Financiën en Economie in het scheidende jaar Het afgeloopen jaar de omgeving in Volledige mobilisatie van alle krachten NU-JANUAR11940! 80ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 30 December 1939 Achtste Blad No. 24468 De leuzen voor 1940 (Van onzen financleeien medewerken. Het jaar 1939 moet ln twee deelen wor den gehakt. De eerste acht-maandschc pe riode toont een haast bezeten oorlogsvoor bereiding. Men zou allicht geneigd zijn, deze periode in een jaaroverzicht volkomen te veronachtzamen, omdat de ln Septem ber uitgebroken oorlog toch een geheel ander beeld heeft geschapen. Dit zou ech ter onjuist zijn, omdat die voorbereidingen zelve van zoo bijzondere beteekenis zijn ge weest en een onmlskenbaren invloed zullen uitoefenen op het verloop van den oorlog en op de ruïne, welke deze oorlog achter zich zal laten. Economie en financiën zijn ook in het afgeloopen jaar weer volkomen in den ban der internationale politiek getrokken. De z.g.n. „dynamiek", die het nieuwe Dultsch- land er toe bracht, door dreigementen, perscampagnes en redevoeringen een zenu wenoorlog te ontketenen en de wereld voor telkens nieuwe ..levensruimte"-verrassingen te plaatsen (Bohemen-Moravië. Memel. Danzig, Polen), werkte eenerzljds als een volkomen ondermijning van het voor den wereldhandel zoo noodlge vertrouwen, schiep anderzijds het bewustzijn, dat het zóó lan ger niet kon doorgaan en gaf daarmede den stoot tot het ontwaken der groote Europeesche democratieën. Op velerlei ter rein was reeds lang voor het uitbreken van den werkelijken oorlog een in hevigheid toenemende economische oorlog aan den gang, deels met zuiver economische, d.w.z. zelf voorzienings-doeleinden, deels ook uit politiek-mllitaire motieven: men trachtte elkaar exportmarkten af te snoepen, men dumpte, men dreigde. Dultschland kwam aan met de leuze: „exporteeren of sterven" en ln dit woord belichaamde zich de span ning, waarmede Europa tot berstens toe gevuld was. Zoo nu en dan nam de span ning iets af, zooals bijv. gedurende de maand Mei, doch die vermindering was verre van voldoende on\ de algemecne ten dentie, die het economisch en financieel leven beheerschte, te wijzigen. Deze bleef bij voortduring gericht op veiligstelling in den meest algemeenen zin des woord.s. Bij de staten zelf openbaarde zich die veilig stelling ln een overhaaste opvoering der militaire, economische en financleele ver dediging, bij ondernemingen en individu in een streven naar liquiditeit en naar voorraadvormlng. Men ontwaarde dus eenerzijds een toenemend ondergeschikt maken van het economisch en financieel leven aan de militaire en semi-militaire voorbereiding, een toeneming dus in de in tensiviteit der reeds zoover doorgevoerde ordening en in de staatsuitgaven, ander zijds een poging tot vluchten uit de onvei ligheid. Beide machtige factoren, die de eerste acht maanden van het jaar bijna onophoudelijk hun invloed hebben uitge oefend, waren in hun samenwerking ruim schoots voldoende om het vertrouwen danig te ondermijnen. Wanneer men die vertrouwensondermij - ningen in vogelvlucht beziet, dan valt ln de eerste plaats op een voortdurende „ner veuze lusteloosheid" aan beurzen en mark ten. In deze uitdrukking ligt geen contra dictio ln terminis: die lusteloosheid, dat gebrek aan kooplust vonden immers hun grond in een zenuwsloopende vrees voor de naaste toekomst. Daarbij waren echter de aankoopen ten behoeve van voorraadvoor- ziening enz. weer voldoende, om een sterke Inzinking zoowel ln de beurskoersen als in den wereldhandel te voorkomen. De onder graving van het vertrouwen liet echter wel degelijk haar sporen achter op het terrein der valuta's. Het pond sterling en de Fran - sche franc kwamen onder hevigen druk te staan en zulks leidde tot een voortduren de wegvloeiing van goud naar de Vereenlg- de Staten en tenslotte tot een hernieuwde depreciatie. Daarnaast werden de gaten in de diverse budgets hoe langer hoe grooter. Terwijl sommige regeeringen nog een schijnbaar evenwicht in haar begrootingen brachten, achtten de meeste zulks over bodig en velen praalden zelfs met haar te korten als .symptomen van krachtdadige oorlogsvoorbereiding." En terwijl men zich ln Europa bewust of onbewust klaar maak te voor een strijd op leven en dood, trachtte Roosevelt de New Deal telkens weer nieuw leven in te pompen; doch de allesbeheer- schende oorlogsvrees verijdelde dit pogen, opnieuw een kunstmatige opleving in de Amerikaansche conjunctuur te veroorzaken Wat in de eerste acht maanden de posi tie van Nederland betreft, zoo kan in het algemeen het bovenstaande in ietwat ver zachten vorm toepasselijk worden ver klaard. Vrees en hoop wisselden elkaar af en ook ten onzent beheerschten op beperk te schaal defensie-voorbereiding en veilig stelling de situatie. Een scherpe beursre- actie kon worden voorkomen mede door de publicatie van goede dividenden en enkele zeer mooie jaarverslagen en door een be hoorlijke bedrijvigheid in een groot deel onzer Industrie, mede wellicht gesteund door een wijziging onzer invoerrechten in protectionistischen zin. De gulden kwam zoo nu en dan onder druk te staan, doch op geen enkel oogenbiik was die druk zoo hevig, dat eenig werkelijk gevaar voor onze valuta ontstond. Wel begonnen onze staats financiën zorg te baren. De opstelling der begrooting leidde tot het aftreden van mr. De Wilde en een kabinetscrisis, die ons staatscrediet weinig goed deed en onze obligatiemarkt onder zwaren druk bracht. Nederland's naam als internationale kapi taalmarkt kreeg een nog heviger knauw door de ook thans nog volkomen onbegrij pelijke Mannheimer-affaire. DE OORLOGSMAANDEN. Wat beduiden echter de stormpjes van een Nederlandsche kabinetscrisis, een Men- cielssohn-débacle tegenover den orkaan, die eind Augustus over Europa begon te ioelen? Plotseling concentreerde zich alles, in nog veel intensiever mate dan voorheen, op de veiligstelling van het nationaal belang, waaraan het geheele leven ondergeschikt moest worden gemaakt. Eén ding is zeker, de oorlog trof Europa niet onvoorbereid, al dient te worden erkend, dat de mate van economische mobilisatie in Duitschland belangrijk grooter is geweest dan elders. Zes jaren lang eigenlijk had het Nationaal- Socialisme Duitschland's economie reeds op oorlogsbasis gehandhaafd en daarom wil het er bij mij niet goed in, dat zooals men ln de geallieerde landen beweert Duitschland's bevoorrading onvoldoende zou zijn voor een oorlog langer dan een jaar. Hier zal de wensch wel eentgszins vader der gedachte zijn, hoewel op den langen duur ongetwijfeld Duitschland's voorziening ln het nauw zal moeten ko men. Ofschoon ook Engeland en Frankrijk tevoren niet hadden stil gezeten, stond hun economische oorlogsvoorbereiding toch ver achter bij die van Duitschland en zij zijn door het uitbreken van den oorlog gedwon gen geworden hun achterstand overhaast in te halen. Wanneer men echter in het algemeen een vergelijking treft tusschen 1914 en 1939, dan valt het op. dat de schok in laatstge noemd jaar bij lange na niet zoo hevig is geweest. De oorzaak hiervan ligt niet slechts in het feit, dat men psychisch en economisch reeds lang was voorbereid, doch mede in de economische en sociale ontwik keling sinds 1918. Alom had men, hier in meerdere, ginds in mindere mate, het be drijfsleven geordend, speciaal toen de he vige crisis van 1930 en volgende jaren re- geeringsingrljpen noodzakelijk had ge maakt. Ook toen die crisis luwde, werd het ordeningsapparaat gehandhaafd, wellicht in een onzeker voorgevoel, dat men die or ganisatie eens in nog ernstiger tijden zou noodig hebben De crisisordening ln alle takken en schakeeringen van het econo misch leven heeft thans haar vruchten af geworpen en den grooten schok van 1914 voorkomen. In nauwelijks mindere mate geldt zulks voor de Industrialisatie, die die sinds 1920 in elk land haar intrede heeft gedaan en hier en daar in haar zie- kelijken uitwas, de autarkie, ontaardde. Hoe verwerpelijk de overdreven industria lisatie ook in een vreedzame wereld moge zijn, in een tot de tanden bewapende we reld heeft zij haar nut bewezen. Ook ln andere opzichten kon de schok ditmaal aanzienlijk beter worden opgevangen dan in 1914 Men denke aan het particulier financiewezen Reeds maanden, ja. jaren tevoren, hadden alle zorgzame onderne mingen en huisvaders reeds de noodige liquiditeitsmaatregelen genomen. In geen enkel land heeft daarom ditmaal een pa niekachtige run op de banken plaats ge vonden en terwijl men in 1914 uit hoofde van groote loopende posities genoopt was, alom de beurzen maanden achtereen te siulten en hier en daar zelfs moratoria in te stellen, ls er van eenig moratorium en van een werkelijke beurssluiting tenzij voor hoogstens een of twee dagen) ditmaal geen sprake geweest en in plaats van een hevige koersdaling trad zelfs een, schoon kortstondige, koersstijging ln. Tegenover deze gunstige vergelijkings punten, die den overgang van vrede naar oorlog aanzienlijk minder abrupt hebben gemaakt, staan echter ook punten, die de situatie van thans aanmerkelijk duisterder maken dan dit van 1914: de werkloosheid, de staatsfinanciën, de valuta- en gcrudpo- sitie. Terwijl er in 1914 van een ernstig werkloosheidsvraagstuk geen sprake was, speelt dit op het oogenbiik In tal van lan den (Vereenigde Staten, Engeland, België en last not least Nederland) nog steeds een zeer belangrijke rol. De militaire mobilisa tie en de oorlogsconjunctuur hebben welis waar reeds een verzachtenden Invloed uit geoefend, niettemin blijft dit vraagstuk een èrnstigen druk op moraal, geestkracht en staatsfinanciën uitoefenen. Een tweede belangrijke handicap wordt gevormd door de thans reeds overbelaste staatsfinanciën. In 1940 fronste men het voorhoofd, wanneer een regeering het waagde een niet-evenwichtige begrooting in te dienen, terwijl de staatsschulden zich op een zeer laag peil bewogen. Thans zijn werkelijk evenwichtige begrootingen hooge uitzondering en bijgevolg ontwaren wij een ontzaglijke aanzwelling van vlottende en geconsolideerde staatsschulden over de ge heele wereld. De toeneming is van dien aard, dat het nagenoeg onmogelijk lijkt, dat het nageslacht ooit rente en aflossing zal kunnen opbrengen. Men vergete niet, dat dit nageslacht bovendien de armzalige erfenis van thans geleidelijk tot verarming gedoemde voorvaderen zal moeten aan vaarden. De belastingdruk Immers zal hoe langer hoe zwaarder worden, de belasting betaler zal tot het laatste restje worden uitgeknepen en dit alles grootendcels ten behoeve van „onproductieve voortbrenging" en vernietiging. De vrees voor een alge meen bankroet en voor een inflatie van nog nimmer gekenden omvang is dan ook verre van denkbeeldig. In tal van landen doen zich reeds vage symptomen van in flatie voor en is de vicieuze cirkel van prijsstijging-loonsvcrhooging al zichtbaar en al moge men wellicht in staat zijn, voor- loopig de papieren lawine tegen te hou den of te camoufleeren, ik kan mij niet in denken, op welke wijze deze oorlog anders gefinancieerd kan worden. Een derde punt ten aanzien waarvan de huidige periode ongunstig afsteekt bij die van den vorigen oorlog is het valuta- en goudvraagstuk en de internationale schul denpositie. Slechts een heel enkele valuta bevindt zich op het oogenbiik nog op goud basis, de meeste zijn in zwevenden toe stand en kunnen dus, zoo noodig, aan in- flationlstische behoeften worden aangepast. Bovendien ontwaart men een volslagen wanverdeeling van 's werelds monetaire goud. Gedurende 1939 is opnieuw goud ter waarde van ruim 2.9 milliard dollars naar de Vereenigde Staten gevloeid, waardoor de totale voorraden aldaar thans op ruim 11.4 milliard dollars zijn komen te staan, aldus het leeuwendeel van 's werelds goud verte genwoordigend. Waren de Vereenigde Sta ten in 1914 een groot debiteur van Europa, thans zijn zij groot-crediteur, zoodat het onwaarschijnlijk is, dat zij bereid zullen zijn, ditmaal belangrijke financieele cre- dieten aan Europa te verleenen. Wanneer wij nu ln het kort de ontwik keling der monetaire en economische en financieele gebeurtenissen na het uitbre ken van den oorlog beschouwen, dan valt ln de eerste plaats op, hoe bepaalde vraag stukken plotseling als sneeuw voor de zon zijn verdwenen en hoe geheel nieuwe pro blemen zijn verrezen. Elk land, zinnend op eigen veiligheid, trof terstond allerlei maat regelen, waarbij grondstoffen- en voedings middelenvoorziening in het middelpunt stond. Vandaar opheffing van contingen- teeringen, in het leven roepen van uitvoer- restrlctles, distributie, prijsregulatie. ham sterverbod, kortstondige discontoverhoo- gingen, enz. enz., een complex van maat regelen, waardoor ditmaal het maken van oorlogswinst en de verfoeilijke kettinghan- del practisch onmogelijk zijn geworden. Te genover den2mijnen- en duikboot-oorlog, die reeds in de eerste maanden onder de sche pen van oorlogvoerenden en neutralen slachtoffers maakte en de molestpremies omhoog stuwde, riepen Engeland en Frank rijk een uiterst strenge economische blok kade op Duitschland's in- en uitvoer in het leven, waardoor dc regelmatige handel ern stig werd bemoeilijkt. In de meeste goede- ïenmarkten vertoonde zich een niet onbe langrijke stijging, die, na een korte adem pauze, tegen het eind van het jaar verder voortgang heeft gevonden. Alle zorgen der international? restrictiecomlté's zijn als bij tooverslag van de baan en de koopkracht der grondstoffen- en voedingsmiddelen- produceerende landen moet wel sprongen omhoog gaan. Of dit ook tot werkelijk koo- pen op groote schaal zal leiden, zal afhan gen van het antwoord op de vraag, in hoe verre die koopkracht door de regeeringen „geconflskeerd" zal borden De vrachtprij zen zijn sterk gestegen, doch de invloed dier stijging op de rentabiliteit der scheep vaart wordt gedeeltelijk te niet gedaan door hooge kosten en molestpremies, ver minderde afvaarten, verlies van schepen en duurder nieuwbouw. In vele industrieele bedrijven over de geheele wereld heerscht groote bedrijvigheid en vooral in de Ver eenigde Staten ontwaart men een mach tige conjunctuuropleving, die wellicht zelfs grootendeels door binnenlandsche stimu lansen wordt geprikkeld. De door de geal lieerden, ook na de wijziging der Neutrali- teitswet, geplaatste orders zijn immers nog niet van buitengewonen omvang gebleken. Desondanks heeft de wereld verbaasd gestaan over de groote aarzeling, die bij dit alles zich van de effectenbeurzen heeft meester gemaakt. Om slechts een sprekend voorbeeld te noemen: terwijl de Ameri kaansche staalindustrie reeds sinds maan den op meer dan 90 pCt. van de capaciteit werkt, bewegen de koersen van aandeelen van staalmaatschappijen aan de New- Yorksche beurs zich rond een peil, dat tientallen punten ligt beneden de hoogste koersen van 1937, toen eveneens geduren de eenigen tijd op meer dan 90 pCt. der capaciteit werd geproduceerd. Ditzelfde geldt voor nagenoeg alle andere fondsen. Het is moeilijk hiervoor een verklaring te vinden. Men heeft de schuld gegeven aan Britsche en Fransche verkoopen van bui- tenlandsche fondsen, aan Amerikaansche liquidaties met het oog op fiscale verplich tingen. aan verwachtingen van een inzin king der Amerikaansche conjunctuur tegen het voorjaar. Al deze factoren zullen on getwijfeld een zekeren invloed hebben uit geoefend. Naar mijn meening staat echter de oorlogsonzekerheid en het vage bewust zijn, dat deze oorlog, nog mulder dan de vorige, op den duur niemand voordeel zal brengen, hier op den voorgrond. Men vreest voor verdere uitbreiding van den oorlog. Het opdringen van het bolsjewisme, als ge volg waarvan de Scandinavische fondsen een hevige daling hebben ondervonden, is hiervan een symptoom. Men vreest voor verdere economische en financieele ont wrichting. De sterke val van het pond en het uiteenvallen van het sterling-bloc heb ben niet nagelaten, verwarring te stichten, al ware het reeds alleen dat hierdoor en door Engeland's monetaire restricties Lon den zijn vooraanstaande plaats als centrale wereldmarkt heeft prijsgegeven. Voorloopig heeft de monetaire alliantie tusschen En geland en Frankrijk een dam opgeworpen tegen verdere depreciatie, doch de alge- meene situatie is nog zoo verward, dat het waarlijk niet te verwonderen valt, dat de beurzen de grootste reserve in acht nemen en speculatieve excessen tot de uitzonde ringen behooren. Eerst wanneer de huidige oorlogstoestand zich min of meer blijkt te hebben geconsolideerd, behoort een aan- deelenhaussc van grooten omvang tot de mogelijkheden. Wanneer men thans de situatie van Ne derland in de oorlogsbranding bekijkt, dan blijkt het, dat eenerzijds de oorlog ons land trof op een oogenbiik van behoorlijke voor bereiding en vrij gunstige conjunctuur, dat anderzijds echter ons land leelijk in de knel is gebracht. Zoo goed als maar eenigs- zins kan, moeten wij ons drijvende zien te houden en in deze omstandigheden moeten wij wel. zonder onzen ondernemingsgeest te verliezen, zeer veel aan het beleid der regeering overlaten. Met bekwamen spoed heeft de regeering dan ook de vereischte noodmaatregelen, die een zeer groot ter rein der economische bedrijvigheid bestrij ken. genomen Mede als gevolg hiervan kon het bedrijfsleven op gang worden ge houden; in den eenen bedrijfstak (bijv. me taal-, schoenen, textielindustrie) ontwik kelde zich een ware hausse, waartegenover elders bijv. bouwnijverheid, diamantin dustrie) een scherpe inzinking der activi teit onvermijdelijk was. In zeer ernstige mate is natuurlijk onze transitohandel ge dupeerd, temeer nu ook Duitschland's uit voer onder de blokkade valt. De havens \jn Rotterdam en Amsterdam zijn weer eens de dupe. slechts het haventje van Delfzijl spint zijde uit de situatie. Toch is het bewonderenswaardig, hoe onze handel den moed er in houdt. Nadat terstond na het uitbreken van den oorlog zoowel ln- als uitvoer een sterken terugslag ondervon den, heeft de invoer, mede uit hoofde van grooten regeeringsaanvoer in November een recordcijfer bereikt en vertoont ook de uitvoer naai' verschillende landen weer een bevredigende verbetering. Met name geldt dit onzen uitvoer naar België, Groot-Brit- tannië en Duitschland Als gevolg van de oorlogsinvloeden op den Nederlandsch- Duitschen handel is de clearing-achter- stand met Duitschland van ca. f. 45 millioen NU moet U profijt trekken van wat wij U, evenals andere jaren, bieden. Prijsverlagin gen van 2050% op interieurs, die op ten toonstellingen werden geëxposeerd en daar om niet als splinternieuw kunnen worden verkocht. Ook 855 karpetten, waaronder een kleine 300 echte Perzen, gaan om dezelfde redenen ln de Jaarüjksche opruiming. Januari is de maand voor een echt koopje bij Van Reeuwijk's Maatschappij voor Woninginrichting - Kipstraat - Coolslngel - Rotterdam. 5384 (Tnges. Mrd wenschelijkheid, sterke prijsstijgingen te gen te gaan en de zekerheid, dat deze toch niet te voorkomen zijn. Vandaar ook de onzekere houding tegenover de toepassing der z.g.n. vervangingswaarde. Het is te vreezen, dat, afgaande op deze houding, zij zich ook niet met kracht zal verzetten tegen het toepassen van loons- en salaris- verhoogingen, die de koopkracht van ons volk zouden vergrooten, waar zij thans juist moet worden ingekrompen. Het is duidelijk, dat ook ten onzent een volledige economische en financieele mobi lisatie vereischt is. Onze betalingsbalans dreigt ernstig uit haar evenwicht te wor den geslagen. Wel bezitten wij na een goud verlies gedurende dit jaar van ca. f.450 millioen in een voorraad van f. 1.013.6 mil lioen nog een behoorlijk bolwerk, doch dit bolwerk is helaas niet onneembaar Welis waar is onze geld- en kapitaalmarkt gezond en beschikken onze banken, bij geringe rentabiliteit, over een groote liquiditeit, doch er zijn geheel andere factoren, die op den duur een ernstige bedreiging voor onze valuta vormen. Ik doel hier op het feit, dat ons volk ver boven zijn stand blijft leven en het daarmede onze regeering zoo moeilijk maakt de enorme uitgaven te fi nancieren. Zag de begrooting 1940 er reeds somber uit, die voor 1941 zal ondanks be hoorlijk binnenkomende belastinggelden ongetwijfeld een zeer droevig figuur moe ten slaan. Bovendien is de eerste door de regeering uitgegeven consolidatieleenlng een volkomen mislukking geworden en heeft een bewijs te meer geleverd voor de stelling, dat bepaalde lagen van ons volk den waren toestand niet zien of wenschen te zien. Slechts door de uiterste zelfbeper king en spaarzaamheid en door persoon lijke offers van ons volk zal de regeering via leeningen en belasting een deel der noodige gelden kunnen toevloeien. Voor het andere deel zullen bij lang aan houden van den oorlog depreciatie en in flatie wel het hare moeten bijdragen. Op onze effectenbeurs is van deze infla tiegedachte, in de afgeloopen vier oorlogs maanden hoegenaamd niets merkbaar ge weest. De kortstondige „oorlogshausse" van September heeft plaats gemaakt voor aar zeling allerwege, d.w.z. een minimum om zet bij aandeelenkoersen, die nauwelijks meer eenig verband houden met de intrin sieke waarde. Zulks geldt met name de In dische aandeelen. Voor Nederlandsch-Indië immers is bij de vigeerende hooge goede- renprijzen een tijdperk van welvaart aan gebroken, dat niet kan nalaten, de renta biliteit van het geheele bedrijfsleven al daar aanzienlijk te verhoogen. Het is dan ook louter een onbestemde vrees, die den domper zet op de aandeelenmarkt, hoewel zij hier iets' redelijker is in verband met de te verwachten toeneming der staatsschuld en de mogelijkheid van rentestijging. Ji__.Nederland moet zich boven die vrees ver tot ca. f. 12 millioen gedaald, hetgeen dus heffen. Het nieuwe jaar doet weliswaar de mogelijkheid opent van grooteren uit voer naar Duitschland. Mobilisatie en toenemende bedrijvigheid in verschillende industrieën hebben een gunstigen invloed uitgeoefend op het werk loosheidscijfer, dat begin December circa 276.000 beneden het cijfer van begin De cember 1938 lag en wel met 96.000. Toch blijft het werkloosheidsvraagstuk tot de onopgeloste problemen behooren. Groote moeilijkheden levert ook de te voeren prijs politiek. Dc regeering weifelt tusschen de zijn intrede in een somber en bloedig ge waad, doch er is voor Nederland niet de minste reden te vertwijfelen. Arbeiden, den ondernemingsgeest behouden, de behoef ten inkrimpen, alle onnoodige uitgaven ver mijden, sparen en besparen, dit zijn de leuzen van 1940. Elk Nederlander moet zich bewust worden, dat de uiterste individueele offers van hem worden gevergd en dat hij die offers gewillig moet brengen, teneinde te voorkomen, dat later de val in de ver arming des te dieper zal zijn. Het Jaar 1939 spoedde ten einde, met ook i renweg te Warmond, die eveneens uit ver voor talloozer. in onze omgeving véél zor-i keersoogpunt belangrijk was. gen en verdrietelijkheden, die niet voor het minste gedeelte verband hielden met den oorlogstoestand. Wij denken slechts aan de velerlei belemmeringen, die tenge volge daarvan onzen export in den weg staan en verschillende categorieën nijvere kweekers en handelaren zwaar treffen. Wij noemen bijv. de betrokkenen bij den bloem- bollenhandel, de tuinders en de seringen kweekers, die weliswaar thans van regee- ringswege steun genieten, maar niettemin de grootste moeite hebben het hoofd bo ven water te houden. Voor hen en zoovele anderen is het. na tuurlijk afgezien van de bekende overwe gingen, dringend te hopen, dat 1940 den vrede brengen mag, opdat de handel weer vrij moge worden en voorspoed aller deel zal zijn! Opdat ook de werkloosheid, die in onze omgeving nog zoo onrustbarend groot is, vermindere! Een speciaal woord van deernis moge hier tevens gebracht worden aan de slachtof fers, die gedurenden den korten tijd van den oorlog reeds het leven lieten: verschil lende Katwijksche „helden der zee" zag men voorgoed heengaan. Hun nagedachte nis zij hier met eere vermeld. Ondanks de sombere klanken, die in een jaaroverzicht 1939 onmogelijk kunnen ontbreken, heeft men den moed niet laten zakken, getuige o.a. verschillende vernieu wingen en verbeteringen, die tot stand kwa men. in het bijzonder die op wegengebied, waarvan wij den aanleg van den weg Leiden -Oude Wetering niet onvermeld willen laten evenmin als de verbreeding van den Hee- In de Raadhuizen werden dikwijls be langrijke besluiten genomen. Niet alleen met het oog daarop, is het zeker gewenscht, dat de Raadhuizen beantwoorden aan het voorname cachet, dat er van uit dient te gaan De zich steeds uitbreidende gemeen telijke werkzaamheden maakten dikwijls een nieuwe behuizing dringend noodzake lijk en al kon voor diverse gemeenten, die daaraan behoefte hebben, nog niet tot nieuwbouw van een Raadhuis worden over gegaan, toch was de gemeente Alphen zoo gelukkig er een te verkrijgen, dat op 4 Maart plechtig en officieel geopend werd. Voor wat de gemeente Leidschendam be treft, de Raad gaf opdracht tot den bouw van een nieuw Gemeentehuis en wel aan den architect Kropholler, hetgeen, gezien de huidige uitgebreidheid van deze plaats, zeker geen overbodige weelde is! Wel en wee ging wederom door dc ge meenten in onze omgeving: feestelijke en droevige gebeurtenissen speelden zich af en wij willen van de voornaamste, gelijk gebruikelijk een kort overzicht geven, in volgorde der data waarop zij plaatsvonden zonder evenwel op volledigheid te willen bogen, daar zulks ongetwijfeld te veel plaatsruimte zou vergen. Nadat op Oudejaarsavond de opheffing van de Valkenburgsche Tol feestelijk was geschied, herdacht op 1 Januari de heer J. F. H. Steenhuizen zijn zilveren jubileum als gemeente-veldwachter te Zoetermeer Op 2 Januari werd de heer M. van Buren op grootsche wijze gehuldigd in verband met zijn jubileum als veldwachter te Boskoop. De heer C. Zwaan te Alphen, die 40 jaar geleden de Zondagsschool in Wijk Hoorn oprichtte, overleed op 1 Januari in den ouderdom van 88 jaar. Dé feestelijke installatie van burgemeester G. R. Vonk te Bodegraven vond plaats op 4 Januari; ds. W. Th. v. d. Windt deed bij de Ned. Herv. Gem. te de Kaag zijn intrede op 8 Januari. De heer J. Maurits, een bekende figuur in het bloembollenbedrijf overleed op 9 Januari te Sassenheim in den ouderdom van 85 j. Op dien datum herdacht de heer P. Boer. onderwijzer der O.L. school te Nieuwkoop zijn 25 j. jubileum: voorts werd dr. F. C. Nieuwenhuyzen te Alphen gehul digd en nam het schoolhoofd de heer A, Mieog, afscheid van de Ned. Herv. school te Koudekerk. Op 11 Jan. werd de heer J. C. Brouwer, procuratiehouder der fa. v. Til Hartman, bloemisten te Hillegom, die op 35 j. leeftijd overleed, teraard..besteld Het zilveren jubileum der R K. de Hanze te Warmond werd op 12 Januari herdacht, evenals dat van den heer J v d. Marei, raadslid van Bodegraven. Op 16 Januari overleed de heer J. v. d. Meer te Aalsmeer in den ouderdom van 66 j.: deze was een bekende persoonlijkheid in Tuinbouwkrin- gen. die zich in velerlei functies verdien stelijk had gemaakt. De teraardebestelling van den heer J. Braun, een geziene figuur in de Bloembollenwereld te Noordwijk. te vens oud-raadslid dier gemeente, geschied de op 21 Jan. Op 22 Jan. nam ds. J. Vrie- link afscheid van de Ned Herv. Gem. te Hoogmade, evenals op dienzelfden dag pstoor Borsboor.i te Noorden. De heer J. v. Diest herdacht op 30 Jan. zijn 40 j. jub bij de fa L Onderwater en Zn. te Lisse; 1 Febr. vierde de heer A.Plai- sier zijn zilveren jubileum als gemeente-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 29