Brand in Herv. kerk te Joure - Bouw nieuwe Rotterdamsche Diergaarde
LEiDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON
Pe Hermandad, de
IHeros en de Heroïne
SOsfe Jaargang
door
FELIX O'DERRICK.
|«om achtte Saaleh persoonlijk zich ver-
prat zachtjes op de deur te kloppen en
T;(l ingehouden stem „chawaga!!" te roe-
pi' «a de achtste reprise, ging de deur
Éil?aam een 'c'er °Pen om een pantof-
°°°r te laten, die door een zenuwachtige
s 11 afgevuurd, door de lucht suisde.
ren, die op zijn hoede was, pareerde
F.W1 bliksemsnellen duik dezen onver-
khmj aanval en z®tte zijn voet tus-
L™ de deur, voordat deze aan den bin-
J™t gesloten kon worden.
Mu Ba". fluisterde hij. „de overheid
at haar dienaar en verlangt uw aan-
P-hgheid
I aan de overheid, dat zij
'tii, r. ik ben slechts een eenvoudig die-
t_, en mag mij niet verstouten de over
ig'akad te geven. Spreekt U zelf met den
!kiJJle?r des huizes kwam woedend zijn
Eid»en trachtte met enkele summiere
„«repen 2yn uiterlijk de verschuldigde
Oy.y^°be waardigheid terug te geven.
"i'Kh oms'andiiheden ontving hij den
LAj»l" sprak deze. „ik word gezon-
Kti fïr.den bevelhebber der zabtieh om U
smeten over te brengen. Er is vannacht
een man op het karakol gebracht met een
groot gat in zijn hoofd, die te zamen met
enkele medeplichtigen geprobeerd heeft in
Uw huis moge Allah het te allen tijde
behoeden! in te breken. Nu wil het ge
bruik en ook het wettelijk voorschrift, dat
gij U persoonlijk naar het karakol begeeft
om getuige te zijn van de ambtsverrichtin
gen, die vanochtend om tien uur hadden
moeten beginnen."
„De Groote Gemakzuchtige" fronste pein
zend zijn voorhoofd. Daarop vatte hij een
besluit.
,Ik dank U, oh brigadier, voor het plichts
getrouwe overbrengen van den wil Uws
meesters, dien Allah zegenen moge. Maar.
zoo gij ziet, ben ik gebaad noch gekleed,
zooals de eerbied voor de overheid, dat toch
vereischt. Begeef U daarom naar den Mü-
lasim el Auwal, mijn beschermheer en
vriend, en zeg hem, dat ik het in alle be
scheidenheid beter acht, dat de ambtsver
richtingen hier op de plek van de misdaad
plaats vinden. Zeg hem voorts, dat het mij
een groote eer zou zijn, zoo hij een eenvou
dig maal met mij zou willen deelen. Vrede
zij met U!"
Gapend legde hij den weg naar de bad
kamer af, schoor zich en nam een bad, om
als een onberispelijk mensch te voorschijn
te komen, nieuwsgierig te weten wat er
voor nieuws zou zijn. En er was nieuws:
Chiquita.
Zij was een practisch aangelegd jong
meisje, dat met de werkelijkheid rekening
wist te houden. Wat zij noodig had, was
troost en zij was vastbesloten zich op alle
mogelijke manieren te laten verwennen en
vertroetelen. En Teun. die nu plotseling
weer in een uitmuntend humeur was, be
sloot aan die wenschen voorloopig althans
te voldoen door haar een gemeenschappe
lijk bezoek aan het geweldige warenhuis
Circurel in het vooruitzicht te stellen. Hij
betrapte zich op een verbazingwekkende
bewegelijkheid, hetgeen hij aan den ener
veerenden invloed van de liefde toeschreef.
Om half twee verscheen Ibrahim Effendi,
de hoofdinspecteur, een nog zeer jong en
uiterst beminnelijk man. De maaltijd had
een zeer geanimeerd verloop en allen on
derhlelden zich op hoogst aangename wij
ze met elkander. Als man van de wereld
maakte de Egyptenaar de jongedame op
discrete wijze het hof, hoewel zij geen syl
labe verstond van alles wat hij zei. Eerst
om drie uur herinnerde Ibrahim Effendi
zich zijn plicht weer en men nam plaats
in den salon voor het verrichten der ambts
handelingen. Allereerst de vragen:
„Met welk doel werd de inbraak ge
pleegd?"
Teun dacht na. „Ik vermoed, dat men
mij wilde bestelen."
„Aha! dat vermoedt U? En wat werd er
gestolen?"
„Hhmm, dat zou ik eerst eens moeten
vragen. Saaleh!!"
„Naam!"
„Kom eens hier, oh meester mijner keu
ken. Kun Jij ons vertellen, wat de zoon
der schande, die vannacht ons huis met
zijn tegenwoordigheid verontreinigd heeft,
gestolen heeft?"
„Oh heer, ik geloof niet, dat hij tijd had
om zoo heel veel mee te nemen."
„Ja. dat klopt inderdaad. Maar in ieder
geval heb ik gezien, dat de kerel, die het
raam uit sprong, iets in zijn hand had".
„Dat was maar heel weinig en vast en
zeker niets belangrijks. Het lag vanmor
gen vroeg nog in den tuin, naast zijn hoed.
Maar die was niet erg mooi meer."
„En wat was dat andere, dat er naast
lag?"
„Oh, alleen maar een paar beschreven
blaadjes papier. De tuinman heeft ze sa
men met dien hoed in den vuilnisbak ge
gooid, want ze waren heelemaal verfom
faaid en besmeurd."
„Zeg den tuinman, oh meester mijner
keuken, dat hij een groot rund is. Haal de
heele zaak hier."
Saaleh snelde weg en kwam terug met
de papieren en den hoed. Voor hen op tafel
lagen verschillende brieven uit Roemenië
en Alexandrië, een telegram uit Hamburg,
een blad papier met een ruwe schets, die
er als een plattegrond uitzag, en twee klei
nere agenda-blaadjes. De hoed was een
zoogenaamde „zonnebloem" met een over
dreven bonten band erom, zooals Grieken
en Levantijnen ze bij voorkeur dragen. Hij
was blijkens een etiket gekocht bij „Sed-
nawi", een Syrisch warenhuis in Cairo.
„Van wie zijn deze brieven?"
„Chiquita" (volgt gebarenspel: Zijn ze
van jou?)
„Si, senor". Zij zegt nog een heeleboel
meer in het Spaansch. Vandaar dat mijn
heer Van Duren „aha" zegt en haar het
heele bundeltje toeschuift. Zij schuift ze
echter snibbig van zich af, waarop mijn
heer Van Duren niets beters weet te doen
dan ze op een plank te leggen.
Resumeerend: „Er werd een inbraak ge
pleegd, maar niets anders buitgemaakt dan
een paar waardelooze brieven, die de dief
bovendien op zijn vlucht weer weggegooid
heeft. De zich in voorloopige hechtenis be
vindende medeplichtige van den inbreker,
die door den heer Teun van Duren verrast
werd toen hij op het punt stond het in de
logeerkamer vertoevende jonge meisje,
Theresa Sastre te smoren, werd daarin
door genoemden heer tijdig gehinderd, zoo
dat hij door de politie in verzekerde bewa
ring gesteld kon worden, terwijl zijn kor
nuiten wisten te ontkomen."
Ibrahim Effendi schreef nog geruimen
tijd en Teun verdreef den tijd door met
Chiquita nieuwe taalkundige problemen
door te nemen. Eindelijk was alles onder
teekend en de hoofd-inspecteur sloeg, na
het protocol gesloten te hebben, zijn laat
ste whiskey naar binnen, tot welbehagen
van zijn lnwendlgen mensch, tot schade
van zijn ziel, want de Profeet zijn naam
zij met duizend tongen geprezen! heeft
alles verboden, wat dronken maakt.
Senor Beppo verhuisde nog dienzelfden
dag onder gelelde van twee politieagenten
naar het schitterende bouwwerk aan het
Ataba el Khadra-plein en betrok daar een
al heel eenvoudig en oncomfortabel appar
tement, slechts door een enkelen muur ge
scheiden van een tweeden jongeling, die
gebroken en vertwijfeld zijn nagels zat te
bekauwen. een Andalusiër uit Barcelona,
die wegens verdenking van moord op zijn
directeur in voorarrest zat.
Mijnheer Aristides Kolettis lag in zijn
bed. En wel in de houding van den vader
aller raadselen: de sphynx. Hij lag opzijn
buik, terwijl zijn achterhoede gedekt was
door koude compressen en zijn zinnen van
groote bitterheid vervuld warenHet
was zijn fatum altijd voor vreemde aange
legenheden smarten te moeten doorstaan
en betreurenswaardig was slechts zijn ge
brek aan lijdzaamheid om dit alles opge
wekt te dragen. Dr. Himat had hem me
dische hulp verleend, maar aangezien deze
voortreffelijk chirurg uit den ouden tijd
van de moderne charlatannerie der hy
giëne der moderne school niets wilde we
ten en ook niets wist moest mijnheer
Kolettis' taaie gestel maar zelf probeeren
het met de diepe en smartelijke indrukken
van den afgeloopen nacht klaar te spelen.
(Nadruk verboden). .(Wordt vervolgd).
I DE PLANNEN tot het ombouwen der voormalige Bonne-
'anten-kazerne, ook bekend als het Sepulchrijnenklooster, aan
I de Ezelmarkt te Maastricht, zijn ingediend. In het gebouw
wordt de Middelbare Kunstnijverheidsschool ondergebracht.
NABIJ HET FRONT.
Senegaleesche tirailleurs brengen een groep mitrailleurs in stelling
aan den kant van een weg.
ELK JAAR zorgt het Algemeen Nederlandsch Comité „Onze Marine" te den
Helder voor verscheping van St. Nicolaas- en Kerstpakketten voor de opvaren
den van onze oorlogsschepen, die met deze feestdagen niet thuis kunnen zijn.
Tachtig kisten worden bij Vollenhoven's brouwerij te Amsterdam verpakt
KONINGIN ELIZABETH VAN ENGELAND richtte in verband met den MOSSELENTIJD.
wapenstilstandsdag een radio-boodschap tot de vrouwen van het Britsche MOSSELEN ZIJN NIET GEDISTRIBUEERDDUS DE
rijk. De Koningin tijdens haar toespraak HUISMOEDERS PROFITEEREN ER VAN.
HET KERKGEBOUW DER NED. HERV. GEMEENTE TE
JOURE dateerend uit 1644 en dat voorkomt op de lijst van
Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst, is Zon
dagmiddag door brand vernield. Alleen de toren is gespaard
gebleven. Het geheel uitgebrande kerkgebouw.
DE BOUW VAN DE NIEUWE ROTTERDAMSCHE DIERGAARDE vordert gestadig. Groote staal
constructies staan thans overeind voor de diverse groote gebouwen. Links het apenhuis, rechts het begin
der Hivièra-hal.