Liesbeth Rosemarie:
BINNENLAND }nden
UYLENSPIEGHEL J
fc Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 7 December 1939
Derde Blad No. 24450
1 pT ord
„Het meisje van den Kinderpostzegel"
Onderhoud met Sierk Schroder
Tweed© Kamer.
Geen tekort aan films
in Nederland
Verdrag tusschen Nederland en
Duitschland
„Afweer-reclame".
Hoofdpijn
S"AKK[RTJE
(Tij waren ln het
itelier van Sierk
Schroder, teWas-
snaar, den por
tretschilder, die
dit jaar de welda-
dighelds-postze-
jels „Voor het
Xind" ontwierp.
Hjj vertelt ons
ian de moeilijk
heden en moge-
Ujkheden bij zijn
mtwerp.
Deze postzegel,
ioo vertelt hij
«is. is geschil
derd op een pa-
reeltje van zoo'n
IS cM. breed, in
tempera. Hoe ik
e: toe gekomen
ren? Na alle in
leidende en voor
baande bespre-
ilngen komt eerst
de kwestie van
het idee. Zoo'n
Idee krijg je in
eens. En hetont-
;erp maak je
misschien in een
sail uur. Maar..
toor dat idee „in
eens" komt! Dat
duurt nog wel
eens een tijd.
Haar goed, het
Idee heb ik ge
lregen. Nu was
et één ding dat
roor mij vast
kond. Ik wilde
ren postzegel ma
len, welke ieder, die hem in handen kreeg
tnmlddellijk de „waarde" van zulk een pa-
fiertje zou doen begrijpen.
Slet zoo'n plakzegeltje dat je tusschen duim
m vinger wrijft en dat nooit méér is dan
ten stukje papier. De waarde en de waar-
tfneid moesten er dus dik opldggen. Ik heb
»n hetzelfde idee gehad dat voor mij
thilders als Micfhel Angelo en Botticelli en
ug zooveel meer gelhad moeten hebben, die
peen vlakken wand hun kinderfiguurtjes
bas-relief schilderden. En op dezen post
al staat dus het kinderfiguurtje in relief;
het wordt er zoo mogelijk nog levendiger
nog levender door en het kleine stukje
ipier wordt tot waardepapier, tot een zegel
.1 gedachtemassociaties wekt aan een echt
;el. dat Immers de teekening ook in relief
iagt.
In nu het idee" zegt de Interviewer. „Ja,
it er op een postzegel, waarvan de op-
"igst aan „Het Kind" ten goede komt,
kind moest staan, was mij onmiddellijk
iiidelijk. En misschien ook omdat kinder-
rtret-sdhilderen mijn werk van lederen
is. - De decoratieve oplossing van dit
[el is vrij eenvoudig. Een kruisvorm, het
derfiguurtje verticaal, dwars daarover
hoorn des overvloeds. Ik had eerst een
ander ontwerp, wat mij echter minder
ledigde. En toen is dit gekomen.
Ja, je kunt in een half uur zoo iets sohdl-
Sierk Schroder.
deren. Maar ik heb hier toch wel iets langer
over gedaan. Het uitstekende einde van den
hoorn des overvloeds b.v. heeft mij langer
dan een week bezig gehouden. Het wou niet
zooals lk wilde. En aan dat eene stukje heb
ik dagenlang gewerkt. Tot je tenslotte de
bevredigende oplossing vindt."
En dan gaat de deur open en het atelier
is gevuld met het getrippel van kindervoet
jes en de schilder zegt: „En daar is het
model". En het model blijken er twee te
zijn, namelijk de kinderen van den heer
Schroder zelf. Rosemarie. die zooals zij
zegt, al op de kleuterschool is. en Liesbeth,
die niet aan de conversatie deelneemt en
alleen het handje van Rosemarie kramp
achtig vasthoudt.
Een dergelijk „dubbel model" doet eigen
aardige problemen rijzen. Op de tafel van
den schilder liggen vellen postzegels en het
is niet moeilijk in het levensblije kopje van
het postzegelfiguurtje Liesbeth te herken
nen. Maar de rest
O, zegt Sierk Schroder, ze hebben, terwijl
ik aan het schilderen was, hier in het ate
lier rondgeloopenniet geposeerd, maar als
Ik een been noodig had. moest er een even
met spelen ophouden en voor dien arm
moest Rosemarie op de proppen komen
en zoo is Rosemarie Liesbeth het model van
het postzegelfiguurtje.
|IVan onzen parlementairen medewerker).
BEGROOTING VAN
KOLONIËN.
Ook deze begrooting is er zonder hoofde-
oe stemming doorgegaan.
Minister Weiter heeft getracht, op ver
killende opmerkingen antwoordend, el-
3 heilige zijn kaarsje te geven. Wij lezen
toig bloemen uit hetgeen hij zeide. Voor
«handhaving van de bestaande verdee-
der vlootkosten tusschen Nederland
eIndlë (desnoods met een kleine variatie)
hij het pleit gevoerd; de minister
Metste den gang van zaken bij de vast-
MUng dier bedragen, er den nadruk op
Fisend, dat de eindbeslissing is bij den Ne-
[riandschen wetgever, en dat in de toe-
at, als nieuwe vlootbouw plaats heeft
*iw, die door Nederland wordt betaald)
'exploitatie-kosten van Indlë natuurlijk
'nzlenlijk zullen stijgen. Een grootere bij-
fe voor Nederland achtte de minister,
®en de kosten welke de mobilisatie reeds
™ert, niet mogelijk. Inzonderheid had
«minister ook bezwaar tegen het denk-
*14 van den heer Stokvis, om eveneens
deel der kosten van het Indische le-
'door Nederland te doen betalen.
|Qok inzake Curasao heeft de minister
iele opmerkingen beantwoord, maar erg
I rv. ^et debat niet.
minister verzekerde, dat er op elk
pied hard wordt gewerkt, om een be
landen achterstand in te halen met name
N den socialen en hygiënischen toestand
de volkshuisvesting) betreft. Ook in
T deel onzer overzeesche bezittingen
prat aan de verbetering der verdediging
■fe d' Curasao heeft zijn vrijwillige
■•«rage daartoe verhoogd van 1 tot bijna
T' ton.
Meer behoeven we uit de discussie niet te
"lelden; gelijk gezegd werd de begroo-
5 üoedgekeurd.
BEGROOTING VAN
DEFENSIE.
^Dinsdagmorgen verscheen de memorie
5 antwoord inzake defensie; Woensdag-
Bi,,1? ving de Kamer met de behandeling
I"egrooting aan.
J En een bewijs, dat de Kamer (die, o, uni-
I® ditmaal nog geen enkele avondver-
*jjng heeft gehouden!) in deze om-
Jfdigheden grooten spoed wil betrach-
ll^d" generaal heeft het debat geopend.
Generaal, dat is niet generaal Reyn-
ders, de opperbevelhebber (die zit trouwens
niet in het parlementi maar dat is gene
raal Duymaer van Twist, in dubbelen zin
nestor der Kamer: naar leeftijd en naar
anciënniteit, de man, die als een laat ons
hopen hupsche eerste-luitenant in de Ka
mer verscheen en er uitgroeide tot luite
nant-generaal. Ook al een record!
De generaal dan, wijzend op de enorme
kosten welke de mobilisatie vordert, heeft
op een zoo zuinig mogelijk beleid aange
drongen; hij vreest dat te dure gebouwen
(hotels) zijn gehuurd om verschillende af-
deelingen in onder te brengen. Hij wenscht
ook een snelle beslissing over de Indische
vloot en hield een betoog ten gunste van
slagkruisers. En hij drong aan op een
spoedig besluit inzake het oefenen en op
leiden van buitengewone dienstplichtigen
(vrijgelotenen en vrijgestelden door broe-
derdienst), opdat oudere lichtingen naar
huis kunnen gaan.
Natuurlijk heeft „de" generaal ook de
geestelijke verzorging der gemobiliseerden
onder de loupe genomen en zich verzet
tegen cabaret- en tooneelvoorstellingen en
z.g. „bonte avonden". Hij achtte deze niet
alleen in strijd met den ernst van den tijd,
maar er zijn vele gemobiliseerden, die er
bezwaar tegen hebben. Dit is zoo. En het
moet gerespecteerd worden. Maar men
dwingt hen toch niet om er heen te gaan?
Wie er principieel bezwaar tegen heeft,
blijve thuis.
Over de geestelijke verzorging hebben
ook nog enkele andere sprekers het woord
gevoerd. Dr. Vos was van oordeel, dat er in
dat opzicht te weinig voor de Joodsche mi
litairen wordt gedaan. De heer Van der
Zaal wenschte meer vaste legerpredikan-
ten en vond de organisatie der geestelijke
verzorging niet geheel in orde. In verband
met dit onderwerp had de heer Duymaer
van Twist nog gevraagd, of het waar is
dat er onder de veldpredikers zijn, die tot
de N.S.B. behooren dit schijnt, volgens
allerlei mededeelingen van den laatsten
tijd inderdaad wel vast te staan) en ds.
Van der Zaal wenschte bescherming der
militairen, o.a. „tegen nazi-invloeden".
Een ander onderwerp, waarover aller
lei opmerkingen werden gemaakt, vormden
de verloven. „De" generaal wenschte een
regeling, waardoor niemand verplicht werd
op Zondag te reizen; anderen wilden uit
breiding van de zaken verloven; de heer
Van Sleen betoogde dat de regeling voor
de feestdagen onvoldoende is en teleur
stelling heeft gewekt. Min of meer in ver
band hiermede vroeg dezelfde afgevaar
digde meer bewegings-vrijheid voor de
militairen in hun vrije uren.
Zoo waren er meer onderwerpen, die
werden aangeroerd. Dr. Vos gaf allerlei
wenken op medisch gebied; de heer Van
Sleen wenschte inzake voeding, ligging en
kieeding op enkele punten verbetering; dat
ook betreffende de kostwinners-vergoeding
OOK NIET ALS DE OORLOG EENIGE
JAREN DUURT.
Bij het uitbreken van den oorlog is de
ïlmproductie in Engeland en Frankrijk
ioo goed als geheel gestaakt, terwijl de
ianvoer van films uit de Ver. Staten de
•tagnatie ondervindt, waaraan alle over-
■eesche aanvoer, ten gevolge van de on-
'eiligheid ter zee ook voor de neutrale
cheepvaart, onderhevig is.
In sommige kringen heeft men zich af-
;evraagd, of daardoor de bioscopen in ons
land op den duur geen gebrek aan films
zullen krijgen en of het bioscoopbedrijf
niet ernstig door den oorlogstoestand be
nadeeld zal worden.
Uit een onderhoud met den directeur
van den Nederlandschen Bioscoopbond,
den heer A. de Hoop, is ons gebleken,
dat in den kring der ingewijden deze
ongerustheid niet bestaat en dat men
daar overtuigd is, dat, zelfs wanneer
de oorlog onverhoopt eenige jaren zou
duren, de bioscopen in ons land niet
van films verstoken zullen blijven.
In de eerste plaats beschikken de film
importeurs en -distribuanten in ons land
over een vrij grooten voorraad films, die
nog steeds niet vertoond zijn. In de tweede
plaats wordt in de Ver. Staten de film
productie op den zelfden voet als vóór den
oorlog voortgezet en al ondervindt de aan
voer misschien af en toe vertraging, er
(lijven genoeg wegen open om films te
importeeren. Want behalve over de neu
trale schepen, die de gevaarlijke zone moe
ten passeeren, zijn er nog de Italiaansche
schepen en tegenwoordig ook de trans
atlantische clipper-vliegdiensten. En ten
slotte nemen de Amerikaansche films
verreweg de grootste plaats op de Neder-
landsche markt in, n.l. 60 °/o van den to
talen filminvoer De Fransche invoer is in
den laatsten tijd gestegen tot 15%>, terwijl
de Duitsche invoer, die vóór 1933 meer
dan 50°/o bedroeg, gedaald is tot eveneens
15°/o.
Bovendien kan verwacht worden, dat
men ook niet geheel van Europeesche films
verstoken zal blijven. Immers in Frankrijk
zijn verscheidene studios reeds weer aan
het werk gegaan en in Engeland treft men
eveneens voorbereidende maatregelen. In
Italië maakt men van den toestand ge
bruik om te trachten een plaats op de
Europeesche markt te veroveren en heeft
men de productie gereorganiseerd en op
grooteren voet gebracht. Tenslotte kan Ne
derland zelf op bescheiden wijze in de be
hoeften van de Nederlandsche bioscopen
bijdragen door jaarlijks eenige Nederland
sche films te produceeren.
Aangezien men desondanks niet vooruit
kan zien hoe de toestand zich zal ontwik
kelen wanneer de oorlog zeer lang zou du
ren, heeft de bioscoopbond zich tot al zijn
leden gewend met het advies, geen oude
copieën van uit de circulatie genomen
films te vernietigen.
Dit is niet geschied uit angst voor- een
te kort aan films, maar omdat men het
gewenscht acht een reserve van oude films
te kweeken. nu de waarde van het celluloid
zoozeer gestegen is, dat voor degenen, die
vele oude copieën in hun bezit hebben, het
verkoopen daarvan zeer verleidelijk is.
RESTAURATIE VAN HET PRINSENHOF
TE DELFT.
Delft zal 25 pCt. in de kosten bijdragen.
De gemeenteraad van Delft heeft een
voorstel van B. en W. aangenomen om de
gemeente voor 25 pCt. te laten bijdragen
in de kosten van de voorgenomen restau
ratie van het Prinsenhof, welke op f 340.000
zijn begroot.
UITVOERVERBOD VAN STAF- EN
ANDERE KAARTEN.
Bij Koninklijk besluit is, ter bescherming
van de levensbelangen van het rijk, de uit
voer van staf- en andere kaarten, het Ne-
derlandsch grondgebied betreffende, ver
boden. Dit besluit is onmiddellijk in wer
king getreden.
adviezen werden gegeven, behoeft nauwe
lijks te worden vermeld; de heer Ruyter
had op zich genomen de belangen te be
spreken van hen, die schade hadden ge
leden door inundatie en andere militaire
maatregelen; de heer Kievit bepleitte
maatregelen ter bescherming van onze
koopvaardij-schepen en hun opvarenden.
Deze aanteekeningen uit de discussie be
wijzen voldoende, dat er ditmaal geen
breede of forsche lijnen liepen door het
debat.
Begrijpelijk.
Niet alleen is men het met het beleid
eens, maar de oppositie tegen leger en
vloot zélve, die vroeger bestond, b.v. bij de
socialisten en vrijzinnig-democraten, heeft
zich gelegd en het spreekt van zelf dat het
debat daarvan den weerslag ondervindt.
Iets van die oppositie zal men echter in
het vervolg van het debat nog wel bespeu
ren, want er is nog altijd een zeer kleine
fractie, die principieel van een weermacht
niet weten wil. Maar gisteren beperkte de
discussie zich tot een mozaiek van ver
schillende onderwerpen. Natuurlijk liet
men daarbij niet na hulde te brengen aan
hen, die op post staan voor het vaderland
en aan den geest die onder hen heerscht.
Men zou in staat zijn den minister te
vragen: Excellentie, vervul den wensch van
den heer Ruyter en geef onzen gemobili
seerden boter in plaats van margarine.
Maar is er tegenwoordig nog wel zoo heel
veel verschil tusschen?
REGELING
VAN HET GOEDERENVERKEER.
Aan de memorie van toelichting aan de
Tweede Kamer tot het wetsontwerp hou
dende goedkeuring van het Nederlandsch-
Duitsch verdrag nopens de regeling van het
goederenverkeer met bijlagen en bijbehoo-
rend protocol op 25 Maart 1939 te Berlijn
gesloten, is het volgende ontleend:
Na moeizame onderhandelingen kon het
verdrag van 19 Maart 1938 grootendeels be
stendigd worden, hoewel eenige nieuwe be
palingen en wijzigingen werden opgenomen.
Uiteraard speelde hierbij het in werking
gestelde ontwerp tot wijziging van de ta-
riefwet 1934 en de dientengevolge verhoo
ging der invoerrechten een rol.
Ingrijpende wijzigingen in de economi
sche verhoudingen tusschen beide landen
konden tot opzegging van het verdrag op
korten termijn aanleiding geven.
Daar deze algemeene waarborg, gezien de
wijziging in de Nederlandsche tariefpolitiek,
niet meer voldoende kon worden geacht,
moest naar een nieuwen vorm van ver
dragsrechtelijk evenwicht worden gezocht.
Deze werd ten slotte hierin gevonden, dat
artikel 1 van het verdrag naast de 'reeds
vroeger in een bij het verdrag behoorende
lijst van afzonderlijke en met name ge
noemde tariefverplichtingen van Duitsche
zijde thans ook in een lijst van verplich
tingen voor de Nederlandsche regeering
voorziet. Voor den duur van dit verdrag
verbindt de Nederlandsche regeering zich de
invoerrechten voor de aldaar genoemde
goederen niet te zullen verhoogen. Deze
goederen vallen alle buiten de werking der
op 1 Maart 1939 ingevoerde tariefverhoo
ging, terwijl geen verplichtingen werden
aanvaard om de bestaande of de verhoog
de invoerrechten te verlagen.
Voorts werden de noodige wijzigingen
aangebracht in verband met het feit. dat
thans ook onder dit verdrag geregeld is het
goederenverkeer met het voormalige
Oostenrijk en de Sudetenduitsche gebieden.
Zakenleiders: thans zullen nieuwe
concurrenten opduiken. Verweert U
doeltreffend, adverteert de voordeelen
die Uw artikel, Uw bedrijf ook nu nog
biedt. 3971
Nu geregeld adverteeren is meer noo
dig dan anders. Het is een verstandige
bedrijfsverzekering die, zooals bij alle
verzekeringen, eerst op het- critieke
moment van onschatbare waarde zal
blijken.
WIJZIGING TARIEFWET
EN WET OP HET STATISTIEKRECHT.
Aan de memorie van antwoord aan de
Eerste Kamer over het ontwerp van wet
tot wijziging van de tariefwet 1934 en de
wet op het statistiekrecht is het volgende
ontleend:
De regeering heeft met belangstelling
kennis genomen van de beschouwingen
vervat in het voorloopig verslag over dit
ontwerp van wet.
Wanneer zij thans zal trachten op deze
beschouwingen in te gaan. wil zij voorop
stellen, dat ook zij op dit moment niet ten
volle in staat is zich deze resultaten zuiver
voor oogen te stellen.
Vóór het afloopen van de periode, waar
voor de tariefverhooging is bedoeld, hoopt
de regeering nadere mededeelingen te doen
aan de Staten-Generaal.
Wat betreft de vraag of de groote op
brengst der invoerrechten in de afgeloopen
maanden van dit jaar er op wijst, dat de
bij de tariefverhooging betrokken industrie
takken niet in staat zijn geweest hun arti
kelen in grootere mate te vervaardigen dan
voorheen, kan slechts worden opgemerkt
dat de werkgelegenheid in deze takken zich
in de afgeloopen periode bevredigend heeft
ontwikkeld en dat over het algemeen geno
men de productie kon worden opgevoerd.
Het is de regeering in verband met den bij
de eerste tien maanden van 1938 vergeleken
33 millioen gulden grootere invoer, niet
recht duidelijk, welke vele handelsonderne
mingen reeds thans ernstige belemmering
van de tarlefsverhooging ondervonden.
Er zijn van die dingen, daar zijn U en
ik, als verlichte stadslién, volledig mee ver
trouwd en verzoend. Wanneer U het elec-
trisch licht op steekt, zakt Uw kin nóóit
van ver- en bewondering op Uw boordje
en wanneer een meneer, die in New-York
staat te schreeuwen, via den luidspreker,
de glazen in onze kast laat rinkelen,
vertrek ik geen spier van mijn gelaat.
En zoo leeren wij van kinds af aan de
wonderen der techniek aanvaarden als iets
héél natuurlijks, als een erfdeel, dat ons
rechtens toekomt. Wij tappen helder en
koel drinkwater uit de kranen, wij koeste
ren ons in de zachte straling der centrale
verwarming, wij strekken onze vermoeide
ledematen uit op de springveeren gezond
heidsmatrassen, na ons lichaam te hebben
verkwikt met een lauwe douche. Als spoe
len in een weefgetouw schieten wij heen
en weer door ons land in comfortabele
auto's en als korporaal Pieterse „ergens in
Limburg" des avonds een brief post voor
Fietje in Roodeschool, leest het lieve kind
zijn ontboezemingen bij haar ochtend
boterham. In de bioscoop rolt zich het eene
levensdrama na het andere in ontstellende
echtheid voor onze oogen af en als 's mid
dags een Japansche minister harakiri
pleegt, lezen wij het 's avonds in de krant
met zijn portrc. er bij onder het genot van
een kopje thee uit Ceylon met suiker er in
uit Indic en electrisch gekookt water. Onze
kinders hebben niet eens belangstelling
meer voor een wonder als de stofzuiger en
als iemand bekent, dat hij nog nóóit in
een vliegtuig heeft gezeten, bekijken wij
hem met een mengsel van verbazing en
1 medelijden, want wij kunnen het ons nau
welijks voorsteilen
I Niet alleen de stad zwelgt in de zege
ningen der techniek, die overigens lang
niet alle zoo zegenrijk zijn, als de uitvin
ders hoopten, dat zij zouden worden, toen
zij in hun laboratoria de zware overwin
ning op de weerbarstige stof hadden be
vochten. Ook het platteland kent zijn
radio's en zijn stofzuigers, zijn auto's en
zijn waterleiding, zijn electrisch licht en
zijn krant. P.T.T. bedient het dorp even
goed als de stad, o. de dorpeling kan tegen
woordig óók een duit in het technische
zakje doen
Maar er is één instrument, dat het dorp
niet ként, omdat het dorp het niet be
hoeft. In het dorp is ruimte genoeg, daar
bouwt men niet in de hoogte, doch in de
breedte. En daarom bezit het dorp géén
lift. Daarom ként het dorp de lift niet.
En daarom beefde het tweetal vrouwen zoo,
dat in een groot magazijn hier ter stede
op de lift stond te wachten.
Allebei hadden zij die frisch-geboende,
roode wangen, die den aan poeder en dag
en nacht-crèmes gewenden stedeling bin
nensmonds „groene zeep" doen mompelen
en allebei droegen zij mantels, die ik en
weet niet waarom onmógelijk uit de stad
afkomstig konden zijn en dat waren zij
dan ook niet, de mantels niet en de vrou
wen niet.
Zwijgend stonden zij daar, met gezichten
alsof zij op de voltrekking van een dood
vonnis wachtten, tot de lift óp zou duiken
in zijn glazen huis.
De lift verschéén kwiek opende de
liftboy de schuifdeur:
„Dames?"
Zij aarzelden, keken elkaar aan.
Toen trok de oudste bescheiden aan de
mouw van mijn jas en trouwhartig vroeg
zij;
,,'t Ken toch geen kwaad, he?"
„Vast niet. hoor", verzekerde ik haar
ernstig, „Ik ben zélf vader van een gezin
en ik ga toch óók
Wij daalden statig. En met élke verdie
ping keken de dames fierder en geruster.
Het dorp zal er wel méér van hooren
HET AMSTERDAMSCHE RAADHUIS-
VRAAGSTUK.
In hun voordracht van 28 April 1939 stel
len burgemeester en wethouders van Am
sterdam den raad voor te besluiten:
le. vast te stellen dat de raadhuisprijs
vraag niet het beoogde resultaat heeft op
geleverd en mitsdien geëindigd te verkla
ren.
2e. zich in verbinding te stellen met de
architecten-combinaties M. DuintjerA.
Komter en J. F. Berghoefir. J. J. M. Veg-
ter, teneinde te trachten, op grond van de
door hen ingediende schetsontwerpen tot
het definitieve ontwerp te komen.
De heer W. Boissevain neemt tegen punt
2 stelling in een uitvoerige memorie aan
den gemeenteraad en stelt voor inplaats
daarvan te besluiten:
2e. Burgemeester en wethouders uit te
noodigen
a. de noodige voorstellen te doen betref
fende de ruimteverdeeling in het nieuwe
raadhuis.
b. een nader onderzoek in te stellen naar
de begrenzingen van het voor den bouw
van het nieuwe raadhuis aan te wijzen
terrein.
3962
(Ingez. Med.)
OMZETTEN IN HET WINKELBEDRIJF
GESTEGEN.
De bedrijvigheid in den kleinhandel,
welke, naar aanleiding van het uitbreken
van den oorlog, zoo sterk was toegenomen,
is blijkens ingekomen de gegevens, tot een
meer normaal niveau teruggekeerd. Ter
wijl de omzet naar de waarde gerekend
in een aantal grootwinkelbedrijven en
middenstandszaken (geen levensmiddelen-
bedrijven) in de drie grootste gemeenten
des lands in October gemiddeld nog 20 pet.
hooger was dan in October van het vorige
jaar. is het overeenkomstige percentage
voor November gedaald tot 8.
In het winkelbedrijf in kruidenierswaren
was de geldomzet in October j.l. nog 9,4
pet. hooger dan in October 1938. Voor de
grootwinkelbedrijven luidt dit percentage
14,4. voor de coöperatieve verbruiksveree-
niging 6,2 en voor de middenstandszaken
33 millioen gulden grooteren invoer, niet
van nog niet beschikbaar.
Aangezien deze percentages gebaseerd
zijn op de omzetten in geld, dient men te
bedenken dat de stijging ten opzichte van
1938 voor een deel door verhooging van het
prijsniveau veroorzaakt is.
TELEGRAMMEN IN GEHEIMSCHRIFT
VERBODEN.
De opperbevelhebber van land- en zee
macht heeft een telegraaf- en telefoonre-
geling vastgesteld, die gisteren in werking
is getreden en voor het geheele land
geldt. Hierin zijn algemeene regelen
gesteld, waaronder ontheffing van de schor
sing van telegraaf- en telefoonverkeer
wordt verleend. Geen ontheffing wordt
o.a. verleend voor telegrammen in geheim
schrift, telegrammen en telefoongesprek
ken zonder inhoud of waarvan de inhoud
geen algemeen verstaanbaren of aanneme-
lijken zin oplevert en voor telegrammen of
gesprekken in een andere taal dan he« Ne-
derlandsch, Duitsch, Engelsch of Fransch.
Evenmin wordt ontheffing verleend voor
het overbrengen van telegrammen en voor
het voeren van telefoongesprekken, voor
zoover de inhoud door het militair gezag
in strijd wordt geacht met de belangen van
den staat of de openbare orde.