neke en Dieneke op het ijs Zaterdag 13 Januari 1940 No. 45 1? tie Jaargang liet vallen en opstaan leert Dieneke schaatsen Veen morgen staat Ineke in het erkertje '^planten te begieten dat mag ze tegen- >rdig altijd zelf doen van Moeder! ze een hard getik hoort tegen de ruit 'ff\ de overkant. Heneke staat daar in haar warm flanel- ochtendjasje en zwaait wild met haar :'aen om de aandacht van haar vriendin r trekken. jri^at heeft ze daar in haar hand? }J. Ineke ziet het al: het is een thermo- s'.fber, die gebruikt wordt om te kijken of omensen koorts hebben. Dieneke wijst op P thermometer en begint dan te dansen te springen voor het raam, zodat haar 0,eder komt en haar vlug het glazen in- }pamentje afneemt. ^tMoes, Dieneke heeft koorts!" roept Ineke erir binnen. „Ze heeft het me zelf gewezen ert de terremeter". laTher-mo-meter," zegt Moes. ,.En Die- ;:e zal zeker wel geen koorts hebben, want S mocht ze haar bedje niet uit!" Jee. dat is waar! Ineke peinst er over, t haar vriendin dan wel bedoeld heeft. 2 tax ze behoeft niet lang te peinzen, want rder komt beneden en zegt: „Het vriest ^lik. hoor! De thermometer bij den drogist ■''■tes vier graden onder nul. Ik kon het •n met de kijker uit het raam." r„0!" roept Ineke, „wat enig! Dan mogen dus op het ijs!" ..Niet zo haastig, juffertje! We zullen j.-rst op inspectie uitgaan om te zien of het )i vertrouwd is," vindt Vader. En zo ge- Würt het ook. ALs Ineke en Dieneke om vaalf uur uit school komen, staat Vader m al op te wachten. D.Ha, Vader!" roept Ineke. 5 ..Ik dacht, we moesten eens even gaan ijken naar de vijver in het park. of daar al preden kan worden!" 0„Mag ik ook mee?" vraagt Dieneke. 5 l„Ja, jij ook. Ik heb het al aan je Moeder :vraagd." Dieneke danst en springt alweer van het ie been op het andere van louter pret! Zc kt wel een ondeusende kabouter met haar auwe trainingsbroek, dik rood jasje en ►de muts met een witte pluim, waar haar varte krullen guitig onder uit kijken. Zij miet nog meer dan een ander kind van -è gedachte, dat ze straks misschien op het s zal staan. Want dat zou dan voor het _jrst van haar leven zijn: in Indië is im- "lers geen ijs! Nu gaan ze vlug met z'n drietjes het ark in. Al bij de ingang horen ze gekras an schaatsen op het ijs en gejoel van inderen. Wat ligt de vijver daar prachtig issen de hoge dennebomen! Ja hoor. het jjs is vast wel vertrouwd, want er rijden pker wel honderd mensen en kinderen op. ommige kleuters zwieren al heel aardig, ndere schuiven en krabbelen maar zo'n jeetje of duwen een stoeltje of slee voor -'ch uit. Ook valt er natuurlijk zo nu en an eens eentje op z'n neus, maar dat I indert niet! Hij krabbelt weer overeind i zet ztfn tocht voort. ..O. Vader. Vader!" jubelt Ineke.^Ze hangt m haar Vader's arm en springt op en eer van ongeduld. tl.Ha. Ja, vanmiddag zal het wel gaan. ebben jullie vrU van school?" „Natuurlijk, Vader, het is toch immers Woensdag!" „O, gunst ja! Wil je wel geloven, dat ik daar helemaal nog niet aan gedacht had?" „Ik dacht er vanmorgen in bed al aan," zei Dieneke. Daarom ging ik met de ther mometer voor het raam staan om Ineke te wijzen, dat er ijs was." ..Mag jij ook mee gaan rijden, vanmid dag?" „O ja, ik mag wel," zegt Dieneke, „maar ik heb geen schaatsen. Dat is jammer." Ineke moet er eens rustig over peinzen, maar dan zegt ze: ..Ik weet wat: jij neemt je sleetje mee en ik mijn schaatsen. Dan rijden we om beurten. Eerst rij ik en jij zit in de slee en dan ga ik in de slee zitten en jij duwt mij." „Ja maar, ik kan immers niet rijden," zegt Dieneke. Ik kom toch immers uit In dië!" „Nu, dan leer je het maar," vindt haar vriendin. En Vader is het hiermee eens. Ineke heeft ook rijden moeten leren het vorige jaar. En toen heeft ze een paar keu rige schaatsjes gekregen van Grootmoeder! Dieneke vindt het erg moeilijk om te wachten tot Moeder met de boterham klaar is. Het liefst was ze direct met haar slee naar het park gestapt. Maar als de koffiemaaltijd eindelijk is afgelopen, pakt haar Mammie haar extra warm in met een dikke wit met rode das en dan gaan ze samen op pad met de slee tussen zich in. Die kan nu niet glijden, omdat er geen sneeuw ligt. En juist komt Ineke met haar Moeder het hekje uit. De fonkelnieuwe schaatsen kletteren aan haar arm. .Wacht even1" roept Dieneke's Mammie. i9AfiA ap fiq mttbS .tppiu uio itïuooa maar Ineke's Moeder zegt: ..Och, laat ze maar, ze kunnpn geen kwaad." En als de Moeders bij de vijver komen. staat Dieneke zowaar al op de schaatsjes. Ineke kan haast niet langer wachten: ze moest zien, hoe haar vriendin het rijden er af bracht! Kijk, wat een mal gezioht, die kleine kabouter met haar schaatsjes op de walle- kant! Met een heel benauwd gezicht tuurt ze naar de witbekraste ijsvlakte en vraagt: ,Kun jekun je er heus niet opeens doorzakken? En..als het nu eens begint te dooien en het ijs smelt? Wat dan?" „Onzin," zegt Ineke. „Kom maar mee." Ze geeft Dieneke een hand en nu hebben ze al gauw de vijver bereikt. En kijk, daar staat Dieneke op schaatsen! Ze roept: „O, o, wat glad!" en houdt zich stijf aan Ineke's man tel vast. „Wacht," zegt Ineke en ze wil haar vrien din flink om de schouders pakken om haar te helpen. Maar opeens glijden de schaat sen van Dieneke onderuit en plof! daar liggen ze samen op het ijs te spartelen! De Moeders, die juist de schaatsen heb ben aangebonden, moeten er om lachen! Gelukkig hebben de meisjes zich niet be zeerd. Nu zullen ze het beter gaan doen: Ineke wordt lekker warm in de slee gestopt en haar Moeder gaat er achter. Tjonge! wat kan die Moes rijden: de slee vliegt over het ijs! En Dieneke's Mammie helpt Die neke overeind en zet haar achter een stoeltje, dat voor vyf cent te huur is. „Mam, blijf bij me hoor!" roept Dieneke angstig. Ze voelt zich niets op haar gemak en valt nog wel een keer of tien. Maar na een poosje gaat het al veel beter. Nu mag Dieneke's Mammie zich eens warm rijden achter de slee en bemoeit Ineke's Moeder zich met Dieneke. ctie vreselijk ijverig ach ter haar stoeltje duwt. En een kwartiertje later mag Ineke rij den. Die- kan het al heel flink. Ze rijdt kruislings met Moes, terwijl Dieneke door haar Mammie gesleed wordt. De vriendinnen hebben een fijne mid dag, vooral, omdat er een tentje met choco lademelk en gevulde koeken op het ijs staat en ze ieder een dubbeltje hebben gekregen! ..Morgen gaan we weer." zegt Dieneke als het vijf uur is en de pret dais uit raakt. „Iedere dag," zegt Ineke, „net zo lang. net zo lang, tot het weer hélemaal zomer is!" R DE RIJ ITERv. d. FEER. Ineke kan al keurig rijden!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 15