Chamberlain's verklaring in het Britsche Lagerhuis Koning Leopold tot het Amerikaansche volk HEUMATIEK 80sfe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 27 October 1939 Derde Blad No. 24415 Kort antwoord aan Von Ribbentrop Halifax spreekt in het Hoogerhuis Behoud van de neutraliteit het grootsle belang Minister-president Chamberlain heeft gister in het Britsche Lagerhuis zijn weke- lijksche verklaring afgelegd. In de afgeloopen week. aldus de premier, hebben zich aan het westelijk front geen operaties van beteekenis voorgedaan. Kleine wijzigingen zijn aangebracht in de bezette linies en het algemeene resultaat is, dat de Fransche en Duitsche troepen thans aan de grens tusschen beide landen liggen. De voortdurende stroom van versterkin gen en materleele reserves voor het Britsche expeditieleger wordt voortgezet en de ver dedigingswerken in den Britschen sector worden voortdurend versterkt. In de lucht zijn de gevechtsvliegtuigen wederom in actie gekomen. Het huis weet reeds, dat Duitsche bommenwerpers een aanval hebben ondernomen op een con- vooi aan de Oostkust op 21 October J.l. Bij den aanval, welke door zes toestellen in den ochtend werd gedaan, werden waarschijnlijk twee vijandelijke toestellen vernield en bij den aanval in den middag, welke werd ge daan door twee escadrilles van negen en twaalf bommenwerpers, zijn zeker vier en vermoedelijk vijf Duitsche toestellen ver nield. Den volgenden dag werd een van twee bommenwerpers neergeschoten op zee bij een convooi nabij Saint Abbs Head. Geen van de schepen van het convooi of het eskorte werden getroffen, evenmin als de vliegtuigen, welke bij het convooi waren. Deze week zijn enkele successen te mel den. Zeven dulkbooten werden door vlieg tuigen gesignaleerd, hiervan werden er vier aangevallen. Men heeft goede reden om aan te nemen, dat ten minste één van deze schepen ernstig werd beschadigd en een ander werd vernield door de oorlogssche pen, welke door de aanvallende vliegtuigen naar de plaats werden geleid. Ik wensch hierbij melding te maken van het bewonderenswaardige werk van de luchtdoelartillerie, welke steeds op haar post is, vanaf het begin van den oorlog. Thans is bekend, dat bij de aanvallen op Rosyth en Scapa Flow twee Duitsche bom menwerpers door de luchtdoelartillerie zijn neergehaald en men heeft reden om aan te nemen, dat aan andere toestellen zoo danige schade werd toegebracht, dat zij hun basis niet konden bereiken. DE DUIKBOOTOORLOG. In den oorlog op zee is de duikboot-cam pagne der Duitschers verscherpt. Dat werd verwacht, doch ik kan het huis met ver trouwen verzekeren, dat wij den toestand wel in de hand hebben. Niettegenstaande een of twee gelukkige aanvallen van den vijand, is hij niet in staat geweest, dezelfde hoeveelheid schepen tot zinken te brengen als in het begin van den oorlog. De duik- booten worden gedwongen, verder en verder van haar bases te opereeren en verder van de punten, waar de koopvaardij samen komt. De verliezen der vijandelijke duik- booten zijn echter voldoende groot, om ons vertrouwen te wettigen, dat we deze be dreiging van onzen handel te boven zullen komen. De leden van het huis zullen hebben ge hoord. dat de laatste dagen vijf Britsche schepen verloren gingen. Een van deze schepen was de „Stonegate", welke eenigen tijd geleden tot zinken is gebracht door het Duitsche kaperschip „Deutschland". De me- dedeeling van dit verlies heeft ons eerst kort geleden bereikt. Te zamen meten deze schepen 22715 ton. Anderzijds is een aantal vijandelijke schepen aangehouden en opge bracht door onze blokkade-patrouille. Deze schepen zijn de „Phoebus" 8863 ton. de Gloria" 5896 ton, de „Bianca" 1375 ton, de Poseidon" 5864 ton en de „Biscaya" 6369 ~n' a' deze schepen met een totaal van «367 ton, zijn thans in ons bezit. Bovendien werd het 4574 ton metende schip „Gonzelnheim" aangehouden, de be- aanning bracht het schip tot zinken om te voorkomen, dat het werd buitgemaakt. Het wtale verlies van den vijand bedraagt dus ongeveer 33.000 ton, hetgeen dus voor ons een netto winst van omstreeks 6.000 ton op levert. Deze cijfers zijn evenwel nog onder worpen aan de beslissing van het prijshof. nit vfn tie kenmerken van de vijande- liJ1.'kbootcampagne, waarop ik de aan- aaent moet vestigen, is de toenemende wet teloosheid. Het schijnt thans regel te wor- en, dat koopvaardijschepen zonder waar- ™w"nE tot zinken worden gebracht. niJui ^',s, worden passagiers en beman- '?f. 1,1 kleine open booten in een storm- acnuge zee over boord gezet, blootgesteld san koude en ontbering. In het geval van ie i,forkshire'' in het bijzonder zijn levens .„ie :reuren van vrouwen en kinderen van soldaten, die uit Indië terugkeerden. vinifi1 ai?der opmerkelijk feit was het tot Rret" ,en®en van het Fransche schip Bne'' dat eveneens een groot aantal ouwen en kinderen aan boord had. Dit ®erd mijlen ver van het land tot zin- agebracht door kanonvuur en torpedo's j, r waarschuwing. Veertien opvaren den worden vermist. tiS^'iv*oorden zÜn krachtig genoeg, om voor a 14 geven aan onze verachting ,aPpl 'a*'en vorm van oorlog voeren. HET VERDRAG MET TURKIJE. Het voornaamste feit in de buitenland- ïn t ?°u ck S€dert mtfn laatste verklaring vpr?? uis is onderteekening van het drag met Turkije, (applaus), druilt verdraS is zuiver defensief, het be- Wp niemand en heeft alleen ten doel Tt land k dieden aan een aanval, len iyT? van deze gelegenheid gebruik wil- Ziina**?' om hu*s mede te deelen, dat en Tu t u regeering en de Fransche tiiri hit e regeeringen sedert eenigen Turkif JraaSstuk van financieele hulp aan 2ai ^Preken. De hulp, welke gegeven togsmateria. jbestaa^ voornamelijk uit oor- vo-ïri b®sPrckingen werden tc Londen ge- onder ÏSfi een Turksche militaire missie vertmiin. van 8eneraal Orbay en ik tesultS' 1 ziJ spoedig tot practische H^taten zullen voeren. TEGEN VON RIBBENTROP. Een week geleden deelde ik het huis mede, dat geen mededeelingen van Berlijn waren ontvangen nopens de inzichten van de Duitsche regeering over de punten, welke ik in mijn verklaring van 12 October heb pogen uiteen te zette». De laatste dagen echter zijn berichten uit Berlijn ontvangen over langdurige be sprekingen van de nationaal-socialistische leiders. Hfet is mogelijk, dat de rede, welke de Duitsthe minister van buitenlandsche zaken op 24 October te Danzig heeft gehou den, het nesultaat is van deze besprekingen (gelach). Ik ben niet voornemens, den tijd van dit huis te verspillen met commentaar te leve ren op de- vele bijzonderheden in deze rede (gelach). Niemand in dit land zal worden mis leid door het verdraaien van de waar heid en er zijn reeds voldoende aan duidingen dat von Ribbentrop niet meer succes heeft gehad in zijn poging onpartijdige waarnemers in andere deelen van de wereld te misleiden. Zelfs koester ik de hoop, dat niettegen staande alle onderdrukking en verval- schingen, er óók in Duitschland som migen zijn, die zien, waar de werke lijke waarheid ligt (toejuichingen). Het voornaamste thema van de rede was, dat Engeland en niet Duitschland den oor log heeft gewild en ontketend. De geheele wereld echter weet, dat géén regeering ooit vuriger heeft gepoogd, een oorlog te voor komen of grooter risico heeft geloopen om den vrede te bewaren, dan juist de regee ring van dit land (toejuichingen). Reeds hebben we met volledige openhar tigheid alle essentieele documenten, welke betrekking hebben op de oorzaken van den oorlog gepubliceerd. We zijn tevreden, door de feiten te worden geoordeeld en te weten, dat het oordeel van de groote meerderheid der neutrale waarnemers ten gunste van ons is. In zijn laatste rapport over zijn zending te Berlijn heeft sir Neville Henderson mel ding gemaakt van de aanmoediging welke von Ribbentrop heeft gegeven aan Hitier bij zijn plannen nopens Polen. Blijkbaar heeft von Ribbentrop Hitier tot het laatste oogenblik verzekerd dat Engeland niet zou vechten. Toch is dit de man. die verzekert, dat het doel van de Engelsche politiek se dert 1933 is geweest, een oorlog te ontkete nen tegen Duitschland (gelach en applaus) Een van de vraagstukken, welke de ge schiedkundigen van de toekomst moeten oplossen is, in hoeverre het groote treur spel van onzen tijd te wijten is aan het feit, dat Herr von Ribbentrop noch de politiek, noch het karakter van het Britsche volk heeft kunnen begrijpen. Ik wil nog één commentaar leveren op de rede van den Duitschen minister van bui tenlandsche zaken. Het schijnt, dat hij thans de sovjet-unie wil uitnoodigen, deel te nemen aan den kruistocht tegen het Britsche rijk. Wat een koersverandering! Laat ik twee zinnen voorlezen uit een ver klaring van von Ribbentrop aan de pers. toen hij voor het eerst naar Engeland kwam in 1936". De communist Gallacher interrumpeerde hier en zeide: „hij was toen uw favoriet!" waarop MacGovern van de labourpartij Galacher toeriep: „nu is hij de uwe" (luid gelach). „Von Ribbentrop. aldus vervolgde Cham berlain, zeide toen: „Duitschland wenscht vrienden te zijn met Engeland en ik denk, dat het Britsche volk ook met Duitschland vriendschap wil. De Fuehrer is overtuigd, dat er slechts één werkelijk gevaar is in Europa en ook voor het Britsche rijk dat is de uitbreiding van het communisme de verschrikkelijkste van alle plagen, (ge lach). Verschrikkelijk, omdat het volk zich gewoonlijk eerst het gevaar er van bewust wordt, wanneer het te laat is. (gelach). Chamberlain zeide verder: In mijn rede van 12 October zeide ik, dat Duitschland de keuze had. De positieve conclusie, welke wij blijkbaar uit de rede van den Duitschen minister van buitenlandsche zaken kunnen trekken, is, dat de Duitsche regeering haar keus thans heeft gedaan. Hij heeft aange kondigd, dat het Duitschland's bedoeling is, den strijd door te zetten met alle energie en kracht. Wanneer dit inder daad hun beslissing is, dan kan er on zerzijds slechts één antwoord zijn en wij zijn bereid dit tc geven. Het is evenwel niet Engeland, dat Duitschland heeft uitgedaagd, doch het is de Duitsche regeering, die door haar voortdurende daden van aanval, niet tegenstaande onze herhaalde waar schuwingen, ons tenslotte heeft ge dwongen, de wapens op te nemen. Het is de Duitsche regeering, welke door haar schaamteloos verachten van het gegeven woord en van de rechten en vrijheden van andere volken, de verantwoordelijkheid moet dragen voor dezen oorlog en al zijn gevolgen. (Applaus). DE OPPOSITIE AAN KET WOORD. Na de verklaring van den minister-pre sident nam de leider der labour-fractie Attlee, het woord. Hij zeide, dat de onbe perkte duikbootaanvallen gelijk zijn aan die, welke men in het laatste stadium van den vorigen oorlog heeft gekend. Het is duidelijk, dat het de bedoeling is. den duikbootoorlog te voeren, zonder rekening te houden met de overwegingen van eenig beschaafd volk. „Wat het belang van de rede van von Ribbentrop in Duitschland is, weet ik niet, doch het heeft op mij den indruk gemaakt van een volledige ontmaskering van von Ribbentrop zelf en het loont niet de moeite de rede te ontleden. Wij zullen niet door dreigementen worden weerhouden, onzen plicht te doen. Of er vrede zal zijn of niet, hangt af van het Duitsche volk. Ik hoop, dat dit volk binnenkort aan von Ribben trop en de rest zal zeggen, dat het vrede wil. De leider der liberal-err, Sinclair, zeide, dat zijn partij evenals Chamberlain vol daan is over het onderteekenen van het Turksche verdrag. Spr. heeft reeds de aan dacht gevestigd op de bijzondere betrek kingen tusschen de Britsche politiek ten aanzien van Turkije en die ten aanzien van de sovjet-unie. Hij is van meening, dat vooral op handelsgebied voortgang moet worden gemaakt. De overeenkomst inzake het ruilen van hout, rubber en tin is reeds zeer goed. doch indien Rusland beschikt over een surplus aan petroleum en mangaan, dan moet Engeland zich dit verzekeren. De nieuwe ambassadeur van Italië. Bas- tianini, woonde de Lagerhuiszitting bij in de diplomatenloge. De Britsche minister van buitenl. zaken, lord Halifax, heeft ln het Hoogerhuis ge antwoord op vragen, die tijdens het de bat over de wekelljksche verklaring der regeering waren gesteld. Over de rede van von Ribbentrop zeide hij: „wat ik van deze rede denk is, dat ik nooit een plompere poging gezien heb indien men over een collega zoo mag spreken om Engeland en Frankrijk te scheiden. Het vertrouwen tusschen Frankrijk en Engeland is nooit vollediger en intiemer geweest dan thans het geval is. Overigens zou het schouwspel van een onschuldig Duitschland, bedreigd door een aanval van Polen en tevoren door een aan val van Tsjecho-Slowakije, bij goden en menschen een glimlach kunnen te voor schijn roepen, indien de zaak niet zoo ern stig was." De arbeidersvertegenwoordiger Listowel drong aan op een spoedige uitbreiding van de handelsbetrekkingen met de sovjet-unie en wenschte ook de verklaring te hooren, dat Engeland niet voornemens was, zich te mengen in de positie van de sovjet unie ln Oost-Europa. Hierop verklaarde Halifax: „Het is nood zakelijk, ons te herinneren, dat de jongste sovjetactie ten aanzien van de randstaten bezorgdheid heeft gewekt, niet alleen in de kringen der onmiddellijk belanghebbenden en dat de toestand welke zoo ontstaan is, nog geenszins geheel duidelijk is. Het is zeker niet duidelijk, wat in bepaalde om standigheden de reactie in de Scandina vische landen en daarbuiten zou zijn, in dien de Finsch-Russische onderhandelingen in een impasse zouden geraken. Voor zoo ver wij weten, is er geen belangenconflict tusschen beide landen mogelijk, dat niet geregeld zou kunnen worden. De Britsche regeering hoopt, dat de onderhandelingen tot een goed einde gevoerd zullen worden." Naar aanleiding van een opmerking van den oppositie-liberaal Mottistone, die ge zegd had, dat Engeland plechtig verzekerd had. Polen te zullen bijstaan tegen een aanval uit welke richting ook, verklaarde de minister o.m.: ,Het maakt natuurlijk voor de Polen in het geheel geen verschil, of zij uit het Oosten of uit het Westen worden aangevallen en niemand, die in lichtingen heeft over hetgeen er thans ge beurt in de verschillende deelen van Po len. kan ontkomen aan de gedachte, dat zich daar een groote tragedie afspeelt en veel geleden wordt. Het laatste, dat ik zou willen doen, is het optreden der Russische regeering te verdedigen. Doch men moet twee dingen bedenken. Rusland zou nooit tot dit optreden zijn overgegaan, als Duitschland niet het voorbeeld gegeven had en Polen was binnengevallen. En de Russen beoogden een vooruitschuiven der grenzen tot de lijn, welke ten tijde van Versailles door lord Curzon werd aanbe volen. Ik geloof, dat de sovjet-unie. ofschoon haar vroegere verklaring betreffende eco nomische solidariteit dat twijfelachtig deed schijnen, nu bereid is, onpartijdig met alle oorlogvoerende staten handel te drijven. De Britsche regeering heeft daarvan reeds gebruik gemaakt door het sluiten der ruilovereenkomst. Wij onderzoeken thans de mogelijkheid van uitbreiding van dezen ruilhandel, den eenigen vorm van handel, die onder de be staande omstandigheden gedreven kan worden." Ten aanzien van de Russisch-Turksche besprekingen zeide Halifax: „Het is juist, dat het bezoek van den Turkschen minis ter van buitenlandsche zaken aan Mos kou geen definitief resultaat heeft opgele verd. doch men zal er kennis van hebben genomen, dat beide regeeringen alles heb ben gedaan, om aan te toonen, dat haar traditioneele vriendschap ongerept is ge bleven. De Britsche regeering die de goede betrekkingen tusschen beide mogendheden gehandhaafd wenscht te zien. is daarover zeer voldaan. Koning Leopold van België heeft in den afgeloopen nacht een via Londen naar de Vereenigde Staten uitgezonden boodschap tot het Amerikaansche volk gericht. De koning sprak zijn rede in de Engelsche taal uit. De tekst der redevoering luidt als volgt Het is een eer voor mij het woord te voe ren op dezelfde tribune als uw doorluchtige president. Ik heb met vreugde de uitnoo- diging aanvaard die mij door het forum werd gedaan, toen het mij verzocht een korte boodschap tot de Amerikaansche natie te richten. Door kostbare en trouwe herinneringen zijn mijn medeburgers, mijn familie en ikzelf aan de Vereenigde Staten gehecht. Geen enkele Belg kan den doel- matigen bijstand en de opbeurende hulp vergeten, die het Amerikaansche volk aan de Belgische bevolking heeft verleend, toen het over zijn approviandeering waakte ge durende jaren van beproeving. Het thema, dat mij werd voorgesteld „een oproep voor de verdediging van de bescha ving", zie ik als een hulde aan mijn land. Zij die het hebben voorgesteld hebben zich herinnerd dat de Belgen steeds een verhe ven plaats in de geschiedenis van de Weste lijke wereld hebben ingenomen, en dat België steeds aangezien werd als een van de brandpunten voor den opbloei van de Christelijke beschaving. Overtuigd als ik ben, dat mijn land de beschaving verdedigt door de aangenomen houding ten overstaan van het conflict dat in Europa losgebroken is, meen ik mij te mogen beperken bij de toelichting van deze houding, dewelke geheel en al strookt met den wil. den moed en de eer van mijn volk. In mijn hoedanigheid van staatshoofd verheugt het mij dat mij de gelegenheid werd geboden de volgende feiten met klaar heid vast te stellen. In 1937 heeft België zijn onafhankelijk heidspositie afgekondigd en zijn drie mach tige geburen hebben er acte van genomen. Zij zijn zelfs verderg egaan, toen zij ons spontaan de uitdrukkelijke verzekering ga ven, dat zij ons grondgebied zouden eerbie digen en de onafhankelijkheid van België zouden waarborgen. De neutraliteitsverklaring van de Belgi sche regeering, bij den aanvang van den oorlog afgelegd, was de logische uitkomst van deze politiek. De toestand van onzijdigheid, trouwens, stemt overeen met de overleveringen en de belangen van het Belgische volk, wiens ge voelens en geestesgesteldheid in den loop van eeuwenlangen strijd gevestigd werden. Het was ten koste van zijn bloed en mft een onwrikbaren wil zichzelf te blijven, dat de Belg, die in zoo hooge mate den zin van de individueele vrijheid bezit, de verovering van zijn instellingen heeft bepaald. De onzijdigheid is bovendien een levens element voor de belangen van mijn land. Het bestaan van België, gebied van geringe uitgestrektheid, maar wiens bevolking een der meest drukke van de wereld is, hangt hoofdzakelijk af van den arbeid zijner inwoners: deze arbeid, vervolgens, is af hankelijk van de handhaving van onzen exporthandel en van het vrij verkeer van onze nijverheids- en voedingsapprovian- deering. De vrede is dus voor het Belgische volk een voorwaarde van leven of dood. Wij doen geen de minste territoriale aan spraken gelden. Wij zijn noch van verre noch van nabij betrokken geweest bij de oorzaken van het conflict, dat Europa verdeelt. Moest Belgie er in mee gesleurd zijn, zijn grondgebied zou in een slagveld herschapen worden, met het oog op zijn geringe uitgestrekheid. Een dergelijk lot zou gelijk staan met een alge- heele verwoesting, welke ook de uitslag van den oorlog moge zijn. Met Nederland vormt het een vredes- eiland in het belang van alle volkeren. Op het kruispunt van de West-Europee- sche landen, vervult een onzijdig, loyaal, en sterk België, zooals het heden is, een bij uitstek vredelievende zending. Daardoor worden het slagveld en de rampen beperkt. Aldus sticht zij, onder de andere onzijdige staten, een vredesburg en een element te vens van die verzoening, welke alleen de beschaving redden kan van de ineenstor ting, waartoe zij door een algemeenen oor log onverwijld zou gedreven worden. Wij zien met klaarheid onze rechten en onze plichten in, wij zien de toekomst tege moet met een kalme vastberadenheid en een geweten, dat niets storen kan. Wij zijn be reid onze onafhankelijkheid uit al onze macht te doen eerbiedigen. Het zal vandaag precies 25 jaren geleden zijn. dat het Belgische leger, na een harden strijd, onder het bevel van koning Albert, mijn vader, een wreeden inval stuitte. En mochten wij aan gevallen worden God beware ons voor een dergelijke ramp in weerwil van de plechtige en stellige ver bintenissen, tegenover ons in 1937 aange gaan, en aan den vooravond van den oorlog hernieuwd, dan zouden wij zonder aarzelen strijden. Maar met vertienvoudigde middelen en ditmaal ook zou het gansche land ach ter het leger staan. Maar wij kunnen niet geloovcn dat onze neutraliteit door de oorlogvoerende mo gendheden niet zal geëerbiedigd worden Wij hebben vertrouwen in het woord, dat zij ons in aanschijn van de wereld gegeven hebben, zooals zijzelf mogen vertrouwen in onze loyauteit, loauteit die ik, naar het voorbeeld van mijn geliefden vader, en als vorst van een vrij en trotsch volk. besloten ben steeds na te leven. Laat ik hopen dat de Amerikaansche natie waaraan wij door gemeenschappelijke belangen en eendere instellingen zoo nauw verbonden zijn, ons helpe en ons steune in onze houding ten bate van den vrede in dienst van de beschaving. Pas op! Er is een R in de maand. deR Rillerig weer, nog wel geen winter, maar alles zoo klam en kil en in Uw ledematen weer dat gevreesde stramme gevoel van rheumatische pijnen-op-komstWaarom wéér willoos die pijnen te doorstaan, heel den langen winter door? Neem nil Uw maatregelen: doe een bloedzuiverende kuur met Kruschen Salts. Daarmee bestrijdt ge Uw rheumatiek in den oorsprong. Want de aansporende werking van Kruschen Salts op lever, nieren en ingewanden hergeeft dezen organen hun oude energie en kracht. Méér en beter dan nu, zullen ze Uw bloed zuiveren van overtollig, schadelijk zuur. dat zich anders ophoopt in weefsels en ge wrichten en dat de oorzaak is van Uw kwaal. Tienduizenden bracht Kruschen uit komst; waarom zoudt gij dan blijven lijden? Neem ook Kruschen Salts. hoe eerder, hoe beter. L. V. te Rotterdam schrijft Met deze wil ik U mijn waardeering betui gen voor Kruschen Salts. daar ik al langen tijd lijdende was aan Ischias en niets af doende hielp, totdat ik aan Krusdhen Salts begonnen ben en daarmee prachtig resul taat heb behaald. Zoo wil ik U langs dezen weg allen lof toeroepen voor Kruschen Salts. In de hoop, dat er nog velen baat bij mogen vinden, dank ik U. Ook gij zult bij Kruschen Salts baat vin den ook gij zult bij een regelmatig gebruik den weldadigen invloed ondervinden van de beroemde dagelijksche dosis. Verkrijgbaar bij apothekers en drogisten a f0.40, f. 0.75 en f. 1.60 (extra groot pak). Fabrikanten: E. Griffiths Hughes Ltd., Manchester (Enge land). Opgericht 1756. 1770 (Ingez. Med.) VOOR ZATERDAG 28 OCTOBER. Hilversum I, 1875 en 414.4 M. KRO-Uit- zending 8.00 Berichten ANP 8.059.15 en 10.00 Gram.platen 11.30 Godsdienstig half uurtje 12.00 Berichten 12.15 Het KRO- Orkest (Van 12.45—1.10 Berichten ANP. en gram.platen) 2.00 Voor de rijpere jeugd 2.30 Gram.platen 2.45 Kinderuurtje 4.00 Gram.platen 4.30 Het KRO-Orkest 5.15 Filmpraatje 5.30 Gram.platen 5.45 De KRO-Nachtegaaltjes 6,15 Gram.platen 6.20 Journalistiek weekoverzicht 6.45 Gram. platen 7.00 Berichten 7.15 Causerie ..Huis gezin en Maatschappij" 7.35 Actueele aether - flitsen 8.00 Berichten ANP. 8.15 Medi tatie met muzikale omlijsting 8.35 Gram. platen 8.45 Gevarierd programma 10.30 Berichten ANP 10.40 Causerie ..Het onver gankelijke rijk", met muziekale omlijsting —11.10 12.00 Gram.platen. Hilversum II. 301,5 M. VARA-Uitzending 10.00—10.20 v.m. en 7.30—8.00 VPRO 8.00 Berichten ANP., gram.platen 10.00 Morgen wijding 10.20 Voor arbeiders in de Continu bedrijven 12.00 Gram.platen (Om 12.45 Be richten ANP) 2.00 Filmpraatje 2.15 Orgel, zang en mandoline 3.00 Reportage 3.30 VARA-Orkest 4,15 Causerie ..Een wandeling door de Herfstnatuur" 4.30 Residentie-orkest 5.30 Filmland 5.50 Orgelspel 6.15 Uit de roode jeugdbeweging 6.45 Kinderleesclub 7.00 VAR A-Kalender 7.05 Feliciaties 7.10 Politiek radiojournaal 7.30 Cyclus „Hoe werkt de kerk?" 8.00 Herhaling SOS-Ber. 8.03 Berichten ANP.. VARA-Varia 8.15 Vraag en antwoord 8.30 De Ramblers 9.00 Toe spraak 9.05 Radiotooneel 9.30 Gram. platen 9.40 Vragenbus 10.00 En nu Oké! 11.00 Berichten ANP 11.10 Radio tooneel 11.3012.00 VAR A-Strijkorkest. Engeland. 391 en 449 M. 9.35 Morgenwij ding 9.5010.20 Lichte muziek 11.20 Be richten 11.35 Orkestconcert 12.05 Orgel spel 12.35 Causerie „Bees, Poultry, etc." 12.50 Lichte muziek 1.35 Blaasorkest 2.20 Radiotooneel 2.50 Dansorkest. 3.20 Berich ten 3.35 Variété 4.05 Optreden van eeji solist (e) 4.20 Kinderhalfuur 4.50 Het BBC-Harmonie-orkest 5.20 Berichten 5.35 Sportpraatje 5.50 Orgelconcert 6.20 Dans orkest 6.50 Mededeelingen 7.20 Variété ;.20 Berichten 8.35 Causerie (opn.) 8.50 Populair programma 9.35 Korte avondwij- ding 9.50 Orkestconcert 10.20 Radiotoo neel of gevarieerd programma 10.45 Dans muziek 11.2011.35 Berichten. Radio-Paris, 1648 M. Geen opgave ont vangen. Keulen, 456 M. 5.50 Gram.platen 7.50 Het Amusements-sextet 9.05 Gram.platen 9.30 Kamermuziek 9.5010.20 Gevarieerd programma 11.20 concert 1.35 Gram. platen 2.20 Leo Eysoldt s kleinorkest 4.35 Meisjeskoor 5.20 Steinbock's orkest, het Ci- therkwartet Freundorfer. het Töpfer-duo en het Omroepkoor 7.35—12.20 Zie Deutschland - sender. Brussel. 322 en 484 M. 322 M.: 11.20 Gra- mofoonplaten 11.50 en 12,30 Omroeporkest 12.50 Gram.platen 1.25 Gram.platen met toelichting 2.25 Jef van Hoof's koperensemble en gram.platen 3.50 Viool en piano 5.05 Omroeporkest, solist en gram.platen 6.45 Gram.platen 7.20 Ontspannlngsprogramma voor soldaten 7.50, 8.20 en 9.30—11.20 Gra- mofoonplaten. 484 M 11.35 Omroepdansorkest 11.50 Gra- mofoonplaten 12.30 Omroepdansorkest 12.501.15 Gram.platen 1.55 Oscardy's Mu sette-ensemble 2.20 José Schnvders' orkest 3.20 Het Belgisch Hof-trio 4.20 Gram.platen 5.35 Piano en zang 6.05 Gram.platen 7.20 Uitzending voor soldaten 8.50 ..Lucile", opera 9.00 Gram.platen 9.30 Omroep dansorkest en soliste 10.20—11.20 Gram. platen. GEM. RADIO-DISTRIBUTIEBEDRIJF EN DE R.O.V. RAOÏO-CFNTR\LE. Zaterdag 28 October. Ie Programma: lederen dag van 8—24 uur Avro. Vara enz. 2c Programma: lederen dag van 8- 24 uur Kro. Ncrv enz. 3de Programma: 3.00 Keulen <9.20 Ber 10.20 Diversen 11.20 Brussel VI. (12.20 Ber) 1.20 Keulen (1.20 Ber.) 2.00 Diversen 4.20 Brussel Fr. 5.05 Brussel VI. (6.30 Ber 7.25 Beromünster 8.20 Brussel VI (9 20 Ber.) 11.20 Deutschlands. (11.20 Ber.) 4de Programma: 8.00 Brussel VI. 8 20 En geland (Ber.) 11.20 Brussel Fr. 12 20 Engeland (Ber.) 12.50 Parijs Radio (Ber 1.55 Brussel Fr. 3.00—3.09 Schevenhxgen Ha ven Bter.) 3.20 Engeland (Ber.) 5.35 Brus- 6-20 Engeland 6.50 BovJarest 7.20 K-u en (E?r. - 7 3.; Engpland '0 20 Bert 6.35 Breslau 9 20 Keulen 'Ber.i 9 30 Brussel Fr 9.40 R. Danmark 10.20 Brussel Er. 11.20 Engeland iBer.). Wijzigingen voorbehouden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 9