Afbraak Weesperpoortstation - Afscheid burgemeester van Voorburg
ÏOiie lmrgarj LlüKH DAGBLAD Twst.de Blwd
De Hermandad, de
Heros en de Heroïne
FEUILLETON
ERGENS IN NEDERLAND vervullen drie bekende sportbeoefenaars in
een. sectie hun dienstplicht Het zijn v.l.n.r. H. E. Clausen, intern, tafel
tennisspeler, Jan Boon, ski-kampioen v. Ned. en A. Fach, bekend Amster-
damsch middengewichtbokser. Clausen zal demonstraties gaan geven.
OP DE BRUG VOOR HET CENTRAAL STATION TE AMSTERDAM
zijn gistermiddag twee tramwagens met elkaar in botsing gekomen,
waardoor het geheele voorbalcon van een der wagens werd afgerukt.
YEHUDIMENUHIN
de beroemde violist, met zijn vrouw en zijn twee maanden oude
dochtertje Zamira in New York.
HET BUITEN DIENST GESTELDE WEESPERPOORT-STATION TE AMSTERDAM
VERDWIJNT LANGZAMERHAND. DE SLOOPERS BEZIG MET HET AFBREKEN VAN
DE OVERKAPPING.
ZIE ZE ZWIEREN, ZIE ZE ZWAAIEN. DE MARKER JEUGD KAN IN DE MARKER HAVEN NAAR
HARTELUST GENIETEN VAN DE IJSSPORT.
HET AFSCHEID VAN DEN BURGEMEESTER VAN VOORBURG
jhp. C. W. Stern. Tijdens de receptie na de raadszitting. V.l.n.r, de hee-
ren mr. v. Hellenberg Hubar, burgem. van Rijswijk. Keyzer, burgem.
van Leidschendam, jhr. Stern en mr. de Monchy, burgem. v. d. Haag.
TE PETTEN werd door den burgemeester-strandvonder van Zijpe de
eerste openbare verkooping gehouden van materiaal, dat aan de kust is
aangespoeld. Een reddingboot van het op een mijn geloopen s.s. „Simon
Bolivar" wordt geveild.
door
FELIX O "DERRICK.
521
Inspecteur Bertrand was voor een paar
dagen gewoon burger. Zijn taak was ten
einde en het dossier heroine-smokkelarij
naar Egypte was met een touwtje er om in
de archieven van Scotland Yard opge
borgen.
Teun van Duuren had zijn revolver ont
laden. hem opnieuw en met de grootste
zorgvuldigheid gesmeerd en hem weer in de
la van zijn schrijftafel opgeborgen. Saaleh
had zich weer geruischloos in de keuken
teruggetrokken om voor zijn vereerden cha-
waga Jock, den sluwsten en stoutmoedig-
sten man op aarde, de heerlijkste schotels
klaar te maken. Chawaga Jock had hem de
groote eer bewezen, met den chauffeur Se-
lim naar de stad te rijden om voor hem bij
Palacci, Heim en Zoon een volledige, gloed
nieuwe uitrusting te koopen, zoodat hij er
uitzag als de Keizer van Soedan in eigen
persoon. Een nieuw keukenmes was er
ook bij.
De heldin van ons kleine drama, de even
deugdzame als schoone Chiquita. begon ook
weer een weinig op haar verhaal te komen
na de verschrikkingen der laatste dagen.
Weliswaar was er nog steeds een droeve
trek om haar mooi gevormde lippen, want
dat meende zij zichzelve en haar omgeving
verschuldigd te zijn. Maar zooals de zon
zegevierend door de sombere wolken breekt,
zoo brak ook haar stralende glimlach door
het waas van treurigheid, dat de kommer
om haar oogen gelegd had, en verkwikte
jong en oud.
Het was de laatste avond, dien inspec
teur Bertrand in Egypte doorbracht. Het
was een heerlijke avond vol van alle gelui
den, die de Egyptische lucht vervullen.
Een weemoedige stemming maakte zich
van den inspecteur meester. Reeds wenkte
hem het verre, kille Londen.
De beide vrienden zaten als gewoonlijk
na het diner op hun lievelingsplekje op het
terras. Saaleh had zijn beste beentje voor
gezet en een heerlijke vruchtensla gemaakt
met champagne en daarna een kopje koffie
geserveerd, waarvan Bertrand weemoedig
den geur opsnoof, gedachtig aan het brouw
sel, dat men in Engeland met dien naam
pleegt aan te duiden. De brave kok zette
ten slotte nog de beste sigaren, die zijn
meester in huis had. op tafel en nam af
scheid met tallooze diepe sallaam's, om in
het koffiehuis om den hoek zijn vrienden
kring te gaan onthalen op zijn spranke
lende welsprekendheid en zijn lichtende
wijsheid.
Chiquita trok zich terug in haar kamer,
want zij verstond nog steeds geen woord
Engelsch en verveelde zich een beetje.
Nu bestaat er niets afgrijselijkers dan een
samenspraak van een criminoloog en een
luien journalist, die een weinig sentimen
teel dreigen te worden. De beide heeren
schenen dit gelukkig te beseffen en dronken
dus om te beginnen de noodige whisky's.
„Morgen gaan we dus weer naar huis,
oh „Groote Gemakzuchtige", sprak de in
specteur.
„Ja. en daar ben ik dankbaar voor. Dan
word ik tenminste bevrijd van die ver
schrikkelijke noodelooze activiteit en zal
weer het leven van een verstandig man
kunnen lijden."
„Dat heeft je anders heusch geen kwaad
gedaan, sloth", antwoordde Bertrand, „het
heeft je gered van de onvermijdelijke ver
droging van je hersens en vervetting van je
corpus. Hoe moet dat met jou gaan, als ik
er niet meer ben om voor je te zorgen? Je
mag blij zijn, dat je een vriend hebt, die
althans van tijd tot tijd nog komt opdui
ken om je in je gemakzucht gedegenereer
de ledematen op het nippertje van den vol-
ledigen ondergang te redden."
De „Groote Gemakzuchtige" stiet een
hoonenden lach uit. „Den hemel er voor
danken? Moet je zooiets hooren. Je bent
nog niet hier of de eenvoudigste dingen
worden tot in het oneindige gecompliceerd.
Je zorgt dus, dat je vooreerst uit de buurt
blijft, hoor? Waag het in geen geval terug
te komen voordat je pensioengerechtigd
bent, gesnapt?!"
Daarbij legde hij zijn groote, zware hand
op den arm van zijn vriend om zijn woor
den te logenstraffen.
Niettemin achtte Bertrand zich verplicht
hem een kussen naar het hoofd te slin
geren, met de woorden:
„Ondankbaar lui beest, dat je bent! Waar
zou die Chiquita van jou nu zitten, als ik
er niet geweest was? Tusschen twee haak
jes, ze is werkelijk een schat. Nu ga je zeker
keurig Spaansch leeren en dan over een
tijdje mogen we je komen fellciteeren, niet
waar?"
Van Duuren loosde een diepe zucht.
„Je raakt daar een heel moeilijk punt
aan, mijn beste Jock. Ik zit er werkelijk
een beetje mee in, hoe ik dat nu het beste
voor elkaar boks.
Luister eens, beste kerel: Wat zou je er
van denken, als jij de kleine eens meenam
op de boot en haar dan ergens in Spanje
of op een andere practische plek aan wal
zette? Of je neemt haar mee naar Engeland
en ziet haar daar een behoorlijk baantje
te bezorgen."
Met open mond staarde de inspecteur zijn
vriend aan.
„Meenemen? Ik?! Naar Engeland?! Maar
kerel, ben je dan heelemaal getikt? Ik
dacht dat je in de wolken was. dat je haar
weer terug had!! Houd je dan niet van
haar?"
„Van haar houden! Wat een vraag. Al
licht houd ik van haar. Maar het is niet
de ware liefde. Een vrouw, die altijd om
je heen hangt, waar je ook zit. Een geliefde
die altijd naast je zit, wanneer je net eens
heerlijk naar haar zou willen smachten.
Neen, de ware liefde, die vindt men, wan
neer men ongelukkig liefheeft. Maar zoo
een vrouw om je heen, die zich den heelen
dag zit op te poetsen en zit te zwammen
enz. enz. Oh Jock, dat is geen leven
voor mij."
„Maar groote genade, ellendeling, ik
dacht notabene, dat je ik weet niet hoeveel
aan dat meisje gelegen was. Je was de laat
ste dagen een ander mensch, je zat ais een
bloedhond achter die boeven aan, die het
kind van je af kapen wilden. En nu.
„De Groote Gemakzuchtige" richtte zich
op in zijn stoel. Hij stak zijn onderkin voor
uit en zei:
„Maar, mijn beste kerel, dat ls heel wat
anders. Ik laat my toch myn meisje niet
zoo maar onder mijn neus weg stelen. Door
niemand, begryp je. Dan wordt het mee-
nens. Zou jy dat nemen? jy als politie
hond hebt natuurUjk geen gevoel voor
hoogere dingen, jouw gemoed is net genoeg
om een paar armen snuiters die plezier heb
ben in een beetje smokkelen, gappen of
soortgelyke sport, het leven te vergallen.
Maar hoogere dingen, ho maar, zoover reikt
jouw zieleleven niet. Jij hebt in je heele
dorre leven nog niet één keer liefgehad
en jou was het het liefste, wanneer de
halve wereld uit roofmoordenaars zou be
staan, die je met de andere helft opsporen
en arresteeren kon. Maar ik ben gek om
my bij deze temperatuur op te winden.
Geef my de whisky eens aan."
Inspecteur Bertrand van Scotland Yard
kon geen woorden vinden. Hoofdschuddend
reikte hy den „Groote Gemakzuchtige" de
whiskyflesch over, niet in staat om ant
woord te geven.
De insecten zoemden, de uilen krasten
en van verre drongen de geluiden van het
lawaaiege stadsleven tot hier door. De
heldere sterren zagen fonkelend neer op
de menschen. Op den dienaar van den
heiligen Hermandad, op den luiaard en op
de producenten en op de consumenten der
heroïne.
Maar Teun van Duuren nestelde zich nog
behageiyker in zyn luien stoel, legde zyn
voeten op de leuning va., de veranda en
slaakte opnieuw een diepen zucht, luid en
smartelijk, als een mensch, wien het
leven zich van zyn moeiUjkste zyde laat
zien.
EINDE