Ma»
LEIDSCH
DAGBLAD
'ZtfMËÊB&sz
Pijn Ui
Instantine
Duitsche soldaten over den
veldtocht in Polen
Hoe Parijs beschermd wordt
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Donderdag 26 October 1939
Wat niet in de legerberichten stond
DE ONGELUKSVOGEL'
Polen waren onvoldoende bewapend, hun
officieren lieten hen in den steek - Vliegtuigen
contra kazematten De verliezen
GEMENGD NIEUWS
't is van
Actieve en passieve
verdediging
Ernstige ongelukken in
Brussel
WEST-DUTTSCHLAND. October.
(Van oneen specialen verslaggever).
Een trein raast door den nacht. Voor
alle vensters zijn de gordijntjes zorgvuldig
neergelaten, zoodat geen lichtstraal naar
buiten kan doordringen, naar buiten, waar
het witte maanlicht over de herfstvelden
ligt. Hier binnen hangt blauwe schemering:
het licht is gedempt, er branden slechts de
bijna zwarte „verduisteringslampenen
de uitstraling daarvan is zóó zwak, dat men
in de wagons de gelaatstrekken van zijn
overbuurman niet kan onderscheiden.
Toch is deze trein geen spooktrein. Het
is er gezellig. Er klinken vroolijke jonge
stommen, die afkomstig zijn van soldaten,
die den veldtocht in Polen van begin tot
einde hebben medegemaakt en thans met
een paar dagen verlof naar huis gaan. Van
Oost-Pruisen, waar hun garnizoen was en
waarheen zij na den veldtocht waren terug
gekeerd. waren zij naar Danzig getranspor
teerd, van Danzig via Stettin en Hamburg
in een grooten boog naar het Westfront.
Ruim drie dagen had die tocht geduurd en
reeds twee dagen na hun aankomst in het
Westen hadden zij verlof gekregen, volko
men onverwacht.
Zij zijn uitgelaten, deze jongens van vier-
vijf en twintig jaar. zij zijn de spraakzaam
heid zelf en het ligt voor de hand, dat hun
gesprekken slechts op twee dingen betrek
king hebben: op den bliksem-veldtocht en
op hun thuiskomst straks, in den laten
nacht, hun thuiskomst, waar him vaders
en moeders, hun meisjes nog niets van
weten.
Wat zij vertellen is belangwekkend. Het
is geen geordend verhaal. Telkens als hun
een nieuw detail te binnen schiet, beschrij
ven zij een klein onderdeel van hun erva
ringen. Maar al die brokstukken passen in
elkaar en zij geven een beeld van wat er in
Polen gebeurd is en hoe het gebeurde, zoo
als de legerberichten met hun koele, be-
heerschte taal dat niet konden doen.
We lagen al meer dan een jaar in Oost
Pruisen in garnizoen, en toen de oorlog be
gon. trokken we naar het Zuiden, op War
schau aan. Maar in Warschau zijn we nooit
gekomen. Toen we er nog een 60 K M. van
daan waren, kregen we in een steenkouden
nacht plotseling het bevel, dat we naar het
Oosten af moesten buigen. We trokken naar
Nowgorod en het verste punt. dat we be
reikten, was Bialystok. dat we bezetten.
Daar moesten we rechtsomkeert maken,
omdat de Russen kwamen. En gedurende de
volgende dagen marcheerden we terug door
dezelfde landstreek, in snelle marsohen, die
we tevoren met zooveel hardnekkigheid op
de Polen hadden veroverd
Hardnekkigheid? vraag ik verwonderd.
Ik herinner me de legerberichten. waaruit
ik destijds den indruk kreeg, dat de op-
marsch in Polen spelenderwijs werd uitge
voerd.
Ja. hardnekkigheid, zegt een ander.
Onze infanterie heeft het niet gemakkelijk
gehad. Telkens weer opnieuw moesten er
verwoede gevechten van man tegen man
worden gevoerd. Ik zelf hoorde bii een af-
deeling zware mitrailleurs en die lag altijd
vijf- a achthonderd meter achter de infan
terie. Maar we konden zien. hoe de Polen
zich teweer stelden en flinke gaten sloegen
in onze rijen
Maar we wonnen het altiid. voeert weer
een ander er aan toe. De Polen hadden
immers geen waoens! Als ze een tijdje met
hun lichte machinegeweren hadden ge
schoten. raakten die dingen defect, terwiil
de onze maar door bleven draaienWe
konden .soms biina wachten, totdat ze niet
meer schieten konden. En ze hadden ge
weren van allerlei model, die veel slechter
waren dan de onze!
En hun officieren! Ze namen de
vlucht bij tientallen, vaak voor we ons
hadden laten zien. Eens hebben we twee
dagen voor een linie van kazematten liggen
vechten. We verwonderden er ons over. dat
de Polen zoo lang weerstand boden. Dat
deden ze gewoonlijk niet. Ze vochten nu als
leeuwen. Ten slotte zwaaiden ze de witte
vlag. Maar toen we bij de bunkers kwamen,
konden we er niet eens in komen. De toe
gangen zaten van buiten op slot en in de
bunkers bevonden zich alleen soldaten. Dc
officieren waren voor wij kwamen gevlucht
en hadden hun manschappen opgesloten
met de boodschap: Vecht wat je kunt,
want als de Duitschers komen, hangen die
Je op of ze snijden jullie aan stukken! Geen
wonder, dat die Polen zich verweerd had
den! Ze dachten, dat Danzig en Konings
bergen door hun troepen waren bezet en
dat ze tegen ons opgewassen waren.
Overigens zal het den neutralen beoor-
deeler duidelijk zijn. dat op vele bunkers
slechts één officier geplaatst wordt en dat
daardoor wellicht de indruk ontstond, dat
dc officieren gevlucht waren.
Ik begin iets te begrijpen van de gewel
dige tragedie, die zich in het Poolsche leger
moet hebben afgespeeld. Ik begin te besef
fen, wat er moet zijn omgegaan in die
duizenden soldaten, die dag in dag uit
moesten ervaren, dat hun tegenstanders
veel beter bewapend waren en moesten
zien, hoe hun officieren de vlucht namen,
soms voor er één schot gevallen was.
Neen. dan onze officieren, zegt een
der Duitschers bewonderend. Hebt u ge
hoord. dat toen onze pontonniers een brug
moesten slaan over de Weichsel. onze ge
neraal Von Reichenau tot de vier eersten
behoorde, die over de rivier zwommen om
de verbinding tusschen de twee oevers tot
stand te brenien0 Hij. die toch niet iong
mee*- is en drie ionee jongens bereikten
het eerst den overkant.
Ik had het gelezen. Nu echter pas be-
merk ik. hoezeer dit feit gesproken heeft
I tot de verbeelding der eenvoudige soldaten.
Zij raken er niet over uitgepraat.
Het verhaal gaat verder. Ik hoor hoe
oor treffelijk de samenwerking geweest
moet zijn tusschen de verschillende Duit
sche wapens. Nooit gingen de infanteristen
en de gemotoriseerde afdeelingen voor
waarts, zonder dat zich tegelijkertijd vlieg
tuigen in de lucht bevonden, die verwar
ring brachten in de vijandelijke gelederen.
De .soldaten vertellen, hoe doeltreffend
hun vliegers reeds in de eerste dagen van
den oorlog den bodem van vrijwel alle vlieg
velden met hun bommen onbruikbaar heb
ben gemaakt. Zij vertellen, hoe telkens op
nieuw gepantserde vechtwagens vastliepen
in den moerassigen bodem en dan met ver
eende krachten weer wrerden vrijgemaakt.
Ik hoor, hoe men soms, als men voor bun
kers kwam te staan, de infanterie niet
aan liet vallen. Men wilde menschen spa
ren en liet de vliegtuigen het werk doen.
Tientallen bommen wei-pers stormden dan
naar voren. Boven de Poolsche versterkin
gen wierpen zij in duikvlucht hun moor
dende projectielen.
We zagen een vuurrooden gloed, zoo
vertellen de soldaten. Een zwarte zuil
spoot omhoog, waai- de bommen vielen.
Bom na bom barstte uit elkaar op de bun
kers. we zagen róokwolken. vlammen, nu
eens was de rook geel. dan weer wart.
maar ten slotte was iedere bunker een
vuurhaard
Ze zeggen niets over de Polen, die in die
bunkers zaten, deze soldaten. Ze staan er
niet bij stil. Wel vertellen ze. hoe ze verder
voorwaarts nikten en dat Polen een ann
land was. waar veel eLlende heerschte.
En telkens weer klagen zij over het op
treden der franc-tireurs. Bijna dag in dag
uit werden de Duitsche troepen in den
rug aangevallen door burgers, die zich van
wapenen hadden voorzien. Zij hebben geen
woorden genoeg om hun verontwaardiging
daarover te luchten.
Er werd uiterst streng opgetreden tegen
dc franc-tireurs. Als men ze kon grijpen,
werden ze tegen den muur gezet en zonder
pardon neergeschoten. Kon men ze niet
grijpen en vielen er slachtoffers in de rijen
der Duitschers, dan werden gijzelaars ge-
JüülHj l<£ u ut>l \Aili_Ufn mm
I |8 IC26'
Tja, dat was wat moois. En om de zaak
nog erger te maken stond om den hoek
nog steeds agent nummer 18 te wachten.
Deze grabbelde onmiddellijk naar z'n
notitieboekje om Jansen te bekeuren.
Maar eer hij het gevonden had, was Jan
sen. die aan het stopbevel geen gehoor kon
geven, al uit het gezicht verdwenen.
Jansen besloot om maar een flink eind
om te rijden. In dien tijd kon de fietsen
maker tot zich zelf komen. Toen hij weel
langs hem reed, riep Jansen opnieuw:
„Hoe moet ik remmen?" In plaats van
te antwoorden deed Snellemans een poging
Jansen van den motor te sleuren. Dit ml&
lukte en Snellemans viel op zijn neus.
Jansen schoot in een lach, toen hij zag hen
Snellemans viel. Maar dat brak hem leelijk
op, want juist op dat oogenblik passeerde 1
hy agent nummer 18, die aan den rand
van 't trottoir op hem stond te wachten.
Jansen reed hem met een sierlijken zwaai
voorby en de agent mompelde: „Wacht
maar, mannetje, ik krijg je wel!"
executeerd. Er gelden strenge wetten in
oorlogstijd.
In vele dorpen was de ontvangst echter
vriendelijk. Daar sloofden de menschen zich
uit om het den Duitschers naar den zin
te maken, vooral in de dorpen, welker be
volking -voor een belangrijk percentage
Russisch was.
Maar jullie wisten meer over wat er
gebeurde, dan wij! zeggen de soldaten tot
hun medepassagiers, die zaten te luisteren.
Jullie zagen in de kranten een overzicht
over het geheel en wij wisten alleen wat er
met onszelf gebeurd was. Radio hadden we
niet bij onsEn de veldtocht was dan
ook afgeloopen voor we er erg in hadden
Maar hadden jullie nu werkelijk zoo
weinig verliezen? vraag ik nog.
De soldaten kijken elkaar eens aan.
Och, de juiste verliescijfers zijn im
mers nog niet bekend, die hebben ze in
Berlijn ook nog niet. Dat kan pas latei-
precies worden vastgesteld.
De trein rolt voort door den maanlichten
nacht. Op weg naar Westfalen. De soldaten
zijn blij. Hun verlof is kort.
Maar het is toch fijn, als je ze thuis
weer eens zien kunt, zeggen de jongens.
Wat zullen vader en moeder blij opkijken
en de anderen
Dan denken ze aan thuis, aan wie daar
al maanden op hen wachten en niet weten,
dat zij komen. En ze luisteren naar het ge
ratel der wielen, dat hen terugbrengt naar
i Westfalen.
VRACHTSCHEEPJE VERMIST.
De „Onderneming" niet in Leeuwarden
aangekomen.
Sedert 19 October heeft men niets meer
vernomen van het vrachtschip „Onderne
ming" van den Hoogeveenschen motorbeurt-
dienst te Amsterdam, welk schip met een
lading suiker van Rotterdam op weg naar
Leeuwarden, op dien datum het laatst ge
zien is in de Oranjesluizen.
Aan boord bevinden zich de schipper G.
Bruinsslot met zijn gezin en een knecht. Het
schip is 188 ton groot.
(Nadruk verboden)
Het moderne pijnstillende middel
1719
Ingez. Med.)
MATROOS VERDRONKEN.
Gisteravond is een 17-jarige Finsche ma
troos aan boord van het in de zeehaven
te Dordrecht liggende Finsche s.s. ..Hilde-
gard Marie Han" over boord gevallen en
verdronken. Na een uur dreggen is het lijk
opgehaald.
DOOR VALLENDEN MAST GETROFFEN.
Gistermiddag omstreeks 3 uur is op het
terrein van de drinkwaterleiding in de oude
Plantage te Rotterdam een ernstig ongeluk
geschied. Eenige werklieden waren bezig
met het lossen van grint uit een schip, waar
voor gebruik werd gemaakt van een 14 meter
langen mast en een bak, die door een motor-
lier werd opgehaald en neergelaten.
Plotseling bleef de bak in het grint steken,
terwijl de motor doordraaide. Tengevolge
van de kracht, die daardoor werd uitge
oefend brak de mast. Deze kwam terecht op
den 16-jarigen P. Hillenaar uit de Steven
Hoogendijkstraat 13 en op den 48-jarigen
J. P. Aartse, wonende in de Alberdingh
Thymstraat. Zij klaagden over pijn in de
borst en den rug en werden daarom naar
het ziekenhuis aan den Coolsingel overge
bracht.
A. kon na behandeld te zijn huiswaarts
keeren, maar M. was er ernstiger aan toe.
Hij had een hoofdwonde en een wervelfrac
tuur en is ter verpleging opgenomen.
Onze Parijsche correspondent schrijft:
Onlangs hebben wij u beschreven, hoe
Parijs leeft in oorlogstijd, rustig, vastbera
den en werkzaam en met een enkel woord
hebben wij u verteld, welke uiterlijk zicht
bare maatregelen zijn genomen om bevol
king en gebouwen tegen mogelijke lucht
aanvallen te beschermen. Het spreekt van
zelf. dat die maatregelen nog veel uitge
breider zijn en zelfs zoo uitgebreid, dat men
zonder overdreven bezorgdheid een aanval
op Parijs mag afwachten.
Die maatregelen kunnen we in twee cate
gorieën verdeelen: actieve verdedigingsmid
delen en passieve. Over die actieve ver
dedigingsmiddelen zullen we en kunnen
we trouwens ook niet veel vertellen, daar ze
behooren tot het militaire domein en hier
over natuurlijk het diepste stilzwijgen wordt
bewaard. Wat we echter wel kunnen zeggen,
is dit: Parijs wordt omgeven door verschil
lende verdedigingsgordels, die zoo sterk zijn
en zoo zijn opgesteld, dat er practisch van
doorbreken geen sprake kan zijn. Afweer
geschut van zwaar en licht kaliber staat er
in stelling naast machtige projectoren, die
bij een nachtelijken aanval vijandelijke
vliegtuigen ln haar felle stralen gevangen
houden, terwijl op de omliggende vliegvel
den talrijke jachtvliegtuigen dag en nacht
gereed staan om ook hoog ln de lucht den
vijand het hoofd te kunnen bieden. Enkele
malen hebben wij met militairen gesproken,
die van dit verdedigingssysteem op de
hoogte zijn en wanneer wij dan over de
mogelijkheid van een luchtaanval op Parijs
spraken, dan werden we uitgelachen.' ,,Geen
sprake van. dat zij er doorkomen. Jullie
burgers, maken je meer zorg dan wij. Laat
ze maar komen, dan zullen ze zien, hoe ze
ontvangen worden en een tweeden keer zul
len ze het niet meer wagen".
Doch laten we eens veronderstellen, dat
bij verrassing of bij massa-aanval een of
ander vliegtuig er in slaagt door deze linies
heen te breken en Parijs te bereiken. Wat
zal dan zijn lot zijn? Op de eerste plaats
natuurlijk een warme ontvangst door het
afweergeschut dat in Parijs zelf. maar
absoluut onzichtbaar voor den wandelaar,
is opgesteld. Nergens in de stad ziet men een
Istuk geschut of een mitraileuse dreigend
met den loop naar den hemel gericht. Ze
zijn er, dat is zeker, maar men ziet ze niet
en dat is goed, want het geeft een beklem
ming minder.
Behalve dat geschut wacht een aanvaller
boven Parijs nog een andere verrassing:
talrijke kabelballons, die ln normale om
standigheden rustig verankerd liggen op de
meest onverwachte plaatsen, achter stand
beelden en ln parken, op de binnenplaatsen'
van groote gebouwen en langs de Seinekaden.
maar die wanneer de nood aan den man
komt in minimum tijd alle gelijktijdig
kunnen worden opgelaten en met hun dui
zenden meters sleepkabel in de vrije lucht
daarboven slechts een gecompliceerden dool
hof van slingerende wegen openlaten.
Doch op alles moet men voorbereid zijn,
dus ook op het onwaarschijnlijke geval, dat
een vijandelijk vliegtuig er in slaagt boven
Parijs bommen uit te werpen. Dan komt de
passieve luchtverdediging in actie Op dat
oogenblik hebben natuurlijk reeds lang de
sirenen met haar luguber alarmsignaal de
bevolking gewaarschuwd en met honderd
duizenden zijn de Parijzenaars verdwenen
in de tallooze schuilkelders. Hoevelen er
zijn? Het juiste getal is ons ontschoten,
maar het bedraagt meer dan 40.000 kelders,
die wel niet alle gasvrij, maar in ieder
geval bomvrij zijn. Op sommige plaatsen
heeft men zelfs die schuilplaatsen overdre
ven luxueus ingericht en zoo bestaat er zelfs
een op de Avenue Foch, de prachtige breede
laan naar het Bois de Boulogne, waar
bridge- en ping-pongzalen zijn ingericht,
waar men baden kan en slapen in aan vee-
ren opgehangen hangmatten. Dag en nacht
moeten die schuilplaatsen geopend blijven
voor de bewoners van het betrokken huis en
verder, voorzoover de plaatsruimte het toe
laat voor de voorbijgangers. Het spreekt van
zelf. dat gebouwen, waar groote menschen-
menigten zich verdringen, zooals b.v. de
groote winkels speciale maatregelen getrof
fen hebben en die zijn zoodanig, dat geen
enkel Parijsch vrouwtje er voor terug be
hoeft te schrikken te gaan winkelen in
Prinxtemps of Galeries Lafayette of hoe ze
ook heeten mogen. Tot drie etages onder
den grond immers, in de ruime voorraadkel-
ders. heeft men schuilplaatsen ingericht, die
zooals past aan een groote zaak. die haar
clientèle in alle opzichten ter wille zijn. up
to date zijn ingericht. Onder leiding van het
goed-geoefende nersoneel dalen, zoodra de
speciale alarmschellen op alle etages weer
klinken, de klanten eindelooze trappen af
en daar diep onder den grond vinden zij
zalen met stoelen en banken, waar zij zonder
eenig gevaar het einde van het luchtalarm
kunnen afwachten. Uitgangen, die alle
gasvrij zijn afgesloten, vinden zij aan alle
kanten, zoodat zij nooit gevaar loopen op
gesloten te worden, terwijl bovendien spe
ciale ondergrondsche telefoonlijnen die
schuilplaatsen verbinden met de nabijzijnde
postkantoren. Paniek door plotselinge duis
ternis kan er evenmin ontstaan, want de
lampen worden gedeeltelijk gevoed door het
stadsnet, gedeeltelik door een eigen instal
latie en mochten enkele dames toch nog
zenuwachtig zijn en medische hulp behoe
ven, dan staan in een hulppost verpleegsters
en een dokter klaar om onmiddellijk alle
vereischte hulp te verleenen.
Terwijl dus de bevolking een veilig heen
komen zoekt in de talrijke kelders worden
de overigens verlaten straten doorkruist
door de auto's van de passieve luchtverdedi
ging. Politie-auto's zijn het en brandweer
auto's en ook die der vrijwilligers, dappere
kerels en een speciale hulde mag haar wel
gebracht worden moedige vrouwen, die
zooals de leden der vrouwelijke chemici-
vereeniging zich ten dienste der autori
teiten hebben gesteld om bij gasaanvallen
den aard der schadelijke gassen te onder
zoeken en de vereischte ontsmettingsmaat
regelen te nemen. Elders staan de Roode-
Kruis-equipes klaar hetzij om uit te rukken
en gewonden op te halen, hetzij om in de
ondergrondsche hulpposten hulp te ver
leenen.
Het grootste gevaar schuilt natuurlijk in
massale branden en daarom is zeer bijzon
dere zorg besteed aan de brandweerorgani
satie. Het wakkere korps Parijsche brand
weermannen. op militaire leest geschoeid en
in vredestijd reeds de trots van Parijs, is
enorm versterkt, vijf keer zoo groot als vroe
ger bedraagt nu zijn effectief en een keur
van modem materiaal staat tot zijn be
schikking. Op alle hoog-gelegen punten der
stad waken dag en nacht uitkijkposten om
onmiddellijk den geringsten brand te signa-
leeren en wanneer zij verdachte verschijn
selen waarnemen, dan waarschuwen zij
telephonisch den dichtst-bijzijnden post, die
eerst met klein materiaal, later als het noo-
dig mocht blijken met zwaarder materiaal
uitrukt. Over de heele stad zijn die posten
verspreid en op het oogenblik is men zoo
ver, dat men desnoods duizend branden
tegelijk kan bestrijden.
Zooals men ziet. is Parijs goed beschermd.
Kalm en voorbeeldig rustig wacht het dan
ook af, wat de toekomst brengen zal. onge
schokt in ziin vaste vertrouwen on het zege
vierend einde. Maar wanneer we één wensch
mogen uiten, dan is het deze dat nooit die
onder-mooie stad de doeltreffendheid van
'jaar verdedigingsmiddelen aan de praktijk
zal behoeven te toetsen.
Nadruk verboden.
EEN ECHTELIJK DRAMA TE SCHOON-
DUKE.
Twee dooden.
Gisterochtend is het landelijke Schoon-
dijke in Zeeuwsch-Vlaanderen uit zijn rust
opgeschrikt door een familiedrama, dat
twee menschen het leven heeft gekost.
In den Groeneweg tusschen Schoondijlte
en Oostburg ontdekten ca. 6 uur voorbij
gangers in een ondiepe sloot langs den
weg het lijk van een vrouw. De politie was
spoedig ter plaatse. De vrouw had verwon
dingen aan het hoofd en de handen en
werd herkend als mej. A.V., echtgenoot»
van den vrachtrijder B. P. Sedert korten
tijd leefde het echtpaar gescheiden. De
man woonde ln Schoondijke, de vrouw in
Oostburg. P. is even na zes uur gezien op
den provincialen weg, komende uit de rich
ting van de plek. waar de vrouw gevonden
werd. Het vermoeden lag voor de hand, dat
hij de dader was. Men ging op onderzoek
uit, doch aanvankelijk was de man niet te
vinden. Weldra bleek, dat hij zich had be
geven naar een schuur van den landbouwer
J. M. met wien hij overigens niets uit
staande had en dat hij zich van het
leven had beroofd. Hoe het drama zich
precies heeft afgespeeld, ts niet met zeker
heid te zeggen.
Door verschillende aanwijzingen kon de
politie zich een voorstelling van de feiten
vormen. De vrouw werkte te Schoondijke
bij het aardappelsorteeren. Per flets naar
het werk gaande is zij vermoedelijk door
P. opgewacht en met een zwaar voorwerp
op het hoofd geslagen. Half versuft is zij
toen waarschijnlijk nog voortgestrompeld
en in de ondiepe sloot geraakt. Zij heeit
nog kans gezien op het droge te komen,
maar zij moet toen opnieuw zijn geslagen
en weer in de sloot gevallen zijn, waar zij
met het gezicht in de modder is blijven
liggen. Het is nog niet vastgesteld, of zij
is overleden aan de verwondingen of dat
zij in de modder is gestikt.
„Vad."
MOTORRIJDER VERONGELUKT.
Gisteravond omstreeks acht uur is de 23-
jarige motorrijder J. A. uit Veenhuizen. die
een accountantskantoor te Smilde heelt,
nabij de Grietmansbrug te Smilde op een
voor hem rijdende vrachtauto gereden. Met
ernstige verwondingen werd het slachtofier
opgenomen en een boerderij binnengedra
gen, waar hij korten tijd later Is overleden.
BUITENLANDSCH GEMENGD.
DRIE DOODEN, TWEE ERNSTIG
GEWONDEN.
Vannacht hebben zich op het Lemonnier-
bolwerk ter hoogte van het Anneessens-
plein te Brussel twee ernstige verkeerson
gelukken voorgedaan.
Tegen half een is een auto, welke slipte,
tegen een lichtbaken van een vluchtheu
vel opgebotst. De motor ontplofte en kort
daarop stond de geheele wagen in brand.
De beide inzittenden, een man en een
vrouw, kwamen in de vlammen om. Twee
uur later is een auto tegen het puin op
gebotst, waaromheen brandweerlieden lan
tarens hadden geplaatst om op het gevaar
te wijzen.
De chauffeur werd gedood, terwyl de
beide inzittenden ernstig werden gewond.
Plaatst Uw advertenties
inh9t
het dagblad met verre
weg de grootste publici-
teitswaarde in en om de
Sleutelstad.
Advertenties worden zonder eenige
prijs verhooging door onze plaatse
lijke agenten aangenomen. Dit geld'
ook voor onze ,/Kleine Advertenties
2-3