Een Nederlandsch Oranjeboek
UYLENSPIEGHEL J
Dagbladreclame
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 6 November 1939
Derde Blad No. 24423
Geen innemen7
tegen Baby's
KOU
80ste Jaargang
Wat Buitenlandsche Zaken deed' in verband met
den oorlogstoestand
Engelsch onderzoek berokkent enorme schade
aan neutrale belangen
Het aanbod van goede
diensten
In den
V/ICKS
RECHTZAKEN
is uiet te vervangen
Door het ministerie van buitenlandsche zaken is een Oranje-
boek uitgegeven, waarin een overzicht is opgenomen van de
■voornaamste tot November in verband met den oorlogstoe
stand door dit ministerie behandelde en voor openbaar
making geschikte aangelegenheden.
Het Oranjeboek opent met een bespre
king van de werkzaamheid der regeering
tot behoud van den vrede. De oproep van
de Gslostaten van 23 Augustus ls er In op
genomen, waarna het aanbod van goede
diensten van de Koningin en den Koning
der Belgen wordt vermeld. Daarbij wordt
gezegd, dat van Nederlandsche en Belgi
sche z(jde aan dit aanbod geen ruchtbaar
heid werd gegeven, om eventueele inlei
dende besprekingen niet te bemoeilijken.
De eerste berichten over dezen stap kwa
men uit het buitenland.
Voorts worden de Duitsche en de Brit
sche verklaringen omtrent de eerbiediging
onzer neutraliteit ln volledlgen tekst afge
drukt.
De neutraliteltsproclamatie wordt nog
maals ln het Oranjeboek gepubliceerd.
SCHENDINGEN NEDERLANDSCH
RECHTSGEBIED.
In een hoofdstuk „Schendingen van het
Nederlandsche rechtsgebied" wordt gezegd:
In tegenstelling met den vorigen oorlog
toen schendingen van het Nederlandsch
rechtsgebied door vliegtuigen slechts be
trekkelijk zelden voorkwamen, zijn derge
lijke voorvallen thans een aantal malen
voorgekomen.
Reeds van af het begin van het conflict
was aan de Nederlandsche krijgsmacht be
vel gegeven op leder onbekend vliegtuig te
vuren, behalve op burgervllegtuigen. die
zich aan voorgeschreven routes hielden. In
alle gevallen, waarin zulks mogelijk bleek,
is dan ook het vuur geopend op overvlie
gende vliegtuigen. Menigmaal zijn Neder
landsche jachtvliegtuigen opgestegen om
vliegtuigen, welke boven ons rechtsgebied
gesignaleerd waren, te verdrijven. Indien
de nationaliteit der vliegtuigen niet vol
doende vaststond, werden aan beide par
tijen inlichtingen gevraagd. Verder is tel
kenmale wanneer daartoe de mogelijkheid
bestond geprotesteerd In gevallen, waarin
de feiten ook voor de wederpartij onbe
twistbaar vaststonden, werden veronschul-
dlgingen aangeboden, welke meer dan eens
ook spontaan werden uitgedrukt. De be
handeling van gevallen afzonderlijk zou
buiten het bestek van dit overzicht vallen.
Slechts éénmaal is de Nederlandsche
onzijdigheid geschonden door een schip.
Deze schending had plaats door de Brit
sche kanonneerboot „Lelth", die, zich van
Nieuw-Zeeland naar Singapore begevende,
op 13 September door Straat Riouw voer,
welke Straat een minimum-breedte van
slechts twee zeemijlen heeft. Aan Hare Ma-
jesteits gezant te Londen werd opgedragen
de aandacht der Britsche regeering op deze
overtreding van de Nederlandsche neutra-
liteitsbepallngen te vestigen en een gron
dig onderzoek te vragen, benevens maat
regelen om een herhaling te voorkomen.
Intusschen had de „Commodore Malaya",
schout-bij-nacht Drew, naar aanleiding van
een bericht van den Brltschen consul-ge
neraal te Batavia, dat de Nederlandsch-
Indische regeering protest had aangetee-
kend tegen het doorvaren van Straat Riouw
door een Britsch oorlogsschip, aan den Ne-
derlandschen consul-generaal te Singapore
zijn welgemeene verontschuldigingen aan
geboden voor het gebeurde, nadrukkelijk
verklarende, dat geen opzet in het spel was
geweest, aangezien hij zelf noch de com
mandant van de „Leith" op het oogenbllk
van de overtreding In het bezit was van de
Nederlandsche neutraliteltsproclamatie
De aanvallen op Nederlandsche vliegtui
gen worden dan vermeld. Deze gevallen,
betreffende de R 5, de Mees, en de beschie
ting van een Nederlandsche patrouille bo
ven de Provincie Groningen, zijn bekend.
CONTRABANDE.
De Britsche, Framsche en Duitsche con-
trabandelijsten gaven de Nederlandsche re-
seering aanleiding stappen te ondernemen
te Londen. Parijs en Berlijn. De volgende
nota werd aan de Britsche regeering ge
zonden, terwijl een vrijwel gelijkluidende
0 3 te Parijs werd overhandigd
...•■De lijsten van absolute en voorwaarde-
li'! rr contrabande, welke vervat zijn in
'1st I en II, gevoegd bij de proclamatie van
September 1939. geven der Nederlandsche
egeering aanleiding tot de volgende op
merkingen.
Ten eerste wordt het gebied der goede-
ten, die als contrabande worden beschouwd
niét"! net oneindige uitgebreid, doordat
et slechts enkele bepaalde voorwerpen als
contrabande zijn aangewezen, doch boven
rok ■'voorwerpen noodzakelijk of nuttig
best j Sebruik daarvan, materialen of
"ratanddeelen, welke voor de vervaardi-
ng daarvan dienen", en zelfs „voorwer-
"oodzakelijk of nuttig voor den aan-
«K of het gebruik van zoodanige mate-
,en of bestanddeelen."
j "tt verband moet worden opgemerkt.
,1.wijl bijv. metalen niet als zoodanig
BJ"ttfabande zijn aangeduid, bijkans alle
«l_j~en onder de bovenbedoelde aandui-
"n vallen. Evenzoo hebben de Britsche
lijsten ten gevolge, dat rubber, hoewel het
niet in het bijzonder is opgenoemd, valt
onder de aanduiding van voorwerpen, noo-
dig voor de vervaardiging van vervoermid
delen. Op overeenkomstige gronden kan
hout door de Britsche autoriteiten en door
de prijsgerechten als absolute contraban
de worden beschouwd. Er bestaat bijna
geen enkele stof. die niet onder de uiterst
uitgebreide definities der bovenbedoelde
lijsten valt.
Hets ysteem, gevolgd in de contra-
bandeüjst, geeft aanleiding tot een
ontoelaatbare onzekerheid voor de neu
trale scheepvaart en handel en laat
anderzijds de grootste vrijheid aan de
oorlogvoerenden voor het aanhouden
van schepen en ladingen.
Het beginsel, dat te allen tijde de grond
slag ls geweest van het onderscheid tus-
schen absolute en voorwaardelijke contra
bande. is dat de voorwerpen, die door hun
aard beschouwd moeten worden uitsluitend
voor oorlogsgebrulk bestemd te zijn, abso
lute contrabande zijn. terwijl de voorwer
pen, die door hun aard geschiktz ijn zoo
wel voor oorlogs- als voor vredesgezruik.
als voorwaardelijke contrabande worden
beschouwd en slechts als contrabande kun
nen worden behandeld en prljsverklaard,
indien vaststaat, dat zij bestemd zijn voor
de krijgsmacht.
Dit onderscheid, dat sinds langen tijd
door het volkenrecht is erkend en dat op
een volkomen redelijk beginsel berust, moet
worden geëerbiedigd.
Door de toepassing van deze contra-
bandelijsten zou een groot aantal voor
werpen door de Britsche autoriteiten
als absolute contrabande kunnen wor
den behandeld, waarvan onomstoote-
lijk vaststaat, dat zij onmisbaar zijn
voor het leven van het geheele voék,
voor den handel, de nijverheid en het
verkeer, daar waar deze bedrijvigheid
niets te maken heeft met het militair
apparaat.
Zoo eenerzljds de practijk van het vol
kenrecht aan de oorlogvoerenden een ze
kere vrijheid laat bij het opstellen van con-
trabandelijsten gaat het niet aan, ander
zijds de beperkingen, die het volkenrecht
hun oplegt, uit het oog te verliezen. De
lijsten raken onmiddellijk de rechten en
belangen der neutralen. Dit springt in het
bijzonder in het oog, zoo men ln aanmer
king neemt, dat een neutraal schip ver
beurd verklaard zou kunnen worden inge
val een bepaald deel van de lading (vol
gens de declaratie van Londen de helft der
ladingi uit contrabande zou bestaan. De
mogelijkheid het schip verbeurd te ver
klaren, die afhangt van hetgeen als oor
logscontrabande beschouwd moet worden,
mag niet van de willekeur der belligeren-
ten afhangen, doch moet aan de beginselen
van het volkenrecht gebonden zijn. Men
moet niet uit het oog verliezen, dat het
recht van oorlogvoerenden om contrabande
in beslag te nemen, een uitzondering vormt
op het beginsel van de vrijheid der zee.
Juist omdat het een uitzondering ls, be
hoort men dit recht eng te interpreteeren.
De Nederlandsche regeering moet zich
al haar rechten voorbehouden voor die ge
vallen, waarin zou blijken, dat de belangen
van Nederlandsche onderdanen ln strijd
met het volkenrecht zouden worden bena
deeld door de toepassing van deze contra-
bandelijsten.
De te Berlijn overhandigde nota heeft
een gelijken tekst.
De Britsche „zwarte lijst."
Behalve de uitgebreide strekking van de
contrabandelijsten kon ook de definitie van
den vijand in de Britsche „Wet betreffende
handel met den vijand" ongewenschte ge
volgen medebrengen. Het artikel van ge
noemde wet waarin deze definitie is opge
nomen gaf aanleiding tot het volgende
schrijven van den Nederlandschen gezant
te Londen aan minister Hallfax:
Ik heb opdracht gekregen van den mi
nister van Buitenlandsche Zaken mede te
deelen. dat de Nederlandsche regeering
kennis heeft genomen van de bepalingen
van de ..Trading with the enemy act"
in het bijzonder van artikel 2 dier wet
benevens van de „statutory order no. 1166"
waarin de personen worden opgenoemd, die
in den zin dier wet tot vijanden gerekend
zullen worden.
De Nederlandsche regeering erkent na
tuurlijk dat Zijne Majestelts regeering het
recht heeft aan Britsche onderdanen den
handel met een vijand te verbieden. Indien
echter neutralen als vijanden gerekend
kunnen worden, rijst de vraag of regee
ringen van oorlogvoerende landen naast
dc uitoefening harer rechten overeen
komstig het prijsrecht ter zee ter zake van
het vervoer van contrabande of blokkade
breuk gerechtigd zijn een straf te stel
len op den wettigen handel van neutralen
met oorlogvoerenden door oen maatregel
af te kondigen, die neerkomt op een ge
dwongen boycot van die neutralen.
De bepalingen van artikel 2, lid 2, schep
pen voor den neutralen handelaar in een
neutraal land het gevaar als vijand be
schouwd te worden in gevallen, waarin
zulks niet gerechtvaardigd ls. Hetzelfde
artikel bevat onder c. onduidelijke bepa
lingen, die aanleiding kunnen geven tot
onrechtvaardige toepassingen op neutrale
personen en ondernemingen.
De Nederlandsche regeering moet zich
derhalve het recht voorbehouden te pro
testeeren, indien de rechten van Neder
landsche onderdanen schade lijden door
dergelijke of andere Britsche maatregelen
die niet in overeenstemming zijn met het
volkenrecht, afgezien van de tusschen onze
regeeringen bestaande verdragen.
OPONTHOUD NEDERLANDSCHE
SCHEPEN,
Reeds dadelijk bij het begin van den
oorlogstoestand begon de Britsche admira
liteit neutrale schepen naar Duins te dirl-
geeren voor het onderzoek naar contra
bande. De overmatig lange wachttijden voor
het onderzoek, welke de Nederlandsche
scheepvaart groot nadeel toebrachten, ga
ven aanleiding om ln Londen stappen te
ondernemen ten einde het oponthoud van
de Nederlandsche schepen in de Britsche
havens te bekorten. Eerst werd een aide-
memoire met bijlage aan de Britsche re
geering overgelegd, later werd nog eens
per brief op beperking van het tijdverlies
aangedrongen.
Aide-memoire.
De onredelijke vertraging, waarmede
schepen, die naar Duins of een Britsche
haven zijn opgebracht worden vrijge
laten, heeft aanleiding gegeven tot zeer
ernstige klachten van Nederlandsche
reeders. die zich te dier zake tot de
Nederlandsche regeering hebben ge
wend.
Het ernstigst wordt bezwaar gemaakt te-
tegen den maatregel, dat de schepen vol
komen zijn afgesloten van verbinding met
den wal, zoodat gezagvoerders hun reeders
niet kunnen doen weten waar zij zijn. Deze
maatregel schijnt wel buitengewoon be
zwarend. Telegrammen van den gezagvoer
der behooren den censor te bereiken en het
is ondenkbaar, dat Engelands vijanden be
langrijke inlichtingen zouden verkrijgen,
zoo zij werden ingelicht over de plaats
waar een Nederlandsch schip zich bevindt.
Het is niet goed in te zien. dat eenig
belang gediend zou zijn met de buiten
gewoon langzame behandeling van de
schepen, terwijl anderzijds de Neder
landsche regeering overtuigd is, dat
Zijne Majesteits regeering als regeering
van een zeevarend volk, zich bewust is
van den last en de enorme schade, aan
neutrale belangen toegebracht.
De Nederlandsche gezapt heeft de eer,
de medewerking van Zijne Majesteits eer
sten secretaris voor buitenlandsche zaken
in te roepen om alles te doen wat hij ver
mag om den toestand te verbeteren, die de
Nederlandsche regeering met groeiende
zorg vervult.
Op 18 October schreef de Nederlandsche
gezant een brief aan den heer R. H. Cross,
minister van economische oorlogvoering,
waarin hij ten sterkste protesteerde tegen
de overmatige vertraging van Nederland
sche schepen, waardoor buitengewoon zwa
re verliezen aan de Nederlandsche scheep
vaart worden opgelegd. In dit verband
wees hij er o m op. dat het liggeld alleen
voor een vrachtschip al naar gelang het
type 100 pond sterling a 200 pond sterling
per dag bedraagt.
Engeland antwoordt.
Op de hiervoor afgedrukte aide-memoire
werd op 27 October het volgende antwoord
van de Britsche regeering ontvangen:
In een memorandum, dat u op 28 Sep
tember aan sir Alexander Cadogan ter
hand stelde, hebt gij de aandacht van Zijne
Majesteits regeering gevestigd op de ver
traging en overlast, veroorzaakt aan Ne
derlandsche schepen, die in een Britsche
haven krachtens het Britsche contrabande
controle-systeem worden vastgehouden voor
onderzoek. Ik heb thans de eer u mede te
deelen. dat een hoogst zorgvuldig onder
zoek is ingesteld en dat zekere maatrege
len genomen zijn om het oponthoud en an
dere moeilijkheden, waarover de Neder
landsche reeders geklaagd hebben, zoo ge
ring mogelijk te maken.
2. Men zal er wel rekening mede willen
houden, dat vele van deze moeilijkheden
ontstonden gedurende de eerste dagen van
de contrabande-controle, toen een gebrek
aan booten en andere ongemakken de ver
binding met de schepen op de ankerplaats
bemoeilijkte. Thans zijn aan alle bases
voor de contrabande-controle instructies
gezonden, dat gezagvoerders van schepen,
die worden vastgehouden, moeten worden
aangespoord, zich in verbinding te stellen
met hun consuls of agenten. Bovendien is
met het ministerie van economische oor
logvoering een overeenkomst gemaakt
krachtens welke dat ministerie uw gezant
schap inlicht, zoodra een Nederlandsch
schip aan een basis voor de contrabande
controle aankomt.
3. De vertraging bij de afhandeling van
gevallen is voor een groot deel te wijten
geweest aan de onvolledigheid van de la
ding-manifesten, hetgeen uitgebreide on
derzoekingen noodig maakte, vóór de goe
deren konden worden vrijgegeven, vrijge
geven onder zekerheid of als prijsgoed in
beslag genomen. Dienovereenkomstig zijn
maatregelen genomen om de scheepvaart
maatschappijen te wijzen op de noodzake
lijkheid van duidelijke en volledige mani
festen. Ook hoopt men, dat vertraging voor
de scheepvaart in hooge mate zal worden
verminderd in gevallen, waarin de reeders
er voor zorgen, dat het ladingmanifest vóór
de aankomst van het schip in de Britsche
wateren aan de Britsche contrabande
autoriteiten wordt toegezonden. Dit zou het
mogelijk maken om in vele gevallen de
noodige onderzoekingen nopens de bestem
ming van verdachte deelen van de lading
te beëindigen, vóór het schip aankomt. In
dien bevonden is, dat het schip contra
bande bevat, kan het naar Londen of el
ders gedirigeerd worden om met zoo min
mogelijk tijdverlies te losseu, terwijl het,
indien er geen contrabande aan boord ls.
B%%trijd ze door
do 3-MinutBn
VapoRub - Massage
Teveel innemen kan een
kindermaag gauw van
streek brengen. Om
Baby's kou (of de Uwe) vlug en zeker te bestrijden,
doe als volgt tegen bedtijd:
(1) wrijf flink Vicks VapoRub op keel en borst;
(2) wrijf het daarna ook op den rug;
(3) ten slotte een dikke laag op de borst doen
en met warm flanel bedekken.
Geen wachttijd—Werkt direct
Door deze massage begint VapoRub direct door
de huid te werken als een pappleister. Gelijktijdig
ontstaan door de lichaamswarmte de heilzame
VapoRub-dampen, die 18 x per minuut naar de
ontstoken luchtwegen van neus, keel en borst
worden ingeademd. Door de urenlange dubbele
werking verzacht VapoRub de prikkeling, lost
het slijm op, vermindert het hoesten en maakt
het ademen gemakkelijk. Opgelucht en zich pret
tig voelend, valt Baby spoedig in een verkwik-
kenden slaap en 's
morgens is de ergste
kou meestal voorbij.
Verlaagde Prijs 90 ct.
W VapoRub
2282
(Ingez. Med.)
zonder hinder naar de haven van bestem
ming kan varen.
4. Verder heb ik vernomen, dat een over
eenkomst is getroffen tusschen uw gezant
schap en het ministerie van economische
oorlogvoering ten aanzien van de wijze
van ontscheping te Londen van passagiers
van naar Nederland terugkeerende Neder
landsche schepen, ten einde den last, dien
zij ondervinden van het vasthouden van
hun schip tot een minimum te beperken.
5. De hoop koesterende, dat de boven
genoemde maatregelen de grieven van de
Nederlandsche reeders goeddeels zullen
opheffen, moet ik opmerken, dat de Ne
derlandsche regeering zou kunnen bijdra
gen tot het vermijden van vertragingen
van Nederlandsche schepen, zoo zij den
reeders wilde toestaan een overeenkomst
te sluiten gelijk aan die, welke gedurende
den vorigen oorlog werd afgesloten. Bij die
overeenkomst namen de Nederlandsche
•reeders op zich, in de Nederlandsche ha
vens van bestemming die deelen van de
lading vast te houden, die verdacht waren,
totdat beslist was, dat zij konden worden
vrijgegeven. Ter zelfder tijd namen de ree
ders op zich, ieder stuk, waarvan eventueel
zou worden beslist, dat het moest worden
onderworpen aan een prijsprocedure, naar
het Vereenigd Koninkrijk terug te zenden.
Het is duidelijk, dat het sluiten van een
dergelijke overeenkomst veel zou bijdragen
om vertraging te voorkomen.
6. Ten slotte moge ik opmerken, dat Ne
derlandsche schepen zijn aangehouden, die
groote hoeveelheden contrabande vervoer
den. zoodat Zijne Majesteits regeering alle
reden had om in ieder geval zorgvuldige
onderzoekingen te verrichten.
AANHOUDEN VAN PERSONEN OP
NEDERLANDSCHE SCHEPÉN.
Niet uitsluitend het vervoer van goederen
op Nederlandsche schepen heeft moeilijk
heden medegebracht, ook het vervoer van
personen had onder de beperkingen van
den oorlog te lijden. Verschillende malen
zijn passagiers en leden van bemanning,
welke de Duitsche nationaliteit bezitten
van Nederlandsche schepen afgehaald. Der
gelijke gevallen hebben zich zoowel in
Frankrijk als in Groot-Brittannië voorge
daan.
Zoowel te Parijs als te Londen zijn
stappen tot vrijlating van de aangehoude
nen ondernomen. Aangezien de gronden,
waarop de vrijlating werd gevraagd, iden
tiek waren, wordt slechts de nota. die te
Londen werd overhandigd, afgedrukt.
Bij de verschillende storingen van het
verkeer behoort in het bijzonder de storing
van het postverkeer vermeld te worden.
Storingen van dezen aard gaven aan
leiding tot drie brieven van Hare Majesteits
gezant te Londen aan den Britschen mi
nister van buitenlandsche zaken. De eerste
luidde als volgt:
„My Lord,
Overeenkomstig ontvangen instructies
heb ik de eer u mede te deelen, dat de
Holland-Amerika-Lijn de Nederlandsche
regeering heeft bericht, dat alle postzak
ken bestemd voor Duitschland en Danzig
aan boord van de „Nieuw Amsterdam" ten
getale van 145 van het schip zijn verwij
derd en in verzekerde bewaring zijn geno
men, terwijl het te Duins lag. Mijn regee
ring is van oordeel, dat deze inbeslagne
ming in strijd is met het art. 1 van het Xle
Haagsche verdrag van 1907, betreffende
zekere beperkingen in de uitoefening van
het prijsrechtt er zee. Dit artikel bepaalt,
dat correspondentie van neutralen naar
belligerenten, onverschillig of de corres
pondentie van officieelen of particulieren
aard is. op zee aangetroffen aan boord van
een neutraal of vijandelijk schip onschend
baar is. Verder is mijn regeering van oor
deel, dat het feit dat een schip, dat post
vervoert, binnen territoriale wateren of
havens van oorlogvoerenden komt, deze
onschendbaarheid onaangetast laat. De
onschendbaarheid had naar haar oordeel
in dit bijzondere geval zeer zeker moeten
worden geëerbiedigd, daar de „Nieuw Am
sterdam" door Britsche belemmeringen voor
de scheepvaart in het kanaal en door
bevelen van Britsche autoriteiten gedwon
gen was zich naa Duins te begeven.
Het verdrag is toepasselijk op het hui
dige geval daar alle oorlogvoerenden er
partij bij zijn (art. 9)."
De beide andere brieven hadden betrek
king op soortgelijke gevallen en ook op in
beslagnemingen te Singapore en Colombo
van post ln schepen en in het vliegtuig
Nandoe.
De verzekering werd gevraagd, dat maat
regelen worden genomen om te verzeke- j
ren. dat in het vervolg geen bemoeiing
mee zal plaats vinden met pos aan boord
van Nederlandsche schepen die binnen de
Britsche territoriale wateren komen of
Britsche havens aandoen, zoowel in het
Vereenigd Koninkrijk als ln de overzeesche
gebiedsdeelen, alsmede met luchtpost.
Keelpijn is 200 léérzaam. Ik zou haast
zeggen: krijgt U óók es keelpijn, het ver
rijkt zoo Uw menschen-kennis. Maar dat
hóeft niet. want i k heb al keelpijn en nu
mag U zónder keelpijn, dat is dus zooveel
als om niet, van mijn keelpijn en mijn
menschen-kennis méé-proflteeren
Eerst moet men de waereld van zijn keel
pijn op de hoogte stellen. Dat vereischt
tact, wil men niet in minder dan géén tijd
nagewezen worden als klelnzeerig maar
wat moet dat móet, zegt mijn tandarts al
tijd, en als de waereld niet van mijn keel
pijn wist, hoe zou zij er dan leerzaam op
kunnen reageeren?
„Ahum," spreek ik tot mijn vrouw, „kijk
es in mijn kéél, ik gelóóf
„Open, je mond!" Vrouwen zijn zakelijk,
wanneer het althans gaat om kelen, neu
zen, wintervoeten en pijnlijke spieren.
Ik sper mijn muil 'lijk een Nijlpaard,
„Verder!"
Er kraakt iets
„Aaaaaaah," kreun ik,
(Dit vermeld ik slechts om U er op attent
te maken, hóe Ik mij om Uw kennis te
kunnen verrijken heb laten martelen.1
„Je moet maar es een week niet roo-
ken
Vóelt U 'm?
Of een man nu een gebroken ruggegraat
heeft of een bloederig oog, een stokdoof
oor of een gespleten nagel aan zijn groe
ten teen, kiespijn, hoofdpijn of steken in
zijn luchtpijp Je moest maar es wat
minder rooken
Néén, dan de goede vriend!
„Zeg. m'n kéél, als ik slik
„Ja. ik kén dat. Zoo vervelend, je sigaar
smaakt dan véél minder goed. hé?"
„Wat doe je er aan?"
„Gorgelen tot ik er bijkans bij neerval!
In één dag keelpijn weg en sigaar weer
fijn, hoor
Men behoeft slechts over keelpijn te kla
gen. om te ervaren, hoe goéd de mensch-
heid toch eigenlijk is, hoe vól zorg en
medeleven, hoe hartelijk en zelfs wijs
„Zout water," zegt tante Frederika,
,,'s avonds een koudwaterverband om je
nek. het zit 'm in de centrale verwarming,
daar drogen de slijmvliezen van uit
„Waterstof-peroxyd," zweert buurman.
„Oppassen, dat je er niks van inslikt, dan
brand je gewoonweg je maag af
Ja. buurmand wéét het wel. En hij zegt
het altijd zoo plastisch, zoo duidelijk!
Aan den anderen kant heb ik óók buren.
„Vooral je keel niet broeien," roepen ze
angstig over de heg.
Néé, ik zal niet broeien, ik ben géén
Barnevelder.
„Heb je al gegorgeld met boschbessen
sap?"
Es even uitrekenen, waar ik nu zoo al
mee gorgelen moet... Boschbessensap kan
er nog wel bij. Goed. ik belóóf, dat ik
„Of honing met sla-olie en rauw ei
„Wablief
„HoningMet sla-olieEn een
rauw ei
BrrrrOp die manier zou '11 mensch
z'n hééle pleizier van de keelpijn af gaan...
„Laat ik eerst es bóschbessen probee-
renprotesteer ik zwakjes. „Van den
overkant heb ik nog bijzondere dropjes,
met bacillen-doodende stóffen er in
Als U die dropjes proeft, gelóóft U het
direct
Heusch, lieve lezeres, waarde lezer, om U
weer met de wereld en derzelver bewoners
verzoend te gevoelen, behoeft U alléén
maar een pietsje keelpijn te krijgen Ai,
welk een belangstelling! Welke moederlijke
en vaderlijke zorgen en dan zooveel me
dische vindingrijkheid!
Hoe kan een menschheid, die zich zóó
vermag op te winden over anderman's
rooie keel. nog oorl
Kom, laat ik nog es een slokje chloor-
kali probeeren, 't is m'n t ij d weer, zoo
ongeveer!
HAARLEMSCHE POLITIERECHTER.
Beleediging.
Een gehuwde vrouw uit Aalsmeer stond
terecht wegens beleediging van den ge
meente-veldwachter J. Helmendach aldaar.
Verdachte had getuige uitgescholden. De
politierechter stelde aan den verbalisant de
vraag waarom er geen verbaal van verhoor
aanwezig was van den verdachte. Getuige
deelde mede. dat hij dit niet noodzakelijk
achtte, daar hij persoonlijk beleedigd was
en dat het verbaal ambtseedig was opge
maakt. Deze meening kon de politierechter
niet deelen. Hij zeide dat er wel degelijk een
dergelijk verbaal van verhoor had moeten
zijn. Het ware beter geweest, aldus de poli
tierechter dat de verbalisant zijn excuus
hierover had aangeboden.
De officier van Justitie eischte tegen de
nietverschenen verdachte een geldboete van
f. 10.- subsidair 6 dagen hechtenis.
De politierechter veroordeelde verdachte
tot een geldboete van slechts f. 3.- subsidair
1 dag hechtenis.
Voor zoover de oorlogstoestand vraag
stukken opwerpt, die zich voor de neutra
len op dezelfde wijze voordoen, wordt ge
regeld. contact gehouden met andere neu
trale mogendheden, in het bijzonder met
de Oslo-staten. De vraagstukken liggen
evenwel bijkans steeds voor de verschillen
de landen iets anders, zoodat, ook al zijn
de gevolgde beginselen dezelfde, kleine
nuances blijven bestaan. Uiteraard zijn de
wederzijdsche mededeelingen over verschil
lende gemeenschappelijke vraagstukken
van vertrouwelijken aard. Zij leenen zich,
tot dusver niet tot publicatie
Op economisch gebied hebben bespre
kingen tusschen de vertegenwoordigers der
Oslo-staten plaats gehad op 11 en 12 Sep
tember.
Ten slotte wordt het vlagverbod vermeld
en wordt aangegeven waar en voor wie
Nederland de behartiging van vreemde
belangen op zich heeft genomen.