Met een bommenwerper
op patrouille
Dr. Colijn spreekt in de
Eerste Kamer
UYLENSPIEGHEL J
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 30 November 1939 Derde Blad No. 24444
Geen bezwaar tegen socialistische
ministers
lOsie Jaargang
Wij ontdekken een vreemd vliegtuig
Critiek op de R.K. Staatspartij
Tweede Kamer.
In den
GESCHENKEN
N.V. v.h. Fa. BERNARD
O
Als er gevaar dreigt uit de luclit.
r (Van onzen speclalen verslaggever).
Met veel overstappen en stoppen ver
roert de trein ons naar „het Hooge Noor
den", want ons volgend bezoek geldt het
rllegkamp „De Mok" der Marine op het
eiland Texel. Eenlge plaatsjes ln Noord-
Holland liggen totaal in het duister. Onwil
lekeurig gaan onze gedachten naar de lan
den welke thans ln oorlog zijn en waar alles
des avonds ln het diepste duister ls gehuld.
En deze gedachte wordt nog sterker als
slechts eenige oogenblikken, nadat wij onze
Intrede ln Den Helder hebber, gedaan, eens
klaps een dofle harde knal weerklinkt, ter
wijl zoeklichten met hun blauw-witte stra
len den hemel afzoeken. Er zijn vliegtuigen
tan een vreemde nationaliteit gesignaleerd
dicht onder de kust en zoo komen afweer
geschut en zoeklichten in actie. De bevol
king is een en al belangstelling, zich niet
ten volle reallseerend, dat deze nieuwsgie
righeid ietwat gevaar van vallende gra
naatscherven meebrengt. Telkens weer
dreunen de vuurmonden, dan wordt het
stil. De onbekende vlieger heeft zich klaar
blijkelijk de waarschuwing ter harte geno
men en ls van koers veranderd.
Reeds vroeg ln den morgen zien wij van
uit onze hotelkamer, dat allerlei soorten
marinevaartuigen de haven van Nleuwe-
dlep verlaten, hetzij op patrouille, hetzij om
te oefenen.
Aan den steiger ln de buitenhaven ligt
de raceboot van het vliegkamp gereed. De
gasmanettes voor de twee 275 p.k. Ker-
math-benzlne motoren worden geopend en
met een 18-mljls vaart schieten wij het
Texelschegat door, terwijl aan belde zijden
van de boot het bulswater hoog opspat.
Tien minuten later zijn wij er. Langs de
vlonders ligt een aantal drijvertoestellen
warm te draaien, zij zijn langs een helling
op een wagentje vanuit de hangars te
water gebracht.
Vlaggenparade. Een signaal. Alle mili
tairen staan stram ln de houding als de
Nederlandsche driekleur aan een langen
mast omhoog gaat, een ceremonieel, dat
eiken dag plaats vindt. Van den comman
dant vernemen wij dat hij een groote twee-
motorige moderne bommenwerper, een
T8-W, fabrikaat Fokker, te onzer beschik
king heeft gesteld en de chef-piloot van
bet kamp zal met ons een tocht maken
langs de gebruikelijke route, d.w.z. tot
Schiermonnikoog. De T 8-W ls een laag-
dekker met 2 motoren van elk 700 p.k. De
bewapening bestaat uit twee mitrailleurs,
waarvan er een draaibaar op een ring ls
opgesteld, terwijl de andere door den romp
schiet. Het toestel heeft een geheel glazen
overkapping, het uitzicht voor de verschil
lende leden van de bemanning ls prachtig.
Behalve als bommenwerper is het toestel
eveneens te gebruiken als torpedovliegtuig,
welke dan wordt opgeborgen in den romp.
Wij krijgen een plaatsje voor ln den
neus, waar anders degene ls gezeten, die
belast ls met het afwerpen der bommen,
waartoe hij door een venster ln den bodem
'echt naar onder kan kijken.
Wij taxiën de haven van het vliegkamp
bit, de drijvers snijden door het water. Dan
wordt van koers veranderd, recht tegen
bon wind ln. De gashandles zijn geheel
naar voren geduwd, de motoren brullen,
met een duivelsche snelheid gaat het over
bet watervlak. Alles trilt door de snelheid
en kracht waarmede de golven tegen de
drijvers stootcn, maar het water moet bet
legen het vliegtuig afleggen. Ecnklaps
wordt het aan boord rustiger.... we zijn
los. Reeds vliegen wij over Den Helder. De
piloot draait een sierlijke bocht. Onder ons
ligt als een scheepsmodel Hr. Ms. kruiser
•Sumatra". Nu vangt onze patrouilletocht
aan. Wij volgen de kustlijn van het eiland
Texel. Zouden wij nog vreemde vliegtuigen
hen? Wij zitten er juist over na te denken,
als wij door den piloot opmerkzaam worden
Smaakt op een ander vliegtuig, dat verder
wen zee een tijdlang gelijk met ons op-
"iegt en waarin de piloot een toestel van
f,n der oorlogvoerenden herkent.
Om op alle eventualiteiten voorbereid te
aljn worden de mitrailleurs ln gereec"'eid
k'bracht Ons journalistiek hart begint te
hoppen Zou ons straks een avontuur te
wachten staan zooals nog slechts weinigen
onzer Hollandsche collega's beleefden?
Maar het hart klopt ook nog op andere
Jlfce. Als het tot schieten on het vreemde
•bestel komt, hebben we straks een prach-
g verhaal of heelemaal nooit meer. moch-
«n wij eveneens onder vuur genomen en
wraakt worden Nog zitten wij de vestie
!°or ons zelf uit te puzzlen. als de vreem
deling uit het gezicht verdwijnt Wellicht
f!;0ft hij ons bemerkt en een meer Noorde-
jwen koers Ingeslagen Het zonnetie dat
Jj «en wolkenloozen winterhemel zijn
•«alen omlaag schiet, geeft onder den gla-
koepel een aangename warmte, maar
"o koude lucht, welke door het gat langs
den mitrailleurloop naar binnen stroomt,
geeft meer dan voldoende afkoeling.
Dat het voor de scheepvaart ln deze con-
trijen bij slecht weer moeilijk navlgeeren is,
en dat zij ervoor moeten oppassen niet vast
te loopen, wordt ons uit de lucht duidelijk
bewezen, als we onder ons op Vlieland, vlak
bij een golfbreker, een Hollandsch stoom
schip zien Iggen, hoog en droog op het
strand. Onder Terschelling zit een Finsche
houtboot „Elsie" genaamd, vast, de lading
ls gaan werken en deels overboord ge
spoeld, het schip ls verlaten.
De Wadden geven een eigenaardig beeld
te zien. Door het schijnsel, dat de zon erop
werpt, lijken ze een groote legkaart. Fel
contrasteeren de drooggeloopen stukken te
gen die waarop nog water staat en de vaar
geulen, Het ls, alsof aan de legkaart nog
hier en daar stukken ontbreken.
Op het strand van Schiermonnikoog ligt
half onder het zand bedolven een Duitsche
vliegboot. Men zal zich herinneren, dat
eenigen tijd geleden een Duitsch toestel
werd beschoten door onze vliegtuigen,
waarna het gedwongen werd te landen. De
bemanning wist te ontkomen aan boord
van een andere Duitsche machine, welke
dicht bij de gedaalde boot neerstreek. Pilo
ten van De Mok hebben geprobeerd de
Duitsche vliegboot te redden. Ze streken in
de buurt ervan neer en zwommen naar de
boot toe, met de bedoeling het vliegtuig al
taxiend in veiligheid te brengen. De boot
was echter volkomen lekgeschoten en toen
de vliegers ongeveer tot aan hun hals in
het water zaten, moesten ze hun bergings
pogingen staken. De Dornierboot is later
aangespoeld, waarop men de bruikbare dee-
len er uit heeft gesloopt en den romp aban
donneerde.
Op onzen terugweg komt een patrouillee-
rende machine ons gezelschap houden en
vliegt een tijd lang op gelijke hoogte mee
op. Keurig blijven de machines naast el
kaar. ofschoon de afstand tusschen de
vleugeltips slechts enkele meters bedraagt.
Typisch gezichtsbedrog; eensklaps zien wij
de andere machine horizontaal stijgen.
Onze piloot vliegt nu zeer laag, ongeveer
ter hoogte van de duintoppen, tot groot
vermaak van diegenen, die zich aan het
strand bevinden.
Eensklaps draaien wij rechts af in de
richting van de zee. Onze piloot heeft een
sleep ontdekt. Het is een kraan, gebouwd
bij de werf Gusto te Schiedam, voor Russi
sche rekening, welke met behulp van twee
booten wordt gesleept. Het transport vaart
onder de roode vlag met sikkel en hamer.
Na anderhalf uur, veel te snel naar on
zen zin, zijn we weer in De Mok terug. Na
de lunch bezichtigen wij de hangars en
werkplaatsen, dan zijn wij getuige van de
oefeningen in het torpedo-afwerpen, bom-
menwerpen en mitrailleur schieten. De
raceboot biedt ons een schitterende gele
genheid als toeschouwer, deze oefeningen
van nabij gade te slaan.
Veel te vroeg breekt het uur van vertrek
aan. De vallende duisternis stemt tot me-
diteeren. Wij hebben thans een kijkje ach
ter de schermen gehad. De stemming bij de
Kon. Nederlandsche Marine is goed, men is
paraat. Zou ooit een vreemde mogendheid
probeeren vanuit zee ons land aan te val
len, dan zien zij tegenover zich een vloot,
bemand met waardige opvolgers van onze
zeehelden uit vroeger eeuwen, mannen die
met hand en tand het vaderland zullen
verdedigen.
De T 8 ff in den start.
(Van onzen parlementairen medewerker).
Laat ons erkennen, dat de Eerste
Kamer vaak in een moeilijke positie
verkeert, die het gemakkelijk maakt,
haar te critiseeren.
Immers;
Zij moet altijd de ontwerpen ên de
onderwerpen in tweede instantie be
handelen en kan daardoor onmogelijk
ontkomen aan het herhalen van reeds
(aan de overzijde) gevoerde debatten.
Dit spreekt te meer, wanneer het alge
meene politieke debat zóó spoedig volgt op
dat in de Tweede Kamer, als dit Jaar het
geval ls. Dan kan het niet anders, of tegen
een herhaling ontstaat bulten de Kamer
een critische stemming, vooral in tijden
als wij beleven. De Senaat kan zich daar
tegen alleen, en dan nog slechts ten deele.
hoeden door groote bondigheid, door een
sterke mate van zelfverloochening. En
daartoe zijn de heeren niet altijd in staat.
Maar erkend moet worden dat zij ditmaal
de maat stellig niet overschreden: reeds
den eersten dag spraken alle fractie
leiders.
Wij zullen hier volstaan met slechts het
allervoornaamste uit de discussie te ver
melden.
Dat de gebeurtenissen met de kabinetten
Colijn IV en Colijn V en de formatie van
het kabinet De Geer in dit debat terug
keerden. spreekt vanzelf. Maar wat was er
nog nieuws over te zeggen? Niets. Wie ver
mocht er een nieuw licht op te werpen?
Niemand.
Dc heci Van Lanschot verdedigde het
voorstellen van de motie Deckers in de
andere Kamer en achtte die motie vol
komen te liggen in de parlementaire
lijn; hij huldigde minister De Geer
voor dc gevonden oplossing en de
goede formatie, doch verklaarde uit
drukkelijk, dat de Itoomsch-Kathol le
ken het herstel van de coalitie te zijner
tijd zeer op prijs zullen stellen; ln dit
opzicht was hij optimistischer dan dr.
Colijn
Ook de heer Dc Savornin Lohman was
met het kabinet ingenomen, doch meende
dat ten aanzien van de sociaal-democraten
toch waakzaamheid noodlg blijft, in weer
wil van de kentering onder hen.
Prof Kranenburg, die ook al sympathiek
tegenover het kabinet stond, had er eenlg
bezwaar teven het extra-parlementair te
noemen en de heer Gelderman verklaarde,
dat de liberalen wel voor de tot stand ko
ming van het Kabinet De Geer mede-ver
antwoordelijkheid dragen, maar toch be
reid zijn het zooveel mogelijk te steunen.
Dat ook de heer De Zeeuw, als sociaal
democraat, niet onwelwillend stond tegen
over dit ministerie, lag voor de hand; hij
eritiseerde het optreden van coalitie
kabinetten. die, meende hij, op onzulveren
grondslag staan en daardoor geen vrucht
baar werk kunnen doen. Voorts pleitte de
heer Van Vessem voor opheffing der ver
boden jegens de N.S.B.
Over het algemeen namen al deze hee
ren hetzelfde standpunt in als hun geest
verwanten ln de andere Kamer. Voor spe
ciale punten vroegen zij daarbij bijzondere
aandacht (bv. voor de zoo noodzakelijke
vlootversterking) en, den financleelen toe
stand als ernstig beschouwend, gaven zij
daarover verschillende adviezen ten beste.
Mr. Van Lanschot stelde bovendien de
vraag, of de regeering niet wilde voorstel
len, de bevoegdheden welke ten aanzien
van de drukpers onder den staat van be
leg bestaan, ook te doen gelden voor den
staat van oorlog (waarin thans het groot
ste deel des lands verkeert).
Na bovenstaande zeer korte aanteeke-
ningen over de redevoeringen van ver
schillende fractie-leiders bepalen wij ons
verder tot de met eenige spanning tege
moet geziene rede van dr. Colijn, den aan
voerder der antl-revolutionnaire groep, den
staatsman, dien zoovelen met vreugde in
het parlement zagen terugkeeren.
Al dadelijk verklaarde hij dat, naar
anti-rcvolutionnair beginsel, een kabi
net zooveel mogelijk gesteund moet
worden en dat dit in bet bijzonder
voor den huidigen tijd geldt. Hij deed
uitkomen, dat hem en de zijnen dit te
gemakkelijker valt, waar het program
van het kabinet De Geer op essentieele
punten geheel overeenstemt met dat
van het kabinet Colijn V.
Indien echter de anti-revolutionnairen
bij de vorming van het kabinet De Geer
afzijdig bleven, geschiedde dit, omdat de
meesten hunner (niet allen) ernstig ge
kant waren tegen het opnemen van socia
listen, zullen in verband met de klassen-
strijdleer en omdat het de vraag is, of zij
voldoende bestand zullen zijn tegen revo-
lutionnaire schokken.
Intusschcn aldus dr. Colijn
sinds Augustus zijn de omstandigheden
veranderd en in de gegeven situatie
heeft hij geen bezwaar meer tegen so
cialistische ministers; ja. indien het
kabinet Colijn IV was aangebleven,
zouden daarin wellicht ook nog ver
tegenwoordigers van andere groepen
zijn opgrnomen. indien de toestand
zich had verscherpt.
Kennelijk doelde dr Colijn hier op de
mogelijkheid van het benoemen van mi
nisters zonder portefeuille, sociaal-demo
craten Inbegrepen.
Vervolgens liet hij duidelijk uitkomen,
dat het, naar zijn meening, meer ln over
eenstemming met het parlementaire stelsel
zou zijn geweest, indien de Roomsch-Ka-
tholieken, na aanneming der motie Dec
kers. bereid waren bevonden een kabinet
te formeeren, maar zeide hij van die
bereidheid is niets gebleken en daardoor
werd het zuivere parlementarisme geschon
den.
Dr. Colijn heeft voorts nog ln het licht
gesteld, dat het conflict in zijn vierde ka
binet waarlijk niet alleen was ontstaan om
een zaak van enkele millioenen, maai om
dat de lasten hoe langer hoe meer waren
opgeloopen en er op zeker oogenblik een
ongedekt tekort van 500 millloen bestond,
zoodat een verdere opdrijving van uitga
ven moest worden tegengegaan; hierover
ontstond het geschil.
Over den financieelen toestand van het
oogenblik oordeelde hij zeer sceptisch.
Of de rechtsche coalitie nog kans heeft?
Opnieuw liet dr, Colijn zich daarover in
mineur uit. Uit de houding der Roomsche
pers ln lateren tijd bleek zei hij dat
de basis voor werkelijke verdere samen
werking ontbrak en de motie Deckers legde
voorts een kardinaal verschil tusschen
anti-revolutlonnairen en Roomsch-Katho-
lieken bloot inzake de verhouding tusschen
regeering en parlement. En de heer Colijn
liet uitkomen, dat de samenwerking niet
meer harmonieert met wat leeft in de ziel
van het (anti-revolutionnaire) volk.
Vandaag spreekt de minister-president.
BEGROOTING VAN
SOCIALE ZAKEN.
Gisteren moest minister Van den Tem
pel antwoorden op allerlei opmerkingen
inzake de volksgezondheid.
Hij erkende daarbij ook zijnerzijds, dat
de gezondheidstoestand ln ons land gun
stig is. Bij de noodzakelijke maatregelen
wordt zeide hij bij voortduring groote
aandacht geschonken aan de t.b.c.-bestrij-
ding; daarom had hij gaarne de verhoo
ging van den subsldle-post van zijn voor
ganger overgenomen. Ook aan allerlei an
dere maatregelen wordt aandacht besteed
(kinder-uitzendlng, rheumatiekbestrijdlng,
geneeskundig schooltoezicht, schoolvoe-
ding). De minister betuigde zijn spijt dat
hij het subsidie voor de drankbestrijding
had moeten verminderen, maar dit kon nu
niet anders. Met nadruk beloofde de mi
nister zich te zullen zetten aan overweging
van de vraag, hoe het ziekenfondswezen
kan worden bevorderd en ten aanzien van
de tandtechnlcl-affaire verklaarde hij: die
is uit. Inderdaad. Het werd tijd.
De afdeeling „Werkloosheidsverzekering"
bracht natuurlijk eveneens tal van spre
kers in het veld.
Het krioelde van adviezen over dat on
derwerp en over de zaak der arbeidsbemid
deling. Uit 's ministers antwoord teekenen
we als voornaamste mededeeling aan, dat
hij met kracht zal voortwerken aan de
voorbereiding van een wettelijke werkloos
heids-verzekering
Nog grooter was de belangstelling voor
dc volgende afdeeling, waarbij de werk
verruiming en de werkloozensteun ter
sprake kwamen Wie zich ook maai iets
herinnert van de tallooze vorige discussies
over die onderwerpen, kan zich het debat
van gisteren wel ongeveer voorstellen Van
alle kanten kwamen de wenken en wen-
schen en grieven en andere opmerkingen
los omtrent alles wal met werkverruiming,
werkverschaffing en steun-uitkeering te
maken heeft.
Wij zijn nog niet aan het eind van dit
debat en wachten 's ministers antwoord af.
Het ls eens voorgekomen, dat een jour
nalist zes en dertig uren na afloop eener
gemeenteraadszitting slapende werd aan
getroffen op de perstribune. Ijlings werd
een arts ontboden, die als diagnose stelde:
„Ptyrotomoslasis Algemeenls Beschouwin-
gita"
In een universiteitskliniek heeft men
daarop lijders aan chronische slapeloosheid
de lectuur yan gemeenteraadsverslagen
voorgeschreven, in het bijzonder van een
raad, die Tweede Kamertje speelt, oftewel
zich te buiten gaat aan algemeene be
schouwingen. Men heeft de proef echter
moeten staken, want om aan een herha
ling van deze drastische kuur te ontsnap
pen, simuleerden de patiënten bij de eerst
volgende gelegenheid een toomeloozen
slaap
Neen, dón Ermelo, dat schoone dorp op
de Veluwe!
Daar ls der democratie een nieuw licht
ontstoken, welks heerlijk schijnsel hopelijk
zal doordringen tot in ónzen gemeenteraad
en, wie weet, zelfs tot het Binnenhof!
De Ermelosche raad dan ls een dichter
rijk.
Kijk, daar bent U even stil van! Ja-Ja,
tenslotte zijn wij nazaten van de rederij
kers. Van dichtende bakkers, dominee's,
kuipers, advocaten, chirurgijns en burge
meesters. Waarom dan geen dichtende
raadsleden?
De vroede dichter van Ermelo ls zelfs
met voorkeurstemmen aan zijn zetel geko
men, wél een bewijs, hoe brandend Er-
melo's behoefte ls aan poëzie
En dezer dagen dan is deze dichter, ge
naamd A, de Gier lk kan het óók niet
helpen, dat zijn naam zoo prozaïsch ls
gedebuteerd.
En hij dichtte, tot stichting zijner colle
gae en tot vermaak der tribune-cliëntèle,
zoo maar, voor de vuist weg, over markt-
gelden, lichamelijke oefening op de scho
len, gepensioneerde wegwerkers, grondver-
koop en verhurlngsreglementeerlng
Waarlijk, dit is nationaler dan natio
naal! Onze voorouders dichtten zoo te zeg
gen óók over alles wat los en vast was! Nóg
herinner ik mij uit mijn schooljaren, hoe
de juf iet of wat snotterend een epos voor
droeg, dat culmineerde ln de kreet: „De
tand is uit", en toen ik zélf den leeftijd des
snotterens bij dichtwerken had bereikt,
maakt men mij gelukkig met „Morgen is
mijn dichter jarig", want in mijn Jeugd had
men op de middelbare en hoogere scholen
nog niet ontdekt, dat de dichtkunst ln 1880
niet ls geëindigd, doch juist begonnen
zoo goed als onze leeraren In de historie
door een droevig toeval schenen niet te
hebben gemerkt, dat er zooiets als een
Wereldoorlog was geweest.
Kostelijke vaerzen vloeiden van deze met
voorkeurstemmen ontzegelde Ermelosche
lippen!
Daar ls de bloeiende lyriek op de markt-
gelden:
,,'s Winters kouder, 's zomers heeter.
En kan het marktgeld niet wat beter?"
Duister, dus diepzinnig, ls dit gedicht
op de lichameliike ODVoeding in Ermelo,
waarbij ik moge aanteekenen, dat de
geestelijke opvoeding met de komst van
den heer De Gier in den raad voltooid mag
heeten
„Dat zaakje moet nou maar verjaren,
En is in twintig jaar niet te klaren".
En dan dit heldendicht, dat waard ls de
Ilias der wegwerkers te worden:
,Dank zij de 65 jaren.
Gaan ze nu samen van de baan,
Dank zij artikel 28,
Kunnen ze van 't pensioen bestaan!"
Eilacy, plaatsgebrek noopt mij andere
heerlijke strofen, waarmee deze begenadig
de zijn gemeente helpt besturen, onvermeld
te laten.
Doch ik zal niet verzuimen naar Ermelo
te gaan, wanneer de geest der algemeene
beschouwingen eerlang vaardig zal worden
over zijn vroede vaderen!
Dan zal ik den heer De Gier hooren „ln
topvorm", zooals dat tegenwoordig heet
en ik zal vast niet slapen, zooals mijn col
lega, indertijd op de perstribune
Bij BERNARD slaagt U betex
BREESTRAAT 55
Schuin t.o. de Gehoorzaal
LUXE en HUISHOUDEL. ARTIKELEN.
Lepels - Vorken - Messen in cassettes.
3580
(Ingez. Med.)
u_ij Nederland BIN'lAWti 28 Nov van Bal-
timore n. Amst - ENGGANO 28 Nov van
Norfolk n Amst - CHR HUYGENS uitr.,
29 Nov v.m 1 u 30 van EJmuiden
Java-New lork L(jn SALAN BANGKA, 28
Nov van New-York n. Java - KOTA RADJA,
28 Nov van New-York te Singapore - KOTA
GEDE. 28 Nov van Kaanstad n New-York
KOTA PINANG 28 Nov van Java te Npw-
York - TAPANOEL1 Jav» n Nrv York 28
Nov re Durban
Kott. Lloyd INDRAP* 'ERA uitreis 28 Nov.
te Sabang SIBAJAK. R'clam n Batavia,
29 Nov uit den N Waterweg 'KOTA BAROE
uitreis, 28 Nov. van Suez.