Aankomst geredden „Simon Bolivar'' - Auto met twee dames te water
f
LEIDjCH DAGBLAD
Tweede Blad
1
80:fe Jaargang
FEUILLETON
e Hermandad, de
eros en de Heroïne
T'
HET OUDE WERELDRECORD 200 M. RUG
SLAG DAMES dat met een tijd van 2 min.
39 sec. op naam stond van Iet van Feggelen
wist Cor Kint met 0.2 seconden te verbeteren.
Cor Kint (links) en Iet van Feggelen deelen
handteekeningen uit.
EEN GROEP GEREDDEN VAN DE „SIMON BOLIVAR" van de K.N.S.M., welk schip 18 November nabij de Engelsche kust op een
mijn liep, is Zaterdag te Vlissingen teruggekeerd met het s.s. .Oranje Nassau". Links: Het ontschepen der geredden. Rechts: de chef
van de passage der K.N.S.M. de heer Leyen,«ontfermt zich over twee geredde kinderen, wier moeder met drie andere kinderen bij de ramp
is omgekomen.
BLAUW WIT HEEFT ZIJN NEGENDE OVERWINNING IN SUCCESSIE BE
HAALD. Zondag moest Stormvogels er in IJmuiden met 3—0 aan gelooven.
Doelman Kraak van Stormvogels kijkt den bal na, die nog net naast gaat
EEN AUTO, WAARIN TWEE DAMES ZATEN reed Zaterdagavond op
J oen hoek Valkenboschkade en Loosduinscheweg in den Haag te water.
Beide inzittenden kwamen om het leven. De auto wordt opgehaald.
PRINSES JOSEPHINE CHARLOTTE de dochter van den
Belgischen koning opende de internationale poppen-tentoon
stelling te Brussel. De Prinses voor een der stands.
ZATERDAG ARRIVEERDE TE AMSTERDAM de nieuwe commandant van
het Leger des Heils, Alfred J. Benwell en zijn echtgenoote. Op het Centraat
Station werden mevr. Benwell bloemen aangeboden.
door
FELIX ODERRICK.
ts'l Teun lag de zaak eenlgszins anders.
"1 as. evenals de meeste Engelschen, Hol
toners en Dultschers. romantisch. Hèt ver
ben naar het object zijner liefde gold
,r hem als het belangrijkste. Werd aan
verlangen ongelukkigerwijze tegemoet
«men, dan werd hij erg onrustig. Voor-
JP'8 was hij nog volkomen ln de ban van
®Julta's bekoorlijkheid, haar kinderlijk
en en haar hulpeloosheid, zoodat nog al-
de engel der Harmonie boven de bun-
ww in Demerdache zweefde. Had de aan-
«igneld van Jock's nuchteren en onrusti-
v feest znlks niet verhinderd, dan was de
hip geweest voor zoetgeurende rozen,
liefelijke sprookjes. En dat voor miri-
«twee volle weken.
■har Jock was niet slechts een onrustige
"r °ok een uiterst waakzame geest. En
noodjg deze waakzaamheid was, zouden
jL hebben kunnen constateeren, wan-
tij aanwezig waren geweest bij de
die zich in mijnheer Kolettl's kamer
™de op het oogenblik, dat Teun en
- ®un foto's een bad gaven,
^eerbiedwaardige Aristides lag nog
°P zijn buik, nog steeds zwaar gehan
dicapt door de beschadiging hem door Van
Duren's hondjes aangebracht. Rond zijn
legerstede des Hjdens zaten zijn vrienden,
Mandrides, Carlos en Ferid Bey, geschaard.
Zij dronken vurigen wijn uit Samos, rook
ten geurige sigaretten uit Dimitrino en
hielden zich voor de rest weer onledig met
hun lievelingsthema. Mandrides had pogin
gen in het werk gesteld om het geheime
heroïnedepot van den heer Kopolovici zali
ger zonder hulp van den plattegrond op te
sporen, welke pogingen evenwel niet het
minste resultaat opgeleverd hadden. Met
behulp van den plattegrond was het na
tuurlijk kinderspel geweest, maar helaas
bevond deze zich in het bezit van den heer
Van Duren, die er allerminst de belangstel
ling voor aan den dag legde, waarop deze
recht had. De stemming was dan ook min
of meer somber en eerst na het relaas van
vriend Carlos begon er in hun harten een
schuchter glimpje hoop te gloeien, dat het
hun alsnog gelukken zou zonder noodeloos
opzien te verwekken de papieren van eige
naar te doen verwisselen.
Carlos had hun verteld van zijn gesprek
met Van Duren en Chiquita en vestigde zijn
hoop op den avond van morgen, al waren
zij allen ook door de ontmoedigende erva
ringen van den afgeloopen dag wat pessi
mistisch gestemd.
Van de zijde van die hoogstbelangrijke
figuur, ..Den Chef", die er de voorkeur aan
gaf, in het donker te leven en zijn zake
lijke relaties te beperken tot den heer
Mandrides, sedert het verscheiden van zijn
vertrouwensman Kopolovici, had ons kleine
gezelschap een zeer ernstige waarschuwing
bereikt, die men beter niet in den wind
kon slaan. Daarvoor stond de persoon van
dengeen, die hun deze waarschuwing had
doen toekomen, borg.
Deze figuur bleef weliswaar te allen tijde
verborgen, maar scheen over een niet te
onderschatten invloed te beschikken. Een
Engelsche gevolmachtigde, een inspecteur
van Scotland Yard was in de stad en
scheen niet onbekwaam om eventueel het
fijne net, waarin zulke aardige sommetjes
voor alle betrokkenen hangen bleven, te
vernietigen en wolken van onnoemelijke
schade aan den tot nu toe zoo helderen
smokkelaarshemel te laten opdoemen. De
situatie was uitermate critiek, want mijn
heer Mandrides was door den hoofdlading-
meester Montoureanou op de hoogte ge
steld van de komst van de „Knidos" met
haar kostelijke vracht en er was dus een
heeleboel te doen. Voorheen was het altijd
mijnheer Kopolovici geweest, die met zijn
spreekwoordelijke handigheid voor een on
berispelijke vervoersmethode en een niet
minder onberispelijk opslaan der waar zorg
gedragen had. Nu rustte deze waardige
taak op de schouders van den heer Man
drides, maar al mocht deze gentleman ook
het klappen van de zweep van diverse na
tionale recherches kennen, het ontbrak
hem ten eenenmale aan de groote kennis
der branche en de uitgebreide betrekkin
gen met de clientèle, waarover zijn voor
ganger beschikte. Steeds weer nieuwe er
gernis, steeds weer nieuwe moeilijkheden.
Mijnheer Kopolovici had gepoogd zijn
chef cn zijn collega's om den tuin te lei
den en moest dus ter zijde gesteld worden.
Dit artikel uit hun codex moest onder alle
omstandigheden uitgevoerd worden, zon
der aanzien des persoons. Maar Kopolo-
vici's dood had een massa moeilijkheden in
het leven geroepen en zij mochten alle
reden tot blijdschap hebben, dat zij in den
armen Andres een idealen bliksemafleider
getroffen hadden voor den doodelijken
straal der strafvervolging tegen den wer-
kelijken dader. Maar ook dit kleine voor
deel scheen aanvechtbaar. Het was de
stem van den corpulenten, zwijgzamen
Ferid Bey, die de harten van de drie hee-
ren met nieuwen kommer vervulde.
Zoo juist had mijnheer Carlos vol humor
gezinspeeld op zijn Jongen vriend, had met
groote voldoening gewezen op de zorg
zaamheid, waarmee hij zijn collega Andres
tijdens deze crisis vrijen kost en inwoning
op kosten van de Egyptische overheid ver
schaft had. Toen opende de zwijgzame Fe
rid Bey niet zonder tegenzin zijn mond en
sprak de bewuste woorden, dien den drie
heeren ietwat zwaar op de maag vielen:
„Die Andrez Ruiz", sprak hij. „ja hm,
wat dien Andres Ruiz betreft, die wordt
morgen op vrije voeten gesteld".
Een diepe stilte trad in. Eerst na gerui-
men tijd liet zich van de zijde van den
heer Mandrides een vloek hooren, die meer
eer aandeed aan zijn fantasie dan aan zijn
gevoel voor manieren, die men in behoor
lijk gezelschap in acht neemt.
„Vanochtend", hernam de sleepende bari
ton van den Bey. „verscheen bij Abdul La-
tif Bey. die met het onderzoek in de zaak
Ruiz belast is, een Engelschman met een
speciale volmacht van Larkyn Pascha. Een
detective. Hij bekeek het mes van alle kan
ten, totdat hij ontdekte, dat zich ook op
de punt vingerafdrukken bevonden. Daar
op is hij met den rechter èn Ruiz naar
Hotel „Bellevue" gereden en heeft den
heelen gang van zaken nagenoeg zonder één
fout gereconstrueerd. Abdul Latif vertelde
mij, dat hij er eenvoudig paf van stond. De
detective heeft onder andere een kerel van
het ministerie laten halen om voor hem
een speciale voorstelling in het messen-
werpen te geven.
En bijaldien op deze wijze het bewijs van
Ruiz' onschuld geleverd is, verlaat hij mor
gen de gevangenis", besloot Ferid Bey zijn
verslag.
„En wie is die vervloekte snuffelaar, die
ellendeling van een idioot?" informeerde
Don Carlos brullend.
Ferid Bey haalde zijn schouders op, ter
wijl mijnheer Mandrides zijn kalmte her
vond, hoewel ook hem de schrik om het
hart geslagen was.
„Meent gij, oh Bey", zei hij, Ferid aan
ziende, „dat men reeds verdenking in een
bepaalde richting koestert?"
„Op het oogenblik kan daar nauwelijks
sprake van zijn", anwoordde deze. „Voor
zoover ik weet werden de vingerafdrukken
eerst gefotografeerd en vergrootingen
daarvan ter circulatie weggestuurd. Het zal
nog wel eenlgen tijd In beslag nemen eer
de antwoorden daarop binnen zijn".
Carlos was doodsbleek geworden. Man
drides echter hernam:
„Dat klopt. Eenlgen tijd heeft hij noodlg,
zeker twaalf tot veertien dagen. Binnen
dien tijd dienen dus al onze zaken afge
wikkeld te worden. Jij, Carlos, zult er beter
aan doen je lieftallige pootjes niet te veel
bloot te geven. Bovendien zul je je een weinig
om onzen vriend Ruiz moeten bekommeren.
Het eerste wat hij doen zal als hij uit den
bak komt, zal wel zijn, dat hij naar zijn
hotel gaat. Daar moet je hem opwachten.
Ik taxeer, dat hij zonder een cent zit en
dringend behoefte heeft aan een oprecht
vriend, die hem met, raad en daad terzijde
zal staan. Wees een oprecht vriend voor
hem, Carlos. Misschien kunnen wij hem
gebruiken".
(Nadruk verboden).
(Wordt vervolgd),