BENDÊt BINNENLAND LEID5CH DAGBLAD - Derde Blad Donderdag 12 October 1939 M IJ N H ARDT J ES XÜ<r1lct&l SVU&j fe/: De Frctnsche generalissimus een man van de practijk RADIO Zakenverlof voor gernobiliseerden De benzine-distributie Engeland en de neutrale scheepvaart Het auto-verbod Zondag op Generaal Gamelin De heffing van opcenten op de gemeentefonds-belasting SS Hoofdpijn Kiespijn Zenuwpijnen Rheumatische pijnen Spit - Spierpijn Periodieke pijnen - Kou en Griep. 1 „Mijnhardlje" 5 cl. 12 „Mijnhardljes" 50 ct. Bij Apolb. en Drog. 1034 (Ixigez, Med.V SLECHTS IN DRINGENDE GEVALLEN. Thans kan als vrijwel zeker worden aangenomen dat, indien de algemeene situatie dit mogelijk maakt, men wel dra zal beginnen met het verleenen van zakenverloven aan gemobiliseerde dienstplichtigen. Hiervoor wordt dezer dagen een spe ciaal bureau ingesteld, dat weldra zijn werkzaamheden zal beginnen. Voor alsnog zullen de verloven in geringen omvang worden verleend. Het is niet de bedoeling, dat voor kleine landbou wers, tuinders en middenstanders een aparte regeling zal komen; de maat regel zal gelden voor alle gernobili seerden. Het verlof zal slechts in de meest dringende gevallen worden ver leend. (Hbld.) dragen tot een snellere afhandeling van de controle, indien zij te voren aan de Britsche autoriteiten zouden kunnen doen weten, dat een bepaald schip, dat de Britsche con trole moet aandoen, alleen goederen aan boord heeft, die voor eigen gebruik van het neutrale land bestemd is. Deze kennisgeving zou ook kunnen ge schieden door de importeurs, doch doordat de regeeringen in de verschillende landen thans een zoo scherpe controle over den handel uitoefenen, schijnt de practijk uit te wijzen, dat het gemakkelijkst de regee ringen zelf in verbinding kunnen treden met de Britsche autoriteiten. De regeerin gen zelf zouden ook gemakkelijker een ga rantie kunnen geven en van sommige zijden heeft de Britsche regeering ook reeds der gelijke kennisgevingen ontvangen, welke de controle in de Britsche havens zeer be spoedigen. BENZINEZEGELS AAN DE POSTKAN TOREN VERKRIJGBAAR. Naar de „Opr. Haarl. Crt." van haar Haagschen correspondent verneemt, zal bij de benzinedistributie een rantsoen van 80 percent voor het handelsver keer en van 50 pCt. voor personen auto's worden toegestaan. Op het oogenblik worden op de postkantoren de bons voor de benzinedistributie voor verzending in gereedheid gebracht De „Gooi- en Ecmlander" weet hier omtrent nog het volgende te melden: De regeering heeft een systeem in voorbereiding, waarbij de verkoop van benzine alleen op zegels mag geschie den en deze zegels zullen dan uitslui tend voor de rechthebbenden verkrijg baar zijn op de postkantoren. BEZOEK DER NEDERLANDSCHE MISSIE DROEG SLECHTS VOORLOOPIG KARAKTER. De Britsche minister van economische oorlogvoering, sir Leith Ross, heeft aan een aantal buitenlandsche journalisten gele genheid gegeven, vragen te stellen voorna melijk betrekking hebbende op de positie van den neutralen handel en scheepvaart in verband met de Britsche economische oor logvoering. Onder meer kwam daarbij ter sprake de groote vertraging, welke de neutrale boo ten ondervinden, die in de Britsche con trolebasis aan een onderzoek onderworpen worden. Volgens de „Msb." zeide de minister o.m. De discussies met de Nederlandsche missie, welke hier de vorige week ge weest is, hebben nog slechts een voor- loopig karakter gedragen, voorname lijk, naar het mij leek, omdat de Ne derlandsche vertegenwoordigers niet over voldoende volmachten beschikten. De indruk als zou er een diepe kloof bestaan tusschen de Nederlandsche en Britsche vertegenwoordigers is overdre ven te achten. De positie van Nederland is uiteraard moeilijk, omdat Nederland zulk een groot transitoverkeer met Duitschland heeft. Lading onder weg naar een neutraal land, welke niet is bestemd en waarvan niet kan worden aangetoond, dat zij be stemd is voor eigen gebruik of voor aanwending van eigen industrie of voor heruitvoer naar een niet-oorlog- voerend land wordt door Groot-Brit- tannië steeds gestopt. Naar aanleiding hiervan werd den mi nister nog gevraagd, of Engeland van plan was den invoer van veevoer te stoppen, in dien, zooals het geval is, de eindproducten van de zuivelindustrie gedeeltelijk voor Duitschland en gedeeltelijk voor Groot- Brittannië bestemd zijn. Hierop werd nader te kennen gegeven, dat Groot-Brittannië zeker den toevoer van voermiddelen voor het Deensche vee zou stoppen, indien Duitschland b.v. Denemar ken zou dwingen, alle zuivelproducten naar Duitschland te exporteeren. Het ministerie van economische oorlog voering zal blijven waken over den neutra len export naar Duitschland en zal allen toevoer naar de neutrale landen ophouden, indien deze voor de Duitsche oorlogvoering van nut zou kunnen zijn. Indien contrabande slechts een zeer be scheiden onderdeel zou uitmaken van goe deren, welke door neutrale landen aan Duitschland worden geleverd, heeft de Britsche regeering geen bezwaar, deze con trabande aan de neutrale landen te doen toekomen voor heruitvoer als onderdeel van een fabrikaat naar Duitschland. In dit verband werd het voorbeeld aan gehaald van bepaalde huishoudelijke elec- trische apparaten, die een zekere hoeveel heid rubber behoeven. Tegen den aanvoer van deze rubber zou Groot Brittannië geen bezwaar hebben. Komende op de kwestie van de vertra ging van de neutrale scheepvaart in de Britsche controlebasis deelde sir Leith Ross nog mede, dat de regeeringen van de neu trale landen belangrijk zouden kunnen bij DR. COLIJN NAAR GENEVE. Dr. H. Colijn is gistermorgen naar Genève vertrokken, waar zijn aanwezigheid ver- eischt is in verband met interne Volken bondsaangelegenheden, meldt de „Stand aard." DUURTEBIJSLAG GEVRAAGD. De hoofdbesturen van de textielarbeiders bonden De Eendracht. St. Lambertus en Unitas hebben in een brief aan alle werk gevers en werkgeversorganisaties in de tex tielindustrie gewezen op de stijging in de prijzen van de eerste levensbehoeften. Zeer in het bijzonder het deel der textiel arbeiders. van wie de loonen laag zijn, wordt reeds thans getroffen door de stij gende en zonder twijfel nog verder stijgen de kosten van levensonderhoud. Daarnaast wijzen de organisaties in haar brief op de stagnatie in den aanvoer van grond- en/of hulpstoffen, waardoor in vele gevallen de loonen dalen. Gevraagd wordt, boven het loon een duurtebijslag en voor het wachten op grond- en/of hulpstoffen schadevergoeding te geven. BUITEN GEBRUIKSTELLING POSTZEGELS. Met ingang van 1 Januari a.s. worden buiten gebruik gesteld en derhalve voor frankeering waardeloos de navolgende ze geluitgiften de weldadigheidspostzegels (kinderzegels) uitgegeven in 1934; de her denkingspostzegels 40-jarlg regeeringsjubi- leum H.M. de Koningin; de Willibrord-her- denklngspostzegels en de spoorwegpost zegels. DE „ORANJE" NIET NAAR AMERIKA. Aneta meldt uit Batavia: De reis van het m.s. „Oranje" van Ma deira naar New York. gaat niet door. De „Oranje" vertrekt 18 dezer van Tandjong- Prlok. Singapore en Colombo worden niet aangedaan. De reis gaat via de Kaap, even tueel met aandoen van Kaapstad. St. Vin cent of Las Palmas, naar Lissabon. Hier komen op 8 en 11 November resp. de „Jo- han de Witt" en de „Jan Pietersz. Coen" en worden de passagiers overgenomen. De juiste vertrekdatum van de „Oranje" uit Lissabon is nog niet vastgesteld. Ook de „Marnix van St. Aldegonde" zal de nieuwe reis naar Indië via de Kaap maken. HULP AAN NEDERLANDSCHE GEZINNEN IN HET BUITENLAND. Op vragen van den heer Marchant et d'Ansembourg, betreffende het verleenen van hulp aan Nederlandsche gezinnen in het buitenland, waarvan het hoofd ten ge volge van de mobilisatie in werkelijken dienst is gekomen, heeft minister Van den Tempel, als volgt geantwoord: Dat Nederlandsche gezinnen door de arbeidsinspecties gedwongen werden in het buitenland werk te zoeken, berust blijkbaar op een misverstand. Wel is den minister be kend, dat door bemiddeling van de organen der openbare arbeidsbemiddeling in de laatste jaren een groot aantal Nederland sche arbeiders, waaronder met gezinnen, in naburige landen werk hebben gevonden. Voor zoover deze arbeiders niet zijn terug gekeerd en er zich in verband met hun werkzaamheid en verblijf in het buitenland moeilijkheden voordoen, wordt getracht deze uit den weg te ruimen. Dit geschiedt 1037 (Ingez. Med.) in het bijzonder ten aanzien van gezinnen, waarvan het gezinshoofd of de kostwinner onder de wapenen is geroepen. De, gezinnen, waarvan het gezinshoofd of de kostwinner onder de wapenen verblijft, worden ten aanzien van het toekenen van kostwinnersvergoeding op gelijkwaardige wijze behandeld als de gezinnen ln Neder land. In het algemeen wordt de kostwinners vergoeding aan de gezinnen, die in het buitenland verblijven, uitgekeerd door be middeling van de Nederlandsche consulaire ambtenaren; ten einde de uitkeering aan talrijke in Duitschland woonachtige gezin nen op vlugge wijze te doen geschieden, geschiedt deze sedert eenigen tijd door een speciale organisatie; t.w. den rijksdienst voor kostwinnersvergoeding aan dienst plichtigen uit Duitschland. Hierdoor wordt een snelle uitbetaling verzekerd. Dispensaties warden niet verleend. GEEN UITBREIDING VAN DE UITZONDERINGEN. Naar aanleiding van de vele vragen, wel ke inzake het verbod van het verbruik van benzine op Zon- en Feestdagen aan de mi litaire autoriteiten aan de radlo-omroep- controle-commissie en aan het departe ment worden gericht, brengt de minister van Economische Zaken het volgende ter algemeene kennis. Het verbod van het verbruik van benzine op Zon- en feestdagen is uitgevaardigd met het oog op de moeilijkheden, welke in de toekomst in de voorziening van motor brandstoffen kunnen optreden. De voorraad van de verschillende aardolieproducten speelt hierbij een rol. Op dit verbod is een niet onaanzienlijk aantal uitzonderingen gemaakt. Onthef fing van het verbod is niet mogelijk, zoodat aanvragen tot ontheffing niet kunnen wor den ingewilligd. Ook het vragen van bewij zen van „vrije doortocht" is niet op zijn plaats, omdat deze bewijzen daarvoor niet worden verstrekt. Na ernstig onderzoek is gebleken, dat aan verzoeken tot het opnemen in de beschik king van uitzonderingen voor autoriteiten met bepaalde particuliere- of zakelijke doel einden, geen gevolg kan worden gegeven, omdat een controle daarop practisch niet mogelijk is. Daartegenover is het openbaar vervoer- Jean de Pierrefeu, de bekende schrijver van „G.Q.G." (Grand Quartier Général), waarni hij zijn herinneringen heeft opge- teekend uit den tijd, toen hij aan het hoofd kwartier van Joffre verbonden, dagelijks het legercommuniqué van den voorgaanden oor log samenstelde, beschrijft in deze mémoi res een jongen stafofficier, overste Gamelin Generaal Gamelin. die zijn vrijen tijd doodde met het lezen van Bergson en zijn kameraden zoo voor philo- sophie wist te interesseeren, dat tenslotte die heele staf voor zeer „Bergsoniaansch" doorging. Gamelin is een studiekop geweest in zijn jonge jaren en hij is het steeds ge bleven: als leerling van het Stanislas-col lege in zijn jeugdjaren behoorde hij tot de besten van zijn klas en Mgr. tegenwoor dig kardinaal Baudrillart, die op dat col lege zijn geschiedenisleeraar was, rekende hem tot zijn allerbeste leerlingen. Later, in 1893. behaqlde hij bij zijn eindexamen van de kadettenschool St. Cyr de beste cijfers der 499 examinandi en toen hij na enkele jaren militaire practijk in Algiers bij de Hoogere Militaire Krijgsschool werd gedetacheerd, was ook hier weer het resultaat van zijn studie schitterend: zijn professoren, onder wie luitenant-kolonel Foch algemeene tak- tiek doceerde, kenden hem bij zijn eindexa men met algemeene stemmen het praedi- caat: „zeer goed" toe. Toch is deze technicus, die de militaire wetenschap ten volle beheerscht, ook een man van actie en herhaalde malen heeft hij getoond de mannelijke eigenschappen en in het bijzonder den physieken moed te be zitten, die voor een officier-te-velde onont beerlijk zijn. Toen de oorlog van 1914 in ging. behoorde hij tot den staf van generaal Joffre en ofschoon hij er de rechterhand van den toenmaligen generalissimus was en zijn ideeën ten grondslag liggen aan heel wat bevelen door Joffre gegeven, o.a. aan het be roemde commando No. 6, waardoor generaal Galliéni verlof kreeg den al te ver opgeruk- ten vijand onder von Kluck aan te vallen en daarmede den eersten stoot te geven tot den Duitschen terugtocht, voelde hij er zich niet op zijn plaats: hij wilde aan het front mee vechten, in de loopgraven, in de veldslagen en niet ver buiten het bereik van het vijan delijk geschut slechts verstandelijk mede' werken aan het behalen der overwinning. In 1916 komt hij met zijn verzoek voor den dag. maar Joffre werd boos en acht dagen lang keek hij hem kwaad aan. Maar au fond be greep Joffre zijn medewerkers zeer goed en na een week bevorderde hij Gamelin tot ko lonel en belastte hem met het bevel over een brigade jagers, de fameuze brigade der „Blauwe Duivels", kerels, die vochten als leeuwen en voor geen gevaar uit den weg gingen. Betrekkelijk kort, enkele maanden slechts, voerde hij die jagersbrigade aan, doch in dien korten tijd wist hij zich per soonlijk zoo te onderscheiden, dat zijn man schappen hem op de handen droegen: dat was nu eens werkelijk een kolonel de „Blauwe Duivels" waardig. Van die physie ken moed heeft generaal Gamelin later nog herhaaldelijk blijk gegeven: zoo o.a. in 1925, toen hij bevelhebber was der colonne, die het door de krijgshaftige Druzen bele gerde Soueida moest ontzetten. Een gevaar lijke onderneming was het, want slechts weinige wegen waren aangelegd in dat heu velachtige Syrische landschap en wanneer de troepen zoo'n heuveltop beklommen had den, dan staken daar boven de silhouetten van manschappen en paarden scherp af als evenvele schietschijven voor de scherp schutters van den vijand. En Gamelin? Die stelde zich met zijn stafofficieren op den hoogsten heuveltop op om een wakend oog te kunnen houden op die gevaarlijke ma noeuvres en de kogels van de rondom ach ter rotsblokken verborgen Druzen schrikten hem zoo weinig af, dat hij weigerde van stelling te veranderen, toen eens een dier kogels tegen den rotswand' achter hem af ketste en tegen zijn laars terugsprong. Die physieke moed is een der groote eigenschappen van Gamelin, doch zijn enorme militaire kennis is oorzaak, dat hem meestal functies werden toevertrouwd, die hem dwongen zijn leven minder in de waagschaal te stellen, wat overigens abso luut niet zeggen wil, dat hij zich angstvallig voor het vijandelijk vuur schuil hield. In tegendeel zelfs: waar het noodig was, gaf hij persoonlijk het voorbeeld aan zijn onder geschikten, hoe een goed soldaat zich tegen over den vijand te gedragen heeft. Zooals wij hierboven schreven, bleef kolo nel Gamelin slechts korten tijd bevelhebber der „Blauwe Duivels", want reeds enkele maanden na zijn bevordering tot kolonel werd hij benoemd tot generaal-majoor en als zoodanig chef van den staf van generaal Micheier, bevelhebber der reserve-legers. Weer enkele maanden later nocht hij een nieuwe ster voegen bij de twee, die hij reeds op de mouw droeg, die van luitenant-gene raal: vier en veertig jaren is hij slechts oud, een der jongste, maar ook der bekwaamste hoofdofficieren van het Fransche leger. De 9de divisie wordt hem toevertrouwd en tot aan het einde van den oorlog zal hij bevel hebber blijven over deze elite-troepen, die onder zijn commando stand hebben gehou den tegenover een overmachtlgen vijand. Zes Duitsche divisies stonden immers tegen over hem opgesteld en om dien van alle zijden opdringenden vijand tegen te houden en niet omsingeld te worden, was hij ver plicht zijn front successievelijk van 10 tot 18 K.M. uit te breiden. Langen tijd hielden zijn mannen stand, doch langzamerhand drongen rechts en links kleine afdeelingen van den overmachtlgen tegenstander in zijn stellingen. Het was Maart 1918 geworden en Gamelin moest een beslissing nemen om aan den greep der Duitschers te ontkomen. De voorzichtigen raadden hem aan onmiddellijk terug te trekken, doch een dergelijke terug tocht in het volle daglicht zou zeer zeker met groote verliezen gepaard gaan en toen al was Gamelin zuinig met het leven van zijn mannen. Allen zouden ze voor zoover dat mogelijk was, in veiligheid gebracht worden of wel ze zouden gezamenlijk ter plaatse vernietigd worden en daarom beval hij niet terug te trekken, maar aan te val len op de vleugels totdat het nachtelijk duister een veiligen teruchttocht mogelijk zou maken Een riskant besluit was het maar het bleek het goede te zijn en na met on- geloofelijke koelbloedigheid de aanwezige Engelsche generaals ten avondeten vlak bij de voorste linie uitgenoodigd te hebben, liet hij zijn troepen terugtrekken, zelf met zijn staf als een der allerlaatsten een terrein verlatend, waarop zijn soldaten zoo dapper zich verdedigd hebben. Na den oorlog werd hij als hoofd eener militaire missie naar Brazilië uitgezonden om er op verzoek der regeering het leger, dat tot dusver door Duitsche instructeurs was gedrild, te reorganiseeren en daar moet hij een woord hebben gesproken, dat zoo ka rakteristiek een Fransch van een Duitsch officier onderscheidt: „Men moet niet altijd bevelen, men moet dikwijls overtuigen." Gamelin gaf hiermede blijk behalve een goed officier ook een goed diplomaat te zijn en deze eigenschappen kwamen enkele ja ren later zeer goed tot haar recht, toen hem opdraoht werd gegeven den opstand der Druzen in Syrië te dempen, wat hij eerst noodgedwongen gewapenderhand deed om later diplomatiek het heele land te pacifi ceeren. In Frankrijk teruggekeerd en na korten tijd het bevel gevoerd te hebben over het 20ste legerkorps, werd hij een jaar later tot sous-chef en weer een jaar later tot chef van den generalen staf benoemd om ten slotte in 1935 generaal Weygand als opper bevelhebber op te volgen. Gamelin heeft zich geheel gegeven aan het leger, dat hem toevertrouwd was: hij zorgde er voor, dat de Maginotlinie nog verder versterkt werd, een ondoordringbare wal vormde aan Frank.- rijk's Oostgrens, de mechanisatie van het leger voerde hij verder door, op zijn aan dringen werd de oefeningstijd van het leger verlengd. En nu staat hij als generalissimus van alle Fransche en Engelsche landstrijdkrachten aan het hoofd van een geweldig leger, een voudig man, een flegmatikus bijna, voor zichtig en spaarzaam met het leven van zijn mannen, maar tegelijk ontembaar energiek en klaar van geest om onmiddellijk de gun stige gelegenheid te zien en aan te grijpen. Gamelin is de strateeg, waar heel Frankrijk vertrouwen in stelt, die bewezen heeft dat vertrouwen waardig te zijnEn tegen over hem staat generaal von Brauchltsch Nadruk verboden. middel taxi, huurauto met chauffeur en autobus geheel vrijgelaten, waardoor in zeer vele gevallen moeilijkheden kunnen worden ondervangen. Het is der regeering bekend, dat de ver bodsbepaling een last op een aantal hou ders van motorrijtuigen legt. De regeering is er echter van overtuigd, dat dit offer, dat door het algemeen belang in deze ern stige tijden wordt gevorderd, met berusting zal worden gebracht. De maatregel, welke van tljdelijken aard is, zal, zoodra de omstandigheden zulks vorderen, door een algemeene distributie- regeling worden gevolgd. Overigens is de re geering overtuigd, dat aan een distributie- regeling hoe goed opgezet en uitgevoerd deze ook moge zijn voor het zakenleven meer bezwaren verbonden zijn dan aan de huidige regeling. BEZWAREN VAN TWEEDE KAMERLEDEN TEGEN HET INGEDIENDE WETSONTWERP. Blijkens het Voorloopig Verslag der Twee de Kamer op het wetsontwerp, houdende tijdelijke voorzieningen tot strekking van de middelen tot dekking van de uitgaven des Rijks, werden voornamelijk twee bezwaren geopperd. In de eerste plaats werd er op gewezen, dat het tarief van de gemeentefondsbelas ting in het geheel niet geschikt is om als grondslag te dienen voor een heffing, welke dekking van een tekort op de Rijksbegroo- ting ten doel heeft. Dit tarief, met zijn zeer beperkte progressie en met zijn lagen af trek voor levensonderhoud, is indertijd door de Regeering verdedigd en door de Staten- Generaal aanvaard als speciaal geschikt voor deze heffing ten bate van het gemeen tefonds, welke min of meer werd beschouwd als een geünificeerde gemeentelijke inkom stenbelasting. Op een tarief van dezen aard een hef fing ten bate van de algemeene rijksmidde len te gaan bouwen, is principieel onjuist. Die principieele fout zal zich wreken in een scheef trekken van de Rijksbelastingver- houdingen. Het gevolg van hetgeen thans wordt voor gesteld zal zijn, dat alle inkomens tot f 25.000 zwaarder worden belast dan vol- geens de schaal der rijksinkomstenbelas ting, terwijl de inkomens boven dat bedrag relatief minder zwaar worden getroffen. Bo vendien zullen ook inkomens aan belasting worden onderworpen, die van Rijksinkom stenbelasting vrij zijn. Voorts werd de aandacht gevestigd op een bezwaar, veroorzaakt door het feit, dat de toepassing van het genoemde tarief nog wordt beheerscht door een bepaling, welke een klasse-indeeling inschakelt, een bepa ling, die wederom geheel past in een hef fing. welke in de plaats treedt van de ge meentelijke inkomstenbelastingen, doch al lerminst geschikt is om een element van den grondslag voor een rijksheffing te vormen. Sommige leden, die deze bezwaren zeer ernstig achtten, meenden der Regeering in overweging te moeten geven, dit voorstel terug te nemen en daarvoor in de plaats te stellen een voorstel tot heffing van een aantal opcenten op de Rijksinkomstenbe lasting. Enkele leden verklaarden zich daarom te gen dit wetsontwerp, omdat naar hun oor deel de inkomens tot 4 a 5000 gulden niet verder behooren te worden belast. Naar hun meening komen ter verkrijging van de ge- wenschte opbrengst allereerst een verscher ping van de progressie voor de hoogere in komens en een verhooging van de dividend en tantièmebelasting in aanmerking. F-n keus uil beste. Ee mu,iék »oe« ^in 393 (Ingez. Med.) EEN DURE FILMVERTOONING. Niettegenstaande alle moeite, die het co mité van de Nationale film „Veertig Jaren" zich heeft gegeven om belangstelling voor deze film te wekken en ondanks de mede werking, die het Comité van verschillende zijden heeft ondervonden, zullen de lasten de gerealiseerde baten met ongeveer f 120.000 overtreffen. Daar men zich van particuliere zijde voor een bedrag van f 150.000 garant had gesteld, zal van het geraamde tekort een vierde deel. dus een bedrag van f 30.000 voor rekening van het Rijk komen, aangezien de regeering zich een jaar geleden bereid heeft verklaard om voor een bedrag van ten hoogste f 50.000 garant te zijn. DE „PELIKAAN" VERTROKKEN. De „Pelikaan" is vanmorgen van Tjilili- tan naar Europa vertrokken, met mede neming van 455 Kg post, 4 Kg. pakketpost en 70 Kg. vracht. Voor tusschentrajecten werden dertien passagiers geboekt. 2—3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 10