Waar de Vrouw belang in stelt Ritssluitingen de Greet Hoe maken we ons huis gezellig 80sfe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 12 October 1939 Derde Blad No. 24402 Uit het leven van Giulina Gonzaga Liefde uit de oude doos Een origineele wandversiering vooï ftekjeéfe gahdehoóe ïna&e-up! Hoe we van oud nieuw maken Goedkoop en toch smakelijk Aangebeden om haar uitzonderlijke deugd en schoonheid. BEROEMDE VROUW UIT DE RENAISSANCE. Giulia Gonzaga, volgens een portret door Sebastiano del Piombo. Wie van ons heeft in haai- jonge jaren op school nooit de verzuchting geslaakt „Och, waarom leefde ik niet in de renais sance?" Wat een gouden tijd van levensbloei en levenskracht, van ontplooiing en ontwikke ling. kortom: van leven! Een ander leven dan het onze. minder gedifferentieerd, voller van kleur, doch niet zoozeer uiteenvallend in zwart en wit. weel deriger, doch minder grootsch dan de tijd, waarin wij leven. De renaissance is een buitengewoon aantrekkelijk tijdperk voor kunstzinnige, zachte, romantische naturen. Mag ik beginnen met u een romantische, waar gebeurde geschiedenis uit dien tijd te vertellen? Khair-Eddyn, Barbarossa. de gevreesde rooverhoofdman, verspreidde schrik en ontzetting langs de geheele kust van dc Middellandsche Zee, alles wat in zijn bereik kwam verwoestend en verbrandend, ver moordend en verdrinkend. Aan het hoofd van een roovervloot. be staande uit achttien galeien, plundert hij vaartuigen en neemt hij kustplaatsen in, verovert voor zijn heer en meester Soliman II van Turkije Tunis en laat hem na zijn dood o.a. achthonderd slaven na. Het was een van de meest gevreesde zee- roovers, die ooit op het water rondgezwor ven heeft. In den zomer van 1534 richt hij zijn steven naar Italië, verbrandt schepen lil de Golf van Messina, plundert steden in Calabrië, jaagt Napels den doodsangst aan alleen door zijn nabijheid, verwoest het eiland Procida geheel, vermoordt den op perbevelhebber van de vesting Sperlonga en net grootste deel van de inwoners en sluipt tenslotte, door een spion begeleid, in alle stilte gedurende den nacht van den 6den Augustus door het dichte bosch naar de stad en naar de burcht van Fondl. die voor het oogenblik het dierbaarste voor werp van zijn begeerte was. De ophaalbrug gen zijn neer, de bevolking van de kleine stad is nog niet uit haar diepen slaap ont waakt, en als Barbarossa bij het aanbreken van den dag midden in de stad staat, is iedere tegenstand ondenkbaar. De burge meester en de bisschop nemen de vlucht. De stad wordt in de asch gelegd, de bur gers worden neergehouwen of als slaven naar de galeien gezonden, die bij Sperlonga voor anker liggen. Maar Barbarossa is ditmaal niet met zoo weinig tevreden. Verbranden en onthoof den is misschien een wat al te flauwe en eentonige kost geworden voor den dor stenden Oosterling en daar hij zijn heer graag bizondere verrassingen bereidt, is hij besloten zich eens een enkele maal een booger doel te stellen voor zijn plunder tocht. Hij heeft zich in zijn hoofd gezet, de vrouw te schaken, die hem onder de vele Italiaansche schoone vorstinnen van naam, aangewezen is als de allerschoonste: de heerscheres van den burcht Fondi, Giulia Gonzaga, de jonge weduwe van Vespasiano Colonna. Het plan mislukt. Op het laatste oogen blik. als Barbarossa met zijn gevolg het paleis reeds is binnengedrongen en met booze voornemens de slaapkamer van de vorstin nadert, is een oude, trouwe be diende de kamer van zijn meesteres bin nengedrongen. In een seconde is de mooie dame in nachtgewaad naar het venster gevlucht, er uitgestapt en over den muur naar den tuin geklauterd, of over de ophaalbrug naar «en stadsmuur geiild. misschien om van- naar de stad uit te vluchten dit weet nien zoo precies niet. Maar in ieder geval vindt Barbarossa het. huis leeg. Giulia is voorgoed verdwenen. De teleurgestelde zee- roover zwerft nog een tijdlang in de streek rond en moet tenslotte de wijk nemen, als een leger onder bevel van den jongen, dapperen kardinaal Ippolito de Medici op bem af trekt. Waar had Guilia Gonzaga zich weten te redden? Er zijn tal van verhalen over haar lot m omloop. Volgens Brantóme zou zij pel' slot van rekening toch nog in de handen der bandieten zijn gevallen. Volgens een oudere, meer romantische lezing heeft zii maandenlang onder dQr> hlooten hemel rondgezworven, zich voedend met de krui den van het veld en de hessen uit het woud. tot zij ten slotte in een bergkloof gevonden werd door den ridderlijken Ippo lito de Medici, haar vurigen bewonderaar! Deze romantische verhalen brengen ons niet veel nader tot de figuur van Qiulia Gonzaga. Of het moest zijn de anecdote, die vertelt, dat Giulia haar dankbaarheid aan den ouden, trouwen dienaar, die haar uit de handen van Barbarossa redde, getoond heeft door hem te laten vermoorden, omdat zij het denkbeeld niet verdragen kon, dat er iemand in de wereld was, die haar, in nachtgewaad gezien had! Het is waar. dat vaak de anecdote méér nog dan de historie haar zoeklicht werpt op menschen en toe standen Twee eigenschappen van Giulia treden overigens in alles wat er over haar is ge schreven en dat is. nogal zoo iets! steeds weer naar voren; haar schoonheid en haar deugdzaamheid Er is hier, temidden van het ontzettend zedenbederf der late renaissance, sprake van een alom geëerde, vrome, zelfstandige en hoogst ernstige vrouw: een eenzame in levensopvatting, die echter stellig alleen hierdoor niet zoo bovenmate zou zijn aan gebeden. als niet haar buitengewone schoonheid de aandacht van de Italiaan sche aristocratie had geboeid. Maar evenzeer is het waar. dat schoon heid alléén in 't Italië van die dagen niet vol doende was om een beroemdheid te vor men, zooals Giulia Gonzaga er een was. Het was juist de zeldzame combinatie van een bijna volmaakt uiterlijk met een fijn beschaafd en hoog ontwikkeld geestelijk leven, die Giulia onweerstaanbaar maakte. Op veertienjarigen leeftijd werd deze merkwaardige vrouw weduwe, nadat zij in 1526 in den echt verbonden was geworden met den krijgsman Vespasiano Colonna, een weduwnaar, die zeven-en-twintig jaar ou der was dan zij en bovendien ziek. leelijk en mank en vader van een dochter van denzelfden leeftijd als zijn nieuwe gemalin. Een dergelijk vreemdsoortig huwelijk was in die dagen in de voorname Italiaansche kringen niets bizonders. Twee jaar later stierf Colonna en nog in hetzelfde jaar verhuisde Giulia naar Fondi. Haar leven daar was een typisch beeld uit de late renaissance. Zeven jaren lang was zij de heerscheres van Fondi. degene, die allen inspireerde, de koningin der dicht kunst. Fondi werd het dierbare tehuis van dichters en andere kunstenaars enna tuurlijk ook van vleiers en klaploopers. Daar het tusschen Rome en Napels lag. werd het een geliefde aanlegplaats voor voorname en talentvolle reizigers, Giulia het stralend middelpunt van honderden lofgedichten. De ontelbare verzekeringen, dat geen pen Gdulia's schoonheid zoo schitterend als die in werkelijkheid was, heeft kunnen schil deren, bewijzen wel, dat die lofzangen niet enkel vleierij waren. Bêrnardo Tasso bijv., de vader van Torquato, beschrijft haar blond, krullend haar, dat in lieflijke golfjes |om haar voorhoofd zweeft en dat ieder Windzuchtje in beweging brengt. Vervolgens haar hoog. helder voorhoofd, waar de gratiën huizen en waar alle stor men tot bedaren komen. De helder stra- i lende oogen onder donkere, zachte wenk brauwen, waarin zij die aan het booze aard- sche leven gebonden zijn, iets van Gods 'wonderen kunnen aanschouwen. Daarop dc zachte, fijne wangen, „gekleurd door het vuur der deugd", gelijk aan purperen bloe men op een sneeuwveld, de parelen en ro bijnen van den mond, de hals, de borst, waaronder de groots deugd huist, de enge- lenstem en de goddelijke wcorden die zij spreekt, de gratie waarmee zij zich beweegt, zoodat er bloemen onder haar voetstappen schijnen te ontluiken enz. In haar jaren te Fondi verscheen Giulia min of meer als een passieve figuur. Wie rookgeuren van aanbidding stegen tot haar op, terwijl zij zich meer en meer in zichzelf terugtrok en een leven van bespiegeling ging leiden. In 1535 verhuisde zij naar Napels en uit een geschrift van haar hand. dat onder den titel „Het geestelijke A.B C.-boek" werd uitgegeven, blijkt, dat zij zich langen tijd in een zeer moeilijken toestand heeft bevon den, in een pijnlijke onzekerheid over zich- zelf en den weg, waarop zij vrede en vol- Idoening zou vinden. Omringd door vleierij en vereering, ging zij de leegte van dit alles inzien. Zij verlangde ernaar, haar leven een dieperen inhoud te geven, versmaadde echter den eenigen toen bekenden weg, die naai- God leidde: het klooster. De grenzen- looze degeneratie van de kloosterlingen droeg hiertoe bij. Al spoedig werd Giulia. gegrepen door de denkbeelden van den grooten hervormer Juan Valdes. een der voornaaamste per soonlijkheden in het werk der reformatie. In de godsdienstige beweging te Napels nam zij een vooraanstaande plaats in en toen Valdes' opvolger Pietra Carnesecchi in 1567 als ketter werd onthoofd, begon men ook voor Giulia's leven te vreezen. Reeds vóór het doodvonnis was uitgesproken, trachtten vrienden haar over te halen om zich bijtijds in veiligheid te brengen. Maar zij weigerde beslist, moedig en kalm tot het uiterste. Een vrouw uit één stuk en wat meer zegt een vrouw, bij wie geestelijke en lichamelijke schoonheid harmonisch ver bonden waren tot een geheel, dat aan menschel ij ke volmaaktheid grensde! L. S. Oude Chianti-flesschen als wandversie ring, het klinkt wellicht een beetje vreemd, maar het staat toch heusch allergenoege- lijkst. Wie heeft er niet een hoekje in zijn kamer, dat heel erg wat fleurigheid noodig heeft, „maar wat moeten we daar nu eens hangen!" Zoo'n stelletje flesschen kan dan uitredding brengen, zij passen zich immers bij ieder milieu aan, wat kleur en uitvoering betreft. Doch het behoeft niet perse een donker somber hoekje te zijn, ook in het volle licht doen zij heel erg haar best dc ka mer die speciale en eigene noot te geven, die bij ieder gezin zoo verschillend en van zoo'n groot belang is. Want de Chianti- flesschen op onze afbeelding willen slechts als voorbeeld dienen voor de duizend-en- één mogelijkheden, die ieder ermede berei ken kan. Hebben we de Chianti-flesschen compleet d.w.z. met hun keurige hoesjes van pitriet en raffia, dan hebben we een grooten voor sprong. Hoogstens luisteren wij het naturel dan nog wat op met enkele draden vroolijk gekleurd materiaal, dat we met groote overhandsche steken langs bodem en flesch naaien, hetzij netjes in volgorde, dan wel zoo hier en daar een steek. Hierdoor alleen reeds kunnen wij een zeer origineel geheel bereiken, al of niet gevuld met kleurige kwastjes zoo hier en daar. eveneens van raffia. Deze bewerkingen van het raffia-omhul- sel worden dan verder nog aangevuld met schilderwerk, dat we met groote toewijding op de flesch zelf aanbrengen. Gewone olie verf of lak, als we die in voorraad hebben, komt natuurlijk heelemaal prachtig uit, doch anders zijn er wel miniatuurbusjes van in den handel, zoodat we er niet veel van behoeven in te slaan. Deze komen in vele bonte en vroolijke kleuren in aanmer king, doch ook in één enkele tint. Hierbij een gewoon penseel en we schilderen met het grootste gemak en alsof het ons dage- lijksch werk was de prachtigste harten, de meest ronde nopjes dan wel groote en kleine kruisjes, hoefijzers, klaverblaadjes, vergeet- mij-nietjes, margrietjes of andere decora tieve versieringen. Ware talenten schilderen witte eenden of ganzen, kleurige kippen en een prachtige haan, geluksvarkentjes en wat niet al; de mogelijkheden zijn dan schier onbegrensd, al lijkt het gewenscht deze niet al te serieus op te vatten. Is het schilderwerk droog, dan worden de flesschen in tweeën of drieën met een ste vig lang koordje of vlechtje van raffia bij elkaar geregen en kunnen zij een hopelijk lange reeks van dienstjaren in gezondheid tegemoet gaan. NORA HANA. In de volgende fragmenten beschrijft Benjamin Constant zijn liefde voor madame de Staëi. De liefde doet als bij tooverslag alle her inneringen veranderen. Andere ervaringen hebben een verleden noodig: de liefde schept zelf haar verleden. Zij geeft het be wustzijn, dat we reeds jaren verbonden zijn geweest met een wezen, dat ons gisteren nog vreemd was. Als er een geheim bestaat tusschen twee gelieven en de eene ook slechts een enkele gedachte voor den ander heeft verborgen dan is de betoovering verbroken, het geluk verstoord. Dat men zich ergens door liet meesleepen, dat men onrechtvaardig handelde of zich onverschillig betoonde, dit alles kan weer goed worden gemaakt. Maar een verbergen van gedachten brengt een vreemd element in de liefde, het berooft haar van haar na tuurlijkheid en verlaagt haar. Het is een groot ongeluk, niet bemind te worden, als men liefheeft, maar het ergste is nog met hartstocht te worden bemind, als men zelf niet meer kan liefhebben. Openbaar nooit aan een derde de gevoe lens van uw hart. Alleen het hart zelf kan zijn zaak verdedigen, zijn wonden begrijpen Iedere bemiddelaar wordt een rechter, hij analyseert, vergelijkt enontdekt de on verschilligheid. Koele naturen leggen een merkwaardigen ijver aan den dag om zich in naam van de deugd met een liefde te bemoeien. Ik geloof, dat de aanblik van een sterke genegenheid hen onaangenaam is, omdat ze er zelf niet toe in staat zijn. Zoodra ze een voorwendsel kunnen vinden, verschaffen ze zich het genoegen, de liefde aan te grijpen en haar te vernielen. Soms nemen we in alle gemoedsrust het besluit een verbintenis te verbreken. Wij denken, dat we het oogenblik van de schei ding met ongeduld tegemoet zien, maar als dit oogenblik komt, vervult het ons met angst en ons arm hart is zóó leeg, dat wij den mensch, bij wien wij zonder vreugde zouden willen blijven, met diepe verslagen heid verlaten! Dikwijls leeft men nog slechts van zijn eigen herinnering: ze is sterk genoeg om de gedachte aan een scheiding smartelijk te doen schijnen, maar te zwak om een bijeen- blijven een vreugde te doen zijn. Er zijn dingen, die men elkaar nooit zegt. Als men ze echter eenmaal gezegd heeft, i dan herhaalt men ze voortdurend. Het groote probleem in ieder leven is de smart, die men anderen aandoet en de grootste philosofie kan dengenei niet vrij spreken, die een hart, dat hem lief had, heeft gebroken. De liefde is slechts een lichtend moment en toch schijnt zij machtiger dan de tijd te zijn. Enkele dagen geleden was ze er nog niet, weldra zal ze voorbij zijn. doch zoolang ze leeft, werpt ze haar licht over verleden, heden en toekomst. 1040 (Ingez. Med.) Jongensblouses uit Vader's jas. Voor mooie herfst dagen is deze blouse, die we kunnen maken uit een oude jas van tweed, peau de Pêche of gabardine, een ge schikt kleedingstuk. Immers, het weer wordt langzamerhand killer en van een jas hebben de knapen met spelen gauw last. Een paar groote zakken op de borst, waarin ze hun spullen kunnen opber gen, zullen zeker met vreugde worden be groet. De blouse wordt van voren met een ritsslui ting gesloten. PUISTJES EN VET WORMPJES bederven Uw uiter lijk. Betten met Radox, opgelost in warm water doet puistjes, vetwormpjes en vlekken verdwijnen en Uw teint wordt zacht, frisch en teer. Bij Apolh. en Drog. 90 en 40 cl per pak en 15 d per klein pakje. 1041 (Ingez. Med.) EEN EERSTE EISCH VAN ONZEN TIJD: ZUINIG ZIJN MET WAT WE HEBBEN! Nu verschillende levensmiddelen moeilijk te krijgen zijn, moeten we met wat we heb ben nog zuiniger zijn dan vroeger. Bij het klaarmaken van grutterswaren, zooals rijst, havermout, gort e.d. moet men het volgende in acht nemen: Wasch de rijst of de gort voorzichtig op een zeef en zorg ervoor, dat er geen korrels door de goot steen weggaan, of in de zeef achterblijven. Gebruik bij het klaarmaken van deze ge rechten een hooikist of kranten. Aanbran den of aanzetten is hier uitgesloten, zoodat men niet een laag rijst, die op den bodem van de pan vast gaat zetten, wat zoo dikwijls het geval is bij het koken van rijst op gas, weg moet gooien. Ook door overkoken gaat veel voedsel verloren. Havermout, een graansoort die 6 vet bevat, kan heel goed met taptemelk of met 3/4 melk, 1/4 water gekookt worden, zonder dat de smaak er onder lijdt. Gedroogde vruchten als abrikozen, prui men, die men 2 x 24 uur laat weeken, be hoeven niet, of maar heel kort te koken. Bovendien heeft men minder suiker noodig, als men de suiker aan het weekjvater toe voegt. Boonen en erwten moeten eveneens ge weekt worden, waardoor de kooktijd bekort wordt. Het kookwater, waarin een groote hoeveelheid meel achtergebleven is, mag nooit weggegoten worden, maar moet ge bruikt worden voor soep of saus. Het „dun" schillen van aardappelen geeft een groote besparing. Schilt men ze „ge woon", dan gaat nog plm. 15 °/o van het ge wicht der aardappelen verloren. Kookt men de aardappelen in de schil en haalt ieder aan tafel het dunne schilletje er af. dan gaat er nagenoeg niets verloren. Bij het schoonmaken van groente moet men verstandig te werk gaan. Alles wat ge bruikt kan worden, moet bewaard blijven. Gebruikt men groente zooals andijvie. Brusselsch lof e.d. rauw. dan heeft men een veel kleinere hoeveelheid per persoon noo dig. Men heeft dan aan ongeveer 1/3 van de Zondag: Gebraden rundvleesch, bloem kool. aardappelen, appelkoekjes. Maandag: Koud vleesch, roode kool. aard' appelen, appelmoes. Dinsdag: Rijst met uien en kerrysaus, broodpannekoek met jam. Woensdag: Gehakt, stoofperen, aardap pelen, havermoutpap. Donderdag: Lamslapjes. uien met toma tensaus, aardappelen griesmeelschoteltje. Vrijdag: Winterwortelen, aardappelen, groene erwten, peterseliesaus, ketelkoek. Zaterdag: Stamppot van zuurkool met spek, custardvla met biscuits. Berekende maaltijd voor 4 personen, bestaande uit: groene erwtjes, winter wortelen, peterseliesaus en ketelkoek. Benoodigheden 6 ons groene erwtenf 0.12 1 k.g. winterwortelen - 0.08 100 gr. margarine - 0.12 peterselie - 0.03 2y2 ons bloem - 0.06 l ons krenten en rozijnen - 0.06 gist - 0.02 1/4 1. melk - 0.03 suiker, zout - 0.03 f 0.55 Bereiding: De erwten uitzoeken, wasschen en 24 uur weeken in ruim water. Ze opzet ten met het weekwater en plm. 1 uur laten koken. De wortelen schillen, en in stukjes snijden, ze bij de erwten doen met het zout en na plm. 15 minuten de geschilde, in stukken gesneden aardappelen eveneens toevoegen. Samen nog "i uur laten koken. Met een schuimspaan de erwten, wortelen en aardappelen op een schaal scheppen. Het vocht binden met aangemengde bloem of sago, de boter er door roeren, de gehakte peterselie er door roeren. De saus over de groente schenken. Ketelkoek: De gist aanmengen met wat lauwe melk, bij de bloem doen en de rest van de melk toevoegen. Het deeg flink be slaan, tot alle klontjes er uit zijn en het beslag luchtig is. De gewasschen, uitge lekte krenten en rozijnen en het zout toe voegen. Het beslag moet tamelijk dik zijn, zoodat de krenten en rozijnen niet zakken. De kom in een teiltje met lauw w;ater zetten en gedurende 1 uur laten rijzen. Daarna overdoen in een warmen pudding vorm. die met boter ingesmeerd is en met beschuitkruimels bestrooid. De vorm moet hoogstens voor 2/3 gevuld zijn. Een pan met lauw water opzetten, de pudding er in zetten en langzaam aan de kook brengen. Daarna IV2 uur laten door koken. opletten dat het water bijgevuld wordt, zoodat het even onder de sluiting blijft. De pudding er uit nemen, zonder dek sel laten opdrogen en keeren. Warm op dienen met bruine suiker of stroop. hoeveelheid, die men anders nemen zou, genoeg. Brandstof kan men besparen, door het op elkaar plaatsen van verschillende pannen. Bestaat de maaltijd uit varkenslappen, an dijvie. aardappelen en rijstebrij, dan kun nen de varkenslappen verder gaar worden op de pan van de aardappelen, en de rijste brij op die van de andijvie.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 9