Fakkeloptocht voor de Koninklijke Familie - De ontploffing te Huisduinen 80ste JaargangLEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad m FEUILLETON De Hermandad, de Heros en de Heroïne VANDAAG EN MORGEN wordt te Rotter dam een pluimveetentoonstelling gehouden. Een der keurmeesters aan het meten. DOOR ONBEKENDE OORZAAK is gistermiddag brand uitgebroken in een boerderij aan den Buikslotermeerdijk te Amsterdam. De boerderij brandde geheel uit. TE HUISDUINEN kwam een losgeslagen mijn tegen den zeedijk tot ontploffing. Nadat het gat in den dijk was gedicht, werden de uitgerukte beschoeiïngspalen weer geheid. DE NIEUWE BURGEMEESTER VAN ABCOUDE S. P. baron Bentinck is gisteren plechtig geinstalleerd. De nieuwe burgemeester brengt in gezelschap van zijn echtgenoote een bezoek aan een der scholen, waar zij met geju ich worden begroet. TER HERDENKING VAN NEDERLAND'S ONAFHANKELIJKHEID heeft het Nationaal Jongeren Verbond gisteravond in den Haag een fakkeloptocht georganiseerd, welken de Konink lijke Familie van het balcon van het Paleis Noordeinde gadesloeg. Boven: de Koninklijke Fa milie op het balcon. Onder: het défilé langs het Paleis. DE BRITSCHE OPTIEKFABRIEKEN welke veldkijkers voor het leger maken, leveren er wekelijks vele af. Zij worden stuk voor stuk aan een nauwkeurige controle in de fabriek onderworpen. door FELIX O'DERRICK. 20) ..Ach, voor jouw doeleinden kan dat stellig voldoende zijn. En mij schikt het best Je moet weten, sloth, ik ben niet be paald een groentje en zeker niet voor zoo- 'er het de Orient betreft, waar men van de discretie van ambtelijke geheimen niet een heel hoogen dunk pleegt te heb ben Om zith tegen een eventueel ingrijpen der politie te beschermen, is het meest voor de hand liggende middel, dat men zich van de medewerking van een flink politie beambte verzekert. Deze verraadt dan aan den misdadiger de maatregelen, die men ■esen hem in petto heeft, ontvangt daar voor zijn aandeel van den buit en iedereen 18 tevreden. Behalve dan de politieman, die jddt de oplossing van de betreffende zaak belast was. Vrijwel alle grootere en rijkere bwvenbenden staan op dergelijke wijze in betrekking tot de autoriteiten, hetgeen na- hiurlijk het werk der politie op een enorme *>We bemoeilijkt. En ik ben er van over- lui8d dat ook de bende, die ik nu op het jP°rjr ben. dergelijke relaties onderhoudt tórkj'n Pascha ken ik persoonlijk evenals *1 chef van den Geheimen Dienst Mo hammed Bey Fakhir ed din. Deze laatste is een uiterst vermogend man en Larkyn is een Engelschman en zelfs degeen op wiens verzoek ik hierheen gezonden ben. Officieel zal ik mij dus alleen met de zaak Ruiz bezig houden. Heb je daarover mis schien nog nadere bijzonderheden?" „Neen. Ik weet precies evenveel als de kleine, oftewel wat er in de kranten van stond. Wacht eens even! Heeft zij je iets over die brieven gezegd?" „Van brieven? Neen, niets". „Die kleine domkop. Zij had in haar taschje een stelletje brieven, die alle aan den vermoorden Kopolovici geadresseerd waren. Een aantal lieden heeft tot twee maal toe getracht ln het bezit van deze brieven te komen, maar zonder succes. Hier zijn ze". »i Hij nam de papleren uit de lade van zijn schrijfbureau en overhandigde ze aan den inspecteur. Deze informeerde allereerst naar nadere bijzonderheden, hoe en wan neer die menschen de brieven nagejaagd hadden en Teun beantwoordde alles naar zijn beste weten. Terwijl Beltrand luister de en op zijn sigaar zat te kauwen, speelde hij verstrooid met de papieren, waarbij plotseling zijn blik op het telegram viel. Hij nam zijn sigaar uit zijn mond en trok zijn wenkbrauwen samen. „Knidos vertrekt eerst zestiende stop douanebezwaren felle Westenwind OPQ ultgenoodigd tochtig UVW". Hij liet zijn vriend rustig zijn verslag len einde brengen en vroeg daarop met kalme stem. waarin niettemin een schier merkbare ambtelijke ondertoon lag: „Zou ik het meisje nog een keertje kun nen spreken?" „Ik denk niet, dat ze al slaapt. Ik zal eens laten hooren". Hij stond op. „Nee, het lijkt mij toch maar beter om tot morgen te wachten. Dit telegram lijkt mij van de grootste beteekenis en wanneer er in de brieven mok maar de geringste vingerwijzing te vinden is, dan heb ik de belangrijkste moeilijkheden van mijn taak ai opgelost, voordat ik mij goed en wel met de zaak heb beziggehouden. Ik zal dus eerst die brieven eens inkijken". Hij las de beide Fransche brieven, af komstig van de firma Joakimoglou en be keek den plattegrond en de rekeningen. „Of deze plattegrond voor mij van waarde is, zal eerst later kunnen blijken. Deze rekeningen lijken mij calculaties te zijn voor de een of andere affaire, waarmee ik vermoedelijk nog wel te maken zal krij gen. Ook aan het karakter der door dezen Joakimoglou van den vermoorden Kopolo vici gekochte handelswaar zal ik nog de noodige aandacht schenken. Ik moet zeg gen, het loont beslist om er vrienden in Cairo op na te houden. Vertel eens, sloth, zijn er sedert dat laatste nachtelijke be zoek nog recente pogingen ondernomen om in het bezit van deze papieren te komen?" „Niet dat ik weet. Fijn, dat jij wat aan die vodjes hebt". „En interesseert het je heelemaal niet hoe het komt, dat ik wat aan die vodjes heb?" „Hm weet ik niet. Gaat me eigenlijk geen zier aan. Jij maakt altijd direct van alles zoo een drama. Lawaai, opwinding, activiteit, en weet ik al meer. Ik weet lie ver wat minder en houd mijn dierbare rust". „Aha, „De Groote Gemakzuchtige" pro pageert zijn stelregel. Maar ik verzeker je, dat ik voor de noodige belangstelling van jouw zijde zal zorgen. Zoolang als ik er ben, zal ik er zorg voor dragen, dat hier wat leven in de brouwerij komt. Heb je dat telegram gelezen?" „M mm". „Beteekent dat „ja"?" „Ja". „Kun je je den inhoud er van nog her inneren?" „Neen". „Kijk eens aan. Wat is Knidos?" „Een naam. Ik geloof één van die mise rabele eilanden in de Middellandsche Zee". „In dit geval is het een schip. Knidos is de naam van dat schip, dat ik in Hamburg door de Duitsche politie heb laten door zoeken naar cocaïne". „Iets gevonden?" „Niet dat". „Haha". „Lach niet, dikke idioot. Hier heb ik zwart op wit, dat er wel degelijk iets te vinden is daar aan boord. Zoo'n schip is een en al hoeken en gaten en naden, zoo dat zelfs de meest geraffineerde douane- neus daar tevergeefs snuffelt. Per slot van rekening kun je moeilijk een heele schuit gaan demonteeren. Nu, kijk eens.' wat lees je verder in dit telegram?" „Douanebezwaren. Nou, dat is helder als glas. Felle Westenwind, kan ook niet mis sen! Geen wonder in de Noordzee" „Je zit er al weer naast, sloth. Die „felle Westenwind" ben ik Dat wil zeggen, de af zender waarschuwt den geadresseerde voor de Engelsche politie". „Heel listig En wat beteekent dan OPQ en „tochtig"? Dat slaat dan zeker op averij?." „Geniaal, kerel. OPQ is de agent in Duitschland, een zekere Berberian, die onder aandrang van de Duitsche politie „tochtig" geworden is, dat wil zeggen, uit de school geklapt heeft. „Ultgenoodigd" wil namelijk zeggen: door de politie opge pakt. De rest van het telegram is de naam van den afzender, natuurlijk in lettercode. Bjj een huiszoeking in de woning van ge noemden Berberian zijn brieven gevonden, die deze met OPQ onderteekend had". „En wat ga je nu met die ontdekking van je beginnen, Jock?" „Naar alle waarschijnlijkheid zal de „Knidos" vandaag of morgen de haven van Alexandrië binnenloopen. Dan zal ik haar op een kleine quarantaine vergasten. Bij de bemanning zal altijd wel iets te vinden zijn. Van eventueele details hoop ik mij door bemiddeling van den vertrou wensman, wiens nachtelijke activiteit jij enkele dagen geleden zoo wreed verstoord hebt, op de hoogte te stellen. Ik zal mij wel toegang tot zijn appartement weten te verschaffen". „Oh, jij sujet. Ik wist het wel. ik wist het wel; nu hebben we dag en nacht de poppen aan het dansen. Zoodra jij je in de buurt vertoont, worden de allereenvou digste dingen gecompliceerd. Ik had de heele zaak al zoo prachtig in kannen en kruiken in overleg met den hoofdinspec teur. En nu, nu krijg ik weer het grootste gezeur, nu moet ik weer naar de rechtbank en al dien onzin meer. Kun je dien kerel nu niet met rust laten? Een gat in zijn hoofd heeft-ie al, opgesloten is-ie ook al en (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5