Geknoei bij aanleg van
verdedigingswerken
Provinciale begrooting aan
de orde
Kan Scandinavië neutraal
blijven?
Donderdag 14 December 1939
De kwestie der uitwegen naar
provinciale wegen
de
Tweede Kamer.
Te weinig cement gebruikt voor het maken
van beton
Afgekeurde kazematten
worden opnieuw
opgebouwd.
BURGERLIJKE STAND
VAN LEIDEN
De vergadering der Provinciale Staten
van Zuid-Holland is gisteren voortgezet
en wel met de behandeling van het prae-
advies van Gedeputeerden voor de uitwe
gen naar de provinciale wegen, welk prae-
advies is uitgebracht als antwoord op
eenige adressen .van belanghebbenden.
De heer Rooy (Lib.l is niet te spreken
over de desbetreffende provinciale veror
dening. Hij herinnert er aan, dat de Kroon
een provinciale (Limburgschei verorde
ning niet verbindend heeft verklaard we
gens het. ontbreken van een schadevergoe
dingsclausule. Spr. dringt aan op erken
ning'van het recht van uitweg en wanneer
dit recht niet erkend kan worden op een
schadevergoedlngsregellng.
Mevrouw De Ruyter (S.D.A.P.) heeft uit
de stukken de overtuiging gekregen, dat
hier van onbillijke behandeling geen
sprake is. Zij vermag niet in te zien. dat
de rijksregeling meer rechtzekerheid biedt.
De hier geopperde bezwaren hebben op
spr. heel weinig indruk gemaakt. Spr. be
pleit ten slotte een schadevergoedingsre
geling analoog aan het desbetreffende
artikel van de rijksregeling.
De heer Garvenier (S.D.A.P.) meent, dat
bij wijziging van den uitweg de kosten
daarvan door de provincie moeten worden
gedragen en niet door den houder van de
vergunning.
De heer Van Voorst tot Voorst (R.K.1
verdedigt het provinciaal reglement en de
verordening.
De heer Kedde (Comm.) wenscht aan
vulling van de verordening opdat zooveel
mogelijk aan de verlangens van belang
hebbenden wordt tegemoet gekomen, in
het bijzonder van hen, die een zeker ge
bruiksrecht hebben verworven.
De. heer De Bruin (Ged. Staten) brengt
hulde aan den heer Schilthuls voor diens
glashelder betoog, waarbij spr. zich geheel
kan aansluiten. De provinciale regeling
heeft haar bruikbaarheid voldoende aan
getoond en voor aanvaarding van de
rijksregeling voelt spr. niets. Aan erkende
verkregen rechten wordt niet getornd.
De heer Vonkenberg (A.R.) repliceerde
en diende een motie in waarin Gedepu
teerden worden verzocht, nader in over
weging te nemen of en hoeverre de rech
ter bij deze kwestie betrokkenen nader bij
verordening kunnen worden geregeld.
De heer Schilthuls (V.D.) kan zich met
de voorgestelde motie niet vereenigen.
Mevrouw De Ruyter (S.D.A.P.) hand
haaft haar meening, dat de rechtszeker
heid in fie rijksregeling niet grooter is
dan in de provinciale regeling. Zij acht de
motie niet op haar plaats omdat daarin
het systeem veroordeeld wordt. Spr. stelt
tenslotte een motie voor waarin de Staten
Gedeputeerden verzoeken te overwegen
het reglement op de provinciale wegen
aan te vullen met een bepaling als uitge
drukt in art. 9 van de Verkeerswet op de
lintbebouwing.
De heer Drost (Lib.) is voorstander van
de motie, ingediend door mevr. De Ruyter
c.s. en tegenstander van de motie, inge
diend door den heer Vonkenberg c.s.
De heer De Bruin (Ged. Staten)' zegt,
dat het college van Ged. Staten tegen de
motie van mevrouw De Ruyter geen be
swaar heeft en haar overneemt. Hij ont
raadt aanneming van de andere motie.
Gestemd wordt over de motie-Vonken-
berg, die met 4326 wordt verworpen.
Het prae-advies van Ged. Staten wordt z.
hst. aangenomen.
De heer Drees (S.D.A.P.) roert de kwes
tie van de huisvesting der Staten aan.
Een vaste vergaderplaats komt hem ge-
venscht voor. 'Misschien zouden de Staten
in het representatieve gebouw op het
landgoed Sorghvliet kunnen vergaderen.
Spr. acht het verkeerd, dat tot leden van
het college van Gedeputeerden gekozen
vorden Statenleden, die eerst kort lid van
lie Staten zijn.
Op uitnemende wijze heeft de provincie
tiaar taak vervuld, vooral op het gebied
pan de wegen. Op ander terrein heeft zij
«aar aanvankelijke terughoudendheid ge
lukkig laten varen. Spr. zou echter een
jiulvere opvatting willen zien t.a.v. de ver
lening van subsidies. Hij wijst verder op
Ice uitbreiding van de taak van het pro
vinciaal bestuur en bepleit de instelling
an vaste commissies van bijstand, zoo-
ils bij de gemeente bestaan. Met eerble-
felng van de zelfstandigheid der gemeen-
fen zou spr. toch gaarne hier meer in
itovlnciaal verband willen doen, rekening
oudende met den natuurlijken loop der
'ingen.
Spr. critiseert de manier waarop Ged.
itaten over verschillende subsidie-aanvra-
Kn hebben gepraeadviseerd.
Over het werkloosheidsvraagstuk spre-
nde, zegt hij het te betreuren, dat de
'ovincie niets gedaan heeft aan Industrl-
iisatie en hij critiseert de stemming.
:aarln het economisch technologisch in-
lituut in deze provincie werkt en stelt
t Limburgsche instituut aan het Zuid-
illandsche ten voorbeeld.
De heer Van Voorst tot Voorst (R.K.)
leent, dat de verkiezing van leden van
leputeerden geheel regelmatig is ver-
ipen. De toestand van de financiën ziet
j'. minder rooskleurig dan de heer Drees.
Wecht, meent spr.. hebben Gedeputeer-
cn de aanvragen tot het verleenen van
■osidie afgewezen. Herziening van de sa-
"issen van het provinciaal personeel is
illlcht mogelijk spr. laat de beslissing
aromtrent aan Gedeputeerden.
De heer Bruyning (N.S.B.i betuigt zijn
hrdeering voor het geldelijk beheer van
'eputeerden. Hij beveelt de tubercu-
i-behandeling in deze provincie aan
Staten aan en ook den aankoop van
voeder. Verhooging van de wedden van
ibtenaren acht spr redelijk.
De ontwikkeling' der gebeurtenissen
"i tot sprekers vreugde steeds meer in
tonale richting. HIJ hoopt, dat na deze
cbere tijden betere zullen aanbreken.
,"evr. Van Gelder (V.D.) ondersteunt
verzoek van de vereenlglng Rotter-
damschen Raad voor kinderuitzending,
om verhooging van de subsidie ten behoe
ve van de verpleging van zwakke kinde
ren in herstellingsoorden en koloniehui
zen, alsmede in gezinnen ten plattelande.
Mej. Pomper (S.D.) spreekt in gelijken
geest. Verder is zij teleurgesteld over de
afwijzing van subsidie voor het provinci
aal drankweercomité Zuid-Holland.
De heer Wilbrink (C.H.i brengt lof aan
het financieel beheer van Ged. Staten.
De C-H. fractie zal niet meewerken aan
verhooging van bestaande subsidies of aan
toekenning van nieuwe subsidies, al be
treurt zij het afwijzende praeadvles op een
verzoek van het provinciaal drankweerco
mité Zuid-Holland. Spr. hoopt, dat Ged.
Staten met kracht werken in uitvoering
zullen voortzetten.
De heer Meijers (N.S.B.), zegt. dat het
parlementaire systeem een fictie is ge
worden. Spr. ziet rustig de gebeurtenissen
tegemoet. Dit kapitalistische en Marxisti
sche stelsel zal worden vervangen door
het natlonaal-sociallsme.
De heer Folmer (S.D.) zegt, dat de voor
bereiding van nieuwe werken niet mag
stagneeren. Van het economisch-technolo-
gisch instituut gaat heel weinig initiatief
uit, meent spr., die zich in dit opzicht bij
den heer Drees aansluit. De uitzending van
kinderen naar koloniehuizen zou spr.
gaarne steunen en het voorstel van Ged.
Staten ten deze heeft sprekers instem
ming.
De heer Diepenhorst (S.D.) bespreekt
den schoolartsendienst en bepleit uitbrei
ding daarvan. Spr. wenscht dat Gedepu
teerden regelend zullen optreden en ook
stimuleerend, opdat meer gemeenten zich
bij dezen dienst zullen aansluiten.
Om 17.15 verdaagt de voorzitter de ver
gadering tot heden.
BEGROOTING
JUSTITIE.
VAN
(Van onzen parlementairen medewerker).
Minister prof. Gerbrandy, de bewinds
man van justitie, die tot half twee in den
nacht de redevoeringen bij de algemeene
beschouwingen over zijn begrooting had
moeten aanhooren, stond om één uur gis
termiddag gereed ze te beantwoorden.
Hij Is een typische figuur, uiterlijk en
geestelijk: kort, krachtig, op den man af
en volstrekt niet wars van een zekeren
oubolligen humor, die soms zoo openhartig
en laconiek is, dat zij doet denken aan
wijlen den vroegeren minister van water
staat Van de Vegte. .Klein maar dapper",
is er wel van hem gezegd. En grappig dus
ook.
Zoo kon hij b.v. de grap plaatsen, dat hij
tot zijn studenten altijd placht te zeggen:
„Trek je nooit wat aan van hetgeen een
minister van justitie In het parlement
zegt". HIJ voegde er echter niet aan toe,
of hij dit advies ook tot Kamerleden uit
strekt.
Zoo ook kon hij beginnen met de op
merking: „De Kamer zal wel niet verlan
gen, dat Ik een debat van ongeveer zes uur
naar evenredigheid even lang beant
woord?" En als om alle sprekers tegelijk
te troosten, beloofde hij al die redevoerin
gen nog eens in de Handelingen te zullen
nalezen (wie lacht daar?) en overwegen en
zei hij later in zijn rede „hoe gauwer
de Kamer mij loslaat, hoe spoediger ik kan
beginnen". Ook beloofde hij zuinig te zullen
beheeren, „maar, mijnhëêr de voorzitter,
als er gevangenen zijn, moeten ze worden
opgeborgen".
Inderdaad.
Een hoofdpunt in de justitle-debatten
van de laatste jaren is altijd de hand
having der openbare orde tegenover extre
mistische uitlatingen. De minister gaf toe,
dat in de practljk het resultaat der recht
zaken op dit punt wel eenlg bezwaar op
levert, maar.een minister kan niet aan
rechtbanken of rechters voorschrijven,
zwaarder te straffen. Wel zijn de ambte
naren Openbaar Ministerie gestimuleerd de
bestaande bepalingen krachtig te hand
(Van onzen specialen verslaggever).
Er gaan kwade, zeer kwade geruchten
door verschillende gemeenten in het
hart van Nederland. Geruchten, vol
gens welke er op schandelijke, ontoe
laatbare wijze geknoeid zou zijn met
den aanleg van verdedigingswerken in
het centrum des lands. Wat er aan de
hand zou zijn? Men zegt, dat er kaze
matten afgeleverd of in aanbouw zou
den zijn, waarbij men in de bescher
mende betonlaag met de vuist een gat
kan stooten. Men beweert, pertinent,
dat er veel te weinig cement'en dat
er zand van inferieure kwaliteit ge
bruikt zou zijn voor het maken van
het noodige beton, terwijl men voorts
stijf en strak volhoudt, dat deze „be
droevende" affaire reeds de arrestatie
van een aannemer tengevolge gehad
zou hebben.
Het is naar aanleiding van deze geruch
ten, dat wij gemeend hebben er goed aan
te doen bij verschillende instanties te ln-
formeeren naar de juistheid, waarbij wij
ons in de eerste plaats gewend hebben tot
die militaire autoriteiten, die het onder
zoek ter hand hebben genomen.
De zaak daarbij tot de juiste propor
ties terugbrengende, deelde men ons
mede. dat er inderdaad geknoeid is.
Zelfs in dier voege, dat verschillende
opgeleverde verdedigingsobjecten thans
gesloopt worden om door de betreffen
de aannemersfirma, onder de scherpst
denkbare controle, opnieuw gebouwd
te worden. Het Rijk heeft hierbij
géén flnancieele schade geleden.
Want toen men. naar aanleiding van de
geruchten, verschillende reeds gereedgeko
men werken op hun deugdelijkheid be
proefde. hadden de betrokken militaire
instanties de koorden van de beurs nog ln
de hand. Er was nog niets betaald, zoodat
de strop zich beperkt tot de aannemers
firma.
Men kan er van verzekerd zijn, dat een
herhaling der knoeierijen voorgoed onmo
gelijk is geworden. Er zijn direct de noo
dige maatregelen getroffen om de con
trole te verscherpen en om betrouwbare
opzichters aan te stellen. Waar noodlg
zijn die controleurs, die ln hun taak te
kort schoten, ontslagen. Door de over
haaste aanstelling van de noodige opzich
ters er waren er op een gegeven oogen-
blik zoo veel noodig, dat de tijd en de ge
legenheid ontbrak om tevoren een behoor
lijk onderzoek naar hun antecedenten te
doen plaats vinden (dit geschiedt ln nor
male tijden wel degelijk i is namelijk niet
steeds dat toezicht uitgeoefend kunnen
worden, dat klaarblijkelijk noodzakelijk is
geweest.
Men acht het voorts een gelukkige om
standigheid, dat geruchten omtrent de
fraude zóó vroegtijdig opdoken, dat er bij
tijds een onderzoek ingesteld kon worden.
Daardoor zal er slechts een geringe stag
natie ontstaan ln den afleveringstijd,
welke gesteld is.
Het ergerlijke van deze geheele af
faire is wei, dat men geprobeerd heeft
te knoeien met onderkomens, welke in
tijd van oorlog onzen soldaten tot dek
king hadden moeten dienen, terwijl
deze geen behoorlijke dekking boden.
Gelukkig behoeft men daar nu niet
meer bevreesd voor te zijn. De niet
aan de eischen beantwoordende verde
digingswerken worden of zijn gesloopt
en worden vervangen door kazematten
en andere opstellingen, welke wel dege
lijk aan de eischen voldoen. Dat er in
de toekomst minder cement voor het
beton gebruikt zal worden dan voorge
schreven is, of dat er, inplaats van ri
vierzand, een ander soort zand aange
wend zal worden, is thans uitgesloten
te achten.
Zoodra aan de betrokken autoriteiten
bleek, dat er inderdaad van knoeien
sprake was, hebben zij zich tot de Justitie
gewend. De marechaussee heeft thans de
zaak in onderzoek, teneinde uit te maken
of een strafrechterlijke vervolging van de
knoeiers, die zich wel op zeer te laken
wijze ten koste van het het Rijk hebben
pogen te verrijken, mogelijk zal zijn. Van
een arrestatie is ons echter tot dusver
niets bekend.
Voorts moest ook de mogelijkheid onder
het oog gezien worden, dat de betrokken
aannemersfirma voor het extra-werk, dat
de herbouw van de afgekeerde onderko
mens medebrengt, betaling zal verlangen.
Ook daar hebben de militaire autoriteiten
echter op gerekend. Moch het tot een pro
ces hierover komen, dan zullen zij ln staat
zijn de bewijsstukken op tafel te leggen.
Voor dit doel hebben zij zich verzekerd
van de hulp van een uiterst deskundig
adviseur, autoriteit op het gebied van ma
terialenonderzoek.
Ziehier dan een en ander over de knoeie
rijen bij verdedigingswerken ln ons land.
Het snelle ingrijpen heeft het onmogelijk
gemaakt op groote schaal winst te maken
ten koste van het Rijk. Voor zoover men
heeft kunnen berekenen zou er op de uit
te voeren werken, waarmede een bedrag
van drie en halve ton gemoeid is, slechts
enkele duizenden guldens „overwinst" ge
maakt zijn. Dat men daarvoor het risico
heeft durven nemen verdedigingswerken te
bouwen, die niet voldoende beschutting ln
geval van een beschieting bieden, is een
daad, die scherpe afkeuring verdient. Zoo
iets noemt men in gewone termen een
misdaad: een misdaad ten opzichte van
de Nederlandsche soldaten, een misdaad
ook ten opzichte van het Nederlandsche
volk, dat de zware lasten voor de defensie
van het land draagt, omdat het er van
overtuigd is dat het moet. Het Nederland
sche volk meende te mogen verwachten,
dat. iedereen zijn beste krachten zou ge
ven om de defensie van het land zoo
krachtig mogelijk te maken. Nu blijkt, dat
er sommigen zijn, die door géknoel zich
zelf hebben trachten te verrijken, hoopt
het van harte, dat de knoeiers hun ge
rechte straf niet zullen ontloopen
(Nadruk verboden).
haven en uit te voerenin dezen geest was
trouwens reeds een circulaire verzonden en
er worden nog andere maatregelen getrof
fen om ln die richting te werken. Maar
men komt soms met de wet ooi niet ver
der. Ten bewijze daarvan citeerde de mi
nister eenige artikelen uit het dagblad der
N.S.B., die naar hij zeide halve waar
heden bevatten, welke soms erger zijn dan
leugens en zelfs „landsverraderlij k" ver
dienen te worden genoemd, doch waarvan
sterk betwijfeld moet worden, of ze toch
wel gerechtelijk vervolgbaar zijn. Intus
schen, de minister overweegt het voorstel
len van tijdelijke strafbepalingen tegen
zulke dingen, al is de keerzijde van het op
treden echter, dat hij ook te maken heeft
met de handhaving der vrijheid van druk
pers. Doch het land moet zich vooral in
tijden als de tegenwoordige innerlijk veilig
kunnen gevoelen.
Wat de zaak Gss betreft herhaalde de
minister hetgeen hij ln de stukken al had
gezegd: die zaak ls voor mij uit. Hij doet
er niet meer aan.
Dat hij geschrokken was van de dossiers,
die hij moest doorworstelen kunnen wij
ons levendig voorstellen; hij was er zelfs
zóó van geschrokken, dat hij op een avond
voor hij ging „sluimeren", de woorden
sprak: „Weg Oss!" En daarna is toen nog
de mobilisatie gekomen, die het noodzake
lijk maakt dat twistpunt niet meer op te
rakelen. Wat den procureur-generaal in
Den Bosch betreft, als hij ln deze zaak
fouten heeft gemaakt, dan moeten zijn
verdiensten daartegenover worden gesteld,
want niemand is volmaakt en ook een mi
nister van justitie moet de gerechtigheid
betrachten. De P.O. zal in Den Bosch blij
ven, verklaarde de minister; hij heeft be
sloten thans geen wijziging te brengen in
de bezetting van de leiding der parketten
en de ministerraad heeft goedgevonden
ook de bezetting in Den Haag tijdelijk te
verlengen. En hiermede werd een élnd ge
maakt aan het gerucht, dat de Bossche
procureur-generaal naar Den Haag zou
worden overgeplaatst. Overigens zijn ook
wij van oordeel, dat met verdere voort
zetting der zaak Oss thans geen enkel be
lang gemoeid is.
De minister heeft trachten aan te too-
nen dat de Zondagswet geen mummie ls,
en nog best kan worden toegepast, mits
met wijsheid. Tegen een strafbare propa
ganda van den Nieuw-Malthusiaanschen
Bond beloofde hij te zullen optreden; voor
de herziening der Pachtwet (die pas een
jaar werkt) ls het nog geen tijd; de unifor
men-zaak is nog in onderzoek en kan
thans niet verder worden besproken; een
nadere regeling van het echtscheidings-
vraagstuk (ontwerp-Goseling) is inder1
daad noodig. En zoo deed de minister nog
enkele andere uitspraken en besprak hij
nog een aantal andere onderwerpen, maar
het voornaamste is hier toch wel weer
gegeven.
Verschillende speciale punten zijn daar
na nog bij de behandeling der afdeelin-
gen teruggekomen.
Ook toen kwam het extremisme nog
even aan de orde, omdat eenige afgevaar
digden (Donker, Wendelaar, Truyen) we
zen op het feit, dat enkele leden der
rechterlijke macht de extremistische op
vattingen zijn toegedaan; mr. Wendelaar
bracht zelfs een gegadigde naar een rech
terlijke functie ten tooneele, die zijn gas
ten ontvangt met de woorden; „Heil Hit-
Ier!" en „Sieg Heil!" De minister ver»
klaarde, dat deze zaken zijn aandacht heb
ben, maar.leden der rechterlijke macht
worden nu eenmaal voor hun leven be
noemd, zoodat hier alleen maar preventief
(bij benoemingen) kan worden opgetreden.
Of leden der rechterlijke macht een com
missariaat moeten aannemen, gelijk een
lid van den Hoogen Raad deed? De minis
ter wilde dit liefst aan hun eigen verant
woordelijkheidsbesef overlaten.
Ook een oud vraagstuk, de reorganisatie
der politie, kwam ter sprake, waarbij mevr.
Bakker-Nort het denkbeeld bepleitte van
een rijkspolitie voor het geheele land, be
halve ln de groote steden. Ook mevr.
Mackay wenschte centralisatie van het"
politie-apparaat, doch de rijks-recherche-
centrale dient los te staan van het depar
tement van Justitie. En er waren sprekers,
die vreesden voor een Nederlandsche Ge
stapo of zoo-iets. De minister heeft echter
deze vrees volkomen ongegrond verklaard.
Er gebeurt vanwege het departement in
zake de politie en de rijks-recherche niets
bijzonders zei hij er is geen geheime
staatspolitie. Een wettelijke regeling is op
dit oogenblik nog niet mogelijk en niet
gewenscht, meende hij, maarover
wegen" en .aandacht schenken" en „nog
eens nalezen" enz. Doch bij de replieken
waren er afgevaardigden, die van oordeel
bleven, dat er vanwege het departement
aan de structuur der gemeente-politie wel
degelijk iets veranderd wordt.
Over de voorgdij-raden en hun „kinde
ren", over het rijkstucht- en opvoedings
wezen, over de reclasseering, over de uit
voering der psychopaten-wetten werden
nuttige opmerkingen gemaakt, waarop de
minister nog bescheid gaf. Maar iets be
langrijks gebeurde er niet meer.
En justitie werd tenslotte zonder hoof
delijke stemming aangenomen.
GEBOREN.
Martha, D. van A. Dreef en J. B. Smit
Paulina, D. van P. Plu en J. van Abswoude
Cecilia Gerarda. D. v. G. Verberg en E C v
Leeuwen - Nelleke.D.v. J.Perestam en A Borst -
Johannes. Z. v. W. F. Flaman en M. Los
Dries. Z. van L. Kleifn en E. Glasbergen
Hendrik Johannes. Z. van F. H. Kemner en J.
Nievaart Jerry. Z. van A. Bennlng en J. J
Viele Allda Maartje, D. van M. D. J. Been
en C. J. van Musscher Hendriks Agatha An-
tonia. D. van A. H. Onderwater en W J J.
Tettero Jan, Z. van C. P. Seller en A. van
Duyl Govert, Z. van J. v. Rijswijk en W B
v. Dijk Immetje, D. van D. v. Duijn en J.
van Rijn Johanna, D. van J. Leuven en J.
G. Kolenbrander.
ONDERTROUWD.
J. C. Jurgens Jm. 24 J. en J. J. Vos jd. 20
GEHUWD.
J. Boom jm. en E. v. d. Blom Jd. A H.
Dernee jm. en W. Crama jd. H. den Hertog
Jm. en E. K. Bauer jd. M. H. v. d. Linde
jm. en R. E. v. Duuren Jd. W. Mulder Jm. en
P. v. Evert jd. A. Nieuwenburg Jm. en J. M
C. Neuteboom jd. J. G. M. v. d. Spek Jm
en J. v. Leeuwen Jd. A. Voortman Jm. en
G A Neuteboom jd. C. Mantel jm. en M.
Freeke jd. W. Scheerhout jm. en R. Wiersma
Jonged.
OVERLEDEN.
M. J. v. Wijk, hsvr. van J. C. Leuering 61 1
- S. P. de Haan, M. 75 j.
Aan de grens toasehen Finland en Noor
wegen. in de provincie Sydvaranger,
heerscht slechts enkele uren schemering
per dag. Tijdens die paar uren laait steeds
de strijd tussehen Finnen en Russen op
(Van onzen Noordschen correspondent).
OSLO, 8 December (Per luchtpost).
Zoo is dan toch de vrees, dat Rusland en
Finland niet tot vreedzame oplossing van
de verschillende problemen zouden gera
ken, bewaarheid: de Sovjet-Unie heeft den
weg van agressie gekozen en Finland heeft
den strijd op leven en dood aanvaard, voert
dezen met een heldenmoed, die in de ge
schiedenis zijn weerga niet heeft.
Natuurlijk is de reactie op deze gebeurte
nissen het sterkst in de nabuurlanden van
Finland. In die streken in Noord-Noorwegen
waar de grens met Finland meer dan 900
k.m. lang is, voelt men de dramatische ge
beurtenissen, welke zich thans in Finland
afspelen, met onheilspellende duidelijkheid
en in de provincie Sydvaranger, waar men
het gebulder der kanonnen kan hooren en
de aanvallen van Russische vliegtuigen
kan gadeslaan, ls een uitgebreide organisa
tie in het leven geroepen om den over de
grens stroomenden vluchtelingen voorloopig
onderdak te verschaffen, alvorens hen ver
der Zuidwaarts te dirigeeren. Noorsche en
andere persorganen hebben vertegenwoordi
gers naar deze provincie gezonden. In dit
jaargetijde duurt de reis per schip, van
Oslo af, precies 5 dagen. Op dit oogenblik
gaat, uit het hooge Noorden, de zon over
dag niet op. Slechts een korte schemering
heerscht er. En juist in de enkele uren dat
het duister voor de schemering wijkt, ont
brandt de strijd tussehen Finnen en Rus
sen: vaak een strijd van man tegen man,
welke soms letterlijk met het mes wordt
beslist
De Noordsche broedervolken hebben tot
nu toe door het beschikbaar stellen van
zeer groote bedragen aan geld. hun sterke
verbondenheid met Finland doen uitkomen.
Men kan thans echter duidelijk vaststel
len, dat de stemmen voor een andere, meer
actieve hulp dagelijks ln aantal toenemen.
In slechts luttele dagen hebben zich alleen
al ln Zweden meer dan 2000 vrijwilligers
aangemeld om te strijden voor de Flnsche
zaak. Niet minder den 47 kantoren ln Zwe
den houden zich bezig met de registratie
van deze vrijwilligers. Hier komt duidelijk
naar voren en dit bleek ook al uit de
berichten over de conferentie der Noordsche
staatshoofden in Stockholm dat de wil
van het volk in de Noordsche landen thans
het initiatief heeft genomen en nog wel in
dier voege, dat een regeering, die anders
dan het volk denkt, eenvoudig gedwongen
wordt om heen te gaan Gelukkig gaat de
meening van het volk niet in tegen die van
zijn eigen diplomaten. Integendeel: het
volk toont duidelijk, dat het hen verdedigt
tegen bultenlandsche intriges van hoogst
bedenkelijken aard. De van nature zoo
rustige bewoners van Noord-Europa blijken
plotseling ook de kunst van demonstraties
en manifestaties te verstaan.
De vraag of Scandinavië nog néutraal
kan blijven, houdt alle verdere problemen
en beslissingen in zich verborgen. Maar de
mogelijkheid hierop met stelligheid be
vestigend te antwoorden, is, wat Zweden
betreft, tot een minimum gereduceerd, voor
al nu Duitschland druk heeft uitgeoefend
op Zweden in verband met de samenstel
ling van een nationaal kabinet. Duitschland
wil de erts-transporten uit Zweden niet in
gevaar brengen. Daarom moet Zweden niet
alleen van Engeland weggedrongen, doch
ook als hulpbron voor Finland geïsoleerd
worden, in ieder geval zoolang de Russisch-
Duitsche vriendschap duurt. Ware het Zwe
den gelukt om Sandler in de regeering te
behouden, dan zou dit een versterking van
het Noordsche front beteekenen en tevens
ook de hulp aan Finland versterken.
Duitschland kan zijn houding ten op
zichte van Finland zeer moeilijk wijzigen,
zoolang het aan Rusland is gebonden. Van
goed-ingellchte zijde he»ft men deze hou
ding overigens uitgelegd als een wraakne
ming voor vroeger (1936—'37). toen Finland
het sluiten van een overeenkomst met Ber
lijn weigerdeZou de Duitsch-Russis-
sche vriendschap tot een gezamenlijk mili
tair optreden leiden daarover is reeds
een bericht geweest dan kan men thans
reeds met zekerheid zeggen, dat de Engel-
sche vloot de bewaking van de voor het
Brltsche Rijk zoo belangrijke kust van
Noorwegen op zich zal nemen. Geruchten
over garanties van de Westersche mogend
heden aan Scandinavië blijven overigens
hardnekkig de ronde doen. De ontwikke
ling van den strijd in Finland zal In de ko
mende weken vermoedelijk het antwoord
geven of ln ieder geval de juiste richt
lijnen geven op de vraag of Scandinavië
nog kans heeft op de handhaving van zijn
neutraliteit, of dat het ln den nieuwen we
reldoorlog medegesleept zal worden.
De pas benoemde Duitsche gezant in Oslo,
dr. Brauer, is dadelijk na zijn ambtsaan
vaarding afgereisd. Zooals ik heb verno
men, ls hij naar Berlijn vertrokken, om
van zijn regeering belangrijke instructies
te krijgen. Met groote belangstelling zal
men afwachten In welke richting de Duit
sche bladen ten opzichte van de Scandina
vische landen zullen gaan schrijven. Het
wordt steeds duidelijker, dat Berlijn ook
Noorwegen zal dwingen, zich van Engeland
af te wenden, iets dat echter, gezien de
nauwe betrekkingen tussehen Noorwegen
en het Britsche Rijk reeds van te voren tot
mislukking gedoemd is.
Een uit eenige leden bestaande Noorsche
handelsdelegatie heeft zich naar Londen
begeven. Hieraan wordt in economische
kringen zeer veel waarde gehecht, vooral
omdat, men er op rekent, dat de delegatie
gunstige resultaten zal weten te boeken.
(Nadruk verboden).
3—3