LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 17 October 1939 Derde Blad No. 24406 Finland Het land zonder dieven, zakkenrollers en afzetters ilögal Frankrijk na vijf weken oorlog 80ste Jaargang Groote koelbloedigheid Zilveren jubileum te Noordwijkerhout Het schoonmaken van de kabeljauw aan de Noordelijke IJszee. Wanneer ik ln het voorbijgaan den portier den sleutel van mijn hotelkamer wil afgeven zegt hij met een vriendelijk lachje: „Hang; u dien maar aan het haakje naast uw kamer deur". Ik sta op het punt hem aan het ver stand te brengen dat een denkbeeldige dief dan toch alleen maar dien sleutel van het haakje hoeft te nemen om mijn kamer bin nen te gaan, maar ik bedenk mij gelukkig nog net, dat ik in Finland ben, het land waar geen dieven, zakkenrollers en afzetters zijn, het land waar alle menschen eerlijk zijn, nog veel eerlijker dan in Denemarken waar alleen fietsen- en melkkannendieven ontbreken. De sleutel naast de deur in plaats van óp de deur is kennelijk alleen als een tegemoetkoming aan den buitenlandschen toerist bedoeld die wat huiverig is voor on afgesloten deuren. Het is moeilijk om eraan te wennen dat je nooit een taxichauffeur of een kellner hoeft te wantrouwen en als je je koffers voor het station neerzet omdat de man ln het bagage-depót het zonde en on- noodig vindt om voor één uurtje bagage in bewaring te nemen, kijk je toch onder het weggaan nog eens met een bezwaard hart naar je bezittingen om. Ze zijn er natuurlijk nog als je terugkomt; geen straatjongen heeft het zelfs noodig gevonden om er ter wille van de bijverdienste op te passen. De Universiteitsbibliotheek bij ons de speci fieke plaats waar de Hollandsche onkreuk baarheid nog al eens kreukbaar blijkt te zijn is een paradijs. Geen ingewikkeld systeem van briefjes invullen en wachten tot het boek gebracht wordt; je neemt het zelf maar uit de kasten en zorgt dat het er ook weer in komt. Er gaat zelden een boek ver loren, zei de bibliothecaresse mij. Er zullen wel uitzonderingen op die eerlijkheid van de Finnen zijn (in Holland boenen ook niet alle menschen de gevels van hun huizen, alhoe wel dit het eerste is wat de buitenlandsche bezoeker zijn landgenooten weet te vertel len) maar de toerist komt daarmee niet in aanraking, tenzij hij in het uiterste Noorden tan de Russische grens komt, waar de be volking half Slavisch is. Daar vergissen zich de menschen bij het terugbetalen van geld nog al eens en altijd in hun voordeel. De toerist, die uit Finland komt en op geld niet meer let, merkt hier echter meestal toch niets van. Voor den Hollander die eens wil reizen Meisjes uit Kareliëë in haar nationale dracht. zonder reclen tot kankeren of ergernis te hebben is Finland het aangwezen land. Dat wil zeggen, dat het aan heel wat eischen h^oet voldoen. Het is er minstens even zin delijk als in Holland en het eten is er tien- waal beter. Maar wie meer zoekt dan dat vindt er een prachtig land vol afwisseling, een gastvrije zij het eenigszins stugge bevol- KlrnS en een ongerepte natuur. Geen bordjes ^.verboden toegang", geen bordjes „verboden je zwemmen" en zelfs geen bordjes „verbo den zich zonder badcostuum te water te pegeven", want aan badcostuums doet men n Finland in de vrije natuur niet. Finland is k 1hoewel het aantal buitenlandsche bezoe- +niS tank ziJ een uitnemend georganiseerden in mS^endiensfc van 21253 in 1924 tot 87807 pphi £esl,e&en is grootendeels ongerept Piio^en' Met ziJn duizenden meren en sfii les- dttgestrekte bossQhen en woeste stroomversnellingen is het voor den natuur liefhebber een van de wonderlijkste landen in Europa. Hij moet niet den beroemden Imatrawaterval willen bekijken, want daar verdringen zich de toeristen en er is niets te zien, tenzij de electrische centrale die overigens schuld is aan het gedeeltelijk opdrogen van den waterval zijn belang stelling heeft. Men kan Finland per bus, trein of boot doorkruisen maar het laatste vervoermiddel is het aantrekkelijkste. Het zijn bijna uit sluitend vrachtbootjes, met slaapgelegenheid voor enkele passagiers, want de tochten over de meren duren vaak enkele dagen. Van slapen komt meestal niet veel omdat het 's zomers in Finland bijna niet donker wordt. In Helsinki is het midden zomer slechts één uur geheel donker en hoe meer je naar het Noorden komt hoe meer aan dat uurtje ge knabbeld wordt, totdat het bij den pool cirkel geheel verdwenen is. Het kan voor komen dat je om 4 uur 's nachts met het bootje de plaats van bestemming bereikt. Dan ga je, wanneer het slecht weer is, maar zoolang in een café of hotelletje zitten, de deuren zijn toch open. Het reizen per trein gaat langzaam, telkens stoppen en lang wachten. Maar het wachten hoeft niet ver velend te zijn, omdat het met eten kan wor den gekort. In de stationsrestauraties staan tegen etenstijd allerhande gerechten op lange tafels klaar. De reizigers zoeken uit wat zij hebben willen en keeren nadat het maal genuttigd is naar den trein terug. Zoo gaat het ook bij het reizen per autobus, dat nog gemoedelijker is. Voorschriften voor een maximum aantal personen schijnt men daar niet te kennen. Wie op een afgelegen weg een bus aanhoudt, wordt altijd opgenomen al lijkt het ook voor de inzittenden of er nu toch werkelijk niemand meer bij kan. De nieuwe 531 K.M. lange weg van Rovaniemmi (bij den poolcirkel) naar de Noordelijke IJs zee, de eenige weg ter wereld naar deze zee, legden wij in een vrachtauto met passagiers- accomodatie af. Er was plaats voor 8 perso nen, maar af en toe telde ik er 17, voor namelijk Lappen, die stonken naar rendie- renvet. En wij reden van 's middags 5 tot den volgenden morgen 11 uur! De officieele toeristenbussen zijn comfortabeler. Ze wor den niet volgeladen en rijden alleen overdag. Er wordt overnacht in een herberg waar de Lappen eigen slaapzalen hebben en zich dus niet met de toeristen mengen. Behalve voor passagiers dienen de autobussen voor postvervoer. Telkens wordt de autobus door iemand aangehouden, die een brief aan den chauffeur afgeeft, meestal met het geld voor de postzegel erbij, want postzegels zijn in die verafgelegen streken niet makkelijk te krij gen. De chauffeur legt de brieven en pakjes voor de bewoners aan den kant van den weg neer. Hij toetert hard zoodat de men schen weten dat zij post moeten gaan halen. Alles gaat even gemoedelijk. Kankeren en ergernis is dezen menschen vreemd. De Lappen zijn aan de toeristen nog niet erg gewend. Zij zijn schuw en verlegen. Ook de rendieren die 's zomers verwilderen en 's winters weer bij elkaar gejaagd worden, waarna de Lappen ze voor de sleden span nen, vinden autobussen rare dingen. Deze beesten schieten zoo nu en dan over den weg en worden dikwijls overreden. Het nomadenbestaan hebben de Lappen, onder den druk van de regeering, zoo goed als opgegeven. De tentenkampen worden steeds zeldzamer. De Lappen vestigen zich in dorpjes, waar zij van de regeering land toegewezen krijgen. Ook de visch- en jacht- rechten van een bepaalde streek krijgen zij meestal en hieruit trekken zij voornamelijk hun inkomsten. In het dorpje Boris Chleb vlak bij de IJszee, waar 's zomers rijke bui tenlanders (Engelschen) zalm komen vis- schen, zijn de bewoners rijk geworden, door de vischrechten die enorm hoog zijn. De ellende die het door de eeuwen heen heeft moeten jneemaken? In 1550 door den Zwtedschen koning Gustaf Wasa gesticht, vijf kilometer ;an de plaats waar het tegen ook aan „politiek en aan „vijanden" doet. Behalve tusschen Vipuri en Leningrad, waar de eenige weg naar Rusland ligt, is de 1825 kilmoter lange grens hermetisch gesloten. Lappen weten echter niet wat zij met dat hond besmettelijke ziekten geteisterd; geld moeten doen en verstoppen het maar ergens in den grond. Zij blijven in hun kleine houten huisjes wonen en leven van gedroogde visch. Versche visch is geen Lap- penvoedsel. Gedroogde kabeljauw (stok- visch) dat is hier het volksvoedsel. In de IJszee wordt de kabeljauw gevangen (met zoo'n klein vies bootje op kabeljauwvangst meegaan is een van de aardigste belevenissen); direct na terug komst van het bootje wordt de visch schoon gemaakt en daarna op het strand gedroogd. Het is alles visch wat je ruikt in dit land! Hier in het hooge Noorden, vlak bij de Russische grens wordt ook veel Russisch gesproken. Finland heeft in 1920, toen de vrede met Rusland gesloten werd, deze landstreek erbij gekregen, opdat het een uitgang naar de IJszee zou hebben. De Russisch-Finsche grens werd een kaars rechte lijn, willekeurige meren, rivieren en dorpen in tweeën snijdend. Het is ook pas hier, dat de toerist iets van politiek gaat merken. Op zijn reis door Finland krijgt hij daartoe dc kans niet. Hij werd geabsorbeerd door de natuur en het volkskarakter; van de geschiedenis of de politiek van het land kwam hij niets te weten. Couranten kon hij niet lezen en historische monumenten, waar gidsen in alle tolen een geschiedenislesje afratelen, zijr er in Finland vrijwel niet. Wat merkt men in Helsinki, die lichte, ruime stad (op Warschau en Riga na de dichtst bevolkte stad van Europa waar geen enkel oud cebouw te vinden ls. van den strijd en WEER VERKRIJGBAAR Toeal-tabl etten tegen RHEUMATIEK, ISCHIAS. SPIERPIJN, HOOFDPIJN en ZENUWPIJNEN. Bij alle apoth. en drog. vanaf voor - J m' ideli," den voorlooplg on veranderden prijs, zijnde f 0.80 per flacon (excl. O.B.). Afdoende, probaat en onschadelijk middel 1076 woordif/e Helsinki ligt, wiarheen het in 1639 Er ls zelfs geen verkeer tusschen de be- verpiaatst werd; in 1657 giuotendeels door woners uit de grensstreken. Daar waar de grens dwars door een dorp ls getrokken, werden familieleden van elkaar gescheiden. Zij kregen sinds 1920 geen kans meer om elkaar te zien of te spreken. Zelfs de grens wachten mogen elkaar niet benaderen. Het grootste deel van deze lange grens loopt gelukkig door onbegaanbare en onbewoonde gebieden, zoodat een militaire bezetting van het geheele grensgebied niet noodig is. In Karelië, het Zuid-Oostelijk gebied van Fin land. drukt de strenge afscheiding zwaar op de bewoners. In Rusland ligt nog een deel van Karelië, waarop door de Finnen als Finsch gebied met een Finsche bevolking aanspraak wordt gemaakt. In 1921 kwamen de Russische Kareliërs in opstand tegen Moskou. De Volkenbond hield zich in 1923 met de Karelische kwestie bezig maar bracht haar niet tnt een oplossing. De Finnen hebben deze zaak tot enorme afmetingen opgeblazen. Er bestaat in Fin land een „Academische Vereeniging voor Karelië" die zich voornamelijk met de Kare liërs in Rusland bezig houdt en waarin de Finsche studenten, die sterk nationalistisch zijn. domineeren Er ontstonden grensinci denten met het gevolg dat de Russisch- Finsche verhouding nog slechter werd. De afstand Vipuri—Leningrad is niet meer dan 150 K.M. Het kost echter een halve dag om dien afstand af te leggen, wanneer men tenminste kans heeft gezien een visum te bemachtigen, iets dat ontzaglijk veel moeite vergt. De vijandige houding van Finland ten aanzien van Rusland vindt niet zooals men verwachten zou zijn oorsprong in den tijd van vóór 1918 toen Finland nog ln een afhankelijksheidsverhouding tot Rus land stond. Finland was, onder Russische opperheer schappij, van 1808 af tot 1918 toe een auto noom land met eigen wetten, beambten, enz. Van een onafhankelijkheidsbeweging was tot 1898. toen de Russen inbreuk gingen maken op Finland's autonomie, geen sprake. En ook na 1898 eigenlijk niet. Wél streden de Finnen voor de handhaving en her overing van hun oude rechten, maar niet voor de volledige onafhankelijkheid. De oorlog van 1914 heeft hun dan ook meer gebracht dan zij ooit gehoopt of gedacht hadden. Dat de haat tegen Rusland juist na het verkrijgen van de onafhankelijkheid zoo groot is geworden is dan ook voorna melijk te verklaren uit angst voor het com munisme, een angst, die na de roode periode die Finland in 1918 gekend heeft, ontstaan is. Als buurland voelde Finland zich natuurlijk in hooge mate door het com munisme bedreigd, temeer waar ook bleek, dat dit systeem onder de arbeiders en kleine boeren aanhang vond. De reactie is niet uit gebleven. De reactionnaire regeeringen heb ben het tegenover de bevolking altijd voor gesteld alsof Finland door een imperialis tisch Rusland militair bedreigd werd en op grond hiervan een groot leger en een enorme gewapende burgerwacht op de been ge houden. Er is zelfs een vrouwelijke vrijwil lige burgerwacht met bijna 50.000 leden, waarvan meer dan 30.000 in actieven dienst zijn. De burgerwacht was echter bedoeld om revolutionnairen stroomingen den kop in te kunnen drukken, want het waren niet zoo zeer de imperialistische nelgingen van Rus land waarin men geloofde. Het groote ge vaar school in de communistische bedrei ging. Hoe weinigen, ook in rechtsche kringen, hadden ooit gedacht dat ln 1939 toch een imperialistisch Rusland Finland zou be dreigen? MR. W. M. VAN MEURS- VAN DER BURG. (Nadruk verboden). brand verwoedt, '/an 1695 tot 1697 door aller- 1710 door de '■est bijna gelieel uitgestorven; gedurende den grooten Zweedsch-Russi- schen oorlog dooi de terugwijkende verdedi gers in biand gestoken en van 1713 tot 1721 docr de Russen lei' i' gedurende den vol genden Zweedsch-Rusfischen oorlog weer door de Russen bezet; gedurende den vol- Jaar; in 1808 door de Russen beschoten en gedeeltelijk verbrand; in 1809 door de Zweden veriaten en, zecals geheel Finland aan de Russen gekomen; in 1812 tot hoofd stad van Finland verheven en pas sindsdien definitief opgebouwd; dat is in het kort de geschiedenis van Helsinki. Andere Finsche steden zooals Tu-ku, Vipuri en Kotka zijn er al niet vee! beter aan toe geweest. Zij werden doorloopend geteisterd door oor logen, branden of ziekten. In Vipuri is nog het meest bewaard gebleven. Deze stad be hoort dan ook tot dc bezien waar digs te van Finland en op Smnsaari (Hogland), het idyllische eiland in de Finsche Golf, dat nu door de Russen als militaire basis wordt op- geëlscht, is daar iets te merken van de be- teekenls, die het vroeger gehad heeft en nu blijkbaar nog heeft? Neen, het lijkt alleen een ontspanningsoord waarheen 's zomers honderden menschen varen om er te ge nieten van meren, bosschen en zee. Een hotel ls er niet. De gasten worden bij vis- schers ondergebracht. Aan den grooten zee slag van 1783 of de Russische militaire basis denken zij stellig niet. Het is alleen bij die Russische grens, dat men er aan herinnerd wordt, dat Finland i, éJ g (Ingez. Med.) (Van onzen Parij-schen correspondent). Wie meenen mocht, dat na vijf weken oorlog, na de Poolsche nederlaag en het vredesoffensief van rijkskanselier Hitier Frankrijk bereid is zonder meer de wapens neer te leggen, begaat een schromelijke ver gissing. Frankrijk is niet oorlogzuchtig, meer dan wie ook verlangt het er naar vre de te sluiten en zijn dagelijksche bezighe den weer op te vatten, doch slechts op één voorwaarde: dat die vrede rechtvaardig zij en het begane onrecht hersteld worde. Zoo lang de tegenstander niet op die condities in wil gaan, is er niet de minste schijn van kans. dat Frankrijk toe zal geven en tot het bittere einde zal het vechten voor de herop standing van Polen, voor de verrijzenis van Cechoslovakije welks annexatie door Duitschland nooit door Frankrijk erkend is en voor de instelling van een staats orde in Europa, die een rustige toekomst waarborgt. Dit standpunt is het officieele, maar geeft het ook de meening weer van „the men in the street?" En hierop moet vol mondig het antwoord luiden: ja, geen en kele Franschman denkt er over de wapens neer te leggen, voordat eens voor goed een einde is gcma%Jct aan die voortdurende drei ging, voordat radicaal is afgerekend met dat steeds verder om zich heen grijpende en alles opslokkende „Deutschtum". Wanneer men het Frankrijk der laatste jaren gekend heeft, dat land, waar politieke oneenigheden herhaaldelijk zoo op de spits gedreven werden, dat voor een acute uit barsting gevreesd kon worden, dan vraagt men zich onwillekeurig af. of dit Frankrijk- in-oorlog nog wel hetzelfde land is. Waar men ook zijn oor te luisteren legt, in offi cieele kringen of aan de toonbank van een cafétje ergens in een arbeiderswijk, bij een boerenvrouw in de provincie of in intiemen vriendenkring, overal is de toon dezelfde, de wil standvastig, het vertrouwen in de eindzege onwankelbaar. Het spreekt van zelf, dat deze overgang van vredes- naar oorlogstoestand, dat vaste voornemen ook 0111 desnoods jaren lang den strijd vol te houden een diepen stempel heeft gedrukt op het leven. Die verandering is echter meer innerlijk dan uiterlijk waar neembaar en zoo zal b.v. een oppervlakkige rondwandeling door Parijs geen schokken de oorlogsbeelden onthullen. sVanneer we een uitzondering maken voor de eerste week of tien dagen, toen slechts weinig autobus sen en taxi's door de straten circuleerden, omdat de militaire autoriteiten een groot deel van het wagenpark gerequireerd had den en de resteerende taxi's door particulie ren, die overhaast naar een veilig verblijf op het platteland vertrokken, waren ge charterd. waardoor een ongewone stilte in de stad heerschte, heeft Parijs eigenlijk nooit zijn aspect van woelige grootstad ver loren. Nu de troepen geconcentreerd zijn in de door de militaire overheden aangewezen stellingen, heeft men de autobussen weer in grooten getale vrij gegeven en dreunen ze weer over de boulevards en door de dikwijls nauwe straten. Taxi's staan weer in over vloed bij de standplaatsen, rustig kan men op de caféterrassen zijn biertje drinken en wie lust heeft in de groote winkels te fla- neeren, wordt op dezelfde ouderwetsche wij ze rechts en links op zij geduwd door koop lustige dames, die rijkelijk alles vinden kun nen, wat haar hartjes begeeren mogen. Tientallen cinema's hebben na een kort stondige sluiting haar deuren weer geo pend en verschillende schouwburgen staan op het punt dit voorbeeld te volgen, na een zeker aantal maatregelen getroffen te heb ben, die de veiligheid der bezoekers in ge val van eventueel luchtalarm verzekeren. En wanneer men tegen twaalven over het beursplein wandelt, dan hoort men in de verte reeds het gejoel en geschreeuw der beursklanten, die even talrijk en even ru moerig als vroeger zich op de breede bui tentrappen verdringen. Ja, de beurs van Parijs, het is heusch wel de moeite waard hier even bij te blijven stilstaan, omdat we hier een der beste be wijzen vinden voor de bewonderenswaardige koelbloedigheid, waarmede Frankrijk den oorlog is ingegaan en dank zij minister Paul Reynauds maatregelen voor de sterke financ-ieele burcht, die Frankrijk zich opge bouwd heeft. Geen enkelen dag is sinds het uitbreken van den oorlog de Parijsche beurs gesloten geweest en wanneer we de koersen van heden vergelijken met die van voor den oorlog, dan zien we. dat nu reeds de onver mijdelijke daling, die met een dergelijk noodlotsbericht gepaard gaat, bijna volko men opgeheven is door de nu reeds gerui- men tijd durende bijna dagelij ksche lichte stijging. Zeer symptomatisch is het, dat juist de Fransche staatsfondsen hierin voorgaan, welsprekend bewijs voor het groote vertrouwen, dat in Frankrijk gesteld wordt en tevens voor de repatrieering van eertijds gevlucht kapitaal, dat nu nieuw emplooi zoekt en zijn veiligste belegging in Fransche staatsfondsen vindt. Hoe lang is het geleden, dat juist het omgekeerde plaats vond?Anderhalf, twee jaar ge leden?.... Ja, Frankrijk is een wonderlijk land, maar het wonderlijkste en het mooi ste en zoo is het altijd geweest, wanneer de nood het hoogste is: l'histoire se répète. Of er dan niets, absoluut niets van den oorlog in Frankrijk en met name te Parijs te merken valt? Natuurlijk wel en het valt zelfs op bij den eersten oogopslag. Zand zakken liggen opgestapeld voor tallooze kel derramen, waarachter bij luchtalarm de bewoners veiligheid zoeken kunnen, op de pleinen en in de parken zijn de fraaiste standbeelden warmpjes ingepakt tusschen duizenden zandzakken en de spiegelruiten van bijna alle winkels en talrijke ramen van particulieren zijn beplakt met strooken papier om beter weerstand te kunnen bie den bij ontploffingen. Die op zich zelf lee- lijke reepen papier hebben het is weer zoo echt Parijsch een heele nieuwe kunst in het leven geroepen, n.l. welk artistiek effect te verkrijgen met materiaal, dat eigenlijk ontsierend is? Het resultaat is ver rassend: met gekleurd papier, met stroo ken van diverse breedte heeft men heele landschappen op de ruiten geplakt, aller aardigste reclames uitgedacht, die op de zaak zelf toepasselijk zijn. Overdag zijn feitelijk die zandzakken en die strooken papier met de manschappen van de passieve luchtverdediging, die hier en daar de wacht houden, de eenige uiter lijke teekenen van een Parijs-in-oorlog. En 's avonds en 's nachts? Ja, dan merkt men het beter, want de „Ville Lumière" heeft al haar lichten gedoofd en het is dan stik donker op straat. Slechts achter de zwaar- afgeschermde ramen van sommige café's heerscht nog leven en beweging en vooral verdringt men zich in de sous-sols" van sommige restaurants, die niet alleen bom-, maar ook gasvrij zijn ingericht, zoodat men er zeker van kan zijn nooit gestoord te wor den tijdens zijn gastronomische bezighe den. Maar om elf uur reeds is ieder op straat gezet, want onverbiddelijk streng zijn de voorschriften der militaire overheid, die dit voor Parijs zeer zeker vroege sluitings uur heeft voorgeschreven. En dan is het stil op de Champs-Elysées. stil op de boulevards Parijs ligt dan in het duister, het nachtle ven is opgeschort tot betere tijden en alleen wordt gewaakt door de mannen der passie ve luchtverdediging om de slapende bevol king eventueel te waarschuwen tegen drei gend luchtgevaar. Zoo is het uiterlijk van Parijs-in-oorlogs- tijdeen kalme, werkzame, vastberaden stad die zonder morren 'afstand heeft gedaan van heel veel. wat haar aantrekkelijk maakte om enkel te leven voor dat ééne doel: het winnen van den oorlog. Wat. men gedaan heeft om met behoud der bijna nor male activiteit van een wereldstad de vei ligheid zoo hoog mogelijk op te voeren, dat zullen wij een volgende maal bekijken. Nadruk verboden. VAN DEN HEER G. WESSELING. Onder groote belangstelling herdacht gis teren de heer G. Wesseling te Noordwijker hout zijn 25-jarig ambtsjubileum bij de Posterijen. De heer G. Wesseling. Een kwart-eeuw was hij in vasten dienst als besteller werkzaam en gedurende al deze jaren vervulde hij zijn plichten met groote nauwkeurigheid. De heer Wesseling verheugt zich dan ook in de algemeene achting van het publiek. Gisteren werd hij gehuldigd door zijn superieuren en collega's. De jubilaris ont ving o.a. een zeer waardeerend schrijven van den directeur van het P.T.T.-kantoor te Leiden. De Bond van P.T.T.-ambtcnaren „Plicht en Recht", was vertegenwoordigd door den voorzitter, die onder hartelijke woorden van hulde geschenken aanbood. Verschillende bloemstukken werden den heer Wesseling aangeboden benevens een enveloppe met inhoud, waaraan alle inge zetenen bijdroegen. Ook kwamen afgevaardigden van de kerkelijke collega's der Ned. Herv. Kerk huldeblijken aanbieden De jubilaris was n.l. vele jaren diaken en is thans ouderling der Ned. Herv. Kerk. 's Avonds was er groot feest ten huize van de familie Wesseling voor de collega'» en genoodigden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 9