Ons Kort Verhaal Dat wij een wijs hart bekomen LEIDSCH DAGBLAD - Vijfde Blad Zaterdag 30 December 1939 Een Oudejaarsavond-vertelling Door Hans Edinga. STOFZUIGERS LAND- EN TUINBOUW Ik ga maar op de fiets a Eenmaal een boerenherberg (schuin tegenover het oude grijze huis waarin de familie Heuff zich voorgoed gevestigd had na een lang leven in gezantschappen in telkens een andere wereldstadl was „De Blauwe Hand", nu het autoverkeer naar het Zuiden er langs leidde, geworden tot een gezocht oord van vermaak. En op den Oudejaarsavond, terwijl het grijze huls met enkele verlichte vensters uit de nevelen oprees als een droomslot, vierde in „De Blauwe Hand" een gezelschap tooneel- spclers en andere artlsten uit de hoofd stad uitbundig feest. Er was een jazzband en er werd gedanst in een warnet van serpentines. Een jonge vrouw, de actrice Paulette Reederer, groot en donker In haar lila toilet, was even het gewoel ont snapt en staarde door een oud glas-in-lood venster over de kleine weide heen naar den overkant, met zoon verteerende aan dacht, dat zij niet merkte, dat de oude re gisseur Berends naast haar schoof en haar gadesloeg mgt een groote zachtheid. Zij wendde het donker schoon gelaat niet naar hem toe, toen hij eindelijk begon te spreken op gedempten toon: „Je bent nog nog steeds vastbesloten?" „Daar ligt de burcht", zeide zij zacht voor zich heenen morgen zal ik er mijn zaak bepleiten". „Een gerechte zaak?" „Geen zaak is gerechter, dan die eener groote liefde". „Zelfs wanneer men gaan moet over de puinhoopen van het geluk van anderen?" „Dat is dan niet anders, het mindere moet voor het meerdere wijken". „Met dit door te zetten maak je drie menschen ongelukkig. Om jouwentwille geeft Richard Heuff zijn diplomatieke car rière op. Hij is de eenige zoon.Dat zal een groot verdriet voor zijn ouders zijn Zijn verloofde was zijn jeugdvriendin, dit breekt haar leven ..Het is niet mijn wil alleen. Richard wil toch ook? Hij zei vanavond nog door de telefoon je weet, hij kan niet weg als officier van piket hij zei: al zou het mijn ondergang zijn, ik kan je niet mis sen". „Je zult hem een belemmering zijn in alles wat hij onderneemt. Wat wordt er dan van hem; géén diplomaat als zijn vader, slechts een landjonker met een vrouw op wie zijn vrienden neerzien. Dat zal hem alle geluk vergallen". „Dat zal wel veranderen. En kan ik het helpen dat mijn eersten man geen goeden naam had? Dat kan Richard en mij nu niet scheiden". „De mènschen vergeten zoo iets nooit. En die menschen juist, de openbare mee ning, dat is het onontbeerlijke voor een diplomaat, waarmee zijn carrière, zijn gansche bestaan staat of valt". „Wij geven beiden onze carrière op. Ik zoo goed als hij". „Neen, je zult altijd weer willen spelen, het is te sterk in je". „Dat is niet waar. ik ben meer vrouw dan kunstenares. JIJ weet het ook, je zult me nooit de groote tragische rollen geven: Marguérite Gautier, Fedore Elektra „Je zult ze kunnen spelen als je een groot leed gekend hebt". „Ik weet het, ik ben er nu te gelukkig voor". „Hoe kan je gelukkig zijn als je bedenkt wat je morgen mevrouw Heuff gaat aan doen?" „Met zijn moeder spreken is het eenige wat ik doen moet". „In Jezelf vergis je Je niet, maar je ver gist je in Richard. Geen liefde maakt ge lukkig tegen den achtergrond van een noodlotsgevoel. Slechts waar men den hemel dankend aanroept, kan geluk wo nen". „Berends, ik weet het heusch ik weet het maar al te goed. Maar dit is te sterk in me. Had ik hem maar iets minder lief. Nu ls het voor mij een levenskwestie. Als ik dit niet grijp, zal ik misschien nooit meer trouwen en eenzaam blijven en spoedig oud worden. Ik ben al een en dertig". „Is dan je kunst Je niet het hoogste? Ons gezegend vak? Denk aan Ristori, aan Ra chel, aan Bernhard, aan Duse, aan me vrouw Bouwmeester.zij hebben duizen den met hun spel in het liart gegrepen. Dit zou jij ook kunnen, ik ben daarvan overtuigd, Paultje". „Het leven zelf is mij meer dan het uit te beelden". „Het leven zelf is niet voor de grooten weggelegd Ware kunst wordt geboren uit de eenzamen, de onverzadigden van 's le vens festijnen „Mijn liefde Is sterker dan dat alles. De ouders van Richard hebben hun leven ge had, ik eisch het mijne op en mag geen medelijden met hen hebben". Hij zweeg. De jazzband brak opnieuw los. vulde de zaal met wanhopig geluidDe oude, eenmaal zeer levenlustige man zag neer op de dansenden..,, en wist hen arm. „Dans je niet?" vroeg hij, zich weer naar haar omwendend. Maar hij sprak in een leegte. Zij was plotseling van zijn zijde verdwenen „Het ls goed, dat U hier gekomen is", stelde mevrouw Heuff tevreden vast en reikte haar gast, nu zij ultgebrldged waren, het laatste kopje thee uit den zilveren trekpot „Daarginds bij die Jazzband wordt een mensch gek op een avond als deze. Een kalm spelletje kaart helpt den avond passeeren als men geen der kinde ren thuis heeft. Het was een zegen, dat u Juist bulten ronddwaalde. Nu werd u onze bridge-partner" Paulette Reederer. naast den ouden heer op de sofa bij den haard, glimlachte. „Het was een beetje brutaal van me om hier rond het huls te zwerven maar ik moest eens even tot mezelf komen. Het idee, dat er ln eens een goede fee uit het huls kwam die me kalm vroeg of ik bridgen kon! Het is een onwezenlijke toestand. Wat weet u van me? Ik ben een vreemdelinge hier. Paulette speelde de comedie volkomen. Het was een voordeel overdacht ze nu reeds met hen op goeden voet te geraken. Morgen zou het pleit beginnen. De blonde jonge vrouw, Emilie, thans nog in naam Richards verloofde, strekte ach terwaarts de handen naar de weldaad van van het vuur uit en vroeg met haar pret tige zachte stem: „U blijft toch tot mid dernacht? U wacht toch het nieuwe jaar met. ons af?" „Graag, als ik mag", zei Paulette na een korte aarzeling. Emilie was sympathiek, zij zou morgen ook met haar willen spreken en zoo moge lijk in vrede van hen scheiden. Vreemd was het overigens dat niemand hier Ri chard's naam noemde. De oude dame, die haar kinderen, waarvan twee jong gestor ven en drie ln het buitenland waren, wel zeer moest missen op dezen Oudejaars avond, klaagde niet en had met haar kleine grappige opmerkingen, maar handige zet ten bij het spel. een wonderlijk lichten con versatietoon doen ontstaan, waarin de overigen geheel meegingen. De oude heer Heuff, mager en uiterst gedistingeerd, een bijna uit den tijd geraakt hoffelijk type haalde herinneringen op aan vroegere tij den. Bijna altijd te midden van menschen van vreemde nationaliteit maar ook land- genooten en in vreemde wereldsteden, had den zij Oud en Nieuw gevierd in Kopen hagen. in Tokio, in BuenosAiresen eigenlijk nooit in eigen land. Maar ook hij zweeg over Richard Het speelwerk van de kleine pendule zond zijn zilverheldere klanken den salon in. Een menuet uit engelenregionen, terwijl men in „De Blauwe Hand" van het oude in het nieuwe jaar danste. Half twaalf al Emilie was opgestaan en bereidde de warme punch „Ik moet denken", peinsde de oude me vrouw, „hoe veilig wij hier zitten. En al zijn de kinderen niet thuis, ze léven ten minste en zijn gezond Zij hebben het goedEn danhoe érg is dan de oorlog... Hoeveel uiteengerukte gezinnen hoeveel doodenhoeveel onherstel baar leed.... Een vriendin van mij in Los Angeles, een zangeres, schreef me: het is mij haast niet mogelijk mijn liederen- avonden te geven Slechts één zang door dringt mijn gansche wezen: het Requiem. Eigenlijk voortdurend wil ik een Requiem zingen voor alle vermoord geluk, voor alles wat gestorven is bij deze nieuwe ramp over Europa. En alle amusement doet mij haast misdadig aan, nu er eigenlijk één groot ge bed uit de harten moest opstijgen: Heer, laat het eindigen". „Wanneer zal er eindelijk vrede zijn tus- schen de volkeren?" vroeg Richards vader zich af, „of zijn het wel alleen de vólkeren. die oorlog voeren. Is het niet ook de geest van den tijd. Misschien worden er in dit leven zooveel eeuwige waarheden veron achtzaamd, dat vanzèlf de wereld er zich deze rampen mee op den hals haalt". Paulette zat er stil bijen vergat voor een moment wat haar naar hier ge dreven had. Nu begon Richards moeder weer te spreken: „En de Jaren gaan maar voorbij. den ganschen dag ls dit woord in mijn hoofd: ..Wij brengen onze jaren door als een zucht" Duizend jaren zijn in Gods oogen als de dag van gisteren, wanneer hij voor bij is, als een nachtwake.Een geweldig woord is dat en ook dit: Onze levens duur is zeventig jaar, als het hoog komt tachtig jaren en het beste daarvan is moeite en leed, want het snelt voorbij en wij vliegen heen.En daarom: „Leer ons onze dagen tellen, dat wij een wijs hart bekomen. Het is alles in Gods hand Paulette luisterde met groote oogen Dit was een andere gedachtenwereld, dan waartoe zij behoordedit was een taal van menschen, die de vele landen waarin zij gewoond hadden, zeer liefkregen en met groote zorg in hun hart thans zagen hoe de oorlog zich aan die landen voltrok. „Het is nu bijna twaalf uur, Mama", fluisterde Emilie en stond zachtjes op om de glazen te vullen. Ook de anderen rezen overeind, namen het glas, dat Emilie hun reikte en wachttenEn bij wat nu volgde, begon het hart van Paulette Ree derer snel en zwaar te slaan, zoodat zij er schier den adem bij verloor Wat was dit.Nooit was zij zóó bewogen geweest, zoo diep geschokt. .Richard!" riepen haar wanhopige gedachten, „Richard!" En het was alsof hij haar vreemd ver was komen te staan.Wat was er met haar, waarom was zij zoo bang in eens....? Het speelwerk van de kleine Fransche pendule zette zich met snorren van rader tjes in beweging. Dan trilden twaalf hel dere slagen Zij bi) het vuur hieven het hoofd: de oude gezant, zijn dampend glas opheffend naar het groote geschilderde portret van Hare Majesteit, sprak bewogen: „Moge God Haar bijstaan Haar volk te leiden ln dezen moeilijken tijd moge Hij ons verhooren, als wij kracht voor Haar afbidden. „Eduard", de oude mevrouw schreldde „dat we nog lang bij elkaar mogen blij ven moge God alles voor onze kinderen ten goede leiden" Zij kusten elkaar.en Emilie, na de oude menschen omhelsd te hebben, hief haar glas en sprak met schitterende oogen: „Laat ons hopen voor Richard, dat hij verwezenlijken zal wat zijn ideaal is. Moge hij bereiken waartoe zijn gaven hem voor bestemmen: een diplomaat te worden als zijn vader een humaan en kundig afge zant van 's lands belang in den vreemde, om mede te waken voor het heil der menschheld, opdat er blijvend vrede zal zijn De actrice Paulette Reederer, heel bleek en met moeite zicli beheerschend, tastte met haar wijnkelk de glazen af. die haar werden voorgehouden met hartelijke bege leidende wenschen en fluisterde zelf, als eene, die lang geschreid heeft, terwijl zij wist: nóóit zal ik den vrede van deze lieve menschen kunnen verstoren, „Gelukkig Nieuwjaar. Gelukkig Nieuwjaar". Het klonk wonderlijk nederig „Maar u bent heel bleek", naderde haar bezorgd Emilie, „U bent, geloof ik, geheel van streek". „Laat me even", verzocht Paulette met bevende stem en zonk neer op de sofa. Zij zag plotseling geen licht meer in de heele zaak: één vreeselijke mogelijkheid was er, die zij niet geheel doordenken dorst: als zij Richard opgaf. Voor hem en voor allen hier het beste, maar voor haar, wat moest zij dan!? Neen, zij kon niet. Zij kon dit kostbare, dat op haar pad gekomen was, niet prijsgeven. Het bellen der telefoon deed haar op schrikken Triomfantelijke vreugde door stroomde haar: als dit Richard was! De oude dame greep naar den hoorn, zij was er het eerst. .Richard", klonk haar Juich kreet. „Wat een verrassing! Gelukkig Nieuwjaar, mijn Jongen. Terwijl hij antwoordde, smeekten haar oogen naar Emilie: heb even geduld nog, dadelijk mag Jij spreken. Paulette was opgestaan, zij had onmogelijk kunnen blijven zitten en liep op onvaste voeten het vertrek op en neer, nu ook de oude heer, stralend luisterend, zich bij Emilie en zijn vrouw gevoegd had na een kort verontschuldigend gebaar jegens de gast. De diepe, krachtige stem van Richard verried niets wat zijn familie verontrusten kon. Paulette stond onder den kaarsenkroon, zij was gespannen als bij een première.. Plotseling gebeurde er iets wonderlijks Uit de zaal. die toch vól menschen was, kwam een ademlooze stilte van luisteren, zoo groot als zij die nooit gekend had. Er gens op het tooneel zat op een sofa een oude man, die leek op Richard's vader 35 verschillende bekende merken. Ook in huurkoop. DE STOFZUIGEN-CENTRALE HAGEMAN HOOIGRACHT TELEFOON 25959 7195 (Ingea. Med.) een aristocraat die pleitte voor zijn zoon. en zij schreed heen en weer, heen en weer. Zij voelde aan zich rulschen de kleederen van de vorige eeuw zij voelde in zich de geweldige smart van Marguérite Gau tier, die zij uitbeeldde. Zij voelde die smart tot in het diepst van haar ziel, zij had het groote gebaar der tragédienne en wist haar gelaat wonderbaar van expressie.... De oude man ging weg, nadat zij toegegeven had en nu bleef zij alleen, heel alleen. Toen het oude gezanten-echtpaar de telefoon overgaf aan Emilie, die met innige woorden haar lieve wenschen uitsprak, za gen hun oogen verbaasd het vertrek door de vreemdelinge verlaten. Even plotseling en onwezenlijk als zij was gekomen, was zij nu verdwenen In den nacht.... Uit de telefooncel van „De Blauwe Hand" waar zij lang had moeten wachten, eer de luitenant Heuff het Amsterdamsche num mer vrijgaf, wankelde Paulette Reederer en liet zich door Berends meevoeren naar de vensternis waar zij in het begin van den avond hun lang gesprek hadden „In Februari", zei hij eindelijk, na lang zwijgen, .spelen we Marguérite Gautier". En toen zij niet antwoordde, vervolgde hij: „Je hebt voor hem en jezelf het beste deel gekozen. Omdat Je liefde zoo groot was". Paulette had nog steeds haar pijnlijken glimlach, die erger was dan tranen. Na denkend herhaalde zij: „Léér ons onze da gen tellen, dat wij een wijs hart beko men....", dat zal ik nóóit vergeten". Zij had haast geen stem meer, bijna geluid loos prevelde zij de woorden, die Richard's moeder uit den psalm had aangehaald. Maar Berends verstond haar. En met zijn oogen dwalend over het eindend feest een zonderlinge verstilling lag over de ge zichten, waarvan sommige tranenbevlekt, andere geheel verstrakt, hoewel nog velen dansten en niet wilden erkennen hoe één moment het eeuwige zijn stem in hun hart had laten klinken bij den slag van twaalven met zijn oude oogen dan weer terugkec- rend naar Paulette, zei Berends, terwijl hij haar hand troostend greep: „God Is nabij de gebrokenen van hart, Hij verlost de verslagenen van geest" (Nadruk verboden) (Auteursrecht voorbehouden). We willen thuis een genoeglijken avond hebben en nu zou ik graag een paar amu sante hoedjes willen zien. Door ABLOVA. Men zegt dat vrouwen nieuwsgierig zijn. Niets tegen in te brengen. Bovendien, er ls geen haar op mijn hoofd, die er aan denkt deze proefondervindelijk bewezen stelling aan te vallen. Ze staat vast; .vat de wereld betreft zoolang deze draait en wat ons eigen landje betreft sedert de Ba tavieren het bij Loblth binnenvielen. Ik kan mij levendig voorstellen, dat dit laat ste louter geschiedde op verzoek van een Batavier-echtgenoote, nieuwsgierig naar de haarmode in deze lage landen. Maar ik veroorloof mij toch een opmer king. Naar mijn bescheiden meening be hoeft de stelling in zooverre aanvulling, dat zij tevens op de mannen toepasselijk is en ik vermoed, dat de heeren der schep ping dit zelve het beste weten. Laat ik mezelf bij den kop nemen. Ik draag zes dagen van de week een grijs pak en Zondags een blauw, al dan niet met een streepje. Maar laat ik het niet wagen op een werkdag met mijn blauwe pak naar kantoor te gaan. Het be gint al als ik binnenkom en mijn collega's joviaal goelendag gezegd heb. Terwijl ik naar de kleerkast loop, voel ik dat Jan sen zich naar Pletersen overbuigt en ze samen beginnen te smoezen. Als ik Jan aan mijn bureau ben gaan zitten, duurt het niet lang of Gerritsen, de correspon dent, vraagt zoo langs zijn neus weg. „Jarig?" „Hoezoo?" „Oh, ik dacht het maar". En dan blijven ze vlsschen, eerst bedekt, laten we zeggen netjes, maar zoo tegen zessen worden ze hinderlijk en onbehoor lijk agressief en.enfin laat ik ter zake komen, dit verhaal is niet geschreven naar aanleiding van een blauw pak met een streepje, maar heeft indirect mijn flets tot oorz^s.k Want toen ik voor het eerst met een flets naar kantoor kwam... „Doe je een vermageringskuur? Wordt het je te duur met de tram? Mooi karretje, zeg, heb je een prijsje uit de loterij?" En dan zeggen ze nog, dat vrouwen nieuwsgierig zijn. Kort en goed, het zat zoo met die flets. Het regende dien avond pijpestelen toen Ik uit kantoor kwam, In mijn Jas gedoken waagde ik mijn leven om den vluchtheuvel te bereiken en bestormde met een paar honderd anderen de volle tram. Laat de conducteur niet probeeren van uit de verte, vastgeklemd tusschen een paar lusbungelaars, met luider stem „vol" te roepen. Zijn stem gaat verloren in net krijgsgewoel en, mocht er dan al één zijn die het hoort, er ls geen mensch die net wil verstaan. Ik stond geperst tusschen de natte regen- Jassen en zwaaide mee als de tram een bocht maakte. Zoo'n stijve buiging naar voren of achter, met Je dertigen tegelijk, plechtig en solide, want geen heeft er kans om om te vallen. Waarom de man naast mij op eens mijn aandacht trok? Ik zou het achteraf onmo gelijk kunnen zeggen. Hij kwam mij be kend voor, maar dat is niet vreemd, want ais Je Jaren lang op denzelfden tijd de zelfde tram pakt, zie Je veel dezelfde men schen. En waarom de man zoo'n onplezie- rigen indruk op mij maakte kan ik even min begrijpen Vaag herinnerde ik mij dat ik met Jansen op een of anderen mid dag op het aehterbalcon stond en deze, doelende op den bewuste, zooiets mompelde van: directeur van de X-bank. En waar er pas zooveel te doen was geweest met dien fraudeerenden directeur van de Y- bank, kan dit mij misschien onderbewust tegen dezen man Ingenomen hebben. Waarmee natuurlijk volstrekt niet gezegd wil worden dat alle bankdirecteuren frau deurs zijn. Bewaar mei Ik vertel deze bijzonderheid dan ook alleen maar om den psychologischen kant van het geval te belichten. Toen voelde ik dat de man naast mij eenige vreemde bewegingen maakte, die men in een situatie als de onderhavige meestal achterwege laat. Dan haal Je geen zakdoek uit je zak of kijk Je op je hor loge. Mijn horloge. Er was iets niet pluis. De bewegingen van den man naast mij, hoe onopvallend overigens ook, kregen iets onheilspellends. Ik kon mij niet bewegen. Zou ik den conducteur waarschuwen? De man naast mij was een ordinaire, doodgewone zakkenroller. Bankdirecteur, het mocht wat, die maken zich niet druk om een gouden horloge. Toen hielden de bewegingen naast nlj op, even plotseling als zij begonnen wa ren. Wat moest ik doen? Over een paar minuten zou Ik aan de halte zijn waar ik uit moest stappen. Een schandaal maken ln de volle tram met de kans dat de kerel mij ln de consternatie zou ontsnappen? Toen besloot ik zelf te handelen. Mijn hand gleed voorzichtig tusschen de natte regenjassen, vond een colbertjasje, tastte, voelde koud metaal, greep De man naast mij scheen niets te be merken. Hij maakte een onhandige be weging in mijn richting. Maar op dat oogenbllk bogen wij met ons dertigen weer plechtig voorover, de tram stond met een schok stil en ik even later op den vlucht heuvel. Grinnikend, Ik grinnikte nog toen ik de huisdeur achter mij in het slot liet vallen, Betty een kus op het voorhoofd drukte en behagelljk den geur van spruitjes en gebakken aard appelen opsnoof. Ik grinnikte nog toen ik de kamer bin nentrad en Betty keek mij nieuwsgierig aan: zooals een vrouw Je iets kan vragen zonder haar mond open te doen. „Moet je hooren wat een reuze-mop", zei ik. „Mijn horloge „Je horloge heb Je vanmorgen vergeten", vulde Betty aan, „dat weet ik. Het ligt op den schoorsteen". „Wat.hoe?" hoorde ik mezelf pnnoo- zel mompelen. Toen vlschte Ik ln mijn zak met het voorgevoel van iets heel onaange naams. Er kwam een gouden horloge voor den dag. een zwaar massief gouden horloge zooals die, naar ik vermoed, door bank directeuren gebruikt worden. Zoo kwam het, dat Ik dienzelfden avond nog een fiets kocht. Mijn eerste tochtje was naar het huls van den heer B„ direc teur van de X-bank, waar ik na eenige behoedzame verkenningen, een bruin pakje in de brievenbus liet glijden. Sindsdien wacht ik niet meer op de tram, maar flets. Dag in dag uit. Tegen het advies van Betty. Ze beweert dat lk mijn slachtoffer niet moei probeeren te ontwijken. Als hij je tegenkomt maakt hij je direct procuratie houder of onder-directeur zegt ze. Ze is nog niet zoo dom, die Betty. (Nadruk verboden) (Auteursrecht voorbehouden). WINTER. In een vorig artikel hebben we er reedj op gewezen, dat voor het bevorderen van een goede bodemstructuur wel niets zoo heil zaam werkt als het bevriezen. Hierdoor wordt de meest taaie, orrbe werkzame bodem „rul", d.w.z. los en toegankelijk voor de zoo onmisbare lucht. Ontdooide kluiten kan men gemakkelijk tot gruis verkruimelen, daar waar we vóór het optreden van de winterkou de aarde met geen mogelijkheid los konden krijgen. Het „geheim" van dit geniale proces is heel eenvoudig. Het water in den grond zet bij het bevriezen vrij sterk uit, immers 10 Liter water wordt pl.m. 11 Liter ijs. Door deze uitzetting scheuren de aan eikaar klevende gronddeeltjes van een. Bij invallenden dooi verandert het ijs in water en dit laatste zakt weg naar de sloot. In de ontstane openingen wordt automa tisch de lucht (zuurstof) gezogen, welke laatste voor meerdere natuur- en scheikun dige werkingen noodig is. Dat ln de meeste lichte winters veel ongedierte dood gaat. kunnen we gerust aannemen, meer dan bij een zeer strenge kou. Immers in het laat ste geval kruipt het gespuls Instinctmatig dieper weg en ls daar veilig. BIJ de zoogen. „kwalckelwinters", waarbij vorst en regen elkaar gestaag afwisselen, is minder aan leiding voor diep wegschuilen en wordt het ongedierte gemakkelijk door de tempera tuurwisseling verrast. Niet zelden gebeurt het dat bestelde boomen of heesters door vorst worden over vallen en van planten na aankomst geen sprake is. Het eenvoudigste ls bedoeld plantsoen tijdelijk op te kuilen, bijv. in een schuur of hok. Ook kan dit bulten gedaan worden, liefst op een beschut plekje uit den wind Men zet de gewassen zoo dicht moge lijk bij elkaar en bedekt de wortels met een flinke laag aarde. Deze kan ergens wegge- graven worden, nadat de bevroren boven laag is verwijderd. Meerdere weken kan het aldus bij elkaar gekuilde plantsoen blijven staan, zonder dat het beschadigd wordt. Zoo noodig kan, indien het nog streng winter mocht worden, de grond tusschen en rond om het opgekuilde, met blad of stroo gedekt worden. Meer werk verschaffen ons bij dit weer onze groentenbakken. In een deel hiervan staan planten, welke kunnen bevriezen zon der dat dit noemenswaardig schade doet. Bijv, de in den vollen grond geplante bloem kool en kropsla vriest bij een lichte vorst niet dood. De winter van verleden Jaar heeft ons een lesje gegeven, waardoor we op onze hoede zijn. Toen ls er Immens in de koude (niet verwarmde) bakken en kassen van genoemde artikelen niets overgebleven. Daarom houden we dekmateriaal als mat ten, oude kleeden. zakken, enz. bij de hand om WJ nood te kunnen gebruiken op de ramen Niet zelden komt een pak sneeuw helpen dekken. Deze. in dezen tijd van het jaar zeer langzaam groeiende gewassen kunnen meerdere dagen ln het donker blij ven. Zooveel mogelijk zal men dit evenwel ■beperken, niet alleen omdat bij langdurig afsluiten van het lioht zich gemakkelijk schadelijke schimmels voordoen, maar te vens doet het ongedierte als muizen en rat ten zich graag gelden. Laatstgenoemden zul. len zich bij winterweer graag ophouden, waar iets te knabbelen valt en zoo kan het gebeuren, dat van de zuinig toegedekte sla- en bloem koolplan ten niets over blijkt te zijn, wanneer de bak meerdere dagen aan een gedekt ls geweest en er derhalve geen controle was op de instaande gewassen. Bakken, waarin de wortels van Brussclsch lof zijn opgezet, 'kunnen uit den aard ge sloten blijven: hier verwachten we vóór Fe bruari geen opbrengst. Ramen met veldsla, wmterpostelein peterselie en .selderij zullen wij trachten zóó door den winter te brengen dat we van deze producten steeds kunnen oogsten. Ook de prei voor eigen gébruik kuilen we, dicht opeen, ergens op en be dekken een en ander met matten of wat ruigte. Ook dit is een artikel, dat bij koud- weer graag wordt gegeten. Vooral in lief- hebberstulnen, waar het meestal gaat om kleine hoeveelheden, wordt het vorstvrU houden van al deze zelf gekweekte produc ten terecht als een ware „wintersport" be schouwd. Onze kamerplanten houden wé maar het best binnenshuis, ook al moet een gedeelte zich tevreden stellen met een plaate op zolder of ln den kelder, In laatstgenoemde gelegenheid staan de potplanten meestal beter beschut tegen vorst dan elders. En waair voor velen de factor licht niet van overwegend belang is, laten we alles ln het half of heel duister. Wie niet over een kel der beschikt kan de planten ln een dubbele krant pakken en zoo, recht op, meerdere dagen laten staan. Van bevriezen ls dan meestal geen sprake, vooral wanneer men ze bijeen zet ta een vertrek of kast. welke geen buitenmuur heeft. Planten als Azalea's. Oliivia, Cyclamen. Aspidistra. Aaronskelken en palmen, behoeven, goed nat zijnde, al dus verzorgd, ln geen 10 dagen gegoten Bovengenoemde manier van bewaren is zeer geschikt wanneer men met de feest dagen uit gaat. Men behoeft dan niet be zorgd te zijn zijn {tenten, waarvoor vaak meerdere Jaren zorg is gedragen, bevroren terug te vinden. We sluiten dit schrijven niet zonder onze lezers te hebben gewezen op de behoeften van de vogels in deze winterdagen. We kun nen in den tuin de hulp van de gevede-"*" vrienden in den zomer niet mieeen. waar '-et betreft het bestrijden van veel cnged'*"*e. Dearom mogen zit nu met alle vrijmoed1"- held een beroep doen op onze hulp in den vorm van eten en drinken. Vragen op tuinbouwgebied aan de redac tie onder motto „Tuinbouw". Sliver—Java—Pacific Lijn SALAWATI, 28 Dec. te San Francisco teruggekoerd TO- SARI, 28 Dec. van Karachi n. de Pacific Kust. Rolt. Lloyd KOTA INTEN. R'dam n. Java, 29 Dec. uit den N. Waterweg ARENDS- KERK. 28 Dec. van Java te R'dam. HoUand—Amerika Lijn ROTTERDAM. 28 Dec. van New York te R'dam. 2—5

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 18