H.M. de Koningin geeft een goed voorbee van het Westelijk ffont LEIDSCH DAGBLAD ïweede Blad rlucht uit Moskou 80ste Jaargang FEUILLETON HET KONINKLIJKE VOORBEELD Toen de regeering een beroep deed op de bevolking om zuinig te zijn met benzine, gaf de Koninklijke Familie het voorbeeld van goeden burgerzin door zoo min mogelijk van een auto gebruik te maken. Dezer dagen konden de bewoners van de residentie H.M. de Koningin op een mooien herfst middag langs den Scheveningscheweg zien fietsen in gezelschap van een hofdame. FRANSCHE ACTIVITEIT AAN HET WESTFRONT. FRANSCHE TROEPEN GRAVEN LOOPGRAVEN IN EEN BOSCH OP DUITSCH GRONDGEBIED. NA EEN ZWAREN MARSCH inspecteert een Britsch officier de voeten van zijn manschappen. EEN MOTORSCHIP geladen met kunstmest, is nabij Enkhuizen tijdens een storm op de glooiing van den dijk van het IJsselmeer gegooid en lek gestooten. De opvarenden konden zich met moeite redden. ACHTER HET FRONT gaan de transporten materiaal dagelijks voort. Een rij Engelsche gevechts wagens in een Fransch dorpje op weg naar de voorste linies. HET JACHTSEIZOEN IS WEER GEOPEND. VOORAL IN DE KOOL- EN SUIKERBIETENVELDEN KAN DE JAGER GROOTEN BUIT VERWACHTEN, ZOOALS BOVENSTAANDE FOTO BEWIJST. DE FRANSCHE WACHT AAN DEN RIJN. DE FRANSCHE WACHT- POSTEN ZOEKEN MET KIJKERS DEN OEVER AAN DEN OVERKANT VAN DE RIVIER AF. ROMAN van MARLISE KOLLING. Daisy voerde intusschen met de zeer colrrecte, maar allerminst verlegen chef- velpleegster van het Sanatorium Rode een heftig dispuut dat wil zeggen de heftigheid kwam geheel van Daisy's zijde. L „Ik weet zeker, dat zich hier een zekere 'pineer Alexei Finschow moet bevinden, ineer Eschberg heeft hem in het Sanato- liph pi laten opnemen. Waarom wilt u dat v nï toegeven? Ik wensch meneer Fin- Ngïï" te spreken!" 'Ce verpleegster handhaafde, ondanks alles, haar beleefd-geduldig lachje. Zij had haar instructies. Op verzoek van me neer Eschberg moest de aanwezigheid van Alexei Finschow geheim worden gehouden De naam van Daisy Lohr was haar niet geheel vreemd, maar meneer Eschberg zou het zeker niet goed vinden, dat zijn verloofde over het verblijf van den betrok ken patiënt werd ingelicht, Zij dacht er dus niet over Daisy wijzer te maken dan zij reeds was en bovendien kon zij volko men der waarheid getrouw zeggen: „Het sPijt mij zeer u niet van dienst te kunnen zijn, maar onder onze patiënten bevindt zich niemand van dien naam „Maar ik weet toch, dat meneer Esch berg hierheen is gegaan om hem te spre ken!" Daisy stampte ongeduldig met haar voet op den grond. De door niets te ver drijven glimlach van de verpleegster maak te haar razend. „Van de plannen van meneer Eschberg ben ik tot mijn spijt niet op de hoogte. Ik kan u werkelijk niets anders mede- deelen." „Kan ik den geneesheer-directeur spre ken?" „Het spijt me, maar de dokter is juist voor een consult naar de stad." Daisy begreep, dat hier voor haar niets te beginnen was. Woedend verliet zij het sanatorium om in razende vaart naar Weenen terug te keeren. Midden op den Ring, juist toen zij een zijstraat wilde inrijden, hoorde zij plotse ling haar naam roepen: „Miss Lohr!" Op de stoep van een hotel, dat den ge- heelen straathoek in beslag nam, stond Gattersworth Daisy remde. „Hallo, Gattersworth, wat voert u hier uit? Ik dacht, dat u in Londen zat". „Ik ben een paar dagen hier voor een tennismatch, miss Lohr. Ik heb u vanmor gen al opgebeld, magr ik trof u niet thuis. Het is mij een buitengewoon genoegen u nu hier zoo onverwachts te zien. Hebt u iets bijzonders voor?" „Neen. integendeel, ik verveel me," „Hebt u er bezwaar tegen, dat ik die ver veling met u deel?" „O nee we zouden samen kunnen lun chen. Dat is op zichzelf al een zeer nuttig tijdverdrijf." De onverwachte verschijning van Gat tersworth verdreef Daisy's slechte stem ming onmiddellijk. Dezelfde jongensach tige vereering, waarmee hij haar in War schau en Moskou tegemoet was getreden, bleek ook thans haar uitwerking niet te missen. Daisy voelde zich door Robert ver nederd. Waarom zou zij dan niet haar troost zoeken bij Gattersworth, die zich reeds vroeger in alle opzichten een gentle man had getoond? O, ze zou Robert be wijzen, dat er nog mannen waren, die haar wisten te waardeeren! Kort daarop zat ze met Gattersworth op het terras van het hotel aan de lunch. Zij lachte, zij schertste en zij flirtte volgens alle regelen der kunst. Een paar kennissen, die eveneens hier het middagmaal gebruikten, keken ver baasd naar haar tafeltje. Dat was toch die jonge Engelschman, met wien Daisy Lohr al eerder was gesignaleerd! Daar was nogal wat over gefluisterd. Nu zaten ze hier weer met hun tweeën en dat nog wel zoo kort voor haar huwelijk met Eschberg! Het zag er werkelijk naar uit, of de charmante Daisy Lohr, behalve haar verloofde, nog andere aanbidders had. Om vijf uur 's middags liet Robert Esch berg zich met de villa van de Lohrs ver binden. ..Daisy is niet thuis. Zij is met meneer Gattersworth naar de tennisbaan gegaan" deelde de huishoudster hem mede. De toon, waarop juffrouw Schellberg dit zei, klonk wat koeltjes. Zij mocht Robert Eschberg niet. Zij voelde, dat hij haar in stilte ver weet Daisy, na den dood van haar moeder, niet anders te hebben opgevoed. Maar Ali ne Schellberg had zeer goed geweten, wat zij deed, toen zij Daisy volkomen vrij liet en haar in veel, wat den ouden Lohr niet welgevallig was, nog heimelijk onder steunde. Daardoor had zij zich een on aantastbare positie weten te verschaffen. In Robert Eschberg zag zij echter een te genstander, die haar de baas was. Daar de oude heer Lohr waarschijnlijk wel niet meer zoo heel lang zou leven, had zij zich al voorgesteld na Daisy's huwelijk haar jonge meesteres in het door deze te stich ten huishouden te kunnen volgen, maar Robert Eschberg had zich daar, van het eerste oogenblik, waarop dit plan ter spra ke kwam, ten sterkste tegen verzet. Zoo restte Aline Schellberg tenslotte nog slechts de hoop. dat dit huwelijk te elfder ure zou afspringen. Toen Robert Eschberg zoo hals over kop met onbekende bestemming uit Moskou was vertrokken, had het er werkelijk een oogenblik naar uitgezien, dat haar wensch in vervulling zou gaan. maar de door Daisy geforceerde verzoening daarna had allen hoopvollen verwachtin gen dienaangaande opnieuw den bodem ingeslagen. Nu was Gattersworth plotse ling weer opgedoken en juffrouw Schell berg was er van overtuigd, dat deze veel beter bij haar beschermelinge paste Hij was een man, dien Daisy naar haar hand kon zetten en waarmee dus ook zij zelf geen moeilijkheden zou hebben. Robert Eschberg voelde zich eenigszins onaangenaam getroffen. Niet, dat hij ja- loersch was. o neen, daarvoor was de ver wijdering tusschen hen te groot gewqrden Maar dat openlijke geflirt met Gatters worth had reeds eerder tot allerlei praat jes aanleiding gegeven; zoo kort voor zijn huwelijk had hij er waarlijk geen behoefte aan opnieuw het mikpunt te worden van den spotlust der brave kennissen. „Heeft Daisy gezegd, wanneer zij terug komt?" .Neen, daar weet ik niets van, meneer Eschberg". „Enfin, zegt u dan maar, dat ik van avond precies op tijd bij dr. Kurtius hoop te zijn. Daisy en ik zouden daar vanavond een visite maken". „Ik zal het Daisy zeggen, als zij terug komt, meneer Eschberg". Klokslag acht uur maakte Robert zijn entrée ten huize van dr. Kurtius. Er wa ren tien, twaalf menschen. kunstenaars, eenige bekende figuren uit de wetenschap pelijke wereld en een paar zakenvrienden van Robert, waartoe Kurtius zelf eveneens behoorde. „Goed, dat jij tenminste bent gekomen, Eschberg". begroette hem de heer des hui zes. Robert Eschberg keek hem verbaasd aan „Hoezoo ik? En Daisy dan?" De jonge gastvrouw begreep hem niet. „Uw verloofde heeft toch vanmiddag al af gezegd. Ze had onverwachts bezoek gekregen Ja, hebt u haar dan niet meer gespro ken?" Het bloed steeg Robert naar het hoofd. Dat was dus Daisy's wraak. Hij had zich dezen ochtend niet aan hun afspraak ge houden. nu meende zij hem met gelijke munt te moeten betalen. Maar op welk een onhebbelijke manier. Hij had haar tenminste tijdig laten weten, dat hij ver hinderd was. Zij echter liet hem hier een allerdwaast figuur slaan tegenover al deze menschen! (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5