Datumklokken te Amsterdam - Redding op zee per luchtschip
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
80ste Jaargang
v j.
FEUILLETON
De Hermandad, de
Heros en de Heroïne
TE AMSTERDAM is men begonnen de klokken die langs den weg
veranderen. In het vervolg zal men niet alleen kunnen
zien hoe laat het is, maar zelfs ook den datum kunnen aflezen.
Des avonds zijn deze datum-klokken verlicht.
EEN GEVAARLIJK WERK. Een mijn, die door een Duitschen mij
nenveger ontdekt werd, wordt vanuit een roeiboot
onschadelijk gemaakt.
EEN LUCHTSCHIP van de Amerikaansche Marine, heeft kort geleden proeven geno
men op het gebied van het redden van opvarenden van een op zee verongelukt schip. Uit
een open boot werd een man, die op een brancard was gebonden, naar het
luchtschip getakeld.
DE AANVOER VAN KERSTBOOMEN IS TE ROT
TERDAM BEGONNEN. DE EERSTE KOOPER VAN
EEN MOOIEN KERSTBOOM.
AAN HET WESTELIJK FRONT. DE INGANG VAN EEN
GROOTE FRANSCHE LOOPGRAAF IN
EEN BOSCH.
door
FELIX ODERRICK.
40)
,.lk heb natuurlijk niet stilgezeten, maar
'k had maar een paar lucifers en moe... dus
in het donker werken. Goed dat jij zoo ver
standig was om die lamp mee te brengen.
Kijk eens hier."
Hij toonde zijn vrienden een lage deur,
Fvormd uit ruwe, met ijzer beslagen plan
ton. Op de plek, waarop zij vermoedelijk
hoor middel van een hangslot van buiten
t'gesloten was, vertoonde zij diepe kerven,
hie Bertrand met behulp van zijn zakmes
I ingebracht had.
..Prutswerk zoo in het donker", bromde
„Het hout is tamelijk hard en mijn mes
;tn eenenmale ongeschikt voor dit soort
hnisvHjt. Beide lemmets zijn afgebroken en
I -S 'noest mot de stompjes verder werken.
3 "eb jij een zakmes bij je?"
Teun doorzocht ijverig zijn zakken, maar
Saaleh tastte in de borstzak van zijn gala-
I bijeh en haalde een enorm exemplaar van
•tn keukenmes te voorschijn.
Saalehgilde Jock in extase, ,,jij bent
i ton juweel. Als je nu nog iets voor mij te
'ton zou hebben ook, dan geloof ik, dat
ik je zou willen voordragen voor een erfe
lijk peerschap."
Onverstoorbaar tastte Saaleh ten tweeden
male in zijn boezem, ditmaal aan de an
dere zijde, en haalde een stuk Arabisch
wittebrood te voorschijn.
Hij knikte hoffelijk. Met een trlomphan-
telijken kreet stortte Jock zich op het
brood en verslond het in een oogwenk. „Jou
zwarte diamant", was alles wat hij uit
brengen kon.
Maar toen begon het werk. Zij werkten
voornamelijk in het donker om de batterij
van Teun's zaklantaarn zoo veel mogelijk
te sparen. Tot hun geluk was zij tamelijk
nieuw. Zij schoten betrekkelijk snel op.
Meermalen beproefde Van Duren zijn
krachten op de deur, maar zij was nog te
stevig, en zij werkten door.
Andres kon nu weer op de been blijven.
Zijn linkerhand was blijkbaar verstuikt,
want hij steunde wanneer men er aan
kwam. Berntrand zorgde voor hem. terwijl
zijn vriend en diens knecht ijverig verder
zwoegden. Zij kerfden dikke spanen uit het
hout en langzamerhand begon de deur te
wijken voor den voortdurenden zwaren
druk. dien „De Groote Gemakzuchtige" er
op bleef uitoefenen. Steeds zwakker werd
het hout en tenslotte begaven de planken
het met hevig gekraak. Teun maakte zich
op voor den stoot die de kroon op hun werk
moest zetten. Hij ging zoo ver mogelijk ach
teruit, zoog zijn longen vol lucht en span
de zijn geweldige rugspieren. Maar nog
voor hij den beslissenden stoot kon toe
brengen, sprong Bertrand vlak voor hem,
terwijl hij tegelijkertijd de lamp doofde.
Door de spleten in de planken schemerde
een zwakke lichtstraal.
Zij luisterden. Buiten werd het geluid
van naderende schreden hoorbaar.
„Halt!" fluisterde de detective, „wat ls
daar aan de hand? Wij moeten afwachten.
Heb jij misschien toevallig een proppen
schieter bij je?"
„Nou en of. Ik weet hoe het hoort, als
men op reis gaat."
„Knappe jongen, hoor! Jammer, dat ik
de mijne niet bij mij heb."
Saaleh glimlachte hoffelijk in het duis
ter, diepte uit zijn onuitputtelijke voor
raadkamer de browning van Kolettis op
en drukte hem den inspecteur in de hand.
Deze kon slechts zijn hoofd schudden.
„Hoe gaat het, waarde heeren?" Een
bekende stem werd buiten hoorbaar. „Heb
ben de heeren wellicht al honger? In dat
geval zal ik onmiddellijk den oberkellner
ontbieden. Maar de heeren zullen nog een
momentje geduld moeten hebben. Ik heb
namelijk nog een paar kleinigheidjes te
doen en ik verzoek den heeren zich onder;
tusschen vooral niet te laten storen."
„Carlos", tandenknarste de rampzalige
Andres in zijn moedertaal. ..Carlos, ver
vloekte schurk."
„Sapristi, ach mijn beste Andres". Car
los' stem trilde van ingehouden aandoening
„Heb toch nog een paar daagjes geduld.
Weldra zul je weer een vrij man zijn. Je
hebt je den laatsten tijd toch al zoo'n beet
je gewend aan onvrijwillige vrijheidsbene
ming. Maar wat heb je al niet over voor
een goed vriend! En klaag niet zoo ontzet
tend. Je breekt mijn hart. Geduld maar,"
Een tweede stem van buiten het was
die van Kolettis mengde zich in de con
versatie. Mijnheer Kolettis was volkomen
gespeend van het edele gevoel voor humor.
Hij bracht het derhalve niet verder dan
de woedende, hoonende, grove opmerking,
dat de heeren gevangenen als ze zoo'n hon
ger hadden, elkaar maar moesten verobe
ren. Daarop zwegen zij en men hoorde hen
schuifelen en op iets hards kloppen. Zien
kon men hen niet, daar zij zich ophielden
bij den muur, die de beide vertrekken van
elkaar scheidde.
„Opgepast!" fluisterde Jock, „nu steek
ik de lantaarn aan, en als ik „vooruit" zeg,
dan ren jij op de deur in."
Het licht vlamde op.
„Vooruit!"
Een hevig gekraak, een tweevoudig ge
gil, gevolgd door een hartverscheurend ge
jammer. Dit stamde van den heer Kolettis,
op wien alle ellende in de gestalte van Van
Duuren ln eens terecht was gekomen.
Jock was, het pistool in de hand, naar
buiten gestormd en zag nog juist Carlos
door een soortgelijke kelderopening als
die welke tot de gevangenis toegang gaf.
verdwijnen. Als een foxterrier schoot hij
den vluchteling achterna. Tweemaal knal
de een schot en hij kroop zoo snel hij kon
op zijn beurt door het luik. Achter hem
rende Andres, bezield door dén eenigen
wensch om zijn bittersten vijand naar de
keel te vliegen. De onderaardsche gang
begon plotseling te stijgen in een hoek van
dertig graden en mondde ten slotte uit in
een soort bergplaats, waarin schoppen en
planken opgestapeld lagen.
De warme avondlucht sloeg Jock tege
moet en hij trachtte zich te oriënteeren.
Hij zag dat hij zich op een uitgestrekte
binnenplaats bevond me, verschillende
bergen planken en enkele enorme voorra
den steenkolen. Aan den linkerkant ver
hief zich een geweldige gashouder tegen
den nachtelijken hemel. Achter hem hoor
de hij Andres hijgen.
„Daar, daar", schreeuwde de jongen en
strompelde in de richting van een der
barakken. Een zwarte gestalte daagde op
uit de schaduw en snelde op den muur, die
de Binnenplaats omgaf, af. Bertrand pro
beerde hem van den anderen kant den pas
af te snijden terwijl Andres met alle kracht
die woede en haat hem verleenden, achter
den misdadiger aan zat. Daarbij schreeuw
de hij als een bezetene.
Plotseling zag de inspecteur hoe de ach
tervolgde zich omdraaide en een voorwerp
in de richting van Andres wierp. Hij hoor
de een zachten, doffen slag, gevolgd door
een schellen kreet van Andres. Woedend
verhoogde hij zijn snelheid, maar hij kwam
te laat. De schurk had den muur bereikt,
slingerde zich erop en was in een oogwenk
verdwenen. Toen de detective ter plaatse
arriveerde om zich met de noodige om
zichtigheid naar boven te hijschen, was
er van den man geen spoor meer te zien.
Hij bevond zich precies tegenover Hassan's
kroegje in de Haret el gargir, dat nu met
zware blinden afgesloten was.
Bertrand sprong van den muur. De man
was er in ieder geval bij. Hij begaf zich naar
Andres, die op den grond lag en nauwelijks
hoorbaar ademde.
„Chiquita", zei hij fluisterend. „De schele
hond heeft haar."
Bertrand boog zich over hem heen. In zijn
linkerzijde stak een mes. volkomen identiek
met datgene, wat hem voor korten tijd in
plaats van een ander in den kerker gebracht
had. Zijn adem werd nog stootender, ging
in een gerochel over en hield na twee mi
nuten geheel op. Andres was dood.
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).