Het carillon dan het stadhuis alhier - Jubileum Julia de Gruyter LEiDSCH DAGBIAD Tweede Blad Vlucht uit Moskou 80sie Jaarqang FEUILLETON MEN IS ALHIER REEDS GERUIMEN TIJD BEZIG MET HET OPHANGEN VAN HET NIEUWE KLOK KENSPEL VAN HET STA DHUIS. Een der klokken van het carillon, dat werd aangeboden door de burgerij, wordt opgeheschen. OP HET LANDGOED DE HOOGE VELUWE BIJ HOENDERLO zijn door de Ned. Heide-Maatschappij de karpervijvers met de zegen leeggevischt om de te groot gewor den visschen te verwijderen. Een trek met het net bracht 800 pond karper boven. OPWINDING LANGS DE KALI BESAR TE BATAVIA. Tot groote ontstel tenis van de daar werkende inlandsche waschvrouwen verscheen er plotseling een krokodil. Een agent van de veldpolitie loerende op het monster, dat even wel spoorloos verdween. JULIA DE GRUYTER in den Stadsschouwburg te 4 A'dam in verband met haar 25-jarig tooneel-jub. ge huldigd. De VI. schrijver Felix Timmermans speldt haar namens den Belg. koning de Leopoldsorde op. IN HET BUREAU van de Ned. Ver. voor Luchtbe scherming in de residentie kan men de maat laten ne men voor een gasmasker, dat bij de postkantoren kan worden besteld. Een jeugdige gegadigde wordt gemeten. BIJBELS VOOR DE BRITSCHE TROEPEN. Dertigduizend bijbels, elk bevattende een opdracht van den Engelschen koning, zijn gedrukt voor de Britsche frontsoldaten. KONING GEORGE INSPECTEERT LEDEN VAN DE ORGANISATIE VAN VROUWELIJKE VRIJWILLIGERS. ROMAN van MARLISE KOLLING. 45) Robert offerde uren van zijn nachtrust, hij en dr. Stephan sliepen in hun privé- fantoor op een divan. Na drie, vier uren van betrekkelijke rust werd de arbeid al weer hervat. Den geheelen nacht brandde net electrisch licht. De zenuwen waren tot net uiterste gespannen, telkens werd op nieuw gecijferd, plannen ontworpen, be- Wootingen gemaakt, met bankinstellingen en geldschieters onderhandeld maar het resultaat was steeds weer 'hetzelfde: Ro bert moest van voren af aan beginnen, 'ooals hij verwacht had, werd de breuk ®et Lohr veel ernstiger opgevat dan zij in ''erfelijkheid was. Daar niemand in de zakenwereld iets bekend was van de per soonlijke motieven, welke hiertoe aanlei ding hadden gegeven, vermoedde men ernstige verliezen, verzwegen moeilijkhe den en daarmee gevaar voor zichzelf. Een en ander was oorzaak, dat Robert met geen enkelen crediteur of bankinstelling tot een gunstig accoord vermocht te ko men. Hij moest zijn boschbezit in Finland verkoopen en zijn aandeelen in de Zweed- sche mijnbouwondernemingen aan derden overdoen. Zijn filialen in het buitenland moesten grootendeels worden opgeheven, kortom, hij zou weer dat zijn, wat ook zijn vader eens geweest was: een eenvoudige koopman. Dr. Stephan leerde Robert in deze cri- tieke dagen bewonderen. Hij wist, wat het Robert kostte de machtige handelsonder neming. die hij met inspanning van al zijn krachten in den loop der jaren had opge bouwd. nu plotseling weer ineen te zien storten. Hij zag Robert's gezicht in deze dagen steeds strakker en voortdurend een zamer worden, maar er kwam geen enkele klacht over zijn lippen. Deze man had een doel en dat doel was grooter dan alles, wat hij nu verloor. Toen zij aan het einde van den achtsten dag den vrij hopeloozen stand van zaken althans eenigermate konden overzien, zei Robert tot zijn mede-directeur: ..Wat een mensch eens heeft volbracht, dat kan hij opnieuw volbrengen, beste Stephan, maar wanneer je geen levensgeluk meer kent en je idealen hebt verloren, wordt het beden kelijker. En nuhij legde zijn hand op Stephan's schouder, ..nu moet je het eens twee dagen alleen zien klaar te spelen, Stephan. Ik moet noodzakelijk naar Pa rijs". Op dit oogenblik kwam juffrouw Kuilers met een aangeteekenden brief uit Parijs. Robert herkende onmiddellijk Lisaweta's handschrift. Hij had het slechts een enkele maal gezien, destijds toen zij hem in Lon den had veriaten en een paar woorden voor hem achterliet. „Een oogenblik, Stephan". Hij scheurde het couvert open en vloog den brief haastig door. ..Robert, ik heb hier in Parijs in de krant gelezen, wat er gebeurd is. Ro bert, ik mag niet toestaan, dat jouw levenswerk door mij te gronde zou worden gericht. Tracht je weer met Daisy te verzoenen. Ik mag niet de schuld van dat alles zijn. Geloof me, dat het alleen mijn liefde voor jou is, die mij dwingt dit te schrij ven. Maak je niet bezorgd over mij. Ik blijf bij Helena Trubetzkoy. Ik ben door de juweelen, die mijn moeder mij in het Koerganbeeldje heeft nagelaten, voor den nood behoed. Ik wil probeeren zon der jou te leven. Het zal wel gaan. Robert. LISAWETA". „Behoeft u niet naar Parijs? vroeg Ste phan, die in den brief goed nieuws vermoed de. Misschien was het een epistel van hun Fransche relaties. Ze hadden jaren achter een met Lereux frères in Syrié op de pret tigste wijze samengewerkt. Misschien boden zij aan om het door Daisy Lohr opgezegde crediet over te nemen. Robert Eschberg glimlachte. „Nee, Ste phan, dit is geen zakenbrief, maar daarom niet minder belangrijk. Er is nu nog een reden te meer om te gaan. Want op dezen brief kan ik niet schriftelijk antwoorden". Lisaweta stond in het atelier van madame Trubetzkoy en was op het punt naar een filmopname te gaan, welke de Amerikaan- sche regisseur, die zich voor haar interes seerde. tenslotte toch had weten door te zetten. Zij zag onnatuurlijk bleek „Maar zoo kan je toch werkelijk niet gaan", jammerde Lucilla, die haar met schmink en poeder een wat fleuriger aanzien trachtte te geven. Lisaweta streek met een vermoeid gebaar over haar voorhoofd. „Ach, laat maar, Lucilla. Het komt er immers niet op aan, hoe ik er uitzie „Meen je dat werkelijk?" vroeg plotseling een stem achter haar. Zij slaakte een kreet van verrassing. In den spiegel zag ze een stralend gezicht, het gezicht van den man, dien zij lief had. Lucilla keek van den een naar den ander. Zij overzag de situatie onmiddellijk en ver dween. Lisaweta stond nog steeds op dezelfde plaats: haar armen hingen slap langs haar lichaam. Zij zag in den spiegel Robert na derbij komen. Nu was hij achter haar, legde zijn handen op haar armen en dwong haar zich om te draaien. „Heb je op antwoord gewacht, liefste? Nu, je ziet het. hier ben ik. Wat voor dwaze dingen heb je allemaal geschreven. Dacht je nu heusch. dat ik je nog eens zou laten gaan. nadat ik je met zooveel moeite heb weten te vinden? Alleen wij samen kunnen immers opnieuw beginnen en twee men- sclien, die elkaar zoo lief hebben, kan het niet slecht gaan!" Lisaweta ripest, het antwoord schuldig blijven zij voelde Robert's lippen op de hare. EINDE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5