Jaargang Vrijdag 24 November 1939 No. 39 LEIDSCH DAGBLAD „drie G-men" en hun gasten De generale repetitie van „Willem Teil" ine Vervolg Wat het schilderen betreft, dat neem mij, maar Padje beweert, dat hij voor vier coulissen voldoende mate- heeft" ,Tja, zo is het", bevestigde Padje, „en dij ft er nauwelijks genoeg over voor ihtergrond" „Jongens, dat is een beroerde geschie- peinsde de regisseur. ,Ik weet wat!" riep George. „Wij schil de huizen van het marktplein op ïhterzljde van onze vier coulissen en n ze om, als we dat décor nodig „Dat is een pracht idee", constateerde „In het eerste en derde bedrijf >men en rotsen en in het tweede de i". ,Ja, maar het toneelstuk van Schil- leeft vijf bedrijven", merkte George lie blijkbaar in de literatuur goed was. ..Komt er niet op aan, wat de oude lier er van gemaakt heeft. Ik heb de leling tot drie bedrijven terugge- t". „Da's maar goed ook", meende Padje, duurt de voorstelling niet zo lang en rootste pret komt toch pas daarna", de beide kostuumnaaisters hadden zich lij de groep gevoegd, zodat de G-men- voltaJlig in Sherlock's atelier verga- was. „Vertel nu eens, Kever, waar de gala- itelling zijn zal", vroeg Fee. „Hier op zolder natuurlijk! Dachten dat we de schouwburgzaal kunnen hè? Kijk het achterste gedeelte is ikt voor toneel. De beide schoor - rechts en links springen een eind pit en daar hangen we de belde eer- :oulissen op en daarachter de beide fc 2. ,Ja maar de ruimte tussen de beide tenen is meer dan vier meter breed" Padje op, „Daar moeten we dus scherm aanbrengen, zodat de toe- uwers niets zien, als we het toneel voor tweede en derde bedrijf veranderen hebben geen doek! Wat nu?" Kever krabde zich achter zijn oren. dit bezwaar had hij niet gedacht, lelijk stelde hij voor: draaien zolang de lampen uit!" „Nee, kerel, dat gaat niet, want dan we ook niet wat we doen", protes- George. n was het Godelinde, die, bekwaam iet. oplossen van kruiswoordraadsels, geniaal denkbeeld aan de hand deed. „Jongens, het Is een feit, het publiek niet kijken, als wij de décors verande- Dat is nu eenmaal zoo de gewoonte, scherm hebben we niet. Hoe beletten toeschouwers te zien, wat wij tus- de bedrijven uitvoeren? Heel eenvou- Na elk bedrijf verzoekt de Kever, in kwaliteit van dichter en regisseur, de Ben even hun stoelen om te draaien, 3e met hun ruggen naar het toneel zitten. Dan kunnen wij ongestoord ken en de lui hebben tevens tijd en ge kt- de legenheld hun indrukken te bespreken. Hoe is die?" „Het ei van Columbus!" constateerde de Kever. Toen de geestdrift zover bedaard was, dat de regisseur zich verstaanbaar maken kon, zwaaide hij zijn ma a rsCh altetaf en sprak: „En nu nog een gewichtig probleem, dat jullie, kortzichtige dilettanten, over het hoofd gezien hebt: Hoe krijgen we het ge daan dat de appel op het juiste ogenblik, door Tell's pijl getroffen, van Goliath's hoofd valt, ais Teil geen pijl op zijn boog heeft, maar alleen doet alsof hij schiet?" „Da's niet moeilijk! Golia-bh hoeft al leen met het hoofd te schudden en de appel valt van zelf", verklaarde Pacbje terwijl h\j de zaak aanschouwelijk voorstelde door zijn dikke kop te schudden als een paard, dat door vliegen geplaagd wordt. „Nee, Padje, zo eenvoudig is de zaak niet. De appel moet u«iet alleen vallen, er moet ook eeti pijl in steken. Dat is juist het voornaamste toneel-effect, wanneer jij, als ridder Rudenz de appel opraapt en aan het publiek laat zien. hoe prachtig Teil het doel geraakt heeft" Nu was het Genoveva, die goede raad gaf: „Wij binden een lange draad zwart garen aan de steel van de appel vast. Païna stelt zich achter de coulissen verdekt op met het andere eind van het touwtje in haar rechter en een pijl in haar linkerhand. Zodra Teil schiet, trekt ze de appel achter het scherm steekt er vlug de pijl door, maakt het touwtje los en schopt hem dan ongemerkt op het toneel, waar Rudenz hem opraapt" Weer werd er luid geapplaudisseerd. „Dat is het tweede ei van Columbus! riep Sherlock enthousiast en de Kever sprak plechtig „Fee. jij hebt het schip in veilige haven geloodst, toen het dreigde op deze appel te stranden! Sherlock, nu is het ogenblik gun stig; open het zakje met Haagse hopjes, dat je meegebracht en achter de verfpotten ver stopt hebt, en geef ons allen één hopje tot beloning". Toen allen kauwend en sabbelend om hem heen stonden verhief hij opnieuw zijn stem en sprak met een neusgeluid, veroor zaakt door het kleverige klontje tusschen tong en verhemelte: ..En nu. leden van de roemruchte G-men- club, vol ijver aan het werk (ltsch-ltsch) opdat wij heden over veertig dagen (ltech- ltsolri voor een uitgelezen schare van ge- nodigen de generale repetitie kunnen houden Drie weken later, op een Zaterdagmiddag, was aMes gereed, voor de generale repetitie. De heer Sliers had botweg geweigerd toe te staan, dat het spektakel 's avonds plaabs had. Toen zijn zoontje hem verzocht voor de verlichting een paar petroleumlampen aan de zolderbalken be mogen ophangen, zei hü beslist: „Ik denk er niet aan, mijn jongen. Het zou wat moois worden, jullie G-men, met lansen en hellebaarden gewapend, tus sen die brandfakkels te laten exerceren. Het huis zou in een ommezien in brand staan. Laat de poppekasterij maar om 3 uur beginnen, dan hebben jullie nog voldoende licht". .Poppekasterij. pa?" riep Sherlock verontwaardigd. „Het is een echt kunst werk! En bij kunstlicht komt het veel beter tot zijn recht dan bij daglicht". „Kan mij niet schelen! Dacht je, dat ik mij een proces wegens kwaadwillige brandstichting op de hals wil halen hé? Jullie mogen van 3 bot 4 op zolder zooveel kunsten maken als je wilt, maar zonder kunstlicht, en als het jullie niet past. ga je maar naar het kermisterrein". Aangezien vader Sliers onvermurwbaar bleef, moesten de artisten zich in het on vermijdelijke schikken. Om kwart voor drie waren de jongens bezig de coulissen voor het eerste bedrijf voor de Rütbliscène op te stellen, terwijl de meisjes toilet maakten. Het uitgelezen publiek, bestaande uit de overige leden der families Sliers, Sikkel, van Dommel en Holte, be zamen zeven per sonen, wachtte in de huiskamer bij een kopje thee, zonder geestdrif t maar geduldig op de dingen, die zouden komen. Sherlock, met een Tiroler hoedje op het hoofd, stak van wal. Kwart over drie verscheen Sherlock, uit gedost in een zwarte kniebroek en jekker, een Tiroler hoedje op het hoofd, in de ka mer. groette de aanwezigen met ge jodel en stak van wal „Als de dames en heren mij naar het Odéon boven willen volgen, kunnen we met de uitvoering van het beroemde toneelstuk „Willem Teller" gedicht door den heer Guus van Dommel, vrij naar Schiller, een aan vang maken". „Nou vooruit!" moedigde de heer Sliers de gasben aan, terwijl hij zijn kopje leeg dronk, „laiten we hoe eerder hoe liever in de zure appel bijten;" ,,Nee pa. de appel komt pas in het tweede bedrijf op de proppen en na afloop mag Goliath er in bijten Dat hebben we hem beloofd", protesteerde de heraut van het toneelgezelschap en met een plechtig handgebaar nodigde hij de weifelenden uit hem te volgen In de geïmproviseerde schouwburgzaal nam het publiek plaats op zeven stoelen, waarboven met grote letters het woord „LOGE" stond, bekeek verbaasd het toneel en deed vergeefse pogingen zich een voor stelling van de betekenis van het decor t* maken. Dit moeilijke probleem werd echter wekLra door den Kever opgelost, die in het oosbuum van den Zwitser Stauffacher uit de duisternis der coulissen te voorschijn kwam en de volgende merkwaardige toe spraak hield: (Wordt verval^d).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 19