Meer diplomatieke strijd dan oorlog VRIJDAG 27 OCTOBER 1939 No. 24415 De strijd in het Westen De strijd ter zee HET VOORNAAMSTE NIEUWS VAN HEDEN De Bilt 80ste Jaargang DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Finland en de sovjets De heer D. v. d. Kwaak bedankt als raadslid Duikbooiwrak gevonden Greenwood over de houding van Labour Een artikel van Funk Inaugureele oratie van prof. dr. C. Weststrate. Dit nummer beslaat uit VIER bladen EERSTE BLAD verwacht Iran blijft neutraal LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIES: 3D ets. per regel voor advertenties uit Lelden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertentles belangrijk lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bl] vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven 10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 25041 (2 lijnen) Redactie 21507 Postcheque- en Girodienst no. 57055 - Postbus no. 54 PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd rijn: Franco per post f. 2.35 per 3 maanden f. 2.33 per week :.'f.0.18 per 3 maanden +- portokosten.' (voor binnenland f. 0.80 per 3 mnd.> Na hun terugkeer uit Moskou zijn Paasl- kivi en Tanner gisterenmorgen te Helsinki ontvangen door president Kallio, waarbij de minister van staat Kajander en de minister van buitenlandsche zaken, Erkko, aanwezig waren De Russische voorstellen zullen door de Finsche regeering grondig bestudeerd worden. Besluiten zijn nog niet genomen. Het tijdstip van den terugkeer der Finsche delegatie naar Moskou staat nog niet vast. Minister Erkko verklaarde nog in een rede: Wanneer de geruchten betreffende de Sovjet-Russische voorstellen waar zouden zijn geweest, dan zouden die voorstellen een daad van agressie hebben beteekend en geen natie, die haar zelfrespect wil hand haven, zou ze hebben kunnen aanvaarden in den vorm, dien het gerucht daaraan had gegeven. Het zou niet juist zijn tegen te spreken, dat de betrekkingen tusschen Fin land en het land, dat besprekingen opende, verbeterd konden worden. Wij moeten vol ledig van alle middelen gebruik maken om de veiligheid van belde landen te verster ken. Finland heeft getoond, dat het geen vooroordeelen heeft, maar dat beteekent niet, dat het bereid ls, wat het ook zij, op te offeren, dat van weaenüjk belang is voor zijn vrijheid en zijn bestaan. Hoe meer neu trale landen er in de wereld zijn. des te grooter zijn de mogelijkheden tot beper king van den vernielenden oorlog. Finland kan niet betrokken worden in eenlgerlel combinatie van mogendheden, die be schouwd zou kunnen worden ais vijandig jegens eenlgen anderen staat. Erkko voegde hieraan toe: „Wij herin neren ons da houding van de landen, die bijeen waren op de conferentie in Stock holm en den waardevollen steun van Roo sevelt en het groote Amerikaansche volk. Wellicht zal eens de dag aanbreken, dat ook wij in staat zijn een soortgelijken steun te verleenen en te toonen hoezeer wij dc opreohte vriendschap, die ons gegeven werd van zoo ver en zoo nabij, op prijs hebben gesteld De huidige tijd ls een periode van uithoudingsvermogen en zenuwbeproeving. Het lot van Finland is echter vaak hard geweest en de Finnen zijn altijd uit de moeilijkheden te voorschijn getreden, ge staald om de toekomst tegemoet te zien. Fnland is thans onafhankelijk en de toe komst is van Finland zelf afhankelijk. Aan de wereld is getoond, dat Finland meer dan ooit eensgezind is. DE HEER J. A. v. d. REIJDEN VOLGT HEM VERMOEDELIJK OP. De heer D. v. d. Kwaak. Naar wij vernemen heeft de heer D. van der Kwaak, Chr.-Hist. lid van den gemeen teraad, wegens zijn verblijf in militairen Geilst voor het raadslidmaatschap be dankt. ziin opvolger op de lijst is de heer Joh. de Groot, die in verband met zijn kerkelijke lunctie niet in aanmerking wenscht te ^nen, zoodat thans de beurt is aan den heer J. A., v. d. Reijden, die reeds eerder ""tag in den gemeenteraad had. FRANSCHE BERICHTEN. Het Fransche avond-communiqué maakt melding van handgemeen tusschen verken- ningsafdeelingen en wederzijdsche artille rie-acties op verschillende punten. In het Saargebied is het slecht weer. Het heeft gesneeuwd. Niettemin duurt de acti viteit der Fransche patrouilles voort. Over de verliezen der Duitsche troepen op 16 en 17 October varieeren de schattin gen tusschen de 2000 en 3000 man. Volgens den commandant van een Fransch bataljon in de streek ten Oosten van Saar- bruecken hebben de Duitschers daar over een frontbreedte van enkele honderden meters 150 tot 200 man verloren. Volgens inlichtingen, welke den Fran sehen staf hebben bereikt, zijn verscheiden treinen met gewonden over Trier geleld. Minister-president Daladier heeft beslo ten, dat op 29 October de lichting 1910. d.w.z. de lichting van 49-jarigen, uit den dienst ontslagen wordt. Soldaten, die wegens gezinsredenen bij de laatste lichting van de tweede reserve zijn ingedeeld, zullen naar huis worden ge zonden. VRIJWILLIGE DIENSTNEMING IN ENGELAND. Het Britsche departement van oorlog deelt mede, dat het leger thans openstaat voor vrü willige dienstneming. Mannen tusschen 22 en 35 jaar kunnen dienstnemen bij de cavalerie, de artillerie, de pioniers, de pantsertroepen en de infanterie. De leef tijdsgrenzen in Noord-Ierland zijn 20 en 35 jaar. DE „CITY OF FLINT". Officieel wordt thans medegedeeld, dat het Amerikaansche s.s. „City of Flint", dat met een Duitsch prijscommando aan boord wegens machinedefect de haven van Moer- mansk was binnengeloopen en daar vast gehouden werd, nadat de havenautoriteiten de lading onderzocht hadden, instructie heeft gekregen, de Russische wateren weder te verlaten. De vrijlating van het stoomschip en de reeds gisteren gemelde opheffing van de interneering van het Duitsche prijscom mando geschiedden in overeenstemming met de Haagsche zeerecht-conventie van 1909. Naar men verneemt, bevindt de Duitsche prijsbemanning zich reeds weer aan boord. Zal het schip nu trachten een Duitsche haven te bereiken? Veel kans daarop zien wit niet De Amerikaansche bemanning blijft te Moermansk om vandaar naar huis terug te keeren. De Amerikaansche zaakgelastigde in Ber lijn, Kirk, heeft een memorandum ontvan gen van het Duitsche ministerie van bui tenlandsche zaken, waarin te kennen ge geven wordt dat de City of Flint in beslag is genomen wegens het vervoeren van con trabande en naar Moermansk is gebracht in verband met een „averij", die volgens de Wilhelmstrasse verklaard kan worden door gebrek aan navigatiekaarten. DE DEUTSCHLAND EN DE ADMIRAAL SCHEER IN DEN ATLANTISCHEN OCEAAN. Volgens een telegram van het Engelsche Reutcrbureau uit Parijs zegt men in goed Ingelichte kringen, dat het thans zeker schijnt, dat twee vestzakslagkruisers en wel de Admiraal Scheer en de Deutschland in den Atlantischen Oceaan ODereeren. Zooals reeds gemeld, heeft de Deutschland het Amerikaansche stoomschip City of Flint prijs gemaakt. Vlettermannen uit Deal verklaren, dat zij het grootste deel van een duikboottoren boven water hebben zien uitsteken op het Zuidwestelijk deel van zandbank Goodwin Sands Hoe de duikboot aan den grond is geraakt, is niet verklaard Woensdag was geschutvuur buiten Deal gehoord Men ge loofde toen, dat een duikboot wellicht was aangevallen, maar doordat het mistte, kon niets gezien worden Een andere veronder stelling ls, dat de duikboot misschien een paar dagen geleden buiten Fokestone tot zinken is gebracht en over den zeebodem gedreven is. Vijftig tot zestig lijken bevinden zich in de boot. Reeds zijn eenige lijken te Dover aangebracht. KOOPVAARDIJSCHIP VERNIELT DUIKBOOT. Leden der bemanning van een koopvaar- dijschipe dat erin geslaagd meent te zijn een Duitsche duikboot tot zinken te brengen, hebben bij hun aankomst in een Engelsche haven verteld, hoe het gevecht verloopen is. Het koopvaardijschip voer ongehinderd in een gevaarlijke zone. Plotseling verscheen de duikboot aan stuurboordzijde, voor en bijna onder het voorschip. Onze matrozen, die de wacht hielden, zoo vertelde een der officieren, konden duidelijk zién, hoe man schappen uit de opening van den toren naar de kanonnen renden. Wij waren niet ge waarschuwd voor de aanwezigheid van de duikboot. De Duitschers vuurden acht gra naten af, die door het tuig floten zonder ons te treffen. Wij richtten het kanon en begon nen bijna A bout portant te schieten. De strijd was levendig en snel. Onze kanonniers werkten als bezetenen en de rest der be manning stond te trappelen dat zij niet aan de kanonnen kon raken. Elke door ons af gevuurde granaat was raak. De projectielen ontploften zoo dicht bij de duikboot, dat de waterzuilen, die ontstonden, in een waterval op de brug neervielen. De kanonniers van de duikboot werden door het water overstroomd en werden gewond. Dat was te veel voor de aanvallers, die zich nooit zoo dicht bij ons gewaagd zouden hebben als zij hadden ver moed, dat wij gewapend waren. Plotseling renden de mannen, die op de brug van den onderzeeër waren, naar den toren. Het luik werd gesloten en de duikboot begaf zich on der water. Wij hadden slechts enkele gra naten afgevuurd, nauwelijks een vijfde deel van het door de Duitschers verschoten aan tal. Wij waren allemaal in spanning of de duikboot opnieuw zou aanvallen. Inderdaad verscheen zij weer op 2a 3 mijl afstand. WÜ voeren op volle stoom, maar zij hervatte den strijd en wij beantwoordden elk schot. De Duitsche granaten waren te ver weg of te dicht bij gericht. Geen enkele trof doel. De toestand van de duikboot werd ernstig. Voor zoover wij konden beoordeelen waren sommigen harer mannen buiten gevecht ge steld; de onzen waren ongedeerd. Onze gra naten vielen rondom den onderzeeër neer. Na anderahlf uur verspreidde zich een groote plek wit schuim rondom de duikboot die in zee verdween". HET VERGAAN VAN DE CETA. Van Duitsche zijde is thans het vergaan van de voorpostboot Ceta door het loopen op een mijn erkend. Van de bemanning van 55 man zijn er slechts 5 gered. Arthur Greenwood, de plaatsvervangend leider van Labour heeft in een interview tegenover het Engelsche Reuterbureau verklaard De Britsche arbeiders hebben de uitda ging van Hitier aangenomen. Zij zijn be reid militairen dienst te doen en de op offeringen onder oogen te zien. Greenwood sprak met het volledig gezag van Atttlee en de geheele partij. Greenwood vervolgde: mij is verteld, dat in het buitenland wordt gezegd, dat de Britsche arbeiders in dezen oorlog niet wil len medevechten. Niets in minder waar. De Britsche arbeider haat den oorlog, doch hij haat nog meer dc dictatuur, haar bru tale methoden en al wat daarmede samen hangt. De feiten zijn, dat meer mannen bereid zijn dienst te doen bij de strijdende macht dan voor het oogenblik noodig zijn of zelfs noodig zullen zijn. Honderddui zenden zouden er de voorkeur aan geven in de loopgraven, op zee of in de lucht te zijn, doch zij moeten voor productieve doel einden achter de mannen met de geweren, op de schepen en in de vliegtuigen staan. Er heerscht onder de arbeiders in Groot-Brittannië een grimmige onver anderlijke vastbeslotenheid voor altijd aan het stelsel van georganiseerd gang- sterdom, dat Europa in de laatste ja ren in een staat van beroering heeft gebracht, de vrijheid van Oostenrijk, Tsjecho-SIowakije en Polen heeft ver nietigd en de vrijheid van andere na ties bedreigt, een einde te maken. De Britsche arbeidersklasse heeft de uitdaging van Hitier aangenomen. Hoewel zij buiten de regeering staat, heeft zij alles geprobeerd om deze te versterken in haar verklaarde bedoeling, het Hitlerisme finaal te vernietigen. Daarentegen zullen zij alles doen, wat den oorlog tot een spoedig en succesvol einde zal brengen. Zij zullen dat doen met Britsche grondigheid en vastbe radenheid. Het zou dwaas zijn, indien de arbeiders in andere landen een oogenblik zouden gelooven, dat er sprake was van zwakheid bij de Britsche arbeiders. De Britsche arbeiders laten zich niet vermur wen. De vrijheid, welke zij veroverd heb ben, willen zij behouden, teneinde de vrij heid en de rechten te redden van de arbei ders van overal". Het tijdschrift „Berlijn-Rome-Tokio" pu bliceert een opmerkelijk artikel van den Duitschen rijksminister van Economische Zaken, Funk, onder het opschrift: „Het binnenlandsche front." Hierin wordt o.m. gezegd: De ervaring, dat niet alleen met wapenen een oorlog be slist wordt, heeft bij ons tegenover den totalen aanval op het leven van het volk, de totale gereedheid tot den afweer gesteld. Voor den opbouw van dit afweerfront dan ken wij de impulsen van onze tegenstan ders van 19141918, die ons met een onge- ALS HOOGLEERAAR AAN DE LEIDSCHE UNIVERSITEIT. Prof. Dr. C. Weststrate. Prof. dr. C. Weststrate, benoemd tot gewoon hoogleeraar in de juridische faculteit der Leidsche Universiteit, om als opvolger van wijlen prof. mr. D. van Blom onderwijs te geven in de staathuishoudkunde en de statistiek heeft hedenmiddag dit. ambi aan vaard met het uitspreken van een rede in het groot-auditorium van het aca demiegebouw, getiteld „Welvaart en Economie." De populaire opvatting van economie, aldus spr.. brengt haar in nauw verband met de welvaart, in het bijzonder de stoffe lijke welvaart. De economie wordt opgevat als de wetenschap, die leert hoe de welvaart van een volk kan worden bevorderd. Het publiek volgt hiermede de economisten, die, te beginnen met Adam Smith, hun weten schap hebben beschouwd als de weten schap. die het welvaartsstreven bestudeert. Is deze opvatting juist? Terstond blijkt, dat de economie in ieder geval niet beperkt is tot de stoffelijke welvaart, want ook handelingen ter verkrijging van onstoffe lijke welvaart vallen binnen haar terrein. Maar ook blijkt, dat dit eveneens het geval is met handelin gen, die met welvaart, ook in ruimeren zin, niets te maken hebben. Men denke bijv. aan den handel in verdoovende middelen, aan de productie van oorlogsbehoeften. Men kan de economie dus niet beperken tot het terrein van de welvaart. De wel vaart is slechts één van de doeleinden van het economisch handelen. Het economisch handelen is dus niet alléén het streven naar welvaart, maar ook het streven naar andere doeleinden, aan bereiking waarvan de mensch behoefte gevoelt. Het is dus, in het kort, het handelen ter bevrediging van be hoeften, al mag hierbij niet uit het oog worden verloren, dat deze definitie in ver schillende opzichten eenige beperking be hoeft. Dit, het economisch handelen, is het studie-object der economie. De verschil lende mogelijke doeleinden ervan bestu deert zij dus niet. A fortiori waardeert, be oordeelt zij hen niet. Dit beteekent, dat zij niet is een normatieve, doch een positieve wetenschap. Al moge dit op het eerste ge zicht een verarming schijnen, in werkelijk heid levert het groote voordeelen op. Wor den vragen van normatieven aard. vragen van politiek en sociale ethiek, binnen de economie getrokken, dan is hiermede een bron van onoverbrugbare meeningisver- BINNENLAND. Inaugureele oratie van dr. C. Weststrate als Leidsch hoogleeraar (Stadsnieuws le Blad). Het debat in de Tweede Kamer (3e Blad). De ramp van de Nachtegaal en het Kre keltje (3e Blad). AMSTERDAMSCHE BEURS. Stemming lusteloos - Stille markt - Kleine koersinzinking - Amerikanen iets lager - Beleggingsmarkt prijshou dend. BUITENLAND. Chamberlain's week-rapport en rede van lord Halifax (3e Blad.) Koning Leopold van België tot het Ameri kaansche volk (3e Blad). President Roosevelt voor de radio (le Blad) Verklaring van Greenwood als leider van Labour (le Blad). De oorlog ter zee (le Blad)-. Een maritieme medewerker over den duik boot-oorlog (4e Blad). Duitschland en de blokkade (4e Bladk ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN EERSTE BLAD. Krachtige tot matige Noord- Oostelijke wind. Gedeeltelijk be wolkt. Geen regen van beteekenis. Weinig verandering in tempera tuur. schillen gegeven, die algemeen erkende resultaten onmogelijk maakt. Aan ver schillende voorbeelden van actueelen aard wordt dit toegelicht. Dat de economisten als zoodanig zich van het normatieve terrein veire hebben te houden, wil echter niet zeggen, dat zij dit ook als mensch moeten doen. Integendeel, het treden buiten het gebied der „reine Volkswirtschaftslehre" is toe te juichen, mits het slechts desbewust geschiedt. Spr. besloot met de gebruikelijke toe spraken. kende brutaliteit op die oorlogstooneelen aanvielen, waarop zij sterker waren dan wij op de strijdvelden der economie, der voed selvoorziening en de propaganda. Thans is ons binnenlandsch front opgewassen tegen alle denkbare aanvalsmogelijkheden, als de Duitsche weermacht dat is tegen de wapen kracht van den tegenstander. Terstond hebben onze tegenstanders weer den oorlog geopend tegen vrouwen en- kinderen en zij hoopten door vlugschriftpropaganda de zielskrachten der nationaal-socialistische volkskracht te kunnen schokken. Ons dwingt noch een blokkade, noch een propa gandaoorlog op de knieën. De economische bewapening van het rijk kan niet meer worden vergeleken met die van 19141918. De met alle energie nagestreefde reorgani satie van de Duitsche weermacht heeft onze bewapeningsindustrie een prestatie vermogen gegeven, dat aan de hoogste eischen voldoet. Ook de geheele economische productie van Duitschland is uitsluitend afgestemd op het algemeen nut van de natie. Voor zoover zich de op grond van het succesrijke werk van het vierjarenplan bereikte resultaten van onze worsteling om de grondstoffen- vrijheid de behoefte der Duitsche productie instellingen veilig stellen, zorgen daarvoor onze veelzijdige handelsverdragen met be vriende en neutrale staten en wel in zoo- danigen omvang, dat afsnoering door En geland volkomen onmogelijk is. De voor ziening van voedingsmiddelen veroorlooft Duitschland het jarenlang uit te houden, in den loop van welken tijd de lust tot het hou den van blokkade bij den tegenstander niet grooter wordt. Het einde van den Pool- schen veldtocht heeft ons niet alleen militair ontlast, maar ons ook in het bezit van zeer belangrijke grondstoffenbronnen en exploi- tatiegebieden gebracht. Het verdrag met Rusland versterkt onze grondstoffenbasis verder in belangrijke mate. Het nationaal-socialistische volksleger weet. dat het een binnenlandsch front ach ter zich heeft, dat hecht aaneengevoegd is en niet doorbroken kan worden. Het nieuwe parlement van Iran is giste ren geopend met een troonrede van den Sjah Hij wees in het bijzonder op de her vormingen op oeconomisch en sociaal ge bied. welke de laatste jaren hebben plaats gehad. De buitenlandsche politiek van het land is gebaseerd op de wederzijdsche achting van alle andere landen, vooral van de buur staten. De Si ah hoopte, dat directe bespre kingen met Moskou zouden leiden tot het weder tot stand komen van den goederen» ruil met Sovjetrusland, welke sedert het af»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 1