Lord Halifax over Engeland's oorlogsdoel Critiek op Nederland en België DE ONGELUKSVOGEL IEIDSCH DA6BÜD - Derde Biad Woensdag 8 November 1939 De opbouw van een nieuwe wereld De oorlogsdoelstellingen van Labour De Duitsche Pers is ontevreden over de houding tegenover Engeland VRAGENRUBRIEK 9^3 •j» minister van buitenland- rc.i: zaken, lord Halifax, heeft gisteravond p«ii radiorede gehouden over het oorlogs- t'cv-! van Engeland. Hij herinnerde aan de verklaring, door Chamberlain afgelegd bij het uitbreken van den oorlog, toen de minister-presi dent zeide, dat Engeland vooht tegen „bruut geweld, kwade trouw, ongerechtig heid, onderdrukking en vervalsching". Het komt mij voor. aldus de minister, dat deze woorden sindsdien meer en meer een antwoord geven op twee vragen. De eerste dezer vragen is: wat is liet werkelijke doei van onzen strijd? Dat vele menschcn een antwoord op deze vraag wenschen, blijkt uit het feit, dat men in zoo menigen kring ver langt, dat de geallieerde landen met grootere nauwkeurigheid een definitie geven van wat de oorlogsdoeleinden worden genoemd. Het antwoord is in algemeene termen gegeven. Wij strijden voor de verdediging van de vrijheid, wij vechten voor den wede, wij bieden het hoofd aan een uitda ging ten aanzien van onze veiligheid en die van anderen, wij verdedigen het recht van alle volken op het leiden van een eigen leven. Wij vechten tegen de vervanging van het recht door het brute geweld ais scheidsrechter tusschen de volken, tegen schending van de heiligheid der verdragen en verzaking van het plechtig gegeven voord. Wij hebben ervaren, dat er in Europa geen plaats kan zijn voor beschaving, kunst en vrede, zoolang Duitschland niet ge dwongen ls, in te zien, dat nieuwe daden ran agressie niet geduld zullen worden. Dienovereenkomstig moet het ons vaste bc6luit zijn, niet alleen de menschheid der toekomst te behoeden voor een herhaling van de onrecht vaardigheden, die de Duitsche agressie gedurende de laatste jaren ln Europa beeft veroorzaakt, maar ook zooveel mogelijk de schade te herstellen, die Duitschland zijn zwakkeren buren heeft aangedaan. Dat doel wordt nog versterkt door het geen wij weten van de wreede vervolging van beginselen en personen door meedoo- genlooze menschen in Duitschland, In het algemeen is het niet de zaak van een volk, zich te mengen in het binnen- landsohe bestuur van een ander land. Doch vanneer de uitdaging naar de sfeer der Internationale betrekkingen wordt overge bracht, zooals thans Duitschland doet, doordat het den menschen de elementaire rechten van menschelijkheid ontzegt, dan raakt die uitdaging onmiddellijk iets, dat de natuur heeft neergelegd diep in het universeele geweten der menschheid. Wij strijden dan ook voor de handhaving van recht en barmhartigheid in den omgang tusschen de menschen en in de groote gemeenschap der beschaafde staten. Als men zich tegenover kwade dingen geplaatst ziet, zooals de minister-president gezegd heeft, dat het geval ls, staan er slechts twee wegen open. Men moet ze trotsecren, of er zich bij neerleggen. Dat laatste beteekent echter oneer. Wanneer ik terugdenk aan de dagen, *aarin wij een beslissing moesten nemen, staat het voor mij vast, dat wij inderdaad slechts ten koste van de grootste oneer Jfn oorlog hadden kunnen afwenden. Thans rusten de grootste oneer en de grootste dwaasheid op den aanvaller. De poote dwaasheid der Duitsche regeering ugt voor de wereld open. Wij en onze sondgenooten, wij zijn allen één in den *11 en het vertrouwen, dat wij in staat Sin, ook de groote dwaasheid aan te too ien, waarmede de Duitsche regeering haar •'gen vernietiging bewerkstelligde. Dit brengt mij, aldus Halifax, tot mijn tweede vraag. Kunnen wij er wer kelijk zeker van zijn, dat wij, door een overwinning in dit conflict van phy- sieke kracht, ons doel bereiken? Met andere woorden: wanneer wij de over winning behaald zullen hebben, wat dan? Wat zal die betere toekomst zijn, waar- '°or wij offers kunnen brengen en niet °P be kosten zien? De minister-president heeft verklaard. JJ* WU geen vrede van wraak willen, dat Jnl geen territoriale eischen voor onszelf [kbben en dat wij moeten inzien, dat de 'bekomst, weijiig hoop biedt, tenzij langs oen weg van onderhandelingen en over eenstemming een nieuwe vredesregeling m sen zou worden. Maar wij -zijn vastbesloten, zooveel ais ybbedhelijkerwvjze mogelijk is, te zorgen Europa niet opnieuw het slachtoffer 1 ec" herhaling dezer tragedie zal zijn. leb dit doel voor oogen zullen wij, wan- kfs a' onzen invloed aan- „J1® voor den opbouw van een nieuwe lab waarin de volken niet zullen toe- J™. dat hun hoop op een voller leven de jwem wordt Ingeslagen door een krank jïïï.e Bewapende rivaliteit en dat het tjr bwen op de toekomst zal worden v.!?c"aduwd door een sombere onheils- '«Waehting. I" de nieuwe wereld, waarnaar wij 'ireven, zal plaats zijn voor samen werking van alle volken op den gronil- "aS van menschelijke gelijkheid, zelf- ••spect en wederzijdsch vertrouwen. Wij zullen vele dingen, die aan liet Inter nationale contact ten grondslag liggen sociale, politieke en economische vraag stukken hebben te overdenken en mid delen moeten vinden om de noodzakelijk heid van verandering in een voortdurend veranderende wereld te verzoenen met be veiliging tegen verstoring van den vrede door wapengeweld. Alle landen zullen hun bijdrage tot de nieuwe orde, waarnaar wij zoeken, moeten leveren en op ons volk zal een groote ver antwoordelijkheid komen te rusten. Niet minder dan anderen moeten wij leering trekken uit de mislukkingen en teleurstellingen van het verleden. Wij heb ben geen voorsteiling van het beeld der wereld van na den oorlog, wij weten niet, onder welke omstandigheden de vijande lijkheden zullen eindigen en over welke bouwstoffen wij de beschikking zuilen heb ben bij het oprichten van het vredes- gebouw. Sommigen gelooven, dat een nieuwe orde slechts kan worden verkregen, wanneer de volken hun souvereine rechten ln zekere mate opgeven, om den weg voor een meer organische eenheid te effenen. Doch in dien men aldus hoopt, te koenen tot een echter internationaal systeem, moeten wij dat vernemen uit den wil der volken, want alleen zij kunnen dat denkbeeld leven geven. Na den oorlog zullen wij er zorg voor hebben te dragen, dat wijsheid en goede wil samenwerken in de onmetelijke taak. die ons wacht. Niemand kan zeggen, wan neer en hoe wij tot de overtuiging zullen komen, dat onze doeleinden bereikt zijn. Doch wanneer wij het vaste geloof heb ben, dat ons besluit en onze algemeene koers juist zijn, dan behoeven wij ons over den afloop niet bezorgd te maken. Ik vertrouw, dat het Britsche volk,' in dien het zijn eigen normen van doel en gedrag gedurende den geheelen oorlog kan handhaven, naar den geest beter uitgerust zal zijn voor zijn aandeel in de ordening van een gelukkiger toekomst". Halifax zeide toe te geven, dat de phy- sieke kracht alleen niet in staat is, het kwaad, dat aan den oorlog ten grondslag ligt, uit te roeien, doch de erkenning van deze waarheid mag ons nooit blind maken voor het feit, dat wij, wanneer wij uit vrees voor de oorlogstragedie werkeloos blijven tegenover het opia-eden dat wij een kwaad achten, de geestelijke waarden, die allen menschelijken vooruitgang hebben bezield en geleld, aan vernietiging prijs geven. De weg, dien wij ons voorgenomen heb ben af te leggen, kan lang zijn. Wij heb ben den tijd. om over onze grieven te denken en ons voor te stellen, hoeveel beter wij den arbeid van een ander zou den hebben gedaan. Het recht van eritiek ls bijna een traditie van het Britsche ras, dat die kunst buitengewoon goed verstaat. Het is een toeken van vrijheid, ziet maar naar Duitschland, waar het mopperen u waarschijnlijk ln een concentratiekamp zal brengen. Laat ons onze vrijheid behouden, doch haar gebruiken voor de versterking van ons doel!" Halifax waarsohuwde zijn hoorders, dat de vijand van ieder teeken van oneenig- heid gebruik zou maken en besloot met de woorden: „Het is onze plicht, eensgezind en sterk van geest en hart te zijn. Daar van zal zeker onze kracht in den strijd af hankelijk zijn en. wanneer die strijd voor bit is, ook het vermogen, den oproep tot waardlgen arbeid voor de toekomst der menschheid te beantwoorden". REDEVOERING VAN ATTLEE. De Labourleider Attlee heeft in Londen een redevoering gehouden over de oorlogs doelstellingen van de Labour-partij. Hij zeide: „Wij willen, dat het Duitsche volk "weet, dat Ihet thans een eervollen vrede kan krijgen." Verder verklaarde hij, dat geen ertfcele partij een beteren staat van dienst heeft voor de zaak des vredes dan de aanhangers van Labour. Het Britsche volk is den oorlog niet ingetreden met de stemming van een lichtvaardig avontuur, maar het is gedwon gen de wapens op te nemen om vitale be ginselen te verdedigen en overal is er een grimmige vastberadenheid om tot het ein de door te zetten en tevens een vastberaden heid om er zorg voor te dragen, dat de zaak waar het om gaat, niet bedolven wordt in de hartstochten, welke de oorlog opwekt. Wij moeten de zekerheid verwerven, zoo zeide Attlee, dat de vijandelijkheden vroe ger of later niet opnieuw uitbreken. Wan neer de beschaving wil blijven leven, moet een einde gemaakt worden aan de agressie. Een essentieele voorwaarde voor den vrede is, dat er in Duitschland een re geering moet zijn, die het Hitlerisme heeft laten varen en die vertronwd kan worden. Ook dan nog moet er bewijs geleverd worden van werkelijk bonafide bedoelingen en moeten daden van her stel worden getoond, met inbegrip van een wederinstelling van democratische regeeringen in Tsjccho-Slowakije en Polen. Het blijft aan het Duitsche volk om den weg naar den vrede te openen. Maar Duitschland is niet de eenige agressieve staat. Er moet een vredesconferentie ge houden worden, waar alle deelnemers be reid moeten zijn af te zien van agressie en het gebruik van geweld en geneigd moeten zijn tot herstel en vergoeding. De oorlogsdoelstellingen formuleerde Att lee als volgt: 1. Terwijl den slachtoffers schadeloos stelling moet worden gegeven, moet iedere gedachte aan wraak en straf uitgesloten worden. 2. Alle naties, groote en kleine, en van welke kleur oi geloof ook, moeten het recht hebben om te leven en om haar eigen ken merkende trekken tot ontwikkeling te bren gen, mits zij geen inbreuk maken op de rechten van anderen. Duitschland moet er kennen, dat de Pool, de Tsjech en de Jood hetzelfde recht hebben als de Duitscher op een plaats ln de wereld. De Engelschman moet eveneens een zelf de recht toestaan aan den Indiër, en aan de andere Inwoners van het Britsche rijk. 3. De oorlog moet buiten de wet worden gesteld en geschillen moeten zoo noodig onderworpen worden aan de beslissing van belangelooze arbiters. 4. Erkenning van de rechten der natio nale. religieuze en rassenminderheden moet worden gewaarborgd door het gezag van een internationaal lichaam. 5. Erkenning van een Internationale autoriteit, staande boven de indlvidueele staten en voorzien van de rechten en be voegdheden om zich te doen gelden zoowel op politiek als economisch gebied. „Europa moet gefedereerd worden of ondergaan." 6. Men moet het imperialisme laten va ren en het beginsel aanvaarden, dat bij het bestuur over koloniën, waar zelfbestuur nog niet kan worden toegestaan, het belang der inboorlingen doorslaggevend moet zijn. Er moet een gelijke toegang zijn voor alle naties tot de grondstoffenmarkt. Herver deeling van koloniaal gebied tusschen rlva- liseerende lmperiallsmen vormt geen op lossing. Aanvaarding van deze beginselen zal de oprichting met zich medebrengen van een internationale machinerie om ze te doen gelden. Er moet een Internationale strijdmacht komen, welke over voldoende kracht beschikt om een eventueelen agres sor af te schrikken. Een internationale luchtmacht is het meest geschikte instru ment, terwijl afschaffing van de nationale luchtmachten de ongerustheid zou wegne men welke heden ten dage de menschheid Koker 12 stuks 5 Oct. Proof doosje 2 stuks Wet 2368 Onsez. Med.) terugdrijft naar de gewoonten van den hol bewoner. Iedere staat moet de verplichting aanvaarden om economische sancties toe te passen op een vredesverstoorder. De na tionale strijdkrachten moeten teruggebracht worden tot den omvang die noodig is voor het behoud der binnenlandsche orde en moeten onderworpen worden aan een inter nationale Inspectie. Particuliere fabricage van en handel in bewapeningen moeten worden afgeschaft. De kleine naties moe ten met de groote volledig aandeel nemen aan de internationale autoriteit, welke grensproblemen moet behandelen en econo mische plannen ontwerpen op de wereld omvattende schaal teneinde het hoofd te bieden aan weer opkomende economische crises. Het feit, dat Hitier de leider is van het Duitsche volk ontheft dit volk niet van de verantwoordelijkheden. Wij zijn bereid, afaus Attlee, Duitschland welkom te heeten ln het gezin der naties. Onze beginselen verschillen niet van die, welke wij afkondigden, toen Duitschland na den laatsten oorlog machteloos was. Wanneer wij geroepen zullen zijn de ver antwoordelijkheid op ons te nemen voorde regeering, zullen wij steeds bereid zijn onze beginselen in de practijk te brengen. O Verschillende Duitsche dagbladen, zooals de Lokalanzeiger. de Deutsche Allgemeine Zeitung en de Angriff, hebben commen taar geleverd op de reis van Koning Leopold naar Den Haag. Deze commentaren zijn geschreven vóórdat bekend was, dat de Vorsten besloten hadden den oorlogvoe renden landen hun goede diensten aan te bieden. Volgens het Duitsche Nieuwsbureau wor den in deze commentaren de volgende op merkingen gemaakt: De verwachtingen van Duitscland ten aanzien van een activiteit der kleine neutrale mogendheden betreffende een vastberaden handhaving van haar levensbelangen tegenover den druk der Engelsche oorlogvoering zijn nooit zeer hoog geweest. De mogelijkheden die de vredesredevoering van Hitier ook voor de zaak der neutralen aanbood, zijn door hen op geenerlei wij ze aangegrepen. Alleen papieren protes ten zijn ingediend tegen de Engelsche blokkadepractijk. Het is begrijpelijk, dat met dergelijke methoden geen effect bereikt kan worden. De Engelsche practijk wordt van week tot week scherper en gaat reeds over tot nieuwe eischen zonder er rekening mede te houden, o( die nog in overeenstemming gebracht kunnen worden met het begrip der neutra liteit. (Doet Duitschland niet precies hetzelfde door het opbrengen van Zweed- sche schepen? - Red. L.D.). De vraag is of door publicatie der protesten zooals Neder land heeft gedaan, iets wordt gewijzigd, aan de tot dusverre bestaande omstandigheden, dan wel of de afhankelijkheid van deze staten van Engeland reeds zoo ver gevor derd is, dat zij zich aan het toezicht van Engeland onderwerpen. In ieder geval zijn tot dusverre de neutralen maar al te ge willig naar Duins gevaren. De kleine neutrale mogendheden (be doeld worden Nederland en België), aldus het communiqué van het Duitsche nieuws bureau, hebben zich beperkt tot papieren protesten en lamlendige resoluties achter gesloten deuren. Het Oranjeboek bewijst de vruchteloosheid van deze politiek. Engeland heeft in tegendeel zijn praktij ken nog verscherpt en eischen gesteld, waar van de vervulling niet met het begrip der neutraliteit te vereenigen is. Men moet niet verwachten, zoo wordt in de Wilhelmstrasse verklaard dat deze „vlucht in de openbaarheid", als hoedanig het Oranjeboek mag worden beschouwd, iets aan den toestand zal veranderen, dan wel of het niet met de afhankelijkheid van België en Nederland reeds zoover is geko men. dat Engeland thans alle bezwaren van de hand zal wijzen, terwijl het zich beroept op een recht van gewoonte en ze zal recht vaardigen als een noodzakelijke bijdrage tot de redding van de democratie. In alle geval stelt men te Berlijn vast, dat de beide landen niet hebben kun nen besluiten tot een vastberaden en werkzamen stap ter verdediging van de plichten van hun neutraliteit. Hun prak tische onderwerping aan den uil van Engeland ls een aanval op den vrede, die voor de kleine neutrale landen van nog meer gewicht is dan voor de groo te staten". In de Wilhelmstrasse is - aldus deN.R. Crt. door de pers gevraagd wat volgens Duitsche opvatting de neutralen moesten doen om de door Duitschland gewraakte tegenstel ling tusschen woorden en daden te doen verdwijnen. Het antwoord daarop luidde dat zij het er op aan moesten laten komen, d.w.z. dat neutrale schepen, die worden aangehouden door een Engelsch oorlogs schip, eenvoudig moeten doorvaren. De Engelschen zouden dan toch niet durven schieten. Op een vraag of deze gedragslijn ook aan bevolen werd voor neutrale schepen, die niet door Engelsche, maar in een gebied, waarin de Duitsche blokkade effectief, b.v. in de Oostzee, door een Duitsch oorlogsschip wor den aangehouden, met andere woorden, of zulk een neutraal schip volgens Duitsche opvatting eveneens zou moeten doorvaren en het er op aan laten komen of het Duit sche oorlogsschip al of niet zou schieten, werd geprikkeld geantwoord, dat de Duit sche maatregelen slechts een antwoord op de Engelsche maatregelen waren. VOOR DONDERDAG 9 NOVEMBER. Hilversum I, 1875 en 414,4 M. 8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV, 11.00 KRO, 2.00—12.00 NCRV 8.00 Berichten ANP 8.05—9.15 en 10.00 Gram.muziek 10.15 Morgendienst 10.45 Gr am. muziek 11.30 Godsdienstig halluur 12.00 Berichten 12.15 KRO-orkest <12.45 1.10 Berichten ANP., gram.muziek)) 2.00 2.55 Hand werkuur tje 3.00 Viool en piano en gram.muziek 3.40 Gram.muziek 3.45 Bij bellezing 4.45 Gram.muziek 5.00 Handen arbeid voor de jeugd 5.30 Gram .muziek 5.45 Orgelspel 6.45 CNV-kwartlertjes 7.00 Berichten 7.15 Boekbespreking 7.45 Cau serie „Metaalbewerking" 8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-berichten 8.15 NCRV-Har monie-orkest en gr am .muziek 9.00 Causerie „De groeiende Kerk ln een ontredderde We reld" 9.30 All Round-sextet (10.00—10.30 Be richten ANP., actueel halfuur) 11.15 Gra- mofoonmuzlek 11.5012.00 Schriftlezing. Hilversum n, 301,5 M. AVRO-Uitzending 8.00 Berichten ANP., gram.muziek 10.00 Morgenwijding 10.15 Gram.muziek 10.30 Voor de vrouw 10.35 Omroeporkest 11.00 Voor de vrouw 11.15 Omroeporkest en solist 12.30 Gram.muziek (Om 12.45 Berichten ANP.) 1.00 Het Puszta-orkest 1.30 Het AVRO-Aeolian-orkest 2.00 Voor de Vrouw 2.30 Vervolg concert 3.00 Brei- en bor- duurcursus 3.45 Gr am muziek 4.00 Voor zieken en thuiszittenden 4.30 AVRO-Musette- ensemble en soliste ropn.) 5.00 AVRO-Week- kaleidoscoop 5.25 Gelukwenschen 5.30 AVRO-Amusementsorkest en solist 6-30 Sporthalfuur 7.00 Voor de kinderen 7.05 Vroolijk programma voor militairen 7.30 En gelsche les 8.00 Berichten ANP., mededeelin- gen 8.20 Het Concertgebouw-orkest en so listen (Ca. 9.10 Causerie „Shakespeare en wij") 10.40 Gram.muziek 11.00 Berichten ANP. Hierna: AVRO - Dansorkest 11.4012.00 Or gelspel. Engeland. 391 en 440 M - 9.50—10.20 Va riété 11.20 Orgelspel 11.40 Causerie 11.55 Gevarieerd programma 12.20 Berichten 12.351.20 Orkestconcert 2.20 Dansorkest 2.55 Solistenvoordracht 3.20 Berichten 3.35 Causerie 3.50 Revue-uitzending 4.20 Kin- deruurt^e 450 BBC-Theater-orkest 5.20 Berichten 555 Causerie 5.50 Variété 6.20 Radiotooneel 6.50 Mededeelingen 7.20 Solistenvoordracht 7.35 Variété 8.20 Be richten 855 Causerie 850 Orkestconcert 950 Korte avondwijding 9.40 BBC-Har monie -orkest 10.20 Radiotooneel of geva rieerd programma 1050 Dansmuziek 1150 —11.35 Berichten. Radio-Paris. 1648 M. Geen opgave ont vangen. Keulen. 466 M. RijkseendlngFeestdag der N.S.D.AP. Brussel 322 en 484 M. 322 M.r 1150 Gra- mofoonmuziek 11.50 Omroeporkest 12.50 150. 450,. 5.50 en 650 Gram.muziek 750 Öntspanningsprogramma voor soldaten 7.50 Radiotooneel 8.20 Omroeporkest (met toe lichting) 9.3010.20 Gram.muziek. 484 M.: 1155, 1250—150. 4.20, 555 en 6.35 Gram.muziek 750 Uitzending voor soldaten 7.50 lrLe lac d'Amour", operette 10.00 10.20 Gram.muziek. DeutscWandsender. 1671 M. Rijkseending: Feestdag der N.S.D.AP. GDI. RADIO-DISTRIBUTIEBEDRIJF EN DE R.O.V. RADIO -CENTRALE. Donderdag 9 November. Ie Programma: lederen dag van 824 uirr A.VJt.O, VARA enz. 2e Programma: lederen dag van 824 uur K.R.O., N.CR.V. enz. 3de Programma: 8.00 Keulen 1150 Brussel VL (1250 Ber.) 150 Keulen <Ber.> 1.35 R. Damnark 3.50 Diversen 4.20 Brussel VI. 5.10 R. Danmark 5.35 Brussel Fr. 6.20 Brussel VI. (6.50 Ber.) 750 Brussel Fr. 7.50 Brussel VL 850 Beromünster 9 20 Brussel VI. (Ber.) 10.20 Deutschlapdsender (11.20 Ber.). 4de Programma: 8.00 Brussel VL 850 En geland (Ber.) 11.40 Brussel Fr. 12.20 Engeland (Ber.) 12.50 Parijs Radio (Ber.) 250 Engeland <350 Ber.) 4.20 Brussel Fr. 4.50 Engeland (5.20 Ber.) 5.005.09 Scheve- ningen Haven (Ber.) 5.35 Boedapest 5.50 Engeland 6.20 Beromünster 6.35 Brussel Fr. 6.50 Boedapest 7.20 Keulen (Ber.) 7.30 Parijs Radio <7.50 Ber.) 8.20 Engeland <Ber.) 8.35 Parijs Radio 9.50 Boedapest 10.20 Diversen 10.46 Boedapest 11.20 Engeland (Ber.). Wijzigingen voorbehowSetL S. L. te L. De regeling voor de kostwin nersvergoeding is pas gewijzigd. Overigens zij er op gewezen, dat er geen vaste normen be staan. Ieder geval wordt afzonderlijk beoor deeld. C. J. M. te L. Noordwijk, Katwijk. Wasse naar, Den Haag, Rotterdam. Dordrecht. Moer dijk. Zevenbergen, Standaarbuiten. Ouden bosch. Oud-Gastel, Roosendaal, Esschen. Totaal plm. 110 K.M. Bij het eerste geratel vloog de dief onder 't venster als een haas weg. Het duister slokte hem onmiddellijk op. Met een uiterst verschrikt gezicht kwam bankier Dubbeltjes naar buiten en riep: „Wie is daar? Wat moet dat hier voor mijn huis Mijnheer Dinges, die 't dichtst bij hem stond, liep naar den bankier, met den ratelenden wekker bij zich. Agent num mer 18 was woedend, vooral op Dinges, die door z'n domheid 't prachtige plan in duigen had laten vallen. En stü sloop nummer 18 weg...... Dinges droop af, nadat hij Dubbeltjes had verteld, dat er nu eigenlijk aan de hand was geweest. De laatste smeet, nada hij 't verwarde verhaal had aangehoord, woe dend de deur dicht en Dinges veegde z'n hoofd met een zakdoek af. Foei, hij had ook altijd pech......

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 11