s~
DE ONGELUKSVOGEL
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Dinsdag 17 October 1939
VVat beteekent „heim in's Reich"
voor de Balten in Est- en Letland?
De mijnenvelden in de Noordzee
Dagbladreclame
Oud stuk cultuur
verdwijnt
SPORT
Terug naar de oorspronkelijke
competitie-indeeling
is niet te vervangen
Het bericht van de evacuatie van tien
duizenden bewoners ln de Oostzeelanden,
in welke zij en hun voorouders sedert 750
jaar geleefd, gewerkt, geheerscht en ge
streden hebben, heeft ln eens de belang
stelling der heele wereld op deze volksgroep
gevestigd. Het is daarom niet overbodig, de
lezers er over ln te lichten, wie het eigen
lijk zijn, wier droevig lot alom medegevoel
heeft gewekt.
Wij vernemen vaak, dat ook personen,
die overigens goed op de hoogte zijn van
politieke toestanden, zich van de Rand
staten, hun bevolking, geschiedenis enz.,
soms een zeer verkeerde of onduidelijke
voorstelling hebben gemaakt Dit blij kt ook
uit sommige courantenberichten, die bijv.
een „repatrieering" van honderdduizenden
Duitschers vermelden, ja zelfs van 110.000
baronnen" naar hun vroeger vaderland
enz. Deze berichten geven een onjuiste
voorstelling van den waren toestand.
In werkelijkheid moeten er twee geheel
verschillende groepen van uitgewezenen
onderscheiden worden en wel: de van ge
boorte en nationaliteit Duitschen (pl.m.
vijfduizend in Letlandl, van wie terecht
als van „helm in's Reich" keerenden ge
vraagd kan worden en de veel talrijkere
Balten. die in een lange reeks van opeen
volgende geslachten tot den grooten oorlog
toe Est-, Liev- en Koerland, toen nog de
Baltische Oostzeeprovlncies, meer of min
der zelfstandig hebben beheerd, al gebeur
de dit achtereenvolgens na vele oorlogen
onder de opperheerschappij van de Dult-
sche Orde, de Zweedsche, Deensche en
sedert 1710 van de Russische regeering, die
onder Czaar Peter zoowel aan de Balten als
aan de Finnen zelfregeerlng had gegaran
deerd.
Bedenken wij, dat reeds vóór de stichting
der stad Riga in 1200 door Bisschop Albert,
kooplieden onder bescherming van edel
lieden aan de oevers der Düna voet aan
wal hadden gezet, waar de eersten waren
huizen bouwden, de ridders de eerste
burcht en kerk oprichtten en de eerste
bisschop, Meginhart, de Lieven, de oor
spronkelijke bewoners, naar welke het land
werd genoemd, tot het Christendom be
keerde, zoo is het wel begrijpelijk, dat vele
nazaten dezer pioniers met ontzetting het
bevel hebben ontvangen, dit hun zoo dier
bare land binnen veertien dagen te ver
laten.
Zooals te verwachten was, vernemen wij
dan ook. dat sommigen ondanks ernstige
dreigementen weigeren huis en hof te ver
laten, al bezitten zij nu ook nog slechts een
schamel restje van de groote landerijen,
die hun door de revolutie en de er op vol
gende oprichting der Letlandsche en Est-
nische Republieken werden ontnomen.
Al hebben de Balten als groote idealisten
ook door de eeuwen heen Duitsche cultuur
en beschaving hoog gehouden en met goed
en bloed in voortdurende oorlogen verde
digd, vooral tegen de uit het Oosten steeds
weer opdringende Barbaren, zoo kunnen
zij op grond van eigen traditie toch niet
met juichend hart aan het bevel voldoen:
„zurück in's Reich!" Er is trouwens niet
eens sprake van een terug naar Duitsch-
land zelf, maar wel van een landverhuizing
naar Poolsch gebied, waar de Slavische be
volking hen zonder twijfel als indringers
zal beschouwen en behandelen.
Er is nog een andere reden, waarom tal
van Balten zich met de Duitschers niet
een kunnen voelen en wel omdat zij wel is
waar van Germaansche afkomst zijn, maar
slechts gedeeltelijk van Duitsche.
Wij kunnen dit gemakkelijk verduldelij
ken door het aanhalen van enkele namen
van bekende Baltische geslachten, die hun
Skandlnavische, Nederlandsche of Fran-
sche afkomst verraden, bijv.: Samson von
Himmelstierna, Stenbock, Fersen, Lowis af
Menar, Buxhöveden, Barklay de Tolly, Ro
sen; de Hugenotenfamilies Girard de Sou-
canton, Guillemin de Villebois; de Neder
landsche: Kalff, Loudon, Van Beuningen,
Son, Pander, Blankenhagen, Witte, Ker-
kovius (Van Kerkhoven), Kalkoen en vele
andere.
De Nederlanders als stoere zeevaarders en
kooplieden zijn niet slechts in den Hansa-
tijd naar die landen aan de Oostzee getrok
ken om daar handelsverbindingen aan te
knoopen, maar reeds voor en ook na dien
tijd. Ook zij hebben hun deel bijgedragen
tot den bloei van Riga, Libau, Reval en vele
andere steden. De talrijke Nederlandismen,
die in het Baltische Duitsch, de voertaal,
aangetoond kunnen worden, bewijzen, dat
de Nederlandsche invloed ook op taal- en
cultureel gebied niet klein geweest is. Ter
loops vermeld: een der stevige torens op
de Domberg in Reval (Tallinn) heet nog
heden de „Kijk in de Keuk", omdat men
van hem op de hulzen en in de keukens
beneden kan zien.
Duitschers, Nederlanders, Skandinaviërs,
Franschen en ook eenige gegermaniseerde
Russen, vertegenwoordigers dezer verschil
lende naties, zijn in den loop der eeuwen
samengegroeid tot een eenheid: de Balten.
Deze kunnen aan hun taal. optreden, ka
rakter. gewoonten, gemakkelijk herkend
worden.
Of het nu edellieden, intellectueelen,
ambtenaren, zakenlieden of handwerkers
zijn, hun gemeenschappelijke eigenschap
pen zijn vlijt, betrouwbaarheid, eenvoud,
aanpassingsvermogen, alle eigenschappen,
die hen blijkbaar bijzonder er toe kwallfi-
ceeren het probleem te helpen oplossen,
dat zich onverwachts door een te veel aan
levensruimte elders heeft voorgedaan.
Wij vernemen: alleh moeten weg! Bin
nen twee weken! Wie zal zich over de
ouden en zieken ontfermen nu leder in
groote haast voor een appel en een ei zijn
zaken, huizen, land, inventaris enz. van de
hand moet doen?
De Balten hebben steeds in tijden van
groote beproevingen een vasten steun in
hun geloof gevonden. Ook nu vernemen
wij, dat zij in hun nood in de kerken sa-
menstroomen om God om hulp te smeeken.
In den Bolsjewikkentijd, toen soms massa
terechtstellingen van honderden Balten
plaats hadden, zooals ln Riga en Dorpat,
gingen zij samen godsdienstige liederen
zingend ln den dood De Balten zijn even
als de Letten en Esten protestant, terwijl
de Polen en Lithauers Roomsch-Katholiek
zijn.
Van de nu op schepen weggevoerde Bal
ten hebben nog velen schouder aan schou
der met de Letten en Esten, in het begin
geholpen door de bekende Duitsche „IJze
ren Divisie", hard gevochten om hun land
van de Rooden te bevrijden, waarin zij ook
waren geslaagd. Nu moeten dezelfde dap
pere strijders het veld ruimen en weerloos
verduren, dat de aartsvijand, die hun land
had verwoest en hun nabestaanden ver
moord of weggevoerd, triomfantelijk in
hun oud vaderland zijn intocht houdt en
nog wel zonder strijd.... op uitnoodlglngI
LIVONIA.
Iftrftmy"1" .mm» i ia
Rustig was het ln de huiskamer van de
familie Dinges. Mijnheer zat in z'n
krantje te lezen. Opeens gaf hg een hevi-
gen klap op z'n knie en zei: „Vrouw,
vrouw, hier is een advertentie, waarin een
autotje te koop wordt aangeboden. Zoo
goed als nieuw. Déür ga ik op af!"
Den volgenden ochtend reed mijnheer
Dinges al trotsch in het autotje, dat door
hem gekocht was, rond. Weliswaar had
hij niet erg veel verstand van het besturen
van auto's, maar dat kwam er minder op
aan. De auto reed en de bestuurder reed
mee!
Met horten en stooten ging het de straat
uit. Bij den hoek nam de auto een zware
benzinepomp mee. Meneer Dinges schonk
hieraan echter geen aandacht, stak den
liijker-richtingwijzer uit, maar draaide
naar rechts. Gelukkig was er verder geen
mensch te bekennen, anders
VOETBAL.
CLUBS MOETEN VÓÓR DONDERDAG
IIAAR MEENING KENBAAR MAKEN.
De „Sportkroniek" meldt:
Het Bondsbestuur overweegt de mogelijk
heid om in verband met de uitbreiding van
den treinenloop de competities alsnog te
done spelen volgens de oorspronkelijke
indeeling, vastgesteld vóór de mobilisatie
en gepubliceerd ln de „Sportkroniek" van
31 Juli, 3, 7 en 17 Aug. 1939.
Het Bondsbestuur zou daartoe slechts dan
willen overgaan, indien de vereenigingen
van een afdecling nagenoeg éénstemmig
daartoe den wensch te kennen geven.
Aan de besturen van de vereenigingen
wordt daarom verzocht vóór 19 October
1939 aan het Bondsburcau te berichten of
zij al dan niet accoord gaan met herstel
van de oorspronkelijk voor het loopende
seizoen vastgestelde competitie-indeeling.
Aan de vereenigingen zal een circulaire
worden gezonden en een formulier, waarop
ztf haar meening kenbaar kunnen maken.
In elk geval blijft het bestuursbesluit, dat
geen promotie- en degradatiewedstrijden
zullen worden gespeeld, gehandhaafd.
In het voor a^. Zondag vastgestelde
programma worden geen wijzigingen aan
gebracht.
Bij wijziging van de indeeling zal geen enkele
vergoeding gegeven worden voor reeds in ver
band met de tegenwoordige indeeling gemaakte
kosten.
Van vereenigingen, welke niet vóór 19 Oct.
antwoorden, wordt aangenomen, dat zij met
de thans geldende indeeling accoord gaan.
Het bestuur heeft besloten aan het einde van
het. seizoen, als de omstandigheden het toe
laten, kampioenscompetities uit te schrijven.
WATERPOLO.
L.Z.C.A.Z.C.
Morgenavond te 9 uur zullen in „De Over
dekte" de volgende waterpolowedstrljden ge
speeld worden: Dames L.Z.C.—Dames A.Z.C. en
Heeren L.Z.C.Heeren A.Z.C.
HENGELSPORT.
EEN NAJAARSWEDSTRIJD.
Hengelsport hield haar najaarswedstrgd aan
de Sassemmerpont. Ondanks het mooie weer
was de vangst slecht. De wedstrijd had onder
leiding van den heer Van Haren een prettig en
vlot verloop. De uitslag was als volgt: 1ste prijs
W. Eradus; 2. Den Holder; 3. Boon; 4. Koet;
5. v. Klaveren; 6. Doove; 7. Boef; 8. H. de
Water: 9. Pluim; 10. Poelljoe; 11. J. Willemse;
12. Pardon; 13. Woerdenbach; 14. Leppers; 15.
Gieling; 16. Terleng; 17. N. N.; 18. J. de Water;
19. Dijt; 20. Sierat; 21. De Rijk; 22. Willemse Sr.
BILJARTEN.
LEIDSCHE BILJARTBOND.
Deze bond hield zijn jaar'vergadering in het
clublokaal van de Poort van Cleef. Nadat de
voorzitter deze goed bezochte bijeenkomst ge
opend had met een woord van welkom, richtte
hij zich tot de nieuw toegetreden vereenigingen,
namelijk de B.V. Oud Marepoort en B.O.S.
Hierna gaf hg het woord aan den waarnemend
secretaris tot het voorlezen der notulen, welke
onveranderd werden goedgekeurd. Het verslag
van den penningmeester sloot met een batig
saldo. De bestuursverkiezing had tot resultaat
dat gekozen werd de heer A. Teske en tot tij
delijk bestuurslid de heer P. Dubbeldeman.
Vervolgens werd de a.s. competitie besproken.
Besloten werd hierin gelijktijdig te verspelen
de wisselbekers, beschikbaar gesteld door de
Heinekens- en Z.H.B.-brouwerij. Van de rond
vraag werd een druk gebruik gemaakt. Nadat
alle vragen naar genoegen waren beantwoord,
sloot de voorzitter deze geanimeerde vergade
ring.
DRIE-BANDEN-KAMPIOENSCHAP
OM DEN BEUK-BEKER.
De laatste partgen zijn gespeeld voor boven -
genoemden beker. B. Teegelaar wis, door beide
partijen te winnen, voor de 2de maal beslag te
leggen op dezen prijs. De uitslagen zijn:
B. Teegelaar 30 30 27 6 1.11
A. v. d. Heiden 30 13 27 3 0,481
B. de Roo 30 30 51 3 0,588
A. v. d. Helden 30 16 51 2 0.313
B. Teegelaar 30 30 35 4 0.857
B. de Roo rf.. 30 18 35 4 0.514
PERSOONLIJK KAMPIOENSCHAP
VAN LEIDEN EN OMSTREKEN.
De uitgestelde wedstrijd om het persoonlijk
kampioenschap van Lelden zal half November
een aanvang nemen. Inschrijvingen moeten
worden gestuurd aan den heer J. N. Bonnet,
Jan van Houtkade 7a, Leiden, vóór 1 November
aanstaande.
SCHAKEN.
LEIDSCHE) SCHAAKBOND.
De competitie.
De uitslag van den eersten wedstrijd, gister
avond alhier in „Centraal" gespeeld, was de
volgende
1. P. J. v. d. Zeeuw (Philidor II)—J. Nagte-
gaal (Leiderdorp II) x—x; 2. A, KoevoetG. de
Koning Azn, x—x; 3. C. Congn—J. B. de Geus
të; 4. J. J. AbspoelG. Zwanenburg x—x;
5. J. v. Galen—K. Vonk x—x; 6. P. FlippoA.
v. Doorn *414; 7. A. J. J. NicaiseC. Nagte-
gaal xx; 8. H. C. BouterL. Eichhorn 1—0;
9. H. J. Duffels—P. C. v. d. Leek 0—1; 10. W.
PlasmeyerG. Verhoogt 10. - Totaal 3—2.
en niet minder dan 5 afgebroken partijen.
Daar Philidor reeds 1 punt voor is en ook voor
deel heeft in enkele der afgebroken partgen. ia
de eindstand vermoedelijk een 64 of 6*4—3'4
overwinning voor Philidor II.
Koopvaardijschepen kunnen zich het best beveiligen door middel
van de zoogenaamde paravanen, waarmede Nederland's grootste
passagiersschepen bijna zonder uitzondering zijn uitgerust.
(Van onzen maritiemen medewerker).
Sedert den aanvang van den oorlog zijn
reeds vier Nederlandsche schepen getroffen
door mijnen. Twee waren vreedzame koop
vaarders, de twee andere mijnenvegers der
Koninklijke Marine. De plaatsen, waar de
rampen plaats vonden, geven aan, dat
mijnen niet alleen gelegd zijn in zeegaten
of voor havens, doch ook in volle zee.
Voor een goed begrijpen zij in het kort
vermeld, dat de mijn een bolvormig lichaam
is met drijfvermogen, waarin zich een
groote hoeveelheid springstof bevindt. Bui-
ton op den bol zijn uitsteeksels aange
bracht. Stoot een schip tegen één dier uit
steeksels, dan wordt de mijn tot ontsteking
gebracht De ravage, die een mijn aan een
schip toebrengt, is aanzienlijk; gaten van
50 vlerkante meter zijn geen uitzondering.
Het is dus geen wonder, dat ook vaak onder
de opvarenden van het getroffen schip
slachtoffers vallen.
De mijn is door een ankerkabel aan het
mljnanker verbonden. Bij het zoogenaamde
„werpen" van de mijn van den mijnenleg-
ger af. is de heele kabel gewonden op een
trommel in het anker. Mijn en anker zitten
dan tegen elkaar. Is de mijn met anker
geworpen, dan zinken zij naar beneden, de
mijn echter ontrolt door zijn drijfvermogen
den kabel en stijgt naar de oppervlakte.
Een vernuftige inrichting zorgt nu dat de
kabel zoover ontrolt, dat de mijn eenige
meters onder het wateroppervlak wordt
vastgehouden.
Is nu de waterdiepte grooter dan de
lengte van den beschikbaren mijnkabel,
dan kan in dat gebied dus geen mijn ge
legd worden. In een ondiepe zee, zooals de
Noordzee, kunnen practisch overal mijnen
worden gelegd. Op oceanen behoeft men
niet voor mijnen te vreezen.
Mijnen worden gewoonlijk in groepen ge
legd, te zamen het mijnenveld of de ver
sperring vormend. Het leggen geschiedt als
volgt:
Is een mijnenlegger aangekomen op de
aangewezen plaats, welke zeer nauwkeu
rig wordt bepaald, dan wordt de eerste mijn
geworpen. Het schip vaart nu ln een vasten
koers. Met regelmatige tusschenpoozen
worden de mijnen achter elkander in zee
geworpen. Zoo ontstaat één rij mijnen.
Na deze rij volgt op eenigen afstand een
tweede rij, en zoo vervolgens tot men een
versperring of veld gelegd heeft.
Op deze wijze is thans op een groot
aantal plaatsen in de Noord- en Oostzee en
langs de kusten der belügerente partijen
een groot aantal mijnenvelden gelegd.
Voor de Nederlandsche visscherij worden
van regeeringswege kaarten uitgegeven,
waarop de gevaarlijke gebieden, zooals deze
door Engeland en Duitschland worden op
gegeven, staan vermeld. Men moet zich
evenwel niet voorstellen, dat deze gebieden
geheel volgelegd zijn met mijnen. Op de
meest waarschijnlijke routes worden velden
gelegd. Daartusschen kan men veilig varen,
althans, wanneer de andere partij, als te
genzet, ln deze passages geen mijnen legt.
We zien hier het gebruik van mijnen in
offensieven vorm.
Ter handhaving van de neutraliteit zijn
door neutrale mogendheden ook mijnen
gelegd. Door het leggen van mijnversper-
rlngen voor de zeegaten en haventoegan
gen is het niet zonder uitgebreide hulp
krachten mogelijk binnen te loopen. Het
opzettelijk bezigen van neutrale havens
door belügerente oorlogsschepen wordt
daarmede belemmerd.
In de berichten der dagbladen kan men
veelvuldig lezen dat door schepen mijnen
zijn waargenomen buiten de gevaarlijke ge
bieden, Deze mijnen zijn zonder uitzonde
ring mijnen, welke van het anker zijn los
geslagen. Zij zijn ln den regel niet gevaar
lijk, hoewel zekerheid nimmer bestaat. Het
waarnemen van een enkele mijn is nog
geen bewijs, dat het schip in een mijnen
veld is terecht gekomen; immers een goed
gelegd mijnenveld ligt onder water en is
onzichtbaar.
De schepen worden tegenwoordig bevei
ligd tegen mijnen door in gebieden, waar
1318
(lngez. Med.V
verondersteld wordt dat mijnen liggen, een
strook voor een veilige passage schoon te
doen vegen met speciale hiervoor ingerichte
schepen, z.gm. mijnenvegers. Deze mijnen
vegers vegen de passage, waarlangs de
scheepvaart plaats vindt, periodiek af. Men
ls echter op deze wijze niet zeker, dat het
geveegde gebied vrij van mijnen is. Op on
bewaakte oogenblikken kunnen vijande
lijke mljnenleggers een versperring in de
passage gelegd hebben; ook kan zich het
geval voordoen, dat een vijandelijke onder-
zeeboot-mijnenlegger onder water aan het
werk geweest is. Daarom laat men vaak
mijnenvegers voorstoomen, welke vlak voor
de schepen de vaargeul schoonvegen.
Komt echter een schip uit den Atlan-
tischen Oceaan in het Engelsch Kanaal,
dan is het niet mogelijk zoo'n schip steeds
met mijnenvegers op te vangen en veilig
verder te brengen. Het is noodig een middel
te bezitten om dat schip te beveiligen. Dat
nu is gevonden in de zoogenaamde para-
vanen.
Paravanen zijn het eenvoudigst te ver-
Mi
reucjf!
KM
G'4
V9im£a
kcm-
*foapkaJ>eP
dVcÜAf is Atf
Jf,yapp<n<iat~:
£>é*.HJ3L a-icLV&an,
At f/pffin.
ScAl
EEN TEEKENING, DIE DE WERKING VAN DE PARAVANEN IN BEELD BRENGT.
gelijken met een zweefvliegtuigje ter groot
te van een man, doch dan zeer sterk gecon
strueerd met een stevigen vleugel. Ter
weerszijden, op ongeveer 40 meter van het
schip, worden de paravanen aan sterke
kabels door het water gesleept. Bij het
sleepen gieren zij uit door den vleugel: als
het ware vliegers onder water. Een inrich
ting op de paravaan, welke werkt op den
waterdruk, zorgt door middel van een roer,
dat de paravaan op een ingestelde diepte
loopt. De ongeveer 50 meter lange sleeplij
nen, eenige meters onder water aan den
boeg bevestigd, vormen een V met de punt
naar voren. (Ziedde teekening). Ligt nu
een mijn op den weg van het schip, dan zal
de ankerkabel door de sleeplijnen worden
weggedrongen van het schip af tot tegen
de paravaan. Daar is deze van messen voor
zien, die den mijnkabel doorsnijden. Hier
door komt de mijn bovendrijven, achter of
naast het schip, zonder schade aangericht
te hebben.
Twijfel zou kunnen rijzen of de parava
nen wel werkzaam zijn, indien een schip
een mijn nu eens recht op den neus liep. In
dat geval wordt door de boeggolf de mijn
opzij geworpen vóór deze door het schip ge
raakt wordt. De sleeplijnen dringen de op
zij geworpen mijn verder weg.
Al geven paravanen aan de schepen een
groote mate van veiligheid, toch blijft ook
dan de passage door een mjjnengebied een
riskante onderneming. Waren echter de
beide op mijnen geloopen Nederlandsche
koopvaardijschepen uitgerust geweest met
een dergelijk bevelligingstuig. de kans zou
groot geweest zijn. dat er niets gebeurd
was. Het is dan ook een geruststelling om
te weten, dat onze groote passagierssche
pen biina zonder uitzondering van parava
nen zijn voorzien.
(Nadruk verboden).
3—3 i