LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 17 October 1939
Derde Blad No. 24406
Finland
Het land zonder dieven,
zakkenrollers en afzetters
ilögal
Frankrijk na vijf weken oorlog
80ste Jaargang
Groote koelbloedigheid
Zilveren jubileum te
Noordwijkerhout
Het schoonmaken van de kabeljauw aan de Noordelijke IJszee.
Wanneer ik ln het voorbijgaan den portier
den sleutel van mijn hotelkamer wil afgeven
zegt hij met een vriendelijk lachje: „Hang;
u dien maar aan het haakje naast uw kamer
deur". Ik sta op het punt hem aan het ver
stand te brengen dat een denkbeeldige dief
dan toch alleen maar dien sleutel van het
haakje hoeft te nemen om mijn kamer bin
nen te gaan, maar ik bedenk mij gelukkig
nog net, dat ik in Finland ben, het land
waar geen dieven, zakkenrollers en afzetters
zijn, het land waar alle menschen eerlijk
zijn, nog veel eerlijker dan in Denemarken
waar alleen fietsen- en melkkannendieven
ontbreken. De sleutel naast de deur in plaats
van óp de deur is kennelijk alleen als een
tegemoetkoming aan den buitenlandschen
toerist bedoeld die wat huiverig is voor on
afgesloten deuren. Het is moeilijk om eraan
te wennen dat je nooit een taxichauffeur of
een kellner hoeft te wantrouwen en als je
je koffers voor het station neerzet omdat de
man ln het bagage-depót het zonde en on-
noodig vindt om voor één uurtje bagage in
bewaring te nemen, kijk je toch onder het
weggaan nog eens met een bezwaard hart
naar je bezittingen om. Ze zijn er natuurlijk
nog als je terugkomt; geen straatjongen
heeft het zelfs noodig gevonden om er ter
wille van de bijverdienste op te passen. De
Universiteitsbibliotheek bij ons de speci
fieke plaats waar de Hollandsche onkreuk
baarheid nog al eens kreukbaar blijkt te
zijn is een paradijs. Geen ingewikkeld
systeem van briefjes invullen en wachten tot
het boek gebracht wordt; je neemt het zelf
maar uit de kasten en zorgt dat het er ook
weer in komt. Er gaat zelden een boek ver
loren, zei de bibliothecaresse mij. Er zullen
wel uitzonderingen op die eerlijkheid van de
Finnen zijn (in Holland boenen ook niet alle
menschen de gevels van hun huizen, alhoe
wel dit het eerste is wat de buitenlandsche
bezoeker zijn landgenooten weet te vertel
len) maar de toerist komt daarmee niet in
aanraking, tenzij hij in het uiterste Noorden
tan de Russische grens komt, waar de be
volking half Slavisch is. Daar vergissen zich
de menschen bij het terugbetalen van geld
nog al eens en altijd in hun voordeel. De
toerist, die uit Finland komt en op geld niet
meer let, merkt hier echter meestal toch
niets van.
Voor den Hollander die eens wil reizen
Meisjes uit Kareliëë in haar nationale
dracht.
zonder reclen tot kankeren of ergernis te
hebben is Finland het aangwezen land. Dat
wil zeggen, dat het aan heel wat eischen
h^oet voldoen. Het is er minstens even zin
delijk als in Holland en het eten is er tien-
waal beter. Maar wie meer zoekt dan dat
vindt er een prachtig land vol afwisseling,
een gastvrije zij het eenigszins stugge bevol-
KlrnS en een ongerepte natuur. Geen bordjes
^.verboden toegang", geen bordjes „verboden
je zwemmen" en zelfs geen bordjes „verbo
den zich zonder badcostuum te water te
pegeven", want aan badcostuums doet men
n Finland in de vrije natuur niet. Finland is
k 1hoewel het aantal buitenlandsche bezoe-
+niS tank ziJ een uitnemend georganiseerden
in mS^endiensfc van 21253 in 1924 tot 87807
pphi £esl,e&en is grootendeels ongerept
Piio^en' Met ziJn duizenden meren en
sfii les- dttgestrekte bossQhen en woeste
stroomversnellingen is het voor den natuur
liefhebber een van de wonderlijkste landen
in Europa. Hij moet niet den beroemden
Imatrawaterval willen bekijken, want daar
verdringen zich de toeristen en er is niets
te zien, tenzij de electrische centrale die
overigens schuld is aan het gedeeltelijk
opdrogen van den waterval zijn belang
stelling heeft.
Men kan Finland per bus, trein of boot
doorkruisen maar het laatste vervoermiddel
is het aantrekkelijkste. Het zijn bijna uit
sluitend vrachtbootjes, met slaapgelegenheid
voor enkele passagiers, want de tochten over
de meren duren vaak enkele dagen. Van
slapen komt meestal niet veel omdat het
's zomers in Finland bijna niet donker wordt.
In Helsinki is het midden zomer slechts één
uur geheel donker en hoe meer je naar het
Noorden komt hoe meer aan dat uurtje ge
knabbeld wordt, totdat het bij den pool
cirkel geheel verdwenen is. Het kan voor
komen dat je om 4 uur 's nachts met het
bootje de plaats van bestemming bereikt.
Dan ga je, wanneer het slecht weer is, maar
zoolang in een café of hotelletje zitten, de
deuren zijn toch open. Het reizen per trein
gaat langzaam, telkens stoppen en lang
wachten. Maar het wachten hoeft niet ver
velend te zijn, omdat het met eten kan wor
den gekort. In de stationsrestauraties staan
tegen etenstijd allerhande gerechten op
lange tafels klaar. De reizigers zoeken uit
wat zij hebben willen en keeren nadat het
maal genuttigd is naar den trein terug. Zoo
gaat het ook bij het reizen per autobus, dat
nog gemoedelijker is. Voorschriften voor een
maximum aantal personen schijnt men daar
niet te kennen. Wie op een afgelegen weg
een bus aanhoudt, wordt altijd opgenomen
al lijkt het ook voor de inzittenden of er nu
toch werkelijk niemand meer bij kan. De
nieuwe 531 K.M. lange weg van Rovaniemmi
(bij den poolcirkel) naar de Noordelijke IJs
zee, de eenige weg ter wereld naar deze zee,
legden wij in een vrachtauto met passagiers-
accomodatie af. Er was plaats voor 8 perso
nen, maar af en toe telde ik er 17, voor
namelijk Lappen, die stonken naar rendie-
renvet. En wij reden van 's middags 5 tot
den volgenden morgen 11 uur! De officieele
toeristenbussen zijn comfortabeler. Ze wor
den niet volgeladen en rijden alleen overdag.
Er wordt overnacht in een herberg waar de
Lappen eigen slaapzalen hebben en zich
dus niet met de toeristen mengen. Behalve
voor passagiers dienen de autobussen voor
postvervoer. Telkens wordt de autobus door
iemand aangehouden, die een brief aan den
chauffeur afgeeft, meestal met het geld voor
de postzegel erbij, want postzegels zijn in die
verafgelegen streken niet makkelijk te krij
gen. De chauffeur legt de brieven en pakjes
voor de bewoners aan den kant van den
weg neer. Hij toetert hard zoodat de men
schen weten dat zij post moeten gaan halen.
Alles gaat even gemoedelijk. Kankeren en
ergernis is dezen menschen vreemd.
De Lappen zijn aan de toeristen nog niet
erg gewend. Zij zijn schuw en verlegen. Ook
de rendieren die 's zomers verwilderen en
's winters weer bij elkaar gejaagd worden,
waarna de Lappen ze voor de sleden span
nen, vinden autobussen rare dingen. Deze
beesten schieten zoo nu en dan over den weg
en worden dikwijls overreden.
Het nomadenbestaan hebben de Lappen,
onder den druk van de regeering, zoo goed
als opgegeven. De tentenkampen worden
steeds zeldzamer. De Lappen vestigen zich
in dorpjes, waar zij van de regeering land
toegewezen krijgen. Ook de visch- en jacht-
rechten van een bepaalde streek krijgen zij
meestal en hieruit trekken zij voornamelijk
hun inkomsten. In het dorpje Boris Chleb
vlak bij de IJszee, waar 's zomers rijke bui
tenlanders (Engelschen) zalm komen vis-
schen, zijn de bewoners rijk geworden, door
de vischrechten die enorm hoog zijn. De
ellende die het door de eeuwen heen heeft
moeten jneemaken? In 1550 door den
Zwtedschen koning Gustaf Wasa gesticht,
vijf kilometer ;an de plaats waar het tegen
ook aan „politiek en aan „vijanden" doet.
Behalve tusschen Vipuri en Leningrad, waar
de eenige weg naar Rusland ligt, is de 1825
kilmoter lange grens hermetisch gesloten.
Lappen weten echter niet wat zij met dat hond besmettelijke ziekten geteisterd;
geld moeten doen en verstoppen het maar
ergens in den grond. Zij blijven in hun
kleine houten huisjes wonen en leven van
gedroogde visch. Versche visch is geen Lap-
penvoedsel. Gedroogde kabeljauw (stok-
visch) dat is hier het volksvoedsel.
In de IJszee wordt de kabeljauw
gevangen (met zoo'n klein vies bootje op
kabeljauwvangst meegaan is een van de
aardigste belevenissen); direct na terug
komst van het bootje wordt de visch schoon
gemaakt en daarna op het strand gedroogd.
Het is alles visch wat je ruikt in dit land!
Hier in het hooge Noorden, vlak bij de
Russische grens wordt ook veel Russisch
gesproken. Finland heeft in 1920, toen de
vrede met Rusland gesloten werd, deze
landstreek erbij gekregen, opdat het een
uitgang naar de IJszee zou hebben. De
Russisch-Finsche grens werd een kaars
rechte lijn, willekeurige meren, rivieren en
dorpen in tweeën snijdend. Het is ook pas
hier, dat de toerist iets van politiek gaat
merken. Op zijn reis door Finland krijgt hij
daartoe dc kans niet. Hij werd geabsorbeerd
door de natuur en het volkskarakter; van de
geschiedenis of de politiek van het land
kwam hij niets te weten. Couranten kon hij
niet lezen en historische monumenten, waar
gidsen in alle tolen een geschiedenislesje
afratelen, zijr er in Finland vrijwel niet.
Wat merkt men in Helsinki, die lichte, ruime
stad (op Warschau en Riga na de dichtst
bevolkte stad van Europa waar geen enkel
oud cebouw te vinden ls. van den strijd en
WEER VERKRIJGBAAR
Toeal-tabl etten tegen RHEUMATIEK, ISCHIAS. SPIERPIJN,
HOOFDPIJN en ZENUWPIJNEN. Bij alle apoth. en drog. vanaf voor
- J m' ideli,"
den voorlooplg on veranderden prijs, zijnde f 0.80 per flacon (excl. O.B.). Afdoende, probaat en onschadelijk middel
1076
woordif/e Helsinki ligt, wiarheen het in 1639 Er ls zelfs geen verkeer tusschen de be-
verpiaatst werd; in 1657 giuotendeels door woners uit de grensstreken. Daar waar de
grens dwars door een dorp ls getrokken,
werden familieleden van elkaar gescheiden.
Zij kregen sinds 1920 geen kans meer om
elkaar te zien of te spreken. Zelfs de grens
wachten mogen elkaar niet benaderen. Het
grootste deel van deze lange grens loopt
gelukkig door onbegaanbare en onbewoonde
gebieden, zoodat een militaire bezetting van
het geheele grensgebied niet noodig is. In
Karelië, het Zuid-Oostelijk gebied van Fin
land. drukt de strenge afscheiding zwaar op
de bewoners. In Rusland ligt nog een deel
van Karelië, waarop door de Finnen als
Finsch gebied met een Finsche bevolking
aanspraak wordt gemaakt. In 1921 kwamen
de Russische Kareliërs in opstand tegen
Moskou. De Volkenbond hield zich in 1923
met de Karelische kwestie bezig maar
bracht haar niet tnt een oplossing.
De Finnen hebben deze zaak tot enorme
afmetingen opgeblazen. Er bestaat in Fin
land een „Academische Vereeniging voor
Karelië" die zich voornamelijk met de Kare
liërs in Rusland bezig houdt en waarin de
Finsche studenten, die sterk nationalistisch
zijn. domineeren Er ontstonden grensinci
denten met het gevolg dat de Russisch-
Finsche verhouding nog slechter werd.
De afstand Vipuri—Leningrad is niet meer
dan 150 K.M. Het kost echter een halve dag
om dien afstand af te leggen, wanneer men
tenminste kans heeft gezien een visum te
bemachtigen, iets dat ontzaglijk veel moeite
vergt.
De vijandige houding van Finland ten
aanzien van Rusland vindt niet zooals
men verwachten zou zijn oorsprong in
den tijd van vóór 1918 toen Finland nog ln
een afhankelijksheidsverhouding tot Rus
land stond.
Finland was, onder Russische opperheer
schappij, van 1808 af tot 1918 toe een auto
noom land met eigen wetten, beambten, enz.
Van een onafhankelijkheidsbeweging was
tot 1898. toen de Russen inbreuk gingen
maken op Finland's autonomie, geen sprake.
En ook na 1898 eigenlijk niet. Wél streden
de Finnen voor de handhaving en her
overing van hun oude rechten, maar niet
voor de volledige onafhankelijkheid. De
oorlog van 1914 heeft hun dan ook meer
gebracht dan zij ooit gehoopt of gedacht
hadden. Dat de haat tegen Rusland juist
na het verkrijgen van de onafhankelijkheid
zoo groot is geworden is dan ook voorna
melijk te verklaren uit angst voor het com
munisme, een angst, die na de roode
periode die Finland in 1918 gekend heeft,
ontstaan is. Als buurland voelde Finland
zich natuurlijk in hooge mate door het com
munisme bedreigd, temeer waar ook bleek,
dat dit systeem onder de arbeiders en kleine
boeren aanhang vond. De reactie is niet uit
gebleven. De reactionnaire regeeringen heb
ben het tegenover de bevolking altijd voor
gesteld alsof Finland door een imperialis
tisch Rusland militair bedreigd werd en op
grond hiervan een groot leger en een enorme
gewapende burgerwacht op de been ge
houden. Er is zelfs een vrouwelijke vrijwil
lige burgerwacht met bijna 50.000 leden,
waarvan meer dan 30.000 in actieven dienst
zijn. De burgerwacht was echter bedoeld om
revolutionnairen stroomingen den kop in te
kunnen drukken, want het waren niet zoo
zeer de imperialistische nelgingen van Rus
land waarin men geloofde. Het groote ge
vaar school in de communistische bedrei
ging.
Hoe weinigen, ook in rechtsche kringen,
hadden ooit gedacht dat ln 1939 toch een
imperialistisch Rusland Finland zou be
dreigen?
MR. W. M. VAN MEURS-
VAN DER BURG.
(Nadruk verboden).
brand verwoedt, '/an 1695 tot 1697 door aller-
1710 door de '■est bijna gelieel uitgestorven;
gedurende den grooten Zweedsch-Russi-
schen oorlog dooi de terugwijkende verdedi
gers in biand gestoken en van 1713 tot 1721
docr de Russen lei' i' gedurende den vol
genden Zweedsch-Rusfischen oorlog weer
door de Russen bezet; gedurende den vol-
Jaar; in 1808 door de Russen beschoten
en gedeeltelijk verbrand; in 1809 door de
Zweden veriaten en, zecals geheel Finland
aan de Russen gekomen; in 1812 tot hoofd
stad van Finland verheven en pas sindsdien
definitief opgebouwd; dat is in het kort de
geschiedenis van Helsinki. Andere Finsche
steden zooals Tu-ku, Vipuri en Kotka zijn
er al niet vee! beter aan toe geweest. Zij
werden doorloopend geteisterd door oor
logen, branden of ziekten. In Vipuri is nog
het meest bewaard gebleven. Deze stad be
hoort dan ook tot dc bezien waar digs te van
Finland en op Smnsaari (Hogland), het
idyllische eiland in de Finsche Golf, dat nu
door de Russen als militaire basis wordt op-
geëlscht, is daar iets te merken van de be-
teekenls, die het vroeger gehad heeft en nu
blijkbaar nog heeft? Neen, het lijkt alleen
een ontspanningsoord waarheen 's zomers
honderden menschen varen om er te ge
nieten van meren, bosschen en zee. Een
hotel ls er niet. De gasten worden bij vis-
schers ondergebracht. Aan den grooten zee
slag van 1783 of de Russische militaire basis
denken zij stellig niet.
Het is alleen bij die Russische grens, dat
men er aan herinnerd wordt, dat Finland
i, éJ g
(Ingez. Med.)
(Van onzen Parij-schen correspondent).
Wie meenen mocht, dat na vijf weken
oorlog, na de Poolsche nederlaag en het
vredesoffensief van rijkskanselier Hitier
Frankrijk bereid is zonder meer de wapens
neer te leggen, begaat een schromelijke ver
gissing. Frankrijk is niet oorlogzuchtig,
meer dan wie ook verlangt het er naar vre
de te sluiten en zijn dagelijksche bezighe
den weer op te vatten, doch slechts op één
voorwaarde: dat die vrede rechtvaardig zij
en het begane onrecht hersteld worde. Zoo
lang de tegenstander niet op die condities
in wil gaan, is er niet de minste schijn van
kans. dat Frankrijk toe zal geven en tot het
bittere einde zal het vechten voor de herop
standing van Polen, voor de verrijzenis van
Cechoslovakije welks annexatie door
Duitschland nooit door Frankrijk erkend
is en voor de instelling van een staats
orde in Europa, die een rustige toekomst
waarborgt.
Dit standpunt is het officieele, maar
geeft het ook de meening weer van „the
men in the street?" En hierop moet vol
mondig het antwoord luiden: ja, geen en
kele Franschman denkt er over de wapens
neer te leggen, voordat eens voor goed een
einde is gcma%Jct aan die voortdurende drei
ging, voordat radicaal is afgerekend met
dat steeds verder om zich heen grijpende
en alles opslokkende „Deutschtum".
Wanneer men het Frankrijk der laatste
jaren gekend heeft, dat land, waar politieke
oneenigheden herhaaldelijk zoo op de spits
gedreven werden, dat voor een acute uit
barsting gevreesd kon worden, dan vraagt
men zich onwillekeurig af. of dit Frankrijk-
in-oorlog nog wel hetzelfde land is. Waar
men ook zijn oor te luisteren legt, in offi
cieele kringen of aan de toonbank van een
cafétje ergens in een arbeiderswijk, bij een
boerenvrouw in de provincie of in intiemen
vriendenkring, overal is de toon dezelfde,
de wil standvastig, het vertrouwen in de
eindzege onwankelbaar.
Het spreekt van zelf, dat deze overgang
van vredes- naar oorlogstoestand, dat
vaste voornemen ook 0111 desnoods jaren lang
den strijd vol te houden een diepen stempel
heeft gedrukt op het leven. Die verandering
is echter meer innerlijk dan uiterlijk waar
neembaar en zoo zal b.v. een oppervlakkige
rondwandeling door Parijs geen schokken
de oorlogsbeelden onthullen. sVanneer we
een uitzondering maken voor de eerste week
of tien dagen, toen slechts weinig autobus
sen en taxi's door de straten circuleerden,
omdat de militaire autoriteiten een groot
deel van het wagenpark gerequireerd had
den en de resteerende taxi's door particulie
ren, die overhaast naar een veilig verblijf
op het platteland vertrokken, waren ge
charterd. waardoor een ongewone stilte in
de stad heerschte, heeft Parijs eigenlijk
nooit zijn aspect van woelige grootstad ver
loren. Nu de troepen geconcentreerd zijn in
de door de militaire overheden aangewezen
stellingen, heeft men de autobussen weer
in grooten getale vrij gegeven en dreunen ze
weer over de boulevards en door de dikwijls
nauwe straten. Taxi's staan weer in over
vloed bij de standplaatsen, rustig kan men
op de caféterrassen zijn biertje drinken en
wie lust heeft in de groote winkels te fla-
neeren, wordt op dezelfde ouderwetsche wij
ze rechts en links op zij geduwd door koop
lustige dames, die rijkelijk alles vinden kun
nen, wat haar hartjes begeeren mogen.
Tientallen cinema's hebben na een kort
stondige sluiting haar deuren weer geo
pend en verschillende schouwburgen staan
op het punt dit voorbeeld te volgen, na een
zeker aantal maatregelen getroffen te heb
ben, die de veiligheid der bezoekers in ge
val van eventueel luchtalarm verzekeren.
En wanneer men tegen twaalven over het
beursplein wandelt, dan hoort men in de
verte reeds het gejoel en geschreeuw der
beursklanten, die even talrijk en even ru
moerig als vroeger zich op de breede bui
tentrappen verdringen.
Ja, de beurs van Parijs, het is heusch wel
de moeite waard hier even bij te blijven
stilstaan, omdat we hier een der beste be
wijzen vinden voor de bewonderenswaardige
koelbloedigheid, waarmede Frankrijk den
oorlog is ingegaan en dank zij minister
Paul Reynauds maatregelen voor de sterke
financ-ieele burcht, die Frankrijk zich opge
bouwd heeft. Geen enkelen dag is sinds het
uitbreken van den oorlog de Parijsche beurs
gesloten geweest en wanneer we de koersen
van heden vergelijken met die van voor den
oorlog, dan zien we. dat nu reeds de onver
mijdelijke daling, die met een dergelijk
noodlotsbericht gepaard gaat, bijna volko
men opgeheven is door de nu reeds gerui-
men tijd durende bijna dagelij ksche lichte
stijging. Zeer symptomatisch is het, dat
juist de Fransche staatsfondsen hierin
voorgaan, welsprekend bewijs voor het
groote vertrouwen, dat in Frankrijk gesteld
wordt en tevens voor de repatrieering van
eertijds gevlucht kapitaal, dat nu nieuw
emplooi zoekt en zijn veiligste belegging in
Fransche staatsfondsen vindt. Hoe lang is
het geleden, dat juist het omgekeerde
plaats vond?Anderhalf, twee jaar ge
leden?.... Ja, Frankrijk is een wonderlijk
land, maar het wonderlijkste en het mooi
ste en zoo is het altijd geweest, wanneer
de nood het hoogste is: l'histoire se répète.
Of er dan niets, absoluut niets van den
oorlog in Frankrijk en met name te Parijs
te merken valt? Natuurlijk wel en het valt
zelfs op bij den eersten oogopslag. Zand
zakken liggen opgestapeld voor tallooze kel
derramen, waarachter bij luchtalarm de
bewoners veiligheid zoeken kunnen, op de
pleinen en in de parken zijn de fraaiste
standbeelden warmpjes ingepakt tusschen
duizenden zandzakken en de spiegelruiten
van bijna alle winkels en talrijke ramen
van particulieren zijn beplakt met strooken
papier om beter weerstand te kunnen bie
den bij ontploffingen. Die op zich zelf lee-
lijke reepen papier hebben het is weer
zoo echt Parijsch een heele nieuwe kunst
in het leven geroepen, n.l. welk artistiek
effect te verkrijgen met materiaal, dat
eigenlijk ontsierend is? Het resultaat is ver
rassend: met gekleurd papier, met stroo
ken van diverse breedte heeft men heele
landschappen op de ruiten geplakt, aller
aardigste reclames uitgedacht, die op de
zaak zelf toepasselijk zijn.
Overdag zijn feitelijk die zandzakken en
die strooken papier met de manschappen
van de passieve luchtverdediging, die hier
en daar de wacht houden, de eenige uiter
lijke teekenen van een Parijs-in-oorlog. En
's avonds en 's nachts? Ja, dan merkt men
het beter, want de „Ville Lumière" heeft al
haar lichten gedoofd en het is dan stik
donker op straat. Slechts achter de zwaar-
afgeschermde ramen van sommige café's
heerscht nog leven en beweging en vooral
verdringt men zich in de sous-sols" van
sommige restaurants, die niet alleen bom-,
maar ook gasvrij zijn ingericht, zoodat men
er zeker van kan zijn nooit gestoord te wor
den tijdens zijn gastronomische bezighe
den. Maar om elf uur reeds is ieder op
straat gezet, want onverbiddelijk streng zijn
de voorschriften der militaire overheid, die
dit voor Parijs zeer zeker vroege sluitings
uur heeft voorgeschreven. En dan is het stil
op de Champs-Elysées. stil op de boulevards
Parijs ligt dan in het duister, het nachtle
ven is opgeschort tot betere tijden en alleen
wordt gewaakt door de mannen der passie
ve luchtverdediging om de slapende bevol
king eventueel te waarschuwen tegen drei
gend luchtgevaar.
Zoo is het uiterlijk van Parijs-in-oorlogs-
tijdeen kalme, werkzame, vastberaden stad
die zonder morren 'afstand heeft gedaan
van heel veel. wat haar aantrekkelijk
maakte om enkel te leven voor dat ééne
doel: het winnen van den oorlog. Wat. men
gedaan heeft om met behoud der bijna nor
male activiteit van een wereldstad de vei
ligheid zoo hoog mogelijk op te voeren, dat
zullen wij een volgende maal bekijken.
Nadruk verboden.
VAN DEN HEER G. WESSELING.
Onder groote belangstelling herdacht gis
teren de heer G. Wesseling te Noordwijker
hout zijn 25-jarig ambtsjubileum bij de
Posterijen.
De heer G. Wesseling.
Een kwart-eeuw was hij in vasten dienst
als besteller werkzaam en gedurende al
deze jaren vervulde hij zijn plichten met
groote nauwkeurigheid. De heer Wesseling
verheugt zich dan ook in de algemeene
achting van het publiek.
Gisteren werd hij gehuldigd door zijn
superieuren en collega's. De jubilaris ont
ving o.a. een zeer waardeerend schrijven
van den directeur van het P.T.T.-kantoor
te Leiden.
De Bond van P.T.T.-ambtcnaren „Plicht
en Recht", was vertegenwoordigd door den
voorzitter, die onder hartelijke woorden van
hulde geschenken aanbood.
Verschillende bloemstukken werden den
heer Wesseling aangeboden benevens een
enveloppe met inhoud, waaraan alle inge
zetenen bijdroegen.
Ook kwamen afgevaardigden van de
kerkelijke collega's der Ned. Herv. Kerk
huldeblijken aanbieden De jubilaris was
n.l. vele jaren diaken en is thans ouderling
der Ned. Herv. Kerk.
's Avonds was er groot feest ten huize
van de familie Wesseling voor de collega'»
en genoodigden.