De aardbeüingsramp in Turkije - Défilé 4e Regiment Infanterie I Geen bericht van Hamilton 80ste Jaargang LEtDSCH DAGBLADTv/aede Blad FEUILLETON GISTERMORGEN WERD TER GELEGENHEID VAN DEN 126EN VERJAARDAG VAN HET 4e REGIMENT IN FANTERIE te Katwijk een défilé gehouden voor de militaire en burgerlijke autoriteiten. Overzicht tijdens het défilé. Onder de autoriteiten bevond zich o.a. de burgemeester van Katwijk DE PRINCESS ROYAL de zuster van den Engelschen Koning als Roode Kruis- zuster in een depot van de Princess Royal's hospitalen te Mon Hill. MUZIEK OP HET IJS de bekende jazz-band leider Teddy Stauffer te St. Moritz, die met zijn band dagelijks op het ijs concerteert door HANS HIRTHAMMER. 10) De professor nam Cookerel's wapen en onderzocht het. Daarna legde hij ook zijn eigen revolver bij de hand. „Wij zullen goed doen ons op een overval te prepareeren." Cookerel knikte. „De duivel hale die slap heid! Maar geef dat schietding maar hier. Zoover reiken mijn krachten nog wel, dat ik dien schavuiten een paar blauwe boonen in hun body kan jagen, wanneer zij zich hier mochten laten zien. Ik geloof Floyd legde hem met een handgebaar het zwijgen op. Hij had zijn hoofd luisterend naar voren gebogen, zijn gezicht verried de groote spanning, waarin hij verkeerde. „Luister, James, hoor je niets?" Cookerel hief zijn hoofd op en nu hoorde ook hij een zacht gegons. „Het vliegtuig uit Bombay!" juichte Floyd. „Over een kwartier hebben we water!" „Ga er heen Francis! Je moet midden op het woestijnzand een krijgsdans gaan uitvoeren, zoodat je de aandacht van den piloot trekt." Maar het eenzame dal zou niet als plaats van handeling dienen voor dit zeldzame schouwspel, want op hetzelfde moment, dat Floyd overeind wilde springen, voelde hij zich van achteren door een paar stevige handen vastgegrepen en tegen den grond geslingerd. Cookerels waarschuwende kreet kwam te laat en verstikte in een hulpeloos gerochel. Professor Floyd verweerde zich wanhopig, maar de kansen in dezen strijd waren te ongelijk verdeeld. De gebeurtenissen van den voorafgaan- den nacht, de vermoeiende klimpartij, de honger en voor alles de kwellende dorst, dat alles had te veel van zijn krachten gevergd. Het was eigenlijk dwaasheid, dat hij nog aan tegenstand dacht, want de twee kerels, die zich boven op hem hadden geworpen zagen er naar uit, dat zij het met een half dozijn Floyds eveneens gemakkelijk klaar zouden spelen. Desondanks duurde het nog eenige minu ten voor de ongelijke kamp beslist was. Voor Floyds oogen vervaagde de wereld tot een roodachtigen sluier en hij zou wer kelijk niet meer hebben kunnen zeggen, of het dreunen in zijn ooren veroorzaakt werd door het naderend vliegtuig dan wel door den geweldigen slag. waarmee zijn aanval lers hem hadden neergeslagen. Als door een dichten nevel zag hij nog, hoe een der beide kerels het dal inrende en na eenigen tijd met hemd en vlaggen- stok terugkeerde. Een hartgrondige ver- wensching, welke echter helaas geen doo- delijke uitwerking op zijn tegenstander had, was de laatste uiting van zijn bewust zijn. Een paar minuten later verscheen het vliegtuig boven het dal, cirkelde eenige malen op geringe hoogte rond en verdween weer. 9. Wat was er echter met Edward Hamilton gebeurd? Toen zijn beide passagiers hun ontdek kingstocht waren begonnen en achter de rotsen verdwenen waren, had Hamilton In de schaduw van het vliegtuig zoo goed mo gelijk een plaatsje gezocht, waar hij zich uitstrekte om den terugkeer der beide an deren af te wachten. De geweldige eenzaamheid van dit dal gaf hem een gevoel ven beklemming. Niets was er, dat op eenig leven wees; geen dier, geen vogel, zelfs geen sprietje gras verbrak den troosteloozen aanblik. Een dal des doods, der verschrikking! Zwaar voelde Hamilton op dit oogenblik de verantwoordelij klieid, welke hij op zich had geladen. Hij had deze overhaaste en in geen enkel opzicht behoorlijk voorbereide vlucht nooit mogen toestaan. Hij had een voudig moeten weigeren, toen professor Floyd hem het voorstel daartoe deed. Maar trachtte hij zichzelf gerust te stellen zijn beide reisgenooten kenden toch deze streek; zij hadden de woestijn in alle richtingen doorkruist en zij hadden dus kunnen weten, wat hun eventueel te wach ten stond. En wat de noodlanding betreft geen van hen had er ook maar een moment bij gedacht, dat men genoodzaakt zou kunnen worden hier te dalen. Pech aan de kist dat had hij ook niet kunnen voorzien. Het was waarlijk meer geluk dan wijsheid ge weest. dat zij er nog zoo behoorlijk waren afgekomen Toen hij zoover met zijn overpeinzingen was gekomen, deed Edward Hamilton ein delijk het eenige verstandige, dat hij in zijn omstandigheden doen kon; hij spuwde met een verren boog voor zich uit en zette daar mee in zekeren zin symbolisch zijn muize nissen uit het hoofd. Eenigen tijd later zag hij Floyd en Coo kerel hoog boven de rotsen opduiken. Met gespannen aandacht volgde hij hun bewe gingen, tot zij eindelijk tusschen de mas sale steenklompen verdwenen. Dat was zijn noodlot. Want terwijl zijn blik onafgebroken op de rotsen gericht was waren van de tegenovergestelde zijde van het dal twee gestalten naderbij geslopen, die nu volkomen onopgemerkt bleven. In dezelfde seconde, waaronder hij zich omkeerde, wierpen zij zich boven op hem. Onder het uitstooten van heesche klanken, die niets menschelijks meer hadden tracht ten zij hem op den grond te werpen, maar Edward Hamilton was er niet de man naar om zich door twee uitgehongerde Inlan ders zonder meer de wet te laten voor schrijven. Niettegenstaande zijn gewonde arm hem in zijn bewegingen hinderde, ge lukte het hem een van zijn aanvallers met een volmaakte upper cut buiten gevecht te stellen. De man verdraaide zijn oogen en viel als een blok in het zand. Nog voor nummer twee goed en wel be sefte, wat er aan de hand was, hield Ha milton hem zijn revolver onder den neus. De zwarte, fanatiek gloeiende oogen van den Indiër schenen nog grooter te worden; luid krijschend deinsde hij achteruit en de strijd scheen reeds te zijn beslist, nog voor hij goed en wel begonnen was. Hamilton liet zich door de verslagen Ivuuing van zijn tegenstanc een dwaalspoo brengen. Slechts een frac tie van een secc,i zaamheid, maar op dit oogenblik scheen de Indiër te hebben gewacht, want blik semsnel kwam zijn vuist met kracht op Hamilton's opgeheven arm neer. Eerst nu, terwijl zijn revolver in het zand viel en hij de stekende pijn in zijn arm voelde, bemerkte Hamilton, dat hij met een gelijkwaardigen tegenstander te doen had. Reeds had de Indiër zich boven op hem geworpen en nu ontwikkelde zich een strijd op leven en dood. Hamilton struikelde, viel op den grond, sleurde zijn tegenstander met zich mee en beiden rolden over het gloeiende zand. Meer en meer voelde de piloot zijn eigen krachten, zoowel als die van zijn belager, afnemen. Het kwam er nu maar op aan. wie het het langst uit hield. Hij dacht aan zijn beide reisgenooten, wier lot zoo nauw aan het zijne verbon den was. Als hij het onderspit dolf, zouden ook zij verloren zijn. Dit besef scheen hem voor een oogenblik nieuwe krachten te schenken. Dreunend kwamen zijn vuisten op het hoofd van den Indiër neer. Uit de hoeken van diens, tot een grimas vertrokken mond sijpelde bloed Reeds bemerkte Edward Hamilton, dat hij de overhand kreeg, maar toen hij zijn arm ophief om den strijd met een krach- tigen knock out te beslissen, liet hij hem plotseling met een kreet van ontzetting weer vallen. Uit den romp van het vliegtuig sloeg een laaiende vlam. Hij had geen tijd gehad op den anderen man te letten, die inmiddels weer tot be wustzijn bleek te zijn gekomen en gevolg had gegeven aan den duivelschen inval het vliegtuig in brand te steken. (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd). HEM KON NIETS GEBEUREN. Een chow-chow met sokken aan de pooten, die met de gladheid geen last van glijden had. DE AARDBEVING IN TURKIJE. BOVEN: INWONERS VAN HET ZWAAR GETROFFEN ERZINCAN KOOPEN BROOD LANGS DEN WEG. ONDER; EEN VOLKOMEN VERNIELD KLEIN HUIS IN DE BUITENWIJKEN VAN ERZINCAN. MINISTER v. d. TEMPEL stelde zich van de jeugdwerkloozenzorg te Eindhoven op de hoogte. Tijdens het bezoek aan de afdeeling arbeidsbeurs PEKKA NUEMI, de wereldkampioen skiën over 50 k.m., is sergeant in het Finsche leger. Rechts Nuemi in zijn kazerne aan het Salla-front.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1940 | | pagina 5