Het antwoord van Frankrijk en Engeland Geen acuut dreigend gevaar voor Nederland HAANDAG 13 NOVEMBER 1939 No. 24429 HET VOORNAAMSTE NIEUWS VAN HEDEN De Bilt 80sfe Jaargang DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Jhr. De Geer weerspreekt geruchten Geen enkele grond voor onrust Op het „aanbod van goede diensten" Het Fransche standpunt Antwoord van Koning George Dit nummer bestaat uit DRIE bladen EERSTE BLAD verwacht De deur geenszins gesloten geacht LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIES: 3D CtsTJxrr regel voor advertenties uit Lelden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertenties belangrijk lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 ets, bij maximum aantal woorden van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven 10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. Bureau Noordemdsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 25041 (2 lijnen) Redactie 21507 Postcheque- en Girodienst no. 57055 Postbus no. 54 PRIJS DEZER COURANT: Voor Lelden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd ffllE per 3 maanden f. 2.3S per week f.O.M Franco per post f. 2:35 per 3 maanden 4- portokosten. (voor binnenland f.0.80 pes 3 enn4> Jhr. De Geer. De minister-president, jhr. De Geer, heeft zich hedenmiddag in een radio rede gericht tot Nederland en de over- zeesche gebiedsdeelen. Het is zoo zeide hij aan de re geering gebleken, dat in de laatste da gen geruchten geloopen hebben over een acuut dreigend gevaar voor ons land en dat die geruchten in breede kingen onrust hebben gewekt. En nu wil ik u even komen vertel len. dat daan-oor geen enkele grond bestaat. De aanleiding tot de geruchten schijnt te liggen in buitenlandsche radio- en pers berichten en ook in enkele daden van onze regeering. Wat de eerste aangaat, wil ik u aanra den nooit te vergeten, dat in oorlogvoeren de landen de begrijpelijke neiging bestaat, steeds de donkerste verwachtingen te koes teren over de voornemens der tegenpartij. Die landen worden daartoe vanzelf ge bracht, vooreerst door het ongunstige oor deel, dat zij over hun tegenstanders heb ben, in de tweede plaats door hun zorg voor eigen veiligheid, een zorg die hen noopt de kwaadste risico's onder de oogen te zien en deze als reeds aanwezig te ver onderstellen. Vandaar, dat onder de oor logvoerende volken zoo gemakkelijk en geheel te goeder trouw geloofd wordt aan een schending van ons grondgebied. Dat geloof komt dan tot uiting in hun be richten en kan zich langs dien weg ver spreid^ ook onder onze bevolking. Ik raad u aan, daartegen geharnast te zijn en te bedenken, dat de neutra liteit ook in dit opzicht een eigen gees tesgesteldheid eischt. Wat mede tot de geruchten aanleiding schijnt gegeven te hebben, is, naar ik op merkte, gelegen in enkele daden der re geering. Maar dan verkeerdelijk uitgelegde daden. Ik wil ook daarop uw aandacht vestigen. In een tijd, als wij thans weer beleven, ls het voortdurend noodig, ook voor neu trale staten, om de militaire maatregelen aan te passen aan den feitelijken toestand. Toen de oorlog in Polen geëindigd was en na een korte tusschenpooze de spanning in het Westen klaarblijkelijk toenam, ont stond allengs een situatie, die, althans tijdelijk, aan de kracht en de intensiteit van onze mobilisatie andere eischen stelde dan te voren. Eenjge maatregelen onzer zijds zijn daarvan het gevolg geweest. Het zou een noodlottige dwaling zijn, hieruit op te maken, dat de bedreiging van onze grenzen grooter geworden is. De beste waarschuwing tegen die dwa ling ligt misschien in een herinnering aan den jongsten weerldoorlog. Er zijn toen verschillende momenten geweest, waarop bijzondere maatregelen, b.v. een plotseling intrekken van periodieke en zelfs van rake n-verloven, zekere vrees en onrust onder de bevolking veroorzaakten. Die maatregelen werden toen niet genomen, omdat het w e z e n 1 ij k gevaar zooveel grooter geacht werd dan te voren, maar omdat bepaalde omstandigheden aan onze Paraatheid tijdelijk hoogere eischen stelden. P° uitkomst heeft destijds in al die geval len de vrees, die onder de bevolking was opgekomen, beschaamd. Niet anders zal men het ook nu mogen zien. Een acuut gevaar bestaat thans evenmin als in de eerste dagen van September. Toen in die dagen onze geheele weer macht werd gemobiliseerd, heeft niemand daaruit een onmiddellijk bedreigd-zijn van ons land afgeleid. Die mobilisatie gesohledde °°k niet, omdat gewantrouwd werd het ons van weerszijden gegeven woord, dat onze neutraliteit zou worden geëerbiedigd, maar omdat wij verplicht waren op alle gebeur lijkheden voorbereid' te zijn, verplicht niet het minst tegenover hen die onze grenzen wilden ontzien en die als belligerente mo gendheden vanzelf elkanders woord minder vertrouwden dan wij dit zelf doen. Onze mobilisatie gaf hun den waarborg, dien zij behoefden. Zij bood een wederzijdsche be schutting aan allen. Maar wil zij dit b 1 Ij v e n doen, dan moet haar kracht en omvang ook afhankelijk zijn van de wisse lende omstandigheden. Geen oogenblik mag de indruk worden gewekt, alsof onze mobi lisatie slechts formeel of symbolisch zou zijn. Van haar ernst moeten wij steeds zelf bewust zijn en moeten anderen overtuigd blijven. Alleen dan zal zij doeltreffend zijn. Vandaar dat haar kracht niet een sta biele grootheid ls, maar zich moet aanpas sen aan de hevigheid der spanningen, die zich in de nabijheid van onze grenzen voor doen. Dit ls de beteekenls, die aan de recente maatregelen moet worden toege kend. De regeering heeft geen enkele be trouwbare inlichting, die haar geloof aan het wederzijds gegeven woord kan schokken. Ook nu vertrouwt zij in de oprechtheid van dat woord en vindt daarin een spoorslag te meer om, stipt neutraal, naar alle zijden eèn gelijke waakzaamheid te betrachten. Ik hoop, dat dit woord aan de velen, die In de laatste dagen van onevenwichtigheid blijk gaven, de gemoedsrust en kalmte zal teruggeven, die wij in dezen tijd meer dan ooit noodig hebben. De zorgen zijn waarlijk groot genoeg om zich niet nog denkbeeldige erbij te schep pen. Het is zoo waar, wat een oud lied zegt: Een mensch lijdt dikwijls 't meest Door 't lijden dat hij vreest Doch dat nooit op zal dagen. Zoo heeft hij meer te dragen, Dan God te dragen geeft Dit is ook ondankbaar tegenover God. Wij mogen ons niet vergrijpen aan den zegen, dien Hij ons tot hiertoe geschonken heeft en dien wij, wel verre van hem roe keloos In de waagschaal te stellen (want zulke nervositeit trekt het gevaar aan), moeten zien als een roeping ons opgelegd om den vrede te bevorderen en hierdoor anderen te dienen. Het is die roeping, welk onze geëerbie digde Koningin en met Haar de Koning van België, hebben gevolgd, toen zij on langs hun nobele aanbod deden aan de belligerente mogendheden. Indien dit po gen ditmaal mocht falen, zullen zij en zul len de regeeringen van andere rijken voor wie de vrede bewaard bleef, te gelegener rijd nieuwe stappen In diezelfde richting kunnen doen. Elk neutraal land is thans een schijnend licht in de duisternis, die over ons werelddeel gevallen is. Men kan ook zeggen: een maas in het net, waarin de oorlogvoerende volken, zoo de verschrik king doorgaat, s.caks dreigen verstrikt te raken. Wil er een dageraad voor Europa zijn, dan zal die, menschelijkerwijs gespro ken, moeten komen van de neutrale landen Er zijn er gelukkig nog vele. Hoe meer er zullen zijn en blijven, des te grooter is de kans, dat dit werelddeel en zijn beschaving tijdig van den ondergang gered worden. Ook daarom is onze neutraliteit, en de eerbiediging daarvan door de strijdende naties, een zaak van hoog belang, waaraan wij niet defaitistisch mogen vertwijfelen. Tenslotte ligt wat de toekomst ons bren gen zal in Gods hand. Het is mogelijk, dat ons beproevingen wachten, die wij nu nog niet kunnen voorzien. Maar ook dan zal dit niet mogen leiden tot een wanhoopsstem- ming. Indien wij onzen plicht doen, kun nen wij de uitkomst rustig overlaten aan Hem, Die weet wat wij noodig hebben en Die zich nooit vergist. Hoe hoog de golven ook gaan, wij weten dat Onze Vader aan het roer staat en willen een kalmen en blij- moedigen geest bewaren, met het lied van Paul Gerhard op de lippen, en vooral in het hart: Beveel gerust uw wegen, Al wat u 't harte deert. Der trouwe hoed' en zegen Van Hem, Die 't al regeert. De antwoorden van den president der Fransche republiek en van den Britschen Koning op het „Aanbod van goede diensten" van H. M. Koningin Wilhelmina en Z. M. Koning Leopold, wer den gisteren ontvangen. Zij zijn aan Harer Majesteits regeering voorgelegd en worden thans nauwkeurig onderzocht. Het antwoord van president Lebrun heeft den volgenden inhoud: De regeering der republiek en het Fran sche volk brengen eensgezind hulde aan de gevoelens, waardoor de boodschap, welke (Jwe Majesteit tot mij richtte, is bezield. Zij waardeeren er ten volle de hoogheid en den adel van. Geen natie ter wereld is vreed zamer dan de Fransche. Geen enkele natie heeft meer offers voor den Europeeschen vrede gebracht. Frankrijk heeft reeds me nigvuldig tot uitdrukking gebracht en zij herinnert daaraan thans nogmaals dat zij besloten is en blijft om alle mogelijk heden ter verzekering van een eervollen en duurzamen vrede tusschen de volken te ver welkomen. Een vrede, gegrondvest op recht, is inderdaad alleen duurzaam. Frankrijk heeft de wapenen opgenomen om eens voor al een eind te maken aan daden van geweld en macht, welke sedert twee jaren ten spijt van alle plechtige ver bintenissen en met schending van het gegeven woord reeds drie Europeesche naties tot dienstbaarheid hebben gebracht of vernietigd en welke thans de veiligheid van alle volkeren bedreigen. Een duurzame vre de kan dus slechts tot stand worden ge bracht door het herstel der onrechtvaardig heden, welke het geweld aan Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije en Polen heeft aangedaan Zij zal dit ook niet anders kunnen, dan naar mate deugelijke waarborgen van po- litieken en economischen aard voor de toe komst den eerbied voor de vrijheid van alle volken verzekerd. De menschheid zal eerst van haar onrust en haar vrees bevrijd wor den. wanneer zij de zekerheid zal hebben, dat nieuwe aanslagen op het recht voortaan uitgebannen zullen zijn. Elke oplossing, die de overwinning van het onrecht zou wettigen zou aan Europa slechts een hachelijk be stand schenken, zonder eenig verband met den wettigen en bestendigen vrede, welks komst Uwe Majesteit beoogt. Het staat thans aan Duitschland en niet aan Frankrijk zich uit te spreken voor of tegen dien vrede, waarnaar alle bedreigde landen haken, wier veiligheid en onafhan kelijkheid door zijn toedoen bedreigd worden. Het antwoord van den Engelschen Koning luidt: Ik heb Mijn regeeringen van het ver- eenigd Koninkrijk, Canada, het gemeenebest van Australië, Nieuw Zeeland en de Unie van Zuid-Afrika het beroep, hetwelk Uwe Majesteit en Zijne Majesteit de Koning der Belgen op 7 November tot Mij gericht heb ben, aan een zorgvuldig onderzoek onder worpen. Ik breng in herinnering den op roep, door Z. M den Koning der Belgen op 23 Augustus, uit naam der staatshoofden van de Oslo-groep gedaan, waarin Zijne Ma jesteit gepleit heeft voor de onderwerping van geschillen en eischen aan open onder handeling, ten uitvoer gelegd in een geest van broederlijke samenwerking. Zoowel Mijn regeering van het vereenigd Koninkrijk, als de Fransche regeering, hebben gunstige ant woorden op dezen oproep gezonden. Ik breng evenzeer in herinnering het gezamelijk aan bod van goede diensten door Uwe Majesteit en Z. M. den Koning der Belgen aan Mijne regeering van het vereenigd Koninkrijk en de Fransche, Duitsche, Italiaansche en Poolsche regeeringen op 23 Augustus gedaan Dit aanbod werd welkom geheeten door Mijne regeering en door de Fransche, Itali aansche en Poolsche regeeringen, enkele da gen later heeft de Duitsche regeering een niet uitgelokten aanval op Polen gedaan, hetwelk op de meest ruwe wijze onder den voet is geloopen. Mijne regeeringen waardeeren hoogelljk den geest van Uwe Majesteit's aanbod en zij zullen altijd bereid zijn een redelijken en vasten grondslag voor een bilijken vrede aan een onderzoek te onderwerpen. Het is en was steeds Mijn wensch dat de oorlog geen dag langer dure dan volstrekt nood zakelijk is en Ik kan daarom aanstonds ant woorden op dat gedeelte van Uwer Maje steits beroep, waarin U Uwe bereidheid tot uitdrukking brengt om het onderzoek naar factoren tot het bereiken van overeenstem ming te vergemakkelijken. De essentieele voorwaarden waarop wij besloten zijn dat een eervolle vrede verzekerd zal moeten wor den, zijn reeds duidelijk bekend gemaakt. De documenten, welke sedert het uitbreken van den oorlog openbaar zijn gemaakt, ver klaren daarvan duidelijk den oorsprong en stellen de verantwoordelijkheid voor het uit breken ervan vast. Mijne volkeren hebben de wapens eerst opgenomen, nadat alle po gingen gedaan waren om den vrede te be houden. De onmiddellijke aanleiding tot ons besluit om oorlog te voeren is Duitschlands aanval op Polen geweest. Doch deze aanval was slechts een nieuw voorbeeld van de Duitsche politiek tegenover zijn naburen. De ruimere doeleinden waarvoor Mijne vol keren thans strijden, zijn te waarborgen dat Europa, om de woorden te bezigen van Mijn eersten minister van het vereenigd Koninkrijk, moge worden verlost van de altijd weer terugkeerende vrees voor Duitsche agressie, ten einde de volkeren van Europa in staat te stellen hun afhankelijk heid en hunne vrijheden te bewaren en voor den vervolge te verhoeden het gebruik van geweld in stede van vreedzame middelen ter beslechting van internationale geschillen. Deze doeleinden zijn bij verschillende ge legenheden aangevuld en verruimd, in het bijzonder in de verklaringen door Mijn eerste minister van het vereenigd Konin krijk afgelegd in het Lagerhuis op 12 Oct. en door Mijn minister van buitenlandsche zaken in het Hoogerhuis op 2 November. De factoren, welke naar het. oordeel van Mijn regeeringen van elke regeling deel behooren uit te maken, zijn uit deze verklaringen onzer politiek helder en duidelijk aan den dag getreden. Mocht Uwe Majesteit in staat zijn Mij mededeeling te doen van eenigeriei voor stellen van Duitschland. van een zoodanigen aard, dat zij een werkelijk vooruitzicht bie den op verwezenlijking van het door Mij boven omschreven doel. zoo kan Ik reeds aanstonds verklaren, dat Mijne regeeringen daaraan de meest ernstige aandacht zullen schenken. ZORGVULDIG ONDERZOEK DOOR DUITSCHLAND. De regeeringspersdienst meldt: De Duitsche gezant heeft in opdracht zijner egeering aan minister Van Kleffens medegedeeld, dat de inhoud van het tele gram. dat Hare Majesteit de Koningin en Zijne Majesteit de Koning der Belgen Dinsdag j.l. tot den rijkskanselier hebben gericht, zorgvuldig zal worden onderzocht. BINNENLAND. De etappen- en verkeersdienst fn ons leger (3e Blad). De wegenbouw in Zuid-Holland vertraagd (Binnenland, 2e Blad). Korting op de spoorwegpensioenen gaat 1 Januari in. (Binnenland, 2e Blad). De technische commissie van den K-N.V.B. gaat haar werkzaamheden hervatten, (Sport, 3e Blad). Overleden zijn de tooneelspeier Oscar Tour- niaire en de beeldhouwer Lucas Wen sing (Kunst, 3e Blad). Men zie voor Stadsnieuws pag. 2 van het Tweede Blad. AMSTERDAMSCHE BEURS. Kalme handel - Vaste markt - In en kele rubrieken belangrijk herstel - Amerikanen hooger - Nederlandsche beleggingen gedrukt. BUITENLAND. De koningin van Engeland, Churchill en Goebbels voor de radio (2e Blad). De viering van Wapenstilstandsdag (2e BI.) Besprekingen tusschen Finland en de Sov jets vastgeloopen? (Ie Blad). ZEE VOORTS LAATSTE BERICHTEN EERSTE BLAD. Meest zwakke, later waarschijn lijk toenemende wind uit Zuide lijke richtingen. Nevelig tot ge deeltelijk bewolkt. In den nacht en morgen waarschijnlijk mist. Geen regen van beteekenis. Wei nig verandering in temperatunr. ONTMOETING VAN fONISTERS SPAAK EN VAN KLEFFFNS. De regeeringspersdienst meldt: De ministers van buitenlandsche zaken van België en van Nederland hebben el kaar gisteren te Breda ontmoet. Elk hunner was vergezeld van den secre taris-generaal van zijn departement. Er werd geconfereerd in het raadhuis van halfzeven tot kwart over negen. Hier na werd in hotel De Kroon gedineerd. TELEGRAM VAN DEN PAUS. De paus heeft het volgende telegram ge zonden aan Koning Leopold van België" Wij hebben ten zeerste gewaardeerd de nobele gevoelens, welke de Boodschap van Uwe Majesteit en van de Koningin der Ne derlanden geïnspireerd hebben en wij bid den God, die de harten der menschen in handen heeft en de menschelljke gebeurte nissen bestiert, dat hij, in zijn barmhartig heid de wegen moge openen naar een waarachtigen en duurzamen vrede". Bij informatie naar den indruk ir regeeringskringen van de antwoorden, welke de president der Fransche repu bliek en de Britsche Koning op het aan bod van goede diensten van Koningin Wilhelmina en Koning Leopold heb ben gezonden, bleek ons, dat de regee ring door de beide antwoorden de deur geenszins gesloten acht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 1