Zware brand te Delft - Het gouden jubileum van den K.N. V.B.
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
11 -
F*
i v
80ste Jaargang
FEUILLETON
Hermandad, de
Heros en de Heroïne
NA VEEL OMZWERVINGEN TERUG IN HET VADERLAND. Bij Den
Helder is een sloep binnengebracht van het op een mijn geloopen Nederland-
sche schip Simon Bolivar". Een stille getuige van veel leed....
GROOTE UITSLAANDE BRAND TE DELFT
in een loods van de Delftsche Machinefabriek
Reineveld. De nablussching.
HET 50-JARIG BESTAAN VAN DEN K.N.V.B. In hotel „Wittebrug" in
de residentie recipieerde het bestuur. Namens den opperbevelhebber kwam
kolonel van Alphen gelu^wenschen. achter dezen kapitein Paters.
DE KRACHTIGSTE ZEESLEEPER TER WERELD, DE „ZWARTE ZEE"
welke uitgerust met paravanes, Nederlandsche schepen door de mijnenvelden
brengt, is in het Wilton-dok te Schiedam opgenomen, om nagezien te worden.
D.F.C. MOEST IN V.U.C. HAAR MEERDERE ERKENNEN.
4—3 WONNEN DE ZWART-WITTEN. EEN
AANVAL OP HET V.U.C.-DOEL.
MET HET 100-JARIG BESTAAN VAN „ARTI ET AMICITIAE"
TE AMSTERDAM. De minister van O., K. en W., Z.Exc,
G. Bolkestein, speldt prof. Huib Luns de versierselen van
ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw op.
door
FELIX O'DERRICK.
Daarop bevalen zij den chauffeur, die de
"tie zaak volkomen onbewogen had aan
ton, zonder een hand uit te steken, ver-
«r te rijden, stapten op het groote plein
ulzah uit en beloonden hem met een fooi
k bewezen diensten. Aldus was de
®aa voor alle betrokkenen geregeld. Zij
gakten nog een wandeling van een kwar-
°tr en reden vervolgens met een andere
via oud-Caïro en Gizah weer huis
arts, dat wil zeggen naar de woning van
S"es, aangezien die van zijn vriend Arls-
Jes reeds door agenten in het oog werd
touden. Het spoor was voorloopig uitge-
J?ht, van welk feit den volgenden morgen
w den chef der recherche met een ver-
J('°sching en door Ferid Bey met een stie-
P® grijns kennis werd genomen,
bw maakte korte metten met zijn snor,
zijn haar anders hij was niet voor
zoo lang bij variété en circus werk-
r*'11 geweest en wisselde genoegzaam
jjcSMaante om niet door lieden, die hem
c-Ms vluchtig gezien hadden, herkend te
lil worden- Den volgenden ochtend be-
jbrj zich naar zijn vriend Andres, die
iC® vol ongeduld op hem zat te wachten,
eerste vraag van den Jongen gold
Carlos krulde met een meditatief gebaar
zijn onderlip.
„Chiquita hm", zei hij. „Ja, ik heb haar
gisteravond gesproken."
„Werkelijk? Wat heeft ze gezegd? Hoe
gaat het haar? Heeft ze nog over mij ge
sproken?"
„Geduld", lachte zijn vriend, „geduld,
mijn zoon. Je legt mij het vuur zoo na aan
de schenen, ik weet niet wat ik het eerste
zeggen moet. Ja, inderdaad heb ik gisteren
met haar gesproken. Met haar gaat het
best. Die zit dik in het vet. Ze heeft het ook
eventjes over jou gehad. Ja, zelfs heel min
zaam."
„Carramba".
.Niet vloeken, jochie. Het is toch aller
liefst, dat zoo'n fijne dame nog een heel
vage herinnering heeft aan haar vroegere
vrienden. Ik moet werkelijk zeggen, Andres
dat ik me in dat meiske danig vergist heb.
Haar hardvochtige koelheid heeft mij ten
zeerste gekrenkt."
Andres werd spierwit en bewaarde het
stilzwijgen.
Carlos hernam op ernstigen toon: „An
dres, mijn jongen, wij stammen beiden uit
een land, waar men dergelijke beleedigin-
gen niet zoo maar pleegt te slikken. Ik
geloof dat het het beste is, als je haar nooit
meer aankijkt."
Andres lachte bitter. „Dat zou haar best
in haar kraam te pas komen. Ze zou mij er
nog dankbaar ook voor zijn. Neen. mijn
waarde Carlos. Ik zal haar leeren met wien
zij te doen heeft. Ik zou haar alleen nog "en
keer willen ontmoeten."
„Nu. dat zou je best eens kunnen pro-
beeren."
„Zij heeft nog een vage herinnering aan
mij, zei je, nietwaar? Hebben wij soms geen
contract samen. Heeft haar moeder haar
soms niet aan mij toevertrouwd? Wilde ik
soms niet met haar trouwen? Neen, ik moet
tot iederen prijs met haar spreken. Mis
schien heeft ze dat alles alleen gehuicheld
met het oog op dien schurk, die bij haar
was."
„Je zou dus met haar willen spreken? Wel
misschien kunnen we een ontmoeting ar-
rangeeren. Maar dat moet heel handig ge
daan worden. Alleen bereik je natuurlijk
niets en zelfs al zou je haar zien en met
haar spreken dan schiet je nog niets op,
want haar dappere ridder verlaat zij toch
niet. Geen sprake van bij haar."
„Dan vermoord ik haar."
„Ach, mijnheer heeft nog niet genoeg van
voorarrest. Ezel. Neen, dat pakken wij heel
anders aan. Jij belt haar eenvoudig op als
die dikzak niet thuis is, je verzoekt haar jou
een onderhoud toe te staan en gaat ze daar
na niet goedschiks met je mee, dan zullen
wij haar wel dwingen."
„Dwingen? Maar hoe moet dat?"
„Ik zei wij. Jij. in je eentje, kunt heele-
maal niets beginnen, maar ben ik er dan
niet? En mijn vrienden beschouwen mijn
vrienden als de hunne. Op ons kun je
rekenen."
„Carlos, ik zou een groote ellendeling, een
afschuwelijke ellendeling zijn, als ik ooit
zou vergeten, wat jij voor mij gedaan hebt."
„Maar Andres, zwijg toch; ik doe dat im
mers met alle plezier voor je."
„Waarmee zal ik je ooit mijn dankbaar
heid kunnen bewijzen, amigo?"
„Hm dankbaarheid Ik verlang ten
slotte geen dank. Je zou mij hoogstens een
kleinen dienst kunnen bewijzen."
„Iedere dienst, onverschillig welke."
.Buitengewoon vriendelijk van je. Lui
ster: Herinner jij je die brieven die jij op
dien noodlottigen namiddag gevonden hebt
en die je aan Kopolovici terug had willen
geven?"
„O ja, die brieven; natuurlijk herinner ik
mij die. Ook die Engelsche detective, die
mij uit de gevangenis bevrijd heeft, vroeg
mij ernaar."
„Deed hij dat? Zoo, nu, die brieven heb
ben voor een mijner vrienden een zekere
waarde en hij verzocht mij ze voor hem in
handen te krijgen. Een plezier, dat ik hem
kan doen, zie je. Als jij Chiquita nu eens
vroeg om de brieven mee te brengen en
je kreeg dat gedaan, dan zou je daarmee
dezen man en dus ook mij persoonlijk een
grooten dienst bewijzen. Bovendien kan de
vriendschap met den man in kwestie voor
jou heel nuttig zijn, aangezien hij een
prachtige villa in Boven-Egypte bezit,
waarheen je Chiquita zou kunnen brengen
Naar dit elegante verblijf hier kun je haar
moeilijk brengen, maar in een dergelijk
soort paleis zal zij natuurlijk gaarne met
jou haar intrek nemen. Wij brengen haar
dan eenvoudig per auto er naar toe."
„Dat zou schitterend zijn."
„Waar of niet? Zul jij me dus deze pa
pieren bezorgen? Je hebt er per slot van
rekening recht op en voor Chiquita zijn ze
van nul en geenerlei waarde."
„O, ik garandeer je, Jat ik ze voor je te
pakken krijg, Carlos", riep Andres vol vuur
uit.
..Heel verstandig van je. En nu zal ik je
mijn plan uiteenzetten: Een van mijn
vrienden zal ons berichten, wanneer de
dikzak zijn huis verlaat. Hij zal jou vervol
gens onmiddellijk in het café opbellen,
waarop jij op jouw beurt onmiddellijk Chi
quita kunt opbellen. Je zegt haar, dat je
haar graag zou willen spreken. Je bent
aardig en vriendelijk tegen haar, maar
niet al te veel. Alleen maar kameraad
schappelijk. Wanneer ze je mocht uitnoo-
digen naar de villa te komen, dan sla je
de uitnoodiging resoluut af. Zeg haar ge
rust, dat de hechtenis je nog te veel in je
beenen zit dan dat je bij zulke fijne lui
thuis zou willen komen. Geef deze reden
ook op voor je verzoek of zij alleen wil ko
men. Vraag om de brieven, aangezien je
oie onvoorwaardelijk noodig hebt om je
onschuld te kunnen aantoonen. Laat haar
komen bij de halte van de metro bij Pont
Lemon bij het hoofdstation. Daar zal ik
met een auto wachten en in haar verwar
ring zal zij niet te veel vragen, maar on
middellijk instappen. Voor de rest zullen
wij dan wel zorgen."
„Schitterend, Carlos. Maar geweld ge
bruiken willen wij toch alleen maar, wan
neer zij ons daartoe dwingt, hè?"
„Jou kleine idealist", riep Carlos bijna
teeder uit. „Het - eschiede, zooals je be
veelt. Maar dat zal hooge eischen aan je
zelfbeheersching stellen. Wees dus zoo han
dig en verstandig mogelijk. En vergeet
vooral de brieven niet. Wees bedroefd,
wanneer zij neen zegt, voor mijn part met
een scheutje vertwijfeling, zoodat je haar
pijn doet."
„Carramba!"
„Nou. nou. Het is al goed zoo. Overigens
zal mijnheer Mandrides. waarmee je on
langs kennis gemaakt hebt. zoo vriendelijk
zijn ons bij het een-en-ander de behulp
zame hand te bieden. Hij zal voor den wa
gen zorgen en aan hem kun je ook de pa
pieren ter hand stellen. Ook ik zal aan
wezig zijn."
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).