Ons Kort Verhaal Wraak is zoet... 80sfe Jaargang LEiDSCH DAGBLAD, Dinsdag 3 October 1939 Vierde Biad No. 24394 De operaties in het Westen Kracht van de moderne verdediging Berichten vorige oplage Binnenland Het ongeluk met de „Jan van Gelder" Nieuwe Krijgsraden te 's-Oravenhage en te Utrecht Stadsnieuivs f (Van onzen militairen medewerker) Als weleer de Chineesche muur. Maginotlinie en Westwall; klanken, welke thans over de geheele wereld wel bijna da gelijks in ieders mond zijn. Wat is de zin van deze woorden: hoe moeten wij ons deze versterkingen, welke zich op gigantische wijze als weleer de Chineesche muur over honderden kilometers door het landschap slingeren, voorstellen. Om den zin er van goed tot ons te doen doordringen moeten wij met onze gedachten een oogenblik tot in het verleden teruggaan. Wat is de beteekenis van elke verdedi ging? In het algemeen wil de verdediger iets behouden, hetgeen gemakkelijker is te ver wezenlijken dan het doel van den aanval ler, n.l. om iets te veroveren. Daarom kwam reeds voor honderd jaar de generaal von Clausewitz tot de conclusie, dat de verde diging de sterkste vorm van oorlogvoeren was, een conclusie, welke thans ook nog ten volle geldt. Niet minder waar is echter, dat alleen de aanval een beslissing kan bren gen. Vandaar dat men zich in het algemeen slechts van de verdediging bedient: a. ietzij plaatselijk, teneinde op een deel van het front troepen te sparen, teneinde elders met overmacht te kunnen aanvallen; b. hetzij op het geheele front, indien tij delijk op geen enkel deel hiervan de voor een aanval vereischte overmacht kan wor den verkregen. Waarop berust de bijzondere kracht van de verdediging? Als elementen van de verdediging kun nen genoemd worden het vuur, de hinder nissen en de beweging. Nog in 1914 werd de afstootende kracht van het vuur voornamelijk gevonden in het vereenigde vuur van de geweerschutters, voornamelijk op de grootere afstanden aan gevuld met artillerievuur. Toepassing van het 2e element van de verdediging, de hin dernissen, werd veelal gevonden door een keuze van stellingen achter natuurlijke ter reindekkingen (rivieren, kanalen, moeras sen), terwijl het element toepassing vond door het door reserves laten uitvoeren van tegenaanvallen en tegenstooten. De wereldoorlog gaf aan den verdedi- gingsvorm een geheel ander aanzien. Door de ruime toebedeeling van mitrailleurs werd de vuurkracht in bijzondere mate verhoogd. Was het aanvankelijk noodig om, ten einde een voldoende vuurkracht te verkrij gen veel geweren in front te zetten, zoodat de tirailleurs arm in arm in lineaire opstel lingen in het terrein werden geplaatst, door de mitrailleurs werd het mogelijk om de aanvankelijk in één lijn opgehoopte ver dediging te verdeelen over diepe zones, welke zich over afstanden van honderden meters in het terrein uitstrekten. Het ge volg was, dat de aanval steeds moeilijker werd. Was het in het begin nog mogelijk om door het in elkaar schieten van de voorste loopgraven een gat in het verdedi gingsfront en dus ook ln het vuurscherm te maken, door de verspreiding van de mitrailleurs in het terrein moest het artil lerievuur nu als het ware over diepe zones worden versplinterd. Het gevolg was,.dat op het oogenblik van den aanval een aan zienlijk aantal mitrailleurs van den verde diger nog intact was, zoodat zich meer en meer een crisis van den aanval demon streerde. De sterkte van de verdediging is nog toegenomen. Na den wereldoorlog is de sterkte van de verdediging nog toegenomen. Als voor naamste factoren hiervoor moeten genoemd worden: een nog sterkere uitbreiding van het aan tal mitrailleurs; een toebedeeling van speciale vuurmon den aan de infanterie eenheden; een nog verder doorgevoerde verspreiding van de doelen op het gevechtsveld. Weliswaar heeft ook een groei van de aanvalsmiddelen plaats gevonden, welke zich voornamelijk demonstreert in de ont wikkeling van den gevechtswagen en de luchtstrijdkrachten, doch deze groei wordt voor een aanzienlijk gedeelte weer teniet gedaan door den zeker niet minderen groei van de tegen deze wapens bestemde afweermiddelen: het pantserafweergeschut en de luchtdoelartillerie. Is de verdediging in normale omstandig heden al sterk, hoe veel te meer zal zulks het geval zijn, wanneer een strijdmacht maanden lang, gelegenheid heeft gehad om, ongehinderd door den vijand, met toepas sing van alle middelen, welke de techniek biedt, een bepaald gebied systematisch voor de verdediging in te richten: omstandighe den, welke zich bij de Maginot-linie en den Westwall voordoen. Uitgestrekt over diepe zones, volkomen aangepast aan de natuurlijke terrein vor men. onzichtbaar zelfs voor het scherpste oog, liggen overal de mitrailleuropstellingen in het terrein verborgen. Zou een aanvaller de geheele verdediging buiten werking wil len stellen, dan zou over diepten van hon derden meters het terrein volkomen door artillerievuur vernield moeten worden, een opdracht, welke een zoodanigen inzet van artillerie en munitie zou vorderen, dat aan verwezenlijking niet te denken valt. Want zelfs, wanneer enkele treffers toevallig be paalde opstellingen zouden raken behoeft dit allerminst te beteekenen, dat deze nu ook buiten gevecht zijn gesteld. De opstel lingen. uitgevoerd in gewapend beton, zyn in staat om zonder schade enkele treffers van zelfs zware artillerie te incasseeren. En mocht dan al een enkele opstelling buiten gevecht zijn gesteld; mocht de aanvallende infanterie, in het vroege ochtenduur voor waarts gaande, vermeenen. dat nu geen weerstand meer te verwachten is. dan blij ken de verdedigende mitrailleurs nog uit meerdere onbekende opstellingen voortdu rend ondoorschrijdbare vuurfronten, aan gepast aan het beloop van uitgestrekte prikkeldraadversperringen, op haar weg te plaatsen. De begeleidende vechtwagens zullen zich plotseling in mijnenvelden be vinden, met het demoraliseerende gevoel dat elke meter vooruitgang het verderf kan brengen. Én wanneer ook deze zone door schreden is zullen de vechtwagens zich plotseling gesteld zien voor ondoorschrijd bare hindernissen in den vorm van steile afgravingen of betonblokken waarbij, ge bruik makende van den gedwongen stilstand de gedekt opgestelde pantserafweermidde len hun het doodende schot zullen geven. En ligt dan de tot stilstand gebrachte in fanterie, slechts poover gedekt, aan den grond gekluisterd, dan slingeren van groote afstanden de verdedigende batterijen haar machtige projectielen in haar gelederen; dan storten de verdedigende vliegtuigen in stoutmoedige duikvluchten hun verderf brengende bommen en mitrailleurbundels in haar midden. En mocht dan eindelijk, wellicht met veel verliezen, de aanvaller er in geslaagd zijn om d3 geheele verdedigingszone te doorwor stelen en het vrije veld achter de stelling te bereiken, dan staan daar frissche divi- siën van den verdediger gereed om hun de veroverde terreinen weer te ontnemen: het element van de beweging, ook thans nog actueel. Tegenover deze figuur van de aanvallen de infanterie verkeeren de verdedigende troepen wel ver in het voordeel. Veilig in hun gasdichte schuilplaatsen, in het genot van een goede legering en verpleging, voor zien van levensmiddelen en munitie voor een tijdvak van maanden, treden zij slechts in actie, wanneer de alarmschellen roepen voor het gebruik van hun wapens. Voorwaar, over de kracht van de moderne verdediging verkeert wel niemand in twijfel. Valt het dan te verwonderen, dat onder deze omstandigheden de Fransche leger leiding nog steeds niet heeft kunnen be sluiten om een aanval op den Westwall in te zetten? Dat zij, ondanks den vurigen wensch om den bondgenoot in het Oosten te helpen, nog nauwelijks van eenige actie blijk gaf? Wat geschiedde tot nu toe in het Westen? Nauwelijks eenige actie? Geschiedde in het Westen dan nog niets? Juist omdat de moderne verdediging zoo bijzonder sterk is, moet een leger, dat te gen een georganiseerde stelling wil aan vallen. daarbij zeer methodisch te werk gaan. Verschillende phasen worden hierbij on derscheiden. Aanvankelijk op aanzienlijken afstand van de stelling verzameld, vindt eerst de periode van de nadering plaats. In een breed front marcheerende, met sterke re serves daarachter, wordt gebruik makende van alle wegen, de vijandelijke stelling ge naderd. Komt de aanvaller binnen het be reik van de verdedigende artillerie, dan worden meer open vormen aangenomen, teneinde het intreden van verliezen zoo veel mogelijk te beperken. Doch behalve met artillerie-vuur. kan de verdediger ook nog op andere wijze trachten om den op- marsch van den aanvaller te vertragen. Daartoe worden, veelal in samenhang met uitgevoerde vernielingen vooruitgeschoven detachementen geplaatst op van nature sterke terreingedeelten. De aanvaller wordt hierdoor gedwongen om voortdurend kleine plaatselijke aanvallen op te tuigen, zulks teneinde punt na punt te doen vallen. Nadert men de eigenlijke verdedigings zone, dan wordt veelal op een aaneengeslo ten voorpostopstelling gestooten. welke wederom door plaatselijke aanvallen ten val moet worden gebracht. Zijn ook de voorposten binnen de eigenlijke verdedi gingszone teruggeworpen, dan is eerst het contact met de hoofdstelling tot stand ge bracht. Doch ook nu kan eerst na lange voorbereidingen een aanval volgen. Eerst moeten n.l. zorgvuldige verkenningen ge schieden. zulks teneinde het hoofdaanvals punt te kunnen vaststellen. Veel hangt dit af van de mogelijkheden welke voor waar neming bestaan. Heeft de verkenning plaats gevonden, dan moet de benoodigde munitie wo-den gereed gelegd, een handeling wel ke verscheidene nachten, soms zelfs weken in beslag neemt. Vervolgens wordt het gros van de aanvalsartillerie in stelling gebracht, terwijl eerst kort voor het aanvalsuur de infanterie, welke den hoofdaanval zal ver richten, in voorste lijn wordt gebracht. Wat geschiedde van dit alles tot dusver in het Westen? Op 9 September vinden wij de eerste aan wijzing, dat de Fransche opmarsch is aan gevangen. Op dien dag overschreden de Fransche troepen de grens, waarbij in con tact werd getreden met ver voor den West wall staande vooruitgeschoven detachemen ten. Op verschillende punten werd hierbij op mijnenvelden en vernielingen gestooten, terwijl de Duitsche detachementen op en kele punten niet lijdelijk afwachtten, doch ook hunnerzijds kleine aanvallende tegen acties ondernamen. Vervolgens meldden de Fransche legerberichten een oprukken op aanzienlijke gedeelten van het front, waar bij de Duitsche artillerie meer en meer krachtig reageert. De laatste dagen brengen berichten over plaatselijke acties en ver kenningen, terwijl op 26 September voor het eerst ook melding wordt gemaakt van artilleriestrijd op het Rijnfront. Wanneer wij trachten om uit de tot dus verre verstrekte sobere berichten een con clusie te trekken, dan moet allereerst wor den vastgesteld, dat de Fransche concen tratie zich in de eerste dagen van Septem ber heeft kunnen voltrekken zonder eenige stoornis van Duitsche luchtstrijdkrachten. Voorts blijkt dat op 9 September de phase van den opmarsch is aangevangen, waarbij de druk zich tot dusverre voornamelijk deed gevoelen op het gedeelte tusschen Bitsch (Zuiden van Zweibrücken) en de Luxemburgsche grens hetgeen doet ver moeden, dat het Fransche hoofdaanvals front zich over een breedte van plm. 80 k.m., het meest Westelijk gedeelte van de gemeenschappelijke grens zal uitstrekken. In de volgende dagen heeft de strijd voornamelijk het karakter gehad van plaatselijke acties tegen ver vooruitgescho ven weerstanden. Gedurende de laatste week werd voorna melijk de nadruk gelegd op sterke activiteit van de Duitsche artillerie in het bijzonder ten Zuiden van Pirmasens; ten Zuiden van Zweibrücken en ten Zuiden van Saar- brücken. Hieruit mag worden afgeleid, dat de Fransche troepen aldaar binnen het bereik zijn gekomen van het gros van de achter den Westwall opgestelde Duitsche artillerie, waaruit blijkt, dat de afstand van de Fran sche troepen op deze punten tot den West wall nog slechts enkele k.m. bedraagt, en dat de Franschen hier vermoedelijk in con tact zijn gekomen met de Duitsche voor postenopstelling. Dat de strijd hier een ernstiger karakter gaat aannemen vindt mede bevestiging in het feit. dat aan ver scheidene punten gevechten om waarne mingsposten worden gemeld. Het bezit van waarnemingspunten toch vormt een nood zakelijk element voor het inzetten van be langrijke ondernemingen. Wij zullen goed doen om in de komende weken onze belangstelling in het bijzonder op dit gedeelte van het front te blijven vestigen. (Nadruk verboden). Onderstaande berichten werden reeds in een deel van onze vorige oplaag geplaatst door W. GASCOGNE. U bent natuurlijk ook vrijgezel geweest. Misschien bent u het nog. Maar hebt u ook op kamers gewoond, hebt u op uw eentje in den vreemde op eigen beenen moeten staan? Als dat zoo ls zult u begrijpen, dat het een vrijgezel nogals eens kan overkomen, dat hij op zwart zaad zit, dat zijn maandsalaris niet toereikend blijkt te zijn. althans niet in dien zin, dat het voldoende ls om al de uitgaven, welke een jonge vrijgezel, die allesbehalve een zuurpruim is en die graag onderzoekt wat het leven voor schoons te bieden heeft, zooal han hebben. Mijn vriend Frank wist daar van mee te praten. Er was geen maand, welke met een batig saldo ein digde. Na den zevenden van elke maand begon hij al weer met verlangen naar het einde der maand uit te zien. Natuurlijk van wege het salaris. Zoo zijn er trouwens wel meer en heusch niet alleen vrijgezellen, die in den vreemde op kamers wonen, zooals hij De plaats waar hij woonde, doet er hier niet toe. Laat het u voldoende zijn, dat hij op zeker moment op een derde etage kamers had, behoorlijke kamers. De straat was niet druk, maar het was een zeer fatsoenlijke buurt en hij had het er best naar zijn zin. Hoeveel kamers hij daarvoor al versleten had? Verscheidene! Maar hij was niet erg honkvast. Noodgedwongen natuurlijk, want de hospita's en kostbazen willen over het algemeen op tijd centen zien. Waar ze gelijk aan hebben. Dat moest zelfs Frank toegeven, maar ja, hij had het niet steeds op tijd, dat wil zeggen niet voor dat doel: de huur van zijn kamers. En zoo gebeurde het, dat je op een gegeven moment, als Je hem met een bezoek wilde vereeren. tot de ontdekking kwam. dat hij weer van woon was veran derd Veel ruchtbaarheid placht hii daar nooit aan te geven. Meestal geschiedde die verhuizing dan ook vrij plotseling. Deskun digen zullen bevroeden dat dit niet aan hem lag, maar aan degenen, die zoo fortuin lijk waren hem kamers te verhuren. Op die bedoelde derde etage scheen hij het zeer naar zijn zin te hebben. Hij prees de kamers uitbundig en zijn huisbaas niet minder. Dat was. toen hij er nog maar en kele dagen was en nog geen huur had be hoeven te betalen. Frank maakt namelijk een degelijken indruk en men zou hem zoo op het eerste gezicht niet durven vragen de huur maar vooruit te voldoen, uit vrees dat meneer Frank misschien beleedigd zou zijn door het onmiskenbare wantrouwen, I dat in dien eisch verscholen ligt. Maar Frank scheen zich toch ln dien huisbaas vergist te hebben. Toen hij name lijk aan het einde der maand met een treu rig gezicht thuis kwam en den man ver telde. dat hij zijn huur niet zou kunnen voldoen, omdat er waarschijnlijk een gat in zijn portefeuille zat waardoor het benoodig de bedrag spoorlos was verdwenen, werd de huisbaas van een welwillend, zachtaardig heertje plotseling een kort aangebonden, driftig heerschap, dat Frank slechts met de grootste moeite tot kalmte wist te brengen. Die kalmeering was een gevolg van Frank's heilige belofte om de volgende maand alles te betalen wat hij schuldig was. De man nam daar genoegen mee. stellig wel besef fend. dat er van een kikker toch geen vee- ren zijn te plukken. 'Enfin, het einde van de tweede maand was voor den braven man zeker een gedenk waardige. Want het leverde hem het bewijs, dat elke belofte niet wordt gehouden. Op den bewusten dag kwam hij bij Frank op visite, om zijn geld in ontvangst te nemen. Frank had zich gemakkelijk genesteld in een der zware fauteuils en toen hij den huis baas had uitgenoodigd eens rustig tegenover hem plaats te nemen en hij wilde beginnen met een dramatisch verhaal over de wijze waarop het geld voor kamerhuur ontbreken kan. viel de hulsbaas met verbitterde stem tegen hem uit. Hij had eens naar zijn huur- der geïnformeerd bij een, bij drie, bij tien van zijn vroegere huisbazen en hospita's en het gevolg van de ingewonnen inlichtingen was de elsch: binnen de vier en twintig uren betalen of de deur uit! Morgen aan den dag! had hij er heengaande nog grimmig aan toe gevoegd. Frank was door deze bejegening mijlen- diep beleedigd. Had die man niet tot de vol gende maand kunnen wachten? Had die man niet moeten begrijpen, dat het een vrijgezel toch meermalen overkomt, dat hij geen geld bij de hand heeft en dat uitstel van betaling gewenscht is? Er wordt in de wereld toch wel eens uitstel van betaling gegeven voor grootere bedragen dan die voor kamerhuur! Daar had hij nu Juist kamers naar zijn zin, dacht hij juist ein delijk een min of meer vast tehuis gevon den te hebben, of daar dreigde die man met uitzetting. Frank had plotseling een hekel gekregen aan dat verhuizen en hij haatte plots den man. die hem wilde dwin gen weer eens van woon te veranderen. Frank zon op wraak. Maar wat, vermocht hij tegen den almachtigen huisbaas? Niets. Maar de man zou naar zijn huur kunnen fluiten. Na een uurtje van somber gepeins stond Frank op en gaarde zijn aardsche bezittin- LOSGESLAGEN MIJN DOOR DE SCHROEF GETROFFEN. Onderhoud met eenige opvarenden. Wij hadden gistermiddag een onderhoud met eenige opvarenden van de „Jan van Gelder", die ons over de toedracht van het ongeluk het volgende mededeelden: De „Jan van Gelder" was juist gereed ge komen met het vegen van een mijnenveld en maakte aanstalten de terugreis naar Terschelling te aanvaarden. Naar veronder steld wordt, is een door den sterken stroom van haar plaats geslagen mijn van een ander in de nabijheid liggend mijnenveld door een der schroeven van de „Jan van Gelder" naar het schip gezogen en door de schroef getroffen. De explosie gaf eenzelfde verschijnsel te zien als bij de ramp van de „Van Ewijck". Een geweldige zuil rook en wa ter spoot omhoog. Het achterschip vloog in stukken over het schip heen, brokken ijzer en hout kwamen daarbij op het dek terecht. Een twaalftal manschappen sprong over boord. Allen waren den geheelen dag zoowel uit voorzorg als bij wijze van oefening van hun zwemvesten voorzien, zoodat gevaar voor verdrin king niet aanwezig was. Ook de twee zwaar gewonden, de kwartiermeester- Arends en den adspirant kwartier meester van Eyck lagen in het water. Zij werden door den kok Beekhoven gered, doordat deze hem boven water wist te houden totdat een sloep hen oppikte. Aan boord heerschte ondanks de con sternatie orde en kalmte. De opvarenden, die ooggetuigen waren geweest van de „Van Ewijck"-ramp, waren als het ware voorbereid. De meesten bleven aan boord van het schip ofschoon het zwaar slagzij naar stuurboord ma: kte. De commandant, luitenant ter zee der eerste klasse Fraser, wilde aan boord blij ven. Hij verliet het schip eerst nadat hij met twee minderen op een veiliger plaats de ankers had laten vallen om te voorko men dat het schip naar het andere mij nenveld zoi drijven. Gistermiddag om kwart voor drie is de „Nautilus", die eveneens hulp had verleend bij de ramp. te Nieuwediep teruggekeerd. De Koningin toont Haar deelneming. H.M. de Koningin heeft den opperbevel hebber van land- en zeemacht opgedragen aan de nagelaten betrekkingen van de bij de ramp van de „Jan van Gelder" omge komenen Haar deelneming te betuigen en tevens te informeeren naar den toestand van de gewonde slachtoffers van die ramp. gen bijeen. Alles te zamen een handkoffer vol. En dat koffertje bracht hij naar een van zijn vrienden, die mij dit verhaal later in geuren en kleuren wist te vertellen. Daar na keerde hij huiswaarts en begaf zich te ruste Den volgenden dag kwam de deur waarder. vergezeld van twee trawanten, stevige knapen en officieel werd Frank kond gedaan, dat hij met zijn heele hebben en houden op straat gezet zou worden. Frank kende dat. Rustig bleef bij zitten en verzocht beleefd wat voorzichtig met zijn eigendommen om te springen. Gegrijns van de twee stevige knapen was het antwoord op zijn verzoek en met spoed werd begonnen de stoelen, de divan, de tafel, een kastje, een vloerkleed en zoo voort en zoo voort naar buiten te sleepen. Voor men aan den stoel, waarop Frank had plaats genomen toe was, had hij het raadzamer ge vonden naar beneden te gaan en daar, op straat sloeg hij vanuit een der fauteuils de bezigheden van den deurwaarder en zijn mannen gade Het duurde een tijdje en toen schenen de apartementen, welke Frank bewoond had, leeg gehaald te zijn. Ziezoo, zei de deurwaarder. Dat is dat! Prachtig, merkte Frank op. Dat heb ben jullie uitstekend gedaan. Niets bescha digd. hè? merkte Frank op U zou dan schadevergoeding moeten betalen, snapt U? Maar voor zoo ver ik zien kan is alles ln orde. Jullie verstaan het vak, hoor. En nu. tot ziens! Vriendelijk knikkend wilde Frank weggaan, maar een agent, die den geheelen tijd een oogje in het zeil gehouden had. duldde dat niet. Dat gaat zoo maar niet, meneer, zei de agent. U kunt dien rommel hier niet laten staan. Het geheele trottoir is ver sperd. U moet zorgen dat dat weg komt. Ik? vroeg Frank verwonderd. Ik? Ik heb dat zaakje toch niet op straat gezet. Dat deden de deurwaarder en zijn knechtjes. Zij versperden het verkeer en ik vind. dat zij ook de aangewezene zijn. om die ver sperring weer op te ruimen Geen grapjes, meneer! Het is uw boel en U hebt te zorgen Ik heb niets te zorgen, viel Frank den agent in de rede. Ik heb met dat boeltje niets te maken. Ik woonde hier op gemeubi leerde kamers. Dag meneer! En grinnikend zag hij toen den huisbaas opduiken, die razend en tierend den deur waarder zijn vergissing onder het oog bracht. Ik zou met genoegen een handje hel pen, het zaakje weer naar boven te brengen, verzekerde Frank, toen de mannen aan stalten maakten het meubilair weer naar boven te siorren. maar tot mijn spijt hebi ik geen tijd meer Ik moet kamers zoeken en een gesch'kten huisbaas, weet U. En een lustig deuntje fluitend, genietend van zijn kwaiongensachtigen wraak, wan delde Frank weg. (Nadruk verboden). (Auteursrechten voorbehouden). In een nota naar aanleiding van het verslag over het wetsontwerp houden de nadere voorzieningen betreffende de militaire justitie deelen de minis ters van justitie en defensie mede, dat het in het voornemen ligt, de beide nieuw in te stellen krijgsraden te ves tigen te 's-Gravenhage en te Utrecht. Gedacht wordt hierbij aan een indeeling van ons rechtsgebied in groote lijnen als volgt: krijgsraad te 's-Gravenhage: gebied van de vesting Holland en van de stelling van Den Helder; krijgsraad te Utrecht: het overige ge bied. voor zoover gelegen benoorden de groote rivieren; krijgsraad te 's-Hertogenboschhet ove rige gebied, voor zoover gelegen bezuiden de groote rivieren. MEDAILLE VOOR 24-JARIGEN TROUWEN DIENST. Aan den wachtmeester C. Versteeg van 5 R.V.A. Voor het front van den troep is gister middag op het excercitieterrein aan de Da Costastraat de zilveren medaille voor 24- jarigen trouwen dienst uitgereikt aan den wachtmeester-hoefsmid C Versteeg van het vijfde regiment veldartillerie. De troep stond opgesteld onder comman do van den reserve-kapitein van Hemert, commandant van de eerste depotbatterij, die de troep presenteerde aan den com mandant van het vierde depot der bereden artillerie, den reserve-luitenant-kolonel mr. F. J. J. Trapman. Nadat deze de troep had geïnspecteerd, sprak de commandant van de 5de afdee- ling, de reserve-kapitein van 't Land den jubilaris toe. Deze zeide den wachtmeester Versteeg nog slechts vijf weken te kennen, zoodat hij bezwaarlijk uit eigen wetenschap kan getuigen van de verdiensten van den jubi laris. Hij heeft daarom gezocht in dc ar chieven van het regiment en daaruit is hem duidelijk geworden, dat hij reeds ruim 16 jaren al zijn krachten aan 5 R V.A. heeft gegeven en op een voortreffelijken staat van dienst kan terugzien. Zijn militaire loopbaan vertoont geen noemenswaardige lacunes, zoodat spr. slechts het grootste respect kan hebben voor de wijze, waarop wachtmeester Versteeg steeds zijn dienst heeft verricht. Nadat spr. hem de zilveren medaille voor 24-jarigen trouwen dienst op de borst had gespeld, bood hij hem namens de officie ren van het regiment een kleine draagme- daille aan, terwijl hij hem opwekte tot voortdurende trouwe plichtsvervulling. Hierna werden de officieren en onder officieren in de gelegenheid gesteld den jubilaris te complimenteeren, terwijl tot besluit werd gedefileerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 13