j De mislukte ijs-Zondag - Trambotsing te Broek in Waterland Jaargang lEIDSCH DAGBLADTweede Blad Teen bericht van Hamilton FEUILLETON door HANS HIRTHAMMER. c eleidelijk kreeg Floyd eenige routine zich in het donker voort te bewegen, liep nu wat vlugger en bemerkte, dat grond langzaam begon te stijgen, aar weer dat spookachtige, onver- irbare licht. Ditmaal was de professor van overtuigd, dat hij zich niet vergist hebben. .et _was een zeer zwak, phosphorescee- d lichten van den bodem, een blauw ijnsel. dat slechts eenige seconden uit grond straalde en dan weer uitdoofde loyd, die zijn afgrijzen nu nauwelijks ir vermocht te onderdrukken, haastte i verder en eindelijk bereikte hij een Irecht omhoog rijzenden muur, welke glad was, dat zelfs aan een poging om ■egen op te klimmen niet behoefde te den gedacht. ij was echter vastbesloten zijn gevan- is mlnitieus te onderzoeken en derhalve te hij den muur zorgvuldig af. in de p iets bijzonders te zullen ontdekken, althans een aanknoopingspunt zou nen vormen. [aar hij ontdekte niets. De muur, welke zich schijnbaar over een grooten afstand uitstrekte, bleek overal even glad te zijn en vertoonde geen enkel in- of vooruit springend gedeelte. Maar ergens moest zich toch een deur of een andere opening bevinden, waar door hij hier binnen was gebracht en als hij zijn onderzoek voortzette, moest hij daar toch op stuiten! Op hetzelfde oogenblik. waarin hem dit door het hoofd ging, struikelde Floyd over een of andere hindernis en viel languit op den grond. Met een onderdrukten vloek krabbelde hij half overeind om te onderzoeken, wat hem daar ten val had gebracht. Hij boog zich voorover, stak zijn hand uit en trok haar vol ontzetting weer terug. Zijn hart scheen een oogenblik stil te staan het klamme zweet brak hem aan alle kan ten uit en het duurde een poosje voor hij zich volkomen bewust was, dat hij over een dood menschelijk lichaam was ge struikeld. In zijn hevige ontsteltenis wilde hij weg rennen, maar tenslotte was hij genoeg man van de wetenschap om juist onder omstan digheden als deze zijn koelbloedigheid te kunnen bewaren. Hij mocht de hoop op zijn bevrijding niet opgeven en dan kwam het er wel in de eerste plaats op aan alle ge heimen van zijn gevangenschap te ontraad selen. Hij knielde voor het lijk neer en begon het zorgvuldig te onderzoeken. Het was een vrouw, die reeds lang tot mummie was verdroogd. Hoe lang zou zij hier al wel gelegen heb ben? stellig al tientallen jaren, zoo al geen eeuwen! Floyd tastte in totaal vergane stofresten. die onder zijn aanraking uiteen vielen. Het lichaam lag in zijn volle lengte uit gestrekt, de armen over de borst gekruist; een bewijs, dat men het hier zijn laatste rustplaats had gegeven. Een prettige ontdekking! dacht Floyd grimmig, toen hij eindelijk zijn weg ver volgde. Ik schijn hier in een soort familie graf verzeild te zijn geraakt. Zijn vermoeden scheen in het volgend half uur door de feiten te zullen worden be vestigd. Reeds vrij spoedig stiet hij opnieuw op een dood lichaam. Wederom was het een, vrouw, maar ditmaal leunde de doode in gehurkte houding tegen den muur. De bee- nen waren opgetrokken, het hoofd rustte voorover op de knieën. Deze tweede vrouw scheen echter nog niet zoo heel lang geleden gestorven te zijn, want haar huid was nog strak en het li chaam was bedekt door een wolachtig weef sel, dat nog niet aan den tand des tijds ten offer was gevallen. Voor zoover Floyd dat bij de heerschende duisternis kon vaststellen, moest dit nog een heel jong meisje zijn, slank en smal, dat, nauwelijks volwassen door den dood was weggerukt. En zoo" ging het voort. De voortdurende herhaling stompte Floyd dusdanig af, dat hij nauwelijks meer iets van ontroering of afgrijzen voelde, wanneer hij weer een lijk in zittende of liggende houding ontdekte. De juiste beteekenis van zijn vondsten begon eerst tot hem door te dringen, toen hij tot zijn groote verbazing op een groep van twee vrouwen stiet die met de armen om elkaar heen geslagen, tegen den muur leunden. Francis Floyd boog zich ontroerd over de doode lichamen. Hij kon het niet over zijn hart verkrijgen deze innige omarming te verstoren. De oudste der beide vrouwen had de jongste half bij zich op schoot getrok ken en hield met beide armen het tengere lichaam tegen zich aan gedrukt. Het hoofd van het meisje rustte op haar borst. Professor Floyd streelde het haar van de doode vrouwen en wendde zich daarna af, diep ontroerd over het tafereel, dat de waar heid in haar vollen omvang plotseling voor hem onthulde. Niet de dooden bracht men hier in dit lugubere hol, maar de levenden. Floyd herinnerde zich wel eens iets van halfwilde bergstammen te hebben gelezen, van religieuze sekten, die geen vrouw in hun samenleving dulden. Zij dienden slechts om te voorkomen, dat de stam zou uitster ven; hadden zij te dien opzichte haar taak vervuld, of bleven zij kinderloos, dan wer den zij uitgestooten en aan een ellendigen dood prijs gegeven. Een dergelijke sekte moest ook hier de hand in het spel hebben. Men wierp de vrouwen eenvoudig in dit onderaardsche hoi en liet ze van honger en waanzin om komen. Floyd wischte zich het zweet van het voorhoofd. Welk een tragediën zouden zich reeds in de duisternis van dit sinistere .ver blijf hebben afgespeeld! Menschen, levende gezonde menschen werden hier eenvoudig aan hun lot over gelaten. Men liet hen verhongeren en ver dorsten. tot de dood zich over hen ont fermde. En datzelfde lot hadden die schurken dus ook hem toegedacht. Waarachtig, zij had den het niet doortrapter kunnen bedenken! Floyd balde zijn vuisten. Hij hield zich zelf voor, dat het noodlot zelf hem hier heen had gebracht om aan dezen barbaar- schen waanzin een einde te maken. Met dit doel voor oogen zette hij zijn tocht voort, evenals voorheen eiken vier kanten meter van den muur afzoekend. Ergens moest tenslotte een toegang zijn. Edoch, zijn pogingen bleven vruchteloos. Nergens was ook maar de geringste onre gelmatigheid, welke op de aanwezigheid van een deur had kunnen wijzen, te ont dekken. En wederom beroerde zijn tastende hand een menschelijk lichaam, een glad gezicht Dan trok hij haar huiverend terug. Zijn hart begon zoo heftig te bonzen, dat zijn keel er door scheen te worden dicht geknepen. Langzaam en aarzelend tastte zijn hand opnieuw naar de gestalte, die in zittende houding tegen den muur leunde. Nog eenmaal beroerde hij het smalle, als fluweel aanvoelende gezicht, liet hij zijn vingers over de wangen naar den mond glij den en daarbij constateerde hij tot zijn groote vreugde, dat hij zich niet vergist had. Onder de teere huid klopte het leven, het lichaam straalde warmte uit en aan de half geopende lippen ontvlood adem. Het meisje leefde 13. Toen Ellen Boyard aan de zijde van dr. Been de prachtige van goud en marmer .fonkelende ontvangzaal betrad, werd haar blik onweerstaanbaar getrokken door de figuur van den Maharadja, die aaji het einde van de zaal, op een door vele gestikte kussens bedekten stoel troonend, zijn gas ten verwachtte. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). ONDANKS DE SLECHTE WEERSOMSTANDIGHEDEN, startten de deelnemers aan den Zaanschen molen- en meren- tocht. Een groep passeert in den mist den houtzaagmalen „De Schoolmeester". E BROEK IN WATERLAND BOTSTEN TWEE TRAMS VAN DE N.Z.H.T.M. EGEN ELKAAR. Een der motorwagens werd vrij ernstig beschadigd. Ge lukkig kwamen de inzittenden er allen vrij goed af. ENGELSCHE HULP VOOR FINLAND. Leden van den vrijwilligen hulp dienst helpen bij het inpakken van goederen, door het Britsche Roode Kruis bijeengebracht voor Finland. HET REUSACHTIGE STANDBEELD VAN GEORGE WASHINGTON op de nu tijdelijk gesloten Wereldtentoon stelling te New York is omgeven met een stalen steigerwerk, om 't verrichten van herstellingen te vergemakkelijken. DE NIEUWE WERELDRECORDHOUDSTER ALIE STIJL (links) ver beterde Zaterdag in het Sportfond-senbad te Amsterdam het Nederlandsch record 100 meter schoolslag. Zij klopte hierbij Jopie Waalberg (rechts). Na den strijd. DE MISLUKTE IJS-ZONDAG. DE WEG NAAR MARKEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 5