BENDER
Storm over Bloomsbury
imz
Amerika en de neutraliteitswet
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Dinsdag 3 October 1939
RADIO!
KERK- EN SCHOOLNIEUWS
Het Engelsche ministerie van voorlichting heeft veel
critiek te doorstaan gehad
Men heeft 999 man aange
steld om het publiek en de
pers „voor te lichten".
GEMENGD NIEUV 3
Autodieven veroorzaken
ernstig ongeluk
Cpn keus uithet beste.
Pittman dient
ontwerp
zijn
in
Ds. G. Tichelaar
overleden
(Van onzen Londenschen correspondent).
In Bloomsbury staat een huis: in dit
huis werken 999 gloednieuwe ambtenaren
en over dit huis met zijn 999 gloednieuwe
ambtenaren woedt nu al sinds weken een
lelie storm. De naam van het l.uis? Ik mag
het U niet zeggen, de 999 ambtenaren ver
bieden het. Ik ben daar niet boos over,
want ik begrijp wel. waarom zij het ver
bieden evenals U wel zult begrijpen wie de
999 gloednieuwe ambtenaren zijn en welke
taak zij te vervullen hebben. Maar anderen
zijn wel boos. Luister naar het huilen van
den orkaan hunner verontwaardiging.
„Nauwelijks een dag gaat voorbij zonder
ernstige blunders". „Schandelijk geknoei!",
„Het Ministerie van Voorlichting (nu komt
de aap tegen mijn wil toch uit de mouw)
heelt drie taken: 1. Censuur uit te oelenen
op het nieuws. Dit doet het op domme
wijze. 2. Propaganda-materiaal te produ-
ceeren. Dit is niet te drukken onzin. 3.
Nieuws van de regeering en in het bijzon
der van de departementen van oorlog door
te geven aan de pers. Als de een ol andere
hooge autoriteit dat nieuws ophoudt, kan
het ministerie niets anders doen dan een
protest laten hooren. Dit is een toestand,
die absoluut veranderd moet worden. Geel
ons het nieuws. Het publiek eischt het.
Negen van de tien menschen zijn verbijs
terd, verveeld, beu ol woedend".
Wie is het die hier zoo lel van leer trekt?
Fleetstreet. Fleetstreet is kwaad en Fleet-
street niet alleen. Ook in het parlement
heelt de Engelsche Inlichtingendienst
harde woorden te hooren gekregen. Laat ik
nogmaals citeeren. Enkele dagen geleden
onthulde de regeeringszegsman in het La
gerhuis. dat het nieuwe ministerie met een
stal van niet minder dan de hierboven
reeds genoemde 999 ambtenaren werkt. De
mededeeling werd begroet met een gellult
van Ironische en ongeloovige verbazing
over de grootte van het nieuwe bureau
cratische monster. Ja, haastte de regee
ringszegsman zich te zeggen, wij erkennen
„that the situation requires investigation"
(dat de toestand onderzoek eischt). „Neen",
wierp een geestlgaard er tusschen, „it re
quires evacuation" (het eischt ontruiming)
en hij oogstte met deze grap den hilari-
schen bijval van het heele huis. Ook de
999 ambtenaren zeil schijnen er zich be
wust van te zijn dat er iets niet in orde is
met hun organisatie. Toen een hunner on
langs door een vriend gevraagd werd wat
hij nu eigenlijk precies te doen had ant
woordde die: „Ik weet het niet, eiken keer
als ik om stol vraag sturen ze me
meer stal". Inderdaad, er gbbeuren rare
dingen in het huis ln Bloomsbury en het
is dan ook geen wonder dat het Ministery
ol Inlormatlon dat daar gehuisvest ls in de
wandeling reeds bekend is komen te staan
als de „Mystery ol Inlormation".
Desondanks is de lelie critiek, die er nog
steeds op het nieuwe ministerie wordt uit
geoelend, vaak sterk overdreven. Men dient
daarbij te bedenken dat zij voornamelijk
van de kranten komt en dat er onvermij
delijk een element van jalousie de métier
in het spel is. De bladen, die in vredestijd
het monopolie van de nieuwsdistributie
hadden, moeten het nu aanzien hoe een
gloednieuw en derhalve nog gebrekkig wer
kend regeerings-departement een aanzien
lijk deel van hun werk heelt overgenomen
en hun in andere aspecten tal van beper
kingen oplegt. Dit leidt natuurlijk tot on
geduldigheid waarbij de critici in hun be
roepsijver vaak schijnen te vergeten dat
de moeilijkheden die zij van den kant van
het nieuwe departement ondervinden nu
eenmaal onvermijdelijk zijn. Ongetwijleld
zijn er vooral in de eerste weken van den
oorlog enorme louten begaan. De organi
satie werkte toen inderdaad bar slecht. Ik
zeil heb dat maar al te vaak aan den lijve
moeten ondervinden. Ook de lezer in Ne
derland zal misschien hebben gemerkt, dat
er aa' de Engelsche nieuwsverspreiding
in dli dagen iets haperde Het zal heul op
gevallen zijn, dat Ilij vlak voer en vlak na
het uitbreken van den oorlog opmerkelijk
weinig nieuws uit Engeland in zijn kranten
kon vinden, terwijl de berichtenstroom uit
Dultschland dagelijks breeder werd De
reden was heel eenvoudig. Engeland be
ging ln dien tijd de vergissing de pers. uit
vrees voor de publicatie van staatsgevaar
lijk nieuws, verlammende maatregelen op
te leggen. Het begon met de opheffing van
telefonische faciliteiten voor het doorgeven
van nieuws uit Londen naar het vasteland.
Daar de telegraaflijnen geheel voor regee-
ringsdoeleinden in beslag waren genomen
werd het de buttenlandsche pers in Londen
tengevolge van dezen maatregel vrijwel on
mogelijk gemaakt nieuws naar hun redac-
tiebureaux door te geven. Daarbij kwam
dat de censuur in deze dagen, ook al weer
uit angst, uitermate willekeurig met het
blauwe potlood omsprong en de meest on
schuldige informatie uit onze telegrammen
schrapte, zoodat er van een intelligente
berichtgeving nauwelijks meer sprake kon
zijn. Tenslotte bracht de desorganisatie bij
de post mee, dat ook artikelen in briefvorm
niet dan met de grootste vertraging een
vertraging, niet van dagen, maar van we
ken overkwamen.
De buitenlandsche pers was echter niet
de eenige, die onder het gebrekkig func-
tionneeren van 't Ministery of Information
te lijden had. Ook de Engelsche bladen
hadden reden tot klagen. De voornaamste
klacht was dat er niet voldoende nieuws te
krijgen was over Engelands activiteiten ln
den oorlog. Zooals het hoofd van het Mi
nistery of Information heeft uitgelegd,
komt de blaam daarvoor niet zijn eigen
organisatie toe maar de departementen
van oorlog. Het Ministery of Information
treedt slechts als bemiddelaar tusschen
deze nieuwsbronnen en het publiek op en
kan niet meer nieuws over het werk van
vloot, luchtmacht en leger geven, dan het
van de betrokken departementen ontvangt
Deze departementen nu hebben in het be
gin een overdreven zwijgzaamheid betoond
en daarover heeft de pers zich met recht
fel beklaagd. Om een voorbeeld te geven
Lang nadat er in de Fransche pers en door
de Fransche radio reeds gesproken was
over de aankomst van de Britsche troepen
in Frankrijk bleef het Engelsche departe
ment van oorlog weigeren een officieele
bevestiging te geven. Er mocht over het
vertrek van de Britsche troepen met geen
woord worden gerept. Het ligt voor de hand
dat met deze overdreven geheimzinnigheid
geen enkel nuttig doel kon worden ge
diend. Integendeel, zooals in de bladen te
recht werd opgemerkt, zij was direct ge
vaarlijk voor het moraal van het publiek
en als zoodanig voor het landsbelang. Als
men door bleef gaan met het publiek niets
te vertellen over wat er gebeurde en wat
Engeland presteerde, zou het op den lan
gen duur immers onvermijdelijk zijn be
langstelling ln den oorlog verliezen en aan
een stemming van apathie ten prooi val
len? Even onduldbaar was het, dat de
departementen telkens veel te laat met hun
nieuws kwamen. Het klassieke voorbeeld
werd geleverd toen de autoriteiten ln de
eerste week van den oorlog, nadat heel En
geland om zeven uur 's morgens door het
gehuil van de sirenen uit zijn bed was ge
haald. eerst dertien uur later het publiek
vertelden, wat er nu eigenlijk gebeurd was.
Het gevolg was natuurlijk, dat er in die
dertien uur van onzekerheid de meest alar-
meerende geruchten ln omloop kwamen.
Het Ministery of Information kan daar om
de reeds genoemde reden niet aansprakelijk
voor worden gesteld. Wel echter voor de
derde en laatste fout waar sterk over wordt
geklaagd, n.l. de poovere kwaliteit van het
propaganda-materiaal, dat door een van
haar afdcelmgen aan de Engelsche en bui
tenlandsche pers wordt verstrekt en dat de
meeste bladen dan ook wijselijk weigeren
te gebruiken. Eén voorbeeld hieromtrent is
voldoende: In de eerste week van den oor
log produceerde deze afdeeling een verhaal
over het Britsche leger, waarin er met
trots op gewezen werd. dat dit leger in de
laatste c'ripnonderd jaar nocit langer dan
vijf jaar achtereen werkloos was geweest.
Vooitreffelijke propaganda., vooi Dultsch
land.
Gelukkig zijn de autoriteiten niet onge
voelig gebleken voor de felle critiek. waar
toe al deze onvolmaaktheden aanleiding
hebben gegeven. Het ministerie en zijn
werkwijze zijn over de geheele linie aan een
ingrijpende hervorming onderworpen, met
het gevolg, dat het nu reeds een aardig
eind op weg is, een even doeltreffend
lichaam te worden als lord Northcliffe's
ministerie van propaganda in den laatsten
oorlog. De neutrale correspondenten te
Londen zijn weer in de gelegenheid gesteld
hun berichten in eigen taal en langs tele-
fonischen weg naar hun respectievelijke
landen door te geven en de uitbreiding van
het aantal internationale telefoonlijnen
voor dit doel de eerste weken na het
herstel van telefoonfaciliteiten moest de
heele vastelandsche pers het met één inter
nationale lijn stellen geeft hoop, dat er
spoedig weer met een minimum aan ver
traging zal kunnen worden gewerkt. Te
vens heeft de censuur instructies gekregen
de neutrale pers zoo weinig mogelijk moei
lijkheden in den weg te leggen: het is im-
Zij verleenden geen voorrang.
JONGEN TE ROTTERDAM ZWAAR
GEWOND.
Gistermiddag omstreeks half vijf zijn op
de Mathenesserlaan, hoek Heemraadsingel
te Rotterdam, een personenauto en een
transportfiets, welke laatste bestuurd werd
door den 15-jarigen loopjongen M. de R.,
met elkaar in botsing gekomen. De aanrij
ding ontstond, doordat de auto den wiel
rijder geen voorrang verleende.
Uit het politieonderzoek bleek, dat de
auto eenige oogenblikken te voren ont
vreemd was voor een woning aan de Ro-
chussenstraat. De drie inzittenden, de 18-
jarige los-werkman L. H., zijn 18-jarige
collega J. M. H. van der A. en de 21-jarige
los-werkman A. H. werden in het politie
bureau aan de Oostervantstraat ingesloten.
De wielrijder werd door net rechter
voorwiel van de auto gegrepen, waar
op hij zich trachtte vast te klemmen
aan de treeplank. Toen de bestuurder
van de auto. vermoedelijk A. H. dit
bemerkte, gaf hij vol gas, waardoor de
toen reeds zwaar gewonde knaap de
treeplank moest loslaten en een der
wielen over zich heen kreeg. Het
slachtoffer kreeg een schedelbasis-
fractuur en moest naar het zieken
huis aan den Coolsingel worden ver
voerd, alwaar hij is opgenomen. Zijn
toestand is levensgevaarlijk.
Vr«»9 o«»
PERSONENAUTO IN BOTSING MET
AUTOBUS VAN DE GOOISCHE TRAM.
Drie personen ernstig gewond.
Gisteravondis op het kruispunt Hilver-
sumschewegRijksweg onder Laren een
personenauto, komende uit de richting van
dit dorp. in botsing gekomen met een auto
bus van de Gooische Tramweg-Mij., waar
bij de drie inzittenden van eerstgenoemden
wagen ernstige verwondingen opliepen.
Met groote moeite konden de slachtof
fers, de 52-jarige heer A. van Vemde, uit
Wageningen, zijn dochter en de 24-jarige
student D. Stigter uit Delft, uit den wagen
worden bevrijd. De laatste had een ern
stige hersenschudding gekregen, terwijl de
beide anderen aan het hoofd werden ge
kwetst. De drie gewonden werden in zorg-
wekkenden toestand naar het St. Janszie
kenhuis te Laren vervoerd.
De botsing was zoo hevig, dat de autobus
waarin zich 20 passagiers bevonden, aan
den overkant van den weg terecht kwam.
393
(Ingez. Med.)
In tegenstelling tot den anderen wagen die
gekanteld was, bleef de bus overeind staan
Geen der inzittenden bekwam eenig letsel.
De personenauto was zwaar gehavend.
WIELRIJDER DOOR WAGEN
AANGEREDEN.
Aan de bekomen verwondingen
bezweken.
Gistermiddag had te Amersfoort op den
hoek GaslaanEemstraat een ernstige
aanrijding plaats, die een wielrijder het
leven heeft gekost. De bakkersknecht K.
reed per rijwiel in de Eemstraat en pas
seerde de Gaslaan op het oogenblik. dat
een militaire wagen, met twee paarden
bespannen uit die laan kwam rijden. De
fietser werd gegrepen en tegen den grond
geslingerd. De wielen gingen hem over de
borst, terwijl ook zijn kaak ernstig werd
gewond. Dr. Nieuwenhuizen liet het slacht
offer naar het St. Elisabethzlekenhuls over
brengen, waar het ln den avond aan de
bekomen verwondingen is overleden.
AUTOBOTSING TE ROTTERDAM.
Gistermiddag omstreeks twee uur heeft
in de Gallileistraat te Rotterdam een aan
rijding plaats gehad tusschen een vracht
auto. bestuurd door den 32-jarigen C. J.
op den K„ en een auto, bestuurd door den
49-jarigen L. v. L. De 57-jarige waterstoker
J. Bout, die achterop den laadbak van de
vrachtauto had plaats genomen, werd er
af geslingerd en slogg tegen den grond.
De man kreeg een hersenschudding, als
mede een schedelbasisfractuur en werd ln
zorgwekkenden toestand naar het zieken
huis aan den Coolsingel vervoerd.
mers in Engeland's belang, dat de wan
verhouding tusschen de Duitsche en de
Engelsche berichtgeving in de neutrale pers
ten spoedigste wordt opgeheven en daar
voor is het noodig, dat de neutrale pers
mensehen in Engeland even vrij kunnen
werken als hun collega s in Berlijn. Ook de
Engelsche pers heeft men op alle mogelijke
manieren tegemoet pogen te komen. De
departementen hebben opdracht van het
kabinet gekregen spoediger en uitvoeriger
berichten over de activiteiten van de strijd
machten te verstrekken en een vooraan
staande figuur uit de krantenwereld, lord
Camrose, eigenaar van de „Daily Tele
graph", is een hooge post in het ministerie
van voorlichting gegeven om de belangen
van de pers te behartigen. Al deze dingen
bieden gegronde hoop. dat de eerste en
acute groeipijnen van het 999-koppige
monster nu voorbij zijn en dat de riorm,
die zoo fel over zijn hol in Bloomsbury
heeft gewoed, binnenkort vanzelf zal gaan
liggen.
(Nadruk verboden).
WIELRIJDER DOOR AUTO OVERREDEN
EN GEDOOD.
Gistermorgen is op den Zijlsingel te Haar
lem een ongeluk gebeurd, dat aan den ze
ventigjarigen wielrijder Van R„ uit Heem
stede, het leven heeft gekost.
De wielrijder maakte onverwacht een
zwenking naar links, waardoor hij werd
aangereden door een personenauto, be
stuurd door een inwoner van Hillegom. De
wielrijder viel en kreeg een schedelbasis-
breuk.
Hij werd naar het St. Elisabethgasthuis
vervoerd, waar hij eenigen tijd later is over
leden.
PREDIKBEURTEN.
VOOR WOENSDAG 4 OCTOBER.
Lelden Rem. Geref. Gem.: Nam .84 uur,
ds. Mispelblom Beyer.
Alphen-aan-den-Rjjn Chr. Geref. Kerk?
Nam. 7 1/4 uur, ds. De Jong van Den Haag.
Bodegraven Geref, Gem.: Nam, 74 uur,
ds. Stuivenberg van Benthuizen.
Noordwijk-aan-Zee Geref. Bond 'Juliana-
weg 27)Nam. 74 uur, de heer Beineman van
Den Haag.
NED. HERV. KERK.
Aangenomen: Naar Nieuw-Leusen 'als hulp-
pred.). L. J. Prins, cand. te Groningen; naar
Deil en Enspijk. W. B. A. Smits, cand. te Zut-
phen; naar Vlissingen (als hulppred.), C. Co
lenbrander. cand. te Winterswijk.
Bedankt: Voor Almelo. H. v, d. Loos te Assen
'Evang.).
GEREF. KERKEN.
Beroepen: te Woerden 'als hulppred.), W.
Okkema, cand. te Hulzum 'Fr.).
Aangenomen: Naar Rotterdam-C. 'vac. wijlen
W. J. J. Velders). dr. R. Schippers te Warts-
werd en 'vac. dr. A: Kuyper), A. J. v. Slufjs te
Zonnemaire; naar Loppersum, E. A. van Es te
Warns; naar Wolfheze. G. Toornvliet te Nieu-
werkerk a. d. IJssel, die bedankte voor Klun-
dert.
DOOPSGEZ. BROEDERSCHAP.
Aangenomen: Naar Oldeboorn, mej. da. C.
Soutendijk te Surhuisterveen.
EVANG. LUTH. KERK.
Zestal te Haarlem (vac. G. J. Duyvendak),
'alph.) dr. P. Boendermakerk te Hilversum, R.
Joh. de Boer te Weesp, P. H. Borgers te Apel
doorn, H. J. J. Jaanus te Rotterdam, C. Pel te
Nijmegen en H. L. G. Ouwerkerk te Purmerend.
DS. L. NUGTEREN t
In den ouderdom van 49 jaar is te Oud-
Alblas overleden-ds. L. Nugteren, em. predi
kant der Ned. Herv. Kerk.
Ds. Nugteren werd 17 Maart 1890 geboren
en in 1916 candidaat om 15 April 1917 te
Bleiswijk het predikambt te aanvaarden. In
1921 verwisselde hij deze standplaats met
Giessen-Nieuwkerk waar hem om gezond
heidsredenen met ingang van 1 September
1938 eervol emeritaat verleend werd.
Hij vestigde zich daarop metterwoon te
Oud-Alblas.
BUITENLANDSCH GEMENGD.
MIJNRAMP IN MEXICO
Vele slachtoffers.
In de mijn Palau in den Mexicaanschen
staat Coahuila heeft zich Zondag een
mijngasontploffing voorgedaan, waarbij 69
arbeiders omgekomen en twee zwaar ge
wond werden. Bovendien zijn nog 60 mijn
werkers opgesloten. Het reddingswerk is
in vollen gang, doch stuit op groote moei
lijkheden.
Pittman heeft als voorzitter van de
Amerikaansche senaatscommissie voor
buitenlandsche zaken het nieuwe wets
ontwerp op de neutraliteit bij den se
naat ingediend met een verklaring,
waarin hij het huidige embargo op wa-
penuitvoer als ten gunste van Duitsch-
land aan de kaak stelde. Het nieuwe
wetsontwerp, zoo zeide hij, dat dit
embargo opheft, is een der belang
rijkste maatregelen, die ooit in het
congres zijn ingediend en die ten doel
heeft, de Vereenigde Staten buiten een
Europeeschen oorlog te houden.
Voortgaande zeide Pittman: Isolatio-
nisten beweren, dat een opheffing van het
embargo een begunstiging zou vormen van
Engeland en Frankrijk, omdat zij de At
lantische handelswegen beheerschen. „Ik
zou het andersom kunnen zeggen en ver
klaren, dat de handhaving van het embar
go een onderscheid maken is ten gunste
van Duitschland, omdat het Engeland
dat door water omringd is verhindert,
op onze markten wapens, munitie en oor
logstuig te koopen, terwijl Duitschland, dat
een landmogendheid is, toegang heeft tot
wapens, munitie en oorlogstuig, dat ver
vaardigd kan worden in Rusland, Italië, Roe
menië, Zuid-Slavië en andere landen."
Volgens de bestaande wet zou Duitschland
andere goederen dan wapens, via neutrale
landen kunnen importeeren. Wanneer het
regeeringsontwerp van kracht wordt, moe
ten exporten voor Duitschland met Duit
sche schepen worden vervoerd.
„Geen enkele zoo ernstige toestand heeft
de wereld in heel de historie bedreigd als
de huidige Europeesche worsteling", ver
klaarde Pittman verder.
Gelukkig ziet het er naar uit, alsof er
om in dezen oorlog te worden gesleept, zoo-
als ons dat gebeurde in den wereldoorlog,
zoolang wij handelen in overeenstemming
met de in het internationale recht aan
vaarde beginselen en onzen onderdanen
verhinderen zich te onderwerpen aan ver
nieling in den krankzinnigen oorlog, die in
Europa woedt."
Amerikaansche schepen zullen geen han
del mogen drijven met oorlogsvoerenden,
omdat „het onmenschelijke en onwettige
dooden van onze zeelieden in volle zee"
verantwoordelijk was voor het feit, dat
Amerika den vorigen oorlog introk.
Voortgaande vroeg Pittman: bestaat
er eenige twijfel, dat Duitschland, be
werende, dat duikbooten niet veilig
naar de oppervlakte kunnen opstijgen
en op schepen een onderzoek instellen
naar contrabande, dezelfde politiek
den onbeperkten duikbootoorlog zal
gaan voeren, zooals het dat deed in
Maart 1917?
Bestaat er eenige twijfel, dat wan
neer de oorlog lang genoeg duurt en de
toestand der landen wanhopig wordt,
zij hun toevlucht zullen nemen tot
iederen vorm van vernieling van con
trabande en schepen, die contrabande
vervoeren?
De bepaling in het ontwerp betreffende
credieten voor 90 dagen zou volgens Pitt
man niet in strijd komen met de Johnson
Act, die leeningen verbiedt aan landen,
welke achterstallig zijn met hun betalingen
van oorlogsschulden. Bovendien heeft de
Johnson Act geen betrekking op gewone
handelszaken.
De publieke tribunes van den senaat wa
ren vol gespannen toehoorders, senator
Borah verdedigde de zaak der isolationisten
welke voorstanders zijn van handhaving
van het wapenembargo, terwijl zij in be
ginsel accoord gaan met verschepingen van
andere goederen op voorwaarde van con
tante betaling en transport in de schepen
van den kooper.
Pittman zeide verder nog: „Het was het
den oorlog instuwde", welke uitlating hij
in den mond nam, toen hij een veroordee
ling uitsprak van „de mannen in hooge
functies", die beweerden, dat Wilson de
Vereenigde Staten den vorigen oorlog in ge
leid had en dat Roosevelt thans de Veree
nigde Staten eveneens den oorlog in leidde.
Senator Borah zeide. dat wanneer het
congres het wapenembargo ophief, hij niet
inzag, op welke wijze de Vereenigde Staten
zouden kunnen weigeren legers te zenden
om de geallieerden te helpen, „in hun uur
van grooteren nood, wanneer dat uur onge
lukkigerwijze mocht intreden".
Wapens, munitie en oorlogstuig zijn za
ken, waarmede gevochten wordt, leven
wordt vernietigd. Wij zullen in oorlog zijn
vanaf den tyd, dat de machinerie in bewe
ging is gesteld, die dit gereedschap naar de
plaats van den oorlog brengt."
Ten aanzien van het voorstel, volgens
hetwelk slechts tegen contante betaling ver
kocht zou worden, zeide Borah: „onderstel,
dat deze oorlog eenige jaren zal duren, wie
zal dan tot het Engelsche volk durven zeg
gen: ge kunt onze hulp krijgen, wanneer ge
contant betaalt. Men kan niet tegelijk na
tionale weldoener en Shylock zijn. Indien
DS. C. H. HAGEN.
Morgén herdenkt ds. C. H. Hagen, Ned.
Herv. predikant te 's Hertogenbosch, den
dag waarop hij voor 25 jaar zijn intrede
deed in deze gemeente.
Cornells Hendrik Hagen werd 20 Maart
1878 te Leiden, waar zijn vader, wijlen ds.
H. G. Hagen de laatste der vrijzinnige pre
dikanten in Ned. Herv. Kerk was, geboren.
Hij ontving zijn opleiding aan het gymna
sium te L eiden en studeerde aan de R.U.
aldaar theologie om in 1903 candidaat te
worden in Noord-Brabant. 24 April 1904
aanvaardde hij zijn ambt in zijn eerste ge
meente te Heenvliet waar hij intrede deed
met Rom. 1 16, na te voren te zijn bevestigd
door prof. dr. L. Knappert van Leiden. In
1906 vertrok de jubilaris naar Neede, welke
standplaats in 1911 met Westwoud verwis
seld werd om 4 October 1914 in zijn tegen
woordige gemeente te worden bevestigd door
zijn voorganger, dr. Herderschee, waarna de
jubilaris intrede deed met 2 Cor. 124.
OUD-PREDIKANT TE LISSE.
Wijlen ds. G. Tichelaar.
Na een langdurig lijden is te Zeist, waar
hij sinds zijn emeritaat woonde, overleden
ds. G. Tichelaar, em. predikant der Ned.
Herv. Kerk.
Ds. Tichelaar stond het laatst in de ge
meente Lisse. waar hij de algemeene hoog
achting genoot.
Gerrit Tichelaar werd 22 Sept. 1889 te
Staphorst, waar zijn vader predikant was,
geboren. Hij bezocht het gymnasium te
Sneek en studeerde aan de R U. te Utrecht
theologie waar bij de tijd- en clubgenoot
was van de hoogleeraren dr. Tj. L. Haitjema
niet voldoende redenen zijn voor de vrees land, dat het congres der Vereenigde Staten
het de oprechte bedoeling is wapenen te en ds. J. Severijn. In 1912 candidaat gewor-
verschaffen nnrtat. rfe rtemncr.He hohcHen den bevestigde zijn vader hem 30 Maart 1913
te Wilsum (O.) in zijn eerste gemeente. Van
daar vertrok hij in 1917 naar Klundert,
welke standplaats in 1922 met Leiderdorp
verwisseld werd. In 1926 werd de overledene
predikant te Groningen en 27 Sept. 1931
bevestigde zijn zwager, ds. H. Bakker van
Amsterdam hem te Lisse in zijn laatste ge
meente. die hij tot aan zijn emeritaat dat
hem eenige maanden geleden wegens voort
durende ongesteldheid verleend werd, ge
diend heeft.
Ds. Tichelaar was te Leiderdorp bestuurs
lid van de Chr. HJ.S. te Leiden en in Gro
ningen secretaris van het curatorium van
het Willem Lodewijkgymnasium en voorzit
ter van regenten van het Groene Weeshuis
en van de commissie voor Inwendige zen
ding.
In Lisse was ds. Tichelaar voorzitter van
de afd. Hillegom van het Ned. Bijbelgenoot
schap. van de Herv. scholen en van de Chr.
Oranjevereeniging. Van zijn hand zagen
twee voordrachten het licht: „De zedelijke
beteekenis van den arbeid" en „De onrust
der ziel".
De teraardebestelling van het stoffelijk
overschot zal a.s. Donderdag op de Nieuwe
begraafplaats te Lisse plaats vinden. Te
voren zal om 1 uur in de Herv. Kerk een
rouwdienst plaats vinden.
S—3
verschaffen, opdat de democratie behouden
blijft, dan zult gij die wapenen geven. Wij
kunnen niet tot de wereld zeggen: wij zul
len de beschaving helpen, en ln den zelfden
adem daaraan toevoegen: wij helpen alleen
tegen contante betaling. Persoonlijk zie ik
in den tegenwoordigen oorlog niets anders
dan een nieuw hoofdstuk in het bloedige
boek der Europeesche machtspolitiek".
Borah waarschuwde tenslotte de oorlog
voerende landen de Amerikaansche rechten
niet te schenden. „Ik hoop, dat wij bulten
den oorlog kunnen blijven, zeide hij. „Ik
weet niet. of dat mogelijk is: het ligt in
Gods hand". Een aantal senatoren drukten
Borah na zijn rede de hand, ook Pittman
De vergadering weTd daarop verdaagd.
O
William Green, de voorzitter van de Ame
rikaansche federatie van den arbeid, heeft
verklaard, dat de federatie bereid is, Roo-
sevelts plan tot opheffing van het wapen
embargo te steunen, mits deze opheffing de
Vereenigde Staten niet in den oorlog zou
verwikkelen.
Het jaarverslag van de „American Fede
ration of Labor" maakt melding van een
opleving van den boycot van Duitsche en
Italiaan'sche goederen als protest tegen de
agressie, welke den Europeeschen staten den
oorlog heeft opgedrongen.