Él»ju ffHIHH. idiiW
Hr.Ms. „Jan van Gelderterug in den Helder - Suikerbietencampagne
8(hie JaargangLEIDSCH DAGBLADTweede Blad
Vlucht uit Moskou
FEUILLETON
HET NIEUWE ARTILLERIE-INSTRUCTIESCHIP „VAN KINSBERGEN" is
gisteren uit de haven van Nieuwediep naar West-Indië vertrokken. Onder
groote belangstelling verlaat het schip de haven.
DE DOOR EEN MIJN-ONTPLOFFING ZWAAR AAN HET ACHTERSCHIP BESCHADIGDE MIJNENVEGER „JAN VAN
GELDER", IS DE HAVEN VAN DEN HELDER BINNEN GESLEEPT. HET SCHIP IN DE SLUIS, WELKE
TOEGANG GEEFT TOT DE MARINE-HAVEN.
TER EERE VAN HET 100-JARIG BESTAAN DER NEDERLANDSCIIE SPOORWEGEN zal a s. Zaterdag te Utrecht een groote verkeers-
optocht worden gehouden, welke ongeveer 2J k.m. lang zal worden en waaraan in totaal 1500 personen zullen deelnemen. Kijkje m de cen
trale werkplaats der Spoorwegen, waar hard gewerkt wordt aan de vele wagens, die een beeld zullen geven van het verkeer door alle tijden
heen. Schilders bezig met het schilderen van den wagen, welke zal voorstellen „Het moderne reizigersvervoer".
DE SUIKERBIETEN-CAMPAGNE IN NOORD-BRABANT IS
BEGONNEN. ZWAAR BELADEN KARREN WORDEN BIJ
DE FABRIEKEN GELOST.
DE GROOTE BRUG OVER DE NOORD te Alblasserdam, in de nieuwe ver
binding tusschen Rotterdam en Gorinchem. Het wegdek van de opritten wordt
gelegd.
ROMAN
van
MARLISE KOLLING.
25)
Maar eindelijk kwam ze dan toch en Ro
bert voelde het als een opluchting, toen hij
bij den eersten oogopslag bemerkte, dat
Daisy zich volgens de regelen der kunst
had „opgeknapt". Zij zag er stralend uit en
van verdriet was al heel weinig te bespeu
ren. Alleen in haar oogen lag de onrustige,
dreigende flikkering, die hij zoo goed kende.
„Daisy!"
Zij negeerde zijn uitgestoken hand.
„Wil je niet gaan zitten?" Zij liet zich zelf
in een fauteuil glijden, welke aan den an
deren kant van het ronde tafeltje stond.
Het was. of ze daarmee de verwijdering
tusschen hen beiden nog eens duidelijk
wilde accentueeren.
Daarna heerschte er een pijnlijk stil
zwijgen.
Hij probeerde een paar maal te spreken
maar voor dit knappe, effen gezicht met
de scherpe oogen vond hij geen begin.
Daisy dacht er blijkbaar ook niet aan het
hem wat gemakkelijker te maken. Zij staar
de wat afwezig langs hem heen, de han
den in haar schoot gevouwen op de
plaats van zijn verlovingsring met den
lraaien, matglanzenden parel schitterde
een kostbare smaragd als een wraakgierig
fonkelend oog. Geen spier in haar welver
zorgd gezicht bewoog.
Als zij hem tenminste maar anders tege
moet was getreden, hem desnoods een he
vige scène had gemaakt, wanneer ze, zoo
als in Moskou, met beschuldigingen en
sarcastische opmerkingen was gekomen
dan was het ijs althans gebroken geweest.
Maar dit ongenaakbare, ijzig-gereserveerde
was eenvoudig onuitstaanbaar! Hij was de
schuldige, ongetwijfeld, maar nu leek Daisy
hem nog schuldiger. Er bestonden toch
ook wel vrouwen, die genoeg van een man
hielden om hem te kunen begrijpen, al
thans om hem te vergeven. Genoeg van
een man hielden.? Hoe kwam hij daar
zoo plotseling bij? Hij wist toch maar al te
goed, dat Daisy in hem slechts haar eigen
ijdelheid lief had, dat het er haar alleen
maar om te doen was geweest iemand te
hebben, aan wiens zijde zij nóg meer zou
opvallen en de aandacht zou trekken. En
hij zelf? Had hij haar zelf ook niet een
liefdeloos hart geschonken? Vrouwen, die
genoeg van een man hielden die dwaze
illusie had hij ten opzichte van Lisaweta
gekoesterd en ook zij had hem tenslotte
bedrogen. Alles was leeg, alles uitgebrand
er restte hem nog slechts één ding: op
een zoo fatsoenlijk mogelijke manier met
Daisy tot een vergelijk te komen.
„Ik moet je mijn excuses aanbieden,
Daisy," begon hij eindelijk. Zij reageerde
met geen blik. „Ik weet niet, hoe dat alles
gekomen is
Een spottend lachje sneed door de stilte.
„Wat dat betreft, geloof ik, dat ik je wel
een vingerwijzing kan geven, beste Robert.
Ik heb namelijk in den korten tijd. dien ik
dank zij den verloren pas (ze legde in het
bijzonder den klemtoon op de beide laatste
woorden) in Moskou moest blijven, zoo een
en ander vernomen. Je behoeft me niets te
vertellen. Ik ben van alles op de hoogte."
„Wat weet je dan bijvoorbeeld?"
„Hoe je er toe gekomen bent om er met
dat schepsel vandoor te gaan. Het pleit niet
bepaald voor je, Robert, dat je een die
vegge, die 's nachts Inbreekt, de voorkeur
geeft boven mij."
Eschberg werd plotseling doodsbleek.
„Maar Daisy, zoo was het Immers niet,
luister toch eens naar me
Maar Daisy scheen thans aan het eind
van haar zelfbeheersching. „Wees tenmin
ste zoo moedig het toe te geven!"
schreeuwde ze, met schel overslaande stem.
„Of wil je misschien beweren, dat de Mos-
kousche politie liegt? Vraag haar toch eens
wat ze aan het licht heeft weten te bren
gen en wat ik zwart op wit bezit! Die Lisa
weta Finschow heeft 's nachts bij je wil
len inbreken en jij hebt je niet geschaamd
om er met zoo'n vod van een vrouw van
door te gaan!"
„Het is genoeg, Daisy!' Robert was zich
zelf niet meer meester. Met een snellen,
krachtigen greep pakte hij haar bij den
pols. Wat Lisaweta hem ook had aange
daan. hij kon haar niet zoo grof laten be-
leedigen.
Daisy rukte zich los. „Wat, je zou mij
verbieden te spreken? Ach kom, dat wordt
toch wel wat al te gek. niet? Neen, waarde
heer, we zullen de zaak niet omdraaien.
Het ontbreekt er nog maar aan, dat je mij
verwijten begint te maken, omdat ik je de
waarheid durf te zeggen! Bah, wat gemeen
is dat alles, hoe weerzinwekkend. Jij en die
dievegge, die
Robert keek haar aan. De onbeheerschte
woede was van zijn gezicht verdwenen om
plaats te maken voor een vastberaden trek,
die weinig kans bood op verdere toenade
ring. „Je hebt gelijk. Daisy", zei hij kalm.
„Je kunt mij dit niet vergeven. Ik heb me
zeer onhebbelijk tegenover je gedragen. Er
blijft dus niet veel anders over, Daisy, dan
dat ik ook jou je woord teruggeef".
Daisy Lohr lachte schamper. In den blik,
waarmee zij hem strak aankeek, lag zoo
wel haat als iets van triomf. „Zoo, is dat
het eenige, denk je? Dat is wel heel ge
makkelijk, waarde Robert, zeldzaam ge
makkelijk. Ik geef je je woord teiug
daarmee denk je dus de heel; zaak te heb
ben afgedaan daarmee denk je vrij te
zijn, om met dat schepsel, die inbrcekster
verder te kunnen leven
„Ach DaisyRobert zei het bijna
fluisterend. Hij voelde zich plotseling zoo
moe. Waarom toch al die hatelijke woor
den? Daisy en hij stonden zoo oneindig
ver van elkaar ook al zou er nu toeval
lig niet een derde in het spel zijn geweest.
„Maar zoo gemakkelijk maak ik het je
niet. Robert. Ik behoor niet tot die edel
moedige en offervaardige romanmeisjes. Ik
bepaal mijn leven zelf. Ik denk er niet aan
om als verlaten verloofde uit dit drama te
voorschijn te treden en daardoor onzen
beminnelijken kennissen reden te geven
voor allerlei praatjes: Hebt u het gehoord?
Daisy Lohrs verloofde heeft haar laten zit
ten, omdat hij zich meer tot een Russische
landloopster aangetrokken voelde O,
neen, Robert, ik houd je aan je woord en
ik denk er niet aan onze verloving te ver
breken".
.Daisy, wat is een woord? Veel, als het
gestaafd wordt door een bij elkander wil
len behooren niets, wanneer men al van
elkaar vervreemd is".
Razend van woede trad zij een paar pas
sen, op hem toe. „Ik gevoel op het oogen-
blik niet de minste behoefte om te filoso
feeren. Kort en goed: onze verloving blijft
bestaan
„Daar behooren twee menschen toe,
Daisy."
„Je dreigt me dus?"
Hij schudde zijn hoofd. „Nee, Daisy, ik
wijs je alleen maar ov de onmogelijkheid
om mij tegen mijn wil te binden."
„Je wilt dus aïles voor dat schepsel op
offeren? Bedenk toch eens, wat vader en
jou verbindt!"
Er trok een schaduw over Roberts ge
zicht. „Dat heb ik mijzelf al wel duizend
maal voorgehouden, Daisy."
„Het zou je in je zaken ernstig kunnen
schaden, Robert. Vader laat zich door mij
nogal beïnvloeden als jullie gemeen
schappelijke Russisch-Zweedsche onderne
ming mis loopt, zou er in jouw firma zeker
heel wat op losse schroeven komen te
staan."
Robert keek haar aan. Aha, bedoelde ze
het, zoo. Hij had slechts aan zijn persoon
lijke gevoelens jegens haar vader gedacht,
toen zij van den band tusschen hen bei
den gewaagde. Het persoonlijke karakter
van deze geschiedenis liet bij hem geen
ruimte voor zakelijke overwegingen. Zij
had eigenlijk een man moeten zijn, ging
het hem door het hoofd. Zij kan zoo nuch
ter denken, als ik nooit zou vermogen te
doen.
(Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).