Ma» LEIDSCH DAGBLAD 'ZtfMËÊB&sz Pijn Ui Instantine Duitsche soldaten over den veldtocht in Polen Hoe Parijs beschermd wordt LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Donderdag 26 October 1939 Wat niet in de legerberichten stond DE ONGELUKSVOGEL' Polen waren onvoldoende bewapend, hun officieren lieten hen in den steek - Vliegtuigen contra kazematten De verliezen GEMENGD NIEUWS 't is van Actieve en passieve verdediging Ernstige ongelukken in Brussel WEST-DUTTSCHLAND. October. (Van oneen specialen verslaggever). Een trein raast door den nacht. Voor alle vensters zijn de gordijntjes zorgvuldig neergelaten, zoodat geen lichtstraal naar buiten kan doordringen, naar buiten, waar het witte maanlicht over de herfstvelden ligt. Hier binnen hangt blauwe schemering: het licht is gedempt, er branden slechts de bijna zwarte „verduisteringslampenen de uitstraling daarvan is zóó zwak, dat men in de wagons de gelaatstrekken van zijn overbuurman niet kan onderscheiden. Toch is deze trein geen spooktrein. Het is er gezellig. Er klinken vroolijke jonge stommen, die afkomstig zijn van soldaten, die den veldtocht in Polen van begin tot einde hebben medegemaakt en thans met een paar dagen verlof naar huis gaan. Van Oost-Pruisen, waar hun garnizoen was en waarheen zij na den veldtocht waren terug gekeerd. waren zij naar Danzig getranspor teerd, van Danzig via Stettin en Hamburg in een grooten boog naar het Westfront. Ruim drie dagen had die tocht geduurd en reeds twee dagen na hun aankomst in het Westen hadden zij verlof gekregen, volko men onverwacht. Zij zijn uitgelaten, deze jongens van vier- vijf en twintig jaar. zij zijn de spraakzaam heid zelf en het ligt voor de hand, dat hun gesprekken slechts op twee dingen betrek king hebben: op den bliksem-veldtocht en op hun thuiskomst straks, in den laten nacht, hun thuiskomst, waar him vaders en moeders, hun meisjes nog niets van weten. Wat zij vertellen is belangwekkend. Het is geen geordend verhaal. Telkens als hun een nieuw detail te binnen schiet, beschrij ven zij een klein onderdeel van hun erva ringen. Maar al die brokstukken passen in elkaar en zij geven een beeld van wat er in Polen gebeurd is en hoe het gebeurde, zoo als de legerberichten met hun koele, be- heerschte taal dat niet konden doen. We lagen al meer dan een jaar in Oost Pruisen in garnizoen, en toen de oorlog be gon. trokken we naar het Zuiden, op War schau aan. Maar in Warschau zijn we nooit gekomen. Toen we er nog een 60 K M. van daan waren, kregen we in een steenkouden nacht plotseling het bevel, dat we naar het Oosten af moesten buigen. We trokken naar Nowgorod en het verste punt. dat we be reikten, was Bialystok. dat we bezetten. Daar moesten we rechtsomkeert maken, omdat de Russen kwamen. En gedurende de volgende dagen marcheerden we terug door dezelfde landstreek, in snelle marsohen, die we tevoren met zooveel hardnekkigheid op de Polen hadden veroverd Hardnekkigheid? vraag ik verwonderd. Ik herinner me de legerberichten. waaruit ik destijds den indruk kreeg, dat de op- marsch in Polen spelenderwijs werd uitge voerd. Ja. hardnekkigheid, zegt een ander. Onze infanterie heeft het niet gemakkelijk gehad. Telkens weer opnieuw moesten er verwoede gevechten van man tegen man worden gevoerd. Ik zelf hoorde bii een af- deeling zware mitrailleurs en die lag altijd vijf- a achthonderd meter achter de infan terie. Maar we konden zien. hoe de Polen zich teweer stelden en flinke gaten sloegen in onze rijen Maar we wonnen het altiid. voeert weer een ander er aan toe. De Polen hadden immers geen waoens! Als ze een tijdje met hun lichte machinegeweren hadden ge schoten. raakten die dingen defect, terwiil de onze maar door bleven draaienWe konden .soms biina wachten, totdat ze niet meer schieten konden. En ze hadden ge weren van allerlei model, die veel slechter waren dan de onze! En hun officieren! Ze namen de vlucht bij tientallen, vaak voor we ons hadden laten zien. Eens hebben we twee dagen voor een linie van kazematten liggen vechten. We verwonderden er ons over. dat de Polen zoo lang weerstand boden. Dat deden ze gewoonlijk niet. Ze vochten nu als leeuwen. Ten slotte zwaaiden ze de witte vlag. Maar toen we bij de bunkers kwamen, konden we er niet eens in komen. De toe gangen zaten van buiten op slot en in de bunkers bevonden zich alleen soldaten. Dc officieren waren voor wij kwamen gevlucht en hadden hun manschappen opgesloten met de boodschap: Vecht wat je kunt, want als de Duitschers komen, hangen die Je op of ze snijden jullie aan stukken! Geen wonder, dat die Polen zich verweerd had den! Ze dachten, dat Danzig en Konings bergen door hun troepen waren bezet en dat ze tegen ons opgewassen waren. Overigens zal het den neutralen beoor- deeler duidelijk zijn. dat op vele bunkers slechts één officier geplaatst wordt en dat daardoor wellicht de indruk ontstond, dat dc officieren gevlucht waren. Ik begin iets te begrijpen van de gewel dige tragedie, die zich in het Poolsche leger moet hebben afgespeeld. Ik begin te besef fen, wat er moet zijn omgegaan in die duizenden soldaten, die dag in dag uit moesten ervaren, dat hun tegenstanders veel beter bewapend waren en moesten zien, hoe hun officieren de vlucht namen, soms voor er één schot gevallen was. Neen. dan onze officieren, zegt een der Duitschers bewonderend. Hebt u ge hoord. dat toen onze pontonniers een brug moesten slaan over de Weichsel. onze ge neraal Von Reichenau tot de vier eersten behoorde, die over de rivier zwommen om de verbinding tusschen de twee oevers tot stand te brenien0 Hij. die toch niet iong mee*- is en drie ionee jongens bereikten het eerst den overkant. Ik had het gelezen. Nu echter pas be- merk ik. hoezeer dit feit gesproken heeft I tot de verbeelding der eenvoudige soldaten. Zij raken er niet over uitgepraat. Het verhaal gaat verder. Ik hoor hoe oor treffelijk de samenwerking geweest moet zijn tusschen de verschillende Duit sche wapens. Nooit gingen de infanteristen en de gemotoriseerde afdeelingen voor waarts, zonder dat zich tegelijkertijd vlieg tuigen in de lucht bevonden, die verwar ring brachten in de vijandelijke gelederen. De .soldaten vertellen, hoe doeltreffend hun vliegers reeds in de eerste dagen van den oorlog den bodem van vrijwel alle vlieg velden met hun bommen onbruikbaar heb ben gemaakt. Zij vertellen, hoe telkens op nieuw gepantserde vechtwagens vastliepen in den moerassigen bodem en dan met ver eende krachten weer wrerden vrijgemaakt. Ik hoor, hoe men soms, als men voor bun kers kwam te staan, de infanterie niet aan liet vallen. Men wilde menschen spa ren en liet de vliegtuigen het werk doen. Tientallen bommen wei-pers stormden dan naar voren. Boven de Poolsche versterkin gen wierpen zij in duikvlucht hun moor dende projectielen. We zagen een vuurrooden gloed, zoo vertellen de soldaten. Een zwarte zuil spoot omhoog, waai- de bommen vielen. Bom na bom barstte uit elkaar op de bun kers. we zagen róokwolken. vlammen, nu eens was de rook geel. dan weer wart. maar ten slotte was iedere bunker een vuurhaard Ze zeggen niets over de Polen, die in die bunkers zaten, deze soldaten. Ze staan er niet bij stil. Wel vertellen ze. hoe ze verder voorwaarts nikten en dat Polen een ann land was. waar veel eLlende heerschte. En telkens weer klagen zij over het op treden der franc-tireurs. Bijna dag in dag uit werden de Duitsche troepen in den rug aangevallen door burgers, die zich van wapenen hadden voorzien. Zij hebben geen woorden genoeg om hun verontwaardiging daarover te luchten. Er werd uiterst streng opgetreden tegen dc franc-tireurs. Als men ze kon grijpen, werden ze tegen den muur gezet en zonder pardon neergeschoten. Kon men ze niet grijpen en vielen er slachtoffers in de rijen der Duitschers, dan werden gijzelaars ge- JüülHj l<£ u ut>l \Aili_Ufn mm I |8 IC26' Tja, dat was wat moois. En om de zaak nog erger te maken stond om den hoek nog steeds agent nummer 18 te wachten. Deze grabbelde onmiddellijk naar z'n notitieboekje om Jansen te bekeuren. Maar eer hij het gevonden had, was Jan sen. die aan het stopbevel geen gehoor kon geven, al uit het gezicht verdwenen. Jansen besloot om maar een flink eind om te rijden. In dien tijd kon de fietsen maker tot zich zelf komen. Toen hij weel langs hem reed, riep Jansen opnieuw: „Hoe moet ik remmen?" In plaats van te antwoorden deed Snellemans een poging Jansen van den motor te sleuren. Dit ml& lukte en Snellemans viel op zijn neus. Jansen schoot in een lach, toen hij zag hen Snellemans viel. Maar dat brak hem leelijk op, want juist op dat oogenblik passeerde 1 hy agent nummer 18, die aan den rand van 't trottoir op hem stond te wachten. Jansen reed hem met een sierlijken zwaai voorby en de agent mompelde: „Wacht maar, mannetje, ik krijg je wel!" executeerd. Er gelden strenge wetten in oorlogstijd. In vele dorpen was de ontvangst echter vriendelijk. Daar sloofden de menschen zich uit om het den Duitschers naar den zin te maken, vooral in de dorpen, welker be volking -voor een belangrijk percentage Russisch was. Maar jullie wisten meer over wat er gebeurde, dan wij! zeggen de soldaten tot hun medepassagiers, die zaten te luisteren. Jullie zagen in de kranten een overzicht over het geheel en wij wisten alleen wat er met onszelf gebeurd was. Radio hadden we niet bij onsEn de veldtocht was dan ook afgeloopen voor we er erg in hadden Maar hadden jullie nu werkelijk zoo weinig verliezen? vraag ik nog. De soldaten kijken elkaar eens aan. Och, de juiste verliescijfers zijn im mers nog niet bekend, die hebben ze in Berlijn ook nog niet. Dat kan pas latei- precies worden vastgesteld. De trein rolt voort door den maanlichten nacht. Op weg naar Westfalen. De soldaten zijn blij. Hun verlof is kort. Maar het is toch fijn, als je ze thuis weer eens zien kunt, zeggen de jongens. Wat zullen vader en moeder blij opkijken en de anderen Dan denken ze aan thuis, aan wie daar al maanden op hen wachten en niet weten, dat zij komen. En ze luisteren naar het ge ratel der wielen, dat hen terugbrengt naar i Westfalen. VRACHTSCHEEPJE VERMIST. De „Onderneming" niet in Leeuwarden aangekomen. Sedert 19 October heeft men niets meer vernomen van het vrachtschip „Onderne ming" van den Hoogeveenschen motorbeurt- dienst te Amsterdam, welk schip met een lading suiker van Rotterdam op weg naar Leeuwarden, op dien datum het laatst ge zien is in de Oranjesluizen. Aan boord bevinden zich de schipper G. Bruinsslot met zijn gezin en een knecht. Het schip is 188 ton groot. (Nadruk verboden) Het moderne pijnstillende middel 1719 Ingez. Med.) MATROOS VERDRONKEN. Gisteravond is een 17-jarige Finsche ma troos aan boord van het in de zeehaven te Dordrecht liggende Finsche s.s. ..Hilde- gard Marie Han" over boord gevallen en verdronken. Na een uur dreggen is het lijk opgehaald. DOOR VALLENDEN MAST GETROFFEN. Gistermiddag omstreeks 3 uur is op het terrein van de drinkwaterleiding in de oude Plantage te Rotterdam een ernstig ongeluk geschied. Eenige werklieden waren bezig met het lossen van grint uit een schip, waar voor gebruik werd gemaakt van een 14 meter langen mast en een bak, die door een motor- lier werd opgehaald en neergelaten. Plotseling bleef de bak in het grint steken, terwijl de motor doordraaide. Tengevolge van de kracht, die daardoor werd uitge oefend brak de mast. Deze kwam terecht op den 16-jarigen P. Hillenaar uit de Steven Hoogendijkstraat 13 en op den 48-jarigen J. P. Aartse, wonende in de Alberdingh Thymstraat. Zij klaagden over pijn in de borst en den rug en werden daarom naar het ziekenhuis aan den Coolsingel overge bracht. A. kon na behandeld te zijn huiswaarts keeren, maar M. was er ernstiger aan toe. Hij had een hoofdwonde en een wervelfrac tuur en is ter verpleging opgenomen. Onze Parijsche correspondent schrijft: Onlangs hebben wij u beschreven, hoe Parijs leeft in oorlogstijd, rustig, vastbera den en werkzaam en met een enkel woord hebben wij u verteld, welke uiterlijk zicht bare maatregelen zijn genomen om bevol king en gebouwen tegen mogelijke lucht aanvallen te beschermen. Het spreekt van zelf. dat die maatregelen nog veel uitge breider zijn en zelfs zoo uitgebreid, dat men zonder overdreven bezorgdheid een aanval op Parijs mag afwachten. Die maatregelen kunnen we in twee cate gorieën verdeelen: actieve verdedigingsmid delen en passieve. Over die actieve ver dedigingsmiddelen zullen we en kunnen we trouwens ook niet veel vertellen, daar ze behooren tot het militaire domein en hier over natuurlijk het diepste stilzwijgen wordt bewaard. Wat we echter wel kunnen zeggen, is dit: Parijs wordt omgeven door verschil lende verdedigingsgordels, die zoo sterk zijn en zoo zijn opgesteld, dat er practisch van doorbreken geen sprake kan zijn. Afweer geschut van zwaar en licht kaliber staat er in stelling naast machtige projectoren, die bij een nachtelijken aanval vijandelijke vliegtuigen ln haar felle stralen gevangen houden, terwijl op de omliggende vliegvel den talrijke jachtvliegtuigen dag en nacht gereed staan om ook hoog ln de lucht den vijand het hoofd te kunnen bieden. Enkele malen hebben wij met militairen gesproken, die van dit verdedigingssysteem op de hoogte zijn en wanneer wij dan over de mogelijkheid van een luchtaanval op Parijs spraken, dan werden we uitgelachen.' ,,Geen sprake van. dat zij er doorkomen. Jullie burgers, maken je meer zorg dan wij. Laat ze maar komen, dan zullen ze zien, hoe ze ontvangen worden en een tweeden keer zul len ze het niet meer wagen". Doch laten we eens veronderstellen, dat bij verrassing of bij massa-aanval een of ander vliegtuig er in slaagt door deze linies heen te breken en Parijs te bereiken. Wat zal dan zijn lot zijn? Op de eerste plaats natuurlijk een warme ontvangst door het afweergeschut dat in Parijs zelf. maar absoluut onzichtbaar voor den wandelaar, is opgesteld. Nergens in de stad ziet men een Istuk geschut of een mitraileuse dreigend met den loop naar den hemel gericht. Ze zijn er, dat is zeker, maar men ziet ze niet en dat is goed, want het geeft een beklem ming minder. Behalve dat geschut wacht een aanvaller boven Parijs nog een andere verrassing: talrijke kabelballons, die ln normale om standigheden rustig verankerd liggen op de meest onverwachte plaatsen, achter stand beelden en ln parken, op de binnenplaatsen' van groote gebouwen en langs de Seinekaden. maar die wanneer de nood aan den man komt in minimum tijd alle gelijktijdig kunnen worden opgelaten en met hun dui zenden meters sleepkabel in de vrije lucht daarboven slechts een gecompliceerden dool hof van slingerende wegen openlaten. Doch op alles moet men voorbereid zijn, dus ook op het onwaarschijnlijke geval, dat een vijandelijk vliegtuig er in slaagt boven Parijs bommen uit te werpen. Dan komt de passieve luchtverdediging in actie Op dat oogenblik hebben natuurlijk reeds lang de sirenen met haar luguber alarmsignaal de bevolking gewaarschuwd en met honderd duizenden zijn de Parijzenaars verdwenen in de tallooze schuilkelders. Hoevelen er zijn? Het juiste getal is ons ontschoten, maar het bedraagt meer dan 40.000 kelders, die wel niet alle gasvrij, maar in ieder geval bomvrij zijn. Op sommige plaatsen heeft men zelfs die schuilplaatsen overdre ven luxueus ingericht en zoo bestaat er zelfs een op de Avenue Foch, de prachtige breede laan naar het Bois de Boulogne, waar bridge- en ping-pongzalen zijn ingericht, waar men baden kan en slapen in aan vee- ren opgehangen hangmatten. Dag en nacht moeten die schuilplaatsen geopend blijven voor de bewoners van het betrokken huis en verder, voorzoover de plaatsruimte het toe laat voor de voorbijgangers. Het spreekt van zelf. dat gebouwen, waar groote menschen- menigten zich verdringen, zooals b.v. de groote winkels speciale maatregelen getrof fen hebben en die zijn zoodanig, dat geen enkel Parijsch vrouwtje er voor terug be hoeft te schrikken te gaan winkelen in Prinxtemps of Galeries Lafayette of hoe ze ook heeten mogen. Tot drie etages onder den grond immers, in de ruime voorraadkel- ders. heeft men schuilplaatsen ingericht, die zooals past aan een groote zaak. die haar clientèle in alle opzichten ter wille zijn. up to date zijn ingericht. Onder leiding van het goed-geoefende nersoneel dalen, zoodra de speciale alarmschellen op alle etages weer klinken, de klanten eindelooze trappen af en daar diep onder den grond vinden zij zalen met stoelen en banken, waar zij zonder eenig gevaar het einde van het luchtalarm kunnen afwachten. Uitgangen, die alle gasvrij zijn afgesloten, vinden zij aan alle kanten, zoodat zij nooit gevaar loopen op gesloten te worden, terwijl bovendien spe ciale ondergrondsche telefoonlijnen die schuilplaatsen verbinden met de nabijzijnde postkantoren. Paniek door plotselinge duis ternis kan er evenmin ontstaan, want de lampen worden gedeeltelijk gevoed door het stadsnet, gedeeltelik door een eigen instal latie en mochten enkele dames toch nog zenuwachtig zijn en medische hulp behoe ven, dan staan in een hulppost verpleegsters en een dokter klaar om onmiddellijk alle vereischte hulp te verleenen. Terwijl dus de bevolking een veilig heen komen zoekt in de talrijke kelders worden de overigens verlaten straten doorkruist door de auto's van de passieve luchtverdedi ging. Politie-auto's zijn het en brandweer auto's en ook die der vrijwilligers, dappere kerels en een speciale hulde mag haar wel gebracht worden moedige vrouwen, die zooals de leden der vrouwelijke chemici- vereeniging zich ten dienste der autori teiten hebben gesteld om bij gasaanvallen den aard der schadelijke gassen te onder zoeken en de vereischte ontsmettingsmaat regelen te nemen. Elders staan de Roode- Kruis-equipes klaar hetzij om uit te rukken en gewonden op te halen, hetzij om in de ondergrondsche hulpposten hulp te ver leenen. Het grootste gevaar schuilt natuurlijk in massale branden en daarom is zeer bijzon dere zorg besteed aan de brandweerorgani satie. Het wakkere korps Parijsche brand weermannen. op militaire leest geschoeid en in vredestijd reeds de trots van Parijs, is enorm versterkt, vijf keer zoo groot als vroe ger bedraagt nu zijn effectief en een keur van modem materiaal staat tot zijn be schikking. Op alle hoog-gelegen punten der stad waken dag en nacht uitkijkposten om onmiddellijk den geringsten brand te signa- leeren en wanneer zij verdachte verschijn selen waarnemen, dan waarschuwen zij telephonisch den dichtst-bijzijnden post, die eerst met klein materiaal, later als het noo- dig mocht blijken met zwaarder materiaal uitrukt. Over de heele stad zijn die posten verspreid en op het oogenblik is men zoo ver, dat men desnoods duizend branden tegelijk kan bestrijden. Zooals men ziet. is Parijs goed beschermd. Kalm en voorbeeldig rustig wacht het dan ook af, wat de toekomst brengen zal. onge schokt in ziin vaste vertrouwen on het zege vierend einde. Maar wanneer we één wensch mogen uiten, dan is het deze dat nooit die onder-mooie stad de doeltreffendheid van 'jaar verdedigingsmiddelen aan de praktijk zal behoeven te toetsen. Nadruk verboden. EEN ECHTELIJK DRAMA TE SCHOON- DUKE. Twee dooden. Gisterochtend is het landelijke Schoon- dijke in Zeeuwsch-Vlaanderen uit zijn rust opgeschrikt door een familiedrama, dat twee menschen het leven heeft gekost. In den Groeneweg tusschen Schoondijlte en Oostburg ontdekten ca. 6 uur voorbij gangers in een ondiepe sloot langs den weg het lijk van een vrouw. De politie was spoedig ter plaatse. De vrouw had verwon dingen aan het hoofd en de handen en werd herkend als mej. A.V., echtgenoot» van den vrachtrijder B. P. Sedert korten tijd leefde het echtpaar gescheiden. De man woonde ln Schoondijke, de vrouw in Oostburg. P. is even na zes uur gezien op den provincialen weg, komende uit de rich ting van de plek. waar de vrouw gevonden werd. Het vermoeden lag voor de hand, dat hij de dader was. Men ging op onderzoek uit, doch aanvankelijk was de man niet te vinden. Weldra bleek, dat hij zich had be geven naar een schuur van den landbouwer J. M. met wien hij overigens niets uit staande had en dat hij zich van het leven had beroofd. Hoe het drama zich precies heeft afgespeeld, ts niet met zeker heid te zeggen. Door verschillende aanwijzingen kon de politie zich een voorstelling van de feiten vormen. De vrouw werkte te Schoondijke bij het aardappelsorteeren. Per flets naar het werk gaande is zij vermoedelijk door P. opgewacht en met een zwaar voorwerp op het hoofd geslagen. Half versuft is zij toen waarschijnlijk nog voortgestrompeld en in de ondiepe sloot geraakt. Zij heeit nog kans gezien op het droge te komen, maar zij moet toen opnieuw zijn geslagen en weer in de sloot gevallen zijn, waar zij met het gezicht in de modder is blijven liggen. Het is nog niet vastgesteld, of zij is overleden aan de verwondingen of dat zij in de modder is gestikt. „Vad." MOTORRIJDER VERONGELUKT. Gisteravond omstreeks acht uur is de 23- jarige motorrijder J. A. uit Veenhuizen. die een accountantskantoor te Smilde heelt, nabij de Grietmansbrug te Smilde op een voor hem rijdende vrachtauto gereden. Met ernstige verwondingen werd het slachtofier opgenomen en een boerderij binnengedra gen, waar hij korten tijd later Is overleden. BUITENLANDSCH GEMENGD. DRIE DOODEN, TWEE ERNSTIG GEWONDEN. Vannacht hebben zich op het Lemonnier- bolwerk ter hoogte van het Anneessens- plein te Brussel twee ernstige verkeerson gelukken voorgedaan. Tegen half een is een auto, welke slipte, tegen een lichtbaken van een vluchtheu vel opgebotst. De motor ontplofte en kort daarop stond de geheele wagen in brand. De beide inzittenden, een man en een vrouw, kwamen in de vlammen om. Twee uur later is een auto tegen het puin op gebotst, waaromheen brandweerlieden lan tarens hadden geplaatst om op het gevaar te wijzen. De chauffeur werd gedood, terwyl de beide inzittenden ernstig werden gewond. Plaatst Uw advertenties inh9t het dagblad met verre weg de grootste publici- teitswaarde in en om de Sleutelstad. Advertenties worden zonder eenige prijs verhooging door onze plaatse lijke agenten aangenomen. Dit geld' ook voor onze ,/Kleine Advertenties 2-3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 10