Roode Kruis-oefening - Herdenking St. Willibrord - Nieuw slagschip
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
80ste Jaargang
v#
FEUILLETON
De Hermandad, de
Heros en de Heroïne
IN DE DOMKERK TE UTRECHT werd het 12de Eeuwgetij van St. Wiliibrordus, den apostel
der Nederlanden herdacht. Op de eerste rij 1ste v.L Z.Exc. de minister van Koloniën Ch. J. I. M.
Weiter, 3de v. I. Z.Exc. de min. v. O. K. en W., G. Bolkestein, 4de v. L jhr. mr. dr. L. H. N. Bosch
ridder v. Rosenthal, com. d. Kon. in Utrecht en de burgem. v. Utrecht mr. dr. G. A. W. ter Pelkwijk
IN DE OMGEVING VAN DE RESI
DENTIE WERD EEN GROOTE ROODE
KRUIS-OEFENING GEHOUDEN. Op
het station Voorschoten worden „gewon
den" in een ambulance-trein geladen.
HOOI-OOGST IN.NOVEMBER! Het maaien van het z.g. najaarsgras in den Wie-
ringermeerpolder. Het gras wordt in silo's opgeborgen, omdat van drogen
in dit jaargetijde natuurlijk geen sprake is.
DE ,,IMPERO", EEN SLAGSCHIP VAN 35.000 TON, WERD TE
GENUA TE WATER GELATEN. DE KOLOS OP DE
WERF VOOR DEN STAPELLOOP.
DE HANDELSOORLOG OP DE NOORDZEE
Een Duitsch onderzoekingsvaartuig heeft een
koopvaardijschip aangehouden.
BIJ DE TONIJNEN-VANGST IN DE ADRIATISCHE ZEE neemt één der visschers
een hooge zitplaats in om de nadering van een school visschen tijdig te
kunnen melden.
door
FELIX ODERRICK.
11)
..Ja, dat is een penible kwestie, chef. Kop
"eelt verschillende brieven verloren, waar
ander de plattegrond van de plek, waar de
•aar opgeslagen ligt. Maar wij weten wie
de papieren heeft."
■•Zoo, wie dan?"
'De jongen, die Kop vermoord heeft, had
1Wonden en heeft ze aan zijn partner
segeven. Het.is.dat danspaar „Andres en
d-hiquitR" van de revue",
diï o ^o^setwijfeld hoogst merkwaar-
gaat er nu Sebeuren?"
»Wj Zullen de brieven gaan halen."
«Woont de kleine in een hotel?"
Jieen. Carlos heeft haar geschaduwd. Zij
1m gezelschap van een vreemdeling naar
«werdache gereden."
..Mooi. Ga er op af. kerel. Ik moet die
,™ven onmiddellijk hier hebben. Ik ver-
de Je deze taak toe. En let er op dat er
Eet eden keer nu weer geen grapjes uit-
strniw worflen. Daar hebben wij den laat-
eo tijd dank zij Kopolovici genoeg last
e gehad. Breng mij verslag uit. Adieu."
"boeden dag. chef."
eti mijnheer Mandrides hing den hoorn
Tegen elf uur ontwaakte de lieftallige
Chiquita, opende haar rozenmondje voor
een royalen geeuw en wreef den slaap uit
haar amandelvormige oogen. Zij had eeni-
gen tijd noodig om zich deze nieuwe omge
ving te realiseeren. Zij opende het muskie
tennet, steunde het beeldige hoofdje op één
hand en liet vlijtig haar blikken door het
vertrek dwalen. Ondanks het feit, dat de
wanden geheel kaal waren, wees de inrich
ting van het vertrek op cultuur en smaak,
die dit eenvoudige kind uit het volk altijd
had moeten ontberen. Desondanks voelde
zij intuïtief, dat zij hier datgene aantrof,
waarnaar haar hartje sinds Jaar en dag
verlangd had: onafhankelijke, góed gefun
deerde burgerlijkheid, rustige zelfverze
kerdheid, die niet naar de meening van an
deren vraagt.
Langzamerhand werd zij zich bewust van
haar huidige positie. Zij was de gast van een
beschaafden, kennelijk vermogenden man,
die haar als een dame behandelde. En nie
mand wist beter dan zijzelf hoe haar dat
altijd ontbroken had. Zij mocht dus tevre
den zijn en was het ook, wanneer zij haar
positie vergeleek met die van haar trouwen
vriend en partner. Maar op hetzelfde oogen-
blik vond zij zichzelf afschuwelijk slecht en
verachtelijk, veroordeelde haar egoïstisch
standpunt en vlijde zich vervolgens nog
even behagelijk onder de sneeuwwitte la
kens. Ware er op dat oogenblik iemand aan
wezig geweest, die voor een beroep op mede
lijden in aanmerking kwam, dan zou zij
geen moment geaarzeld hebben om onder
klagende uitroepen in tranen uit te barsten
Alleen had het evenwel geen zin. Zij was
een echte Spaansche en vereenigde in haar
ziel de heilige romantiek van een glorierijke
traditie met een sterk ontwikkelde practiscli
gevoel voor werkelijkheid. Derhalve ver
goot zij geen tranen en spaarde zich haar
jammerklachten. Eerstens was zij nu in
veiligheid en vastbesloten deze niet zonder
de dwingende machtspreuk van den heer
des huizes te verwisselen voor een alleszins
twijfelachtige vrijheid in de schemerachtige
stralen van het levenslustige, maar voor
haar omstandigheden volkomen ongevoeli
ge Caïro. Geen denken aan. Het is niet
waarschijnlijk, dat de bekoorlijke Chiquita
bekend was met de werken van Shakespeare
maar in haar intuïtie daagde het genoege-
lijk vertrouwen van dezen menschenkenner
in corpulente mannen, wier embonpoint
goedhartigheid garandeerde.
Natuurlijk moest er iets voor Andres ge
daan worden, maar met overleg en bedacht
zaamheid. Zij wist nog niet eens wie haar
gastheer was, hoe hij heette, welke nationa
liteit hij bezat en wat hij uitvoerde. Maar
hij was een caballero, die niet alleen wist
hoe zich tegenover een dame te gedragen,
maar ook de middelen scheen te bezitten
om zijn galanterie het vereischte fundament
te verschaffen.
Zij kroop uit bed en zocht naar haar
pantoffels, die een weinig verspreid onder
het bed lagen, iets wat haar vandaag voor
het eerst als iets onaangenaams opviel.
Hier was alles ordelijk, zoo degelijk. Zij
wist niet dat Teun van Duren Hollander
was en dat bovengenoemde deugden tot de
nationale kwaliteiten behooren van de men-
schen, wier unanieme zekerheid eens den
trotschen Alva heeft gedwongen de tie
ren nek te buigen.
Haar belde koffers stonden geopend voor
het bed en vertoonden een kakelbonten in
houd. bestaande uit armelijke warenhuis-
kleedingstukken uit Marseille en wat op
schik, dat deel uitmaakte van het costuum,
waarin zij optrad. Zij zocht het pronkstuk
der collectie er uit: een peignoir van Ja-
pansche kunstzijde, waarop de fantasie van
het fabrieks-Japan hartverscheurende staal
tjes van smakeloosheid geleverd had, en die
de arme Andres in de dagen van overvloed,
toen hij nog voorschot op de gage in zijn
zak had rammelen, bij een Indischen han
delaar gekocht en haar geoffreerd had. Met
dit unicum bekleed probeerde zij haar ge
luk met een kleine ontdekkingsreis. Behoed
zaam opende zij de deur. trad het halfdon
ker van een koelen corridor in en werd met
den grootsten eerbied gegroet door een roet
zwarten bengel van vijftien jaar, met bree-
de, grijzende negerlippen en schitterende
oogen, gekleed in de gebruikelijke dracht
der huisknechten: wit gewaad, breede roode
sjerp en tarbousch. Deze kwajongen grijnsde
onverbeterlijk en zei iets in het Arabisch,
waar de dame nog minder van verstond dan
van Fransch. Een statige, eveneens in smet
teloos wit gekleede, olijfbruine man kwam
aangesneld, maakte een diepe buiging en
zei op zijn beurt iets in een taal, die ken
ners van het Oosten, zoo zij vloeiend Ara
bisch spraken, voor Engelsch zouden heb
ben kunnen verslijten.
Een vertwijfelde strijd van begripsver
warringsmisère ving aan. Zoo ongeveer
moet het den Babyloniërs te moede ge
weest zijn, toen hun wegens overtreding der
bouwverordening een spraakverwarring als
straf opgelegd werd. Saaleh, de brave kok
met diensttijd van vele jaren bij Van Du
ren, vroeg of hij het ontbijt mocht brengen
en of er verder nog iets van haar dienst
was. Zij voerden voor elkander de mooiste
pantomimes op, zonder het minste succes.
Ten slotte vond de grijnzende knaap Abdu
de eenige oplossing, door de jongedame te
wenken en haar de deur naar de badkamer
te toonen, waarop zij onmiddellijk ver
dween.
Saaleh, de majestueuze, keek den knaap
evenwel streng aan en sprak de volgende
woorden: „Abdu, zoon der schande en tien
duizend andere ondeugden, voetzool op het
hoofd Uws vadersl Wanneer je nog eenmaal
den treurigen moed hebt de uitverkorene
van onze meester zoo vermetel aan tefta-
ren, dan sla ik den allergrootsten soeplepel
op je rug in stukken. Waartoe Allah mij de
kracht moge schenken." Abdu wilde aan
vankelijk nog tegenspreken, maar bedacht
zich, want hij wist, dat Saaleh er de man
naar was om inderdaad het plechtstatige
keukengereedschap in den aangeduiden zin
aan te wenden. De weergalooze kok ge
bruikte dit instrument namelijk nooit voor
zijn natuurlijke bestemming, aangezien hij
meende, dat dat zonde was. Voor het roe
ren gebruikte hij derhalve het eerste het
beste, dat hem onder zijn bereik kwam en
zijn meester, die daarvan op de hoogte was,
had zich daaraan gewend. Saaleh kookte
meesterlijk en de rest liet mijnheer Van
Duren Siberisch koud.
Deze merkwaardige figuur bevrijdde zich
juist als laatste met zachten drang uit de
greep van Morpheus' armen. Hij tastte met
gesloten oogen onder zijn bed, sleepte een
pantoffel te voorschijn, dien hij met een
tragen zwaai naar de deur smeet, hetgeen
beduidde, dat hij de diensten van den huis
jongen Abdu verlangde. Het koord van een
electrische bel bengelde precies boven zijn
hoofd, maar de heer Van Duren was een
conservatief man en had een zwak voor
tradities.
t Nadruk verboden). .(Wordt vervolgd).