecht bij de inventaris»*-'! familie-archief Van der MeukJ Jhr. E. C. van der Meulen te I Rijksarchief in bewaring is s wil het gelukkige toeval, dat sche catalogus, waarvan de tek* beschadigd, de kostbare gege» tieprijzen bevat, die het Pj exemplaar mist. Het behoeft -,i: betoog, dat de twee boekjes deze wijze prachtig aanvullen Spr. weidt in den breeds o-n catalogus en over de auctie «i 1601 in het huis van de weduin la Faille te Leiden plaats r merkwaardige bedragen vermes de koopers voor de werken afKü» steedden. De som, die de uit o«t nummers bestaande blbliothëh geheel ten slotte opbracht, W"1! nabij 2800 gulden 1 Zonder twijfel aldus bedw° kamp zijn voordracht behoord theek van den koopman W'? Meulen, die zeker niet nk'fj werd samengesteld dan de boen; gen van zijn geleerdste tijdgene-^ meest waardevolle bronnen sc.hiedenis van den NederlM®jj handel, waarvan de bestudeenj-l de moeite ruimschoots vergow» J lectueele leven, beheerscht geest, leeren we er uit kennen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 10