iNDER
BINNENLAND Onze Indische Luchtpostbrief
RADIO!
Vragen uit het publiek
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Vrijdag 29 September 1939
Algemeen steuncomité 1939
Het vischvraagstuk en de
builenlandsche trawlers
Steun aan telers van
tuinbouwgewassen
Britsche vliegtuigen
boven ons land
De luchtpostverbinding met Nederland -- De zorg
voor de dienstplichtigen Bijzondere machtiging
voor de regeering Oude bepolingen voor
het notariaat - Teelt van zoeiwatervisschen
En het officieele antwoord
INITIATIEF VAN PRINSES JULIANA.
Naar wij vernemen wordt op initia
tief van H. K. H. Prinses Juliana de
oprichting voorbereid van een alge
meen steuncomité 1939, tot leniging
van nooden, ontstaan door de buiten
gewone omstandigheden.
Het Nationaal fonds voor bijzondere
nooden en de Koninklijke vereeniging
voor steun aan miliciens zijn uitgenoo-
digd hun organisaties voor dat doel
beschikbaar te stellen. Nadere mede-
deelingen omtrent samenstelling en
werkwijze van het comité zijn binnen
enkele dagen te verwachten.
(Reeds in een gedeelte van onze
vorige oplaag geplaatst).
DE NEDERLANDSCHE GEZANT IN
WARSCHAU IN ONS LAND.
De Nederlandsche gezant te Warschau,
mr. J. J. B. Bosch ridder van Rosenthal, is
gisteravond met familie in Den Haag aan
gekomen. waar hfj zfjn intrek nam in Hotel
Wittebrug.
Niettegenstaande de geheele Hollandsehe
trawlervioot wegens het oorlogsgevaar stil
ligt. blijven de Deensche en Belgische traw
lers geregeld doorvisschen op verschillende
plaatsen van de Noordzee.
De besommingen die deze schepen maken,
zijn zeer hoog. tengevolge van de hooge
vlschprijzen. Volgens Ingekomen berichten
ondervinden deze buitenlandsche trawlers
geen hinder bij het uitoefenen der vis-
scherlj. Zoolang het weer gunstig blijft kan
nog op kleine aanvoeren der kustvisschers
gerekend worden. Indien echter het weer
omslaat, kunnen deze kleine vaartuigen de
kustvisscherij niet meer uitoefenen zoodat
de vischaanvoer uitsluitend van buiten
landsche trawlers zal afhangen.
DISTRICTSCOMMANDANTEN
RIJKSVELDWACHT.
De minister van justitie heeft besloten:
a. Met ingang van 1 October den districts
commandant der rijksveldwacht F. H. A. H.
Tielens eervol te ontheffen van zijn aan
wijzing als plaatsvervanger van den in
specteur der rijksveldwacht bij diens afwe
zigheid. belet of ontstentenis.
b. Den heer Tielens te ontheffen van het
beheer van het vierde district der rijks
veldwacht, met standplaats 's-Gravenhage,
en hem te stellen aan het hoofd van het
vijfde district der rijksveldwacht, met de
standplaats Middelburg.
c. Den heer A. E. van der Lely, districts
commandant der rijksveldwacht te onthef
fen van het beheer van het vijfde district
der rijksveldwacht, met de standplaats
Middelburg en hem te stellen aan het
hoofd van het vierde district der rijksveld
wacht met de standplaats 's-Gravenhage.
Het in deze beschikking onder b. en c.
bepaalde treedt in werking op den dag.
waarop de heer Tielens ophoudt wegens
oorlog, oorlogsgevaar of buitengewone om
standigheden in militairen dienst te zijn.
De minister van economische zaken
heeft bepaald, dat uit het landbouw
crisisfonds aan hen, die als teler van
gewassen van den tuinbouw zijn aan
gesloten bij de stichting Nederlandsche
groenten- en fruitcentrale en op den
dag der uitkeering geacht kunnen wor
den hun bedrijf alsnog uit te oefenen,
steun zal worden verleend tot een be
drag van ten hoogste f. 1.455.000.
De regeeringspersdienst meldt:
In de pers is vermeld dat eergisternacht
boven plaatsen in het midden van ons
land motorgeronk is waargenomen.
Als uitkomst van officieele onderzoekin
gen is komen vast te staan, dat in den
nacht van Woensdag op Donderdag op
zeer groote hoogte boven ons land enkele
vreemde vliegtuigen in Oost-Westelijke
richting gepasseerd moeten zijn. Daar er
op verschillende plaatsen in het Oosten
van het land in het Duitsch gestelde Brit
sche propaganda pamfletten gevonden zijn
kan worden aangenomen dat het uit
Duitschland terugkeerende Britsche vlieg
tuigen zijn geweest.
Blijkens de ontvangen rapporten zijn
de vliegtuigen door ons luchtafweergeschut
op verschillende plaatsen onder vuur ge
nomen.
De regeeringspersdienst meldt verder
dat in den afgeloopen nacht omstreeks 12
uur een onbekend vliegtuig boven het mid
den van ons land heeft gevlogen.
AFLEVERING VAN SMEEROLIE
EN DONKERE OLIE.
De minister van economische zaken heeft
artikel 7 der smeerolie-beschikking gewij
zigd. als gevolg waarvan het aan een on
derneming is verboden, zonder een daartoe
van den directeur verkregen schriftelijke
vergunning, in elk tijdvak van 30 dagen, te
rekenen vanaf 1 October, van iedere groep
van smeerolie, ongeacht of zij de smeer
olie hier te lande heeft betrokken dan wel
hier te lande heeft ingevoerd:
a Aan elk harer afnemers, die ln het
tijdvak van 1 Augustus 1938 tot en met 31
Juli 1939 smeerolie van haar heeft betrok
ken. een grootere hoeveelheid te verkoopen
of af te leveren dan overeenkomt met 70
ten honderd der gemiddeld per 30 dagen
in het tijdvak van 1 Augustus 1938 tot en
met 31 Juli 1939 aan elk dezer afnemers
van elk dier groepen van smeerolie afge
leverde hoeveelheid.
b. In totaal een grootere hoeveelheid te
verkoopen of af te leveren dan overeen
komt met 70 ten honderd der gemiddeld
per 30 dagen in genoemd tijdvak afgele
verde hoeveelheid
Voor donkere olie geldt hetzelfde.
De verboden zijn niet van toepassing op
verkoopen en afleveringen aan of ten be
hoeve van de bevoegde militaire autori
teiten en instanties, mits van de verkochte
of afgeleverde hoeveelheden onverwijld op
gave wordt gedaan aan den directeur.
HET VERKOOPVERBOD VOOR
CEMENT.
De minister van Economische Zaken ves
tigt er de aandacht van belanghebbenden
op. dat de directeur van het rijksbureau
voor bouwmaterialen heeft besloten de dis
pensatie van het verbod cement te ver
koopen of af te leveren, zonder daartoe
van hem verkregen schriftelijke vergun
ning. met Ingang van 1 October 1939 op
te heffen, indien en voor zoover deze han
delingen geschieden door producenten en
Importeurs van cement.
Onze Indische correspondent schrijft ons
uit Batavia:
Wel mochten wij in onzen vorlgen brief de
vrees uitspreken, dat de Indische luchtpost
brieven niet meer op de gewone normale
vlugge wijze zouden overkomen ln deze ab
normale omstandigheden. Deze verbinding
ls dadelijk een van de meest kwetsbare ge
worden en de pogingen tot herstel blijven
het voorwerp van elk gesprek, zoodra twee
Nederlanders in Indië bij elkaar komen en
over den oorlog zijn uitgepraat.
Wat is men ln de afgeloopen Jaren, dat
deze brieven regelmatig naar Nederland
vliegen, toch in buitengewone mate verwend
en bevoordeeld, en wat zal het moeilijk zijn
om aan de oorlogsche onregelmatigheid te
wennen.
Intusschen hebben vele families door mid
del van de radio-telefoon toch met elkaar
kunnen spreken. Op die wijze hebben ouders
nog kunnen praten met hun studeerende
DE „VAN KINSBERGEN" NAAR
WEST-INDIE.
Maandag a.s. zal het nieuwe artillerie-
instructieschip „Van Kinsbergen" naar
West-Indië vertrekken onder commando
van den kapitein luitenant ter zee J. L. K.
Hoeke.
Dit is de eerste groote reis, welke het
schip zal maken.
COMMISSIENOTEERING
NEDERLANDSCHE BOTER.
De commisslenoteering voor Nederland
sche boter is gisteren vastgesteld op 80 ct.
per Kg.
DE BOTERHEFFING.
Het bedrag van de heffing en steunuit-
keering op boter, is, behoudens tusschen-
tijdsche wijziging, voor de week van 28
September tot 5 October vastgesteld op 60
cent per K.G. (onveranderd).
BETALING SCHADELOOSSTELLINGEN.
Krachtens de algemeene vorderings-
wet 1938.
Men meldt ons van bevoegde zijde, dat
personen aan wie. door de militaire auto
riteiten een bewijs van ter-beschikking-
stelling is uitgereikt krachtens de alge
meene vorderlngswet 1938, zich voor de be
taling van schadeloosstelling kunnen wen
den tot den administrateur van de militaire
autoriteit, die gevorderd heeft.
Naam, rang en functie van deze militaire
autoriteit staan zoowel op het vorderings-
lormulier als op het bewijs van ter be
schikking-stelling vermeld.
kinderen in Nederland, en hun stemmen
even kunnen hooren. Zoo noodig om hen te
vermanen zoo spoedig mogelijk naar het
meer veilige Indië terug te keeren. Of in an
dere gevallen spraken echtgenooten met
hun vrouwen, die zoo snel als maar eenlgs-
zins wenschelijk was. naar Indië moesten
terugkeeren. Maar ook waren er de gesprek
ken met ouders in Nederland, die hun kin
deren hier even willen spreken, of wien de
kinderen moed wenschten in te spreken.
Vele verlofaanvragen ingetrokken.
Uiteraard hebben honderden hun verlof-
aanvrage naar Nederland ingetrokken, soms
gedwongen, soms op grond van de gedachte,
dat men niet zes jaar achtereen in Indië
heeft gezeten om nu acht of zeven maan
den ln Nederland broodkaarten te gaan ha
len of voor steenkolenman te spelen. Van
daar dat mailbooten zeer leeg zijn en vrij
wel alleen door diegenen zijn bezet, wier
familieleden reeds eenlgen tijd geleden naar
Holland waren vertrokken. Voor het overige
is men blij in Indie te zijn, waar nog geen
volledige mobilisatie is, geen distributie
systeem zal komen en ledereen wel een hap
rijst weet te vinden.
Het ls een voorwerp van algemeene aan
dacht. hoe de zorg zal zijn voor diegenen,
die hier extra onder de wapenen moeten
komen, ook al ls er geen mobilisatie. Blijk
baar staat het Indische Gouvernement hier
nog voor groote problemen. Het komt ook
onjuist voor, als voor de oplossing van de
daarbij rijzende moeilijkheden alles aan het
persoonlijk initiatief van den werkgever zou
worden overgelaten. Die een oplossing ln
sommige gevallen ook niet kan geven.
Wat het Gouvernement betreft, is de op
lossing betrekkelijk gemakkelijk, omdat hier
de gehuwde het volle salaris blijft ontvan
gen, en de ongehuwde na eenlgen tijd de
helft, terwijl voor een ongehuwde kostwin
ner een bijzondere regeling geldt. Maar voor
de groote en kleine particuliere onderne
mers. die bovendien in vele gevallen met
zeer zakelijk denkende directies in Neder
land te maken hebben, welke alleen op de
grootte van het winst- en verliescijfer let-
Con keus Uit Het beste.
L.A- moet 1
V'M
drfnowimtie-
DE THEE WORDT DUURDER.
Met ingang van heden wordt de winkel
prijs van thee twee cent per ons verhoogd,
aldus meldt de „Msb."
393
(ïngez. MedJ
HM. DE KONINGIN NAAR
DE SPOORWEGTENTOONSTELLING.
Het ligt in het voornemen van H. M. de
Koningin om morgenochtend a.s. te onge
veer 10.45 uur een bezoek te brengen aan
de spoorwegtentoonstelling te Amsterdam.
NEDERLANDERS IN HET BUITENLAND.
De heer De Marchant et d'Ansemburg
heeft aan den minister van sociale zaken
de volgende vragen gesteld:
1. Is het den minister bekend, dat een
groot aantal in het buitenland vertoevende
Nederlandsche gezinnen, waaronder vele.
die door de arbeidsinspecties gedwongen
werden in het buitenland werk te zoeken,
en waarvan het hoofd tengevolge van de
mobilisatie ln werkelijken dienst is geko-
m-n, in groote moeilijkheden verkeeren?
2. Zijn reeds maatregelen genomen of
in overweging om deze gezinnen op vol
komen gelijkwaardige wijze te behandelen
als die, welke ln Nederland verblijven?
3. Indien vraag 2 ln ontkennenden zin
moet worden beantwoord, is de minister
dar. bereid, te bevorderen dat aan de be
trokken gezinnen of de gelegenheid wordt
geboden door flnancieele nulp der over
heid naar Nederland te komen, of dat
hun de kostwinnersvergoeding wordt over
gemaakt op zulk een wijze, dat snelle uit
betaling verzekerd ls?
Mr. GOSELING VOORLOOPIG GEEN
KAMERLID.
Naar wij vernemen heeft het lid van de
Tweede Kamer, de heer mr. J. H. van
Maarsseveen in verband met het aftreden
van mr. C. Goseling als minister van justitie
zijn zetel bij den aanvang van het nieuwe
zittingjaar ter beschikking gesteld.
Mr. Goseling heeft echter gemeend in de
huidige omstandigheden, mede Ir verband
met zijn opkomst in militairen dienst, de
zaak vooralsnog ln beraad te moeten
houden.
Het tijdstip waarop mr. Goseling tus-
schentijds in de Tweede Kamer zal terug
keeren. staat dus nog niet vast.
Vraag: Hoe ls in tijd van mobilisatie de
officiersopleiding geregeld?
Antwoord: Bij het op voet van oorlog
brengen van de landmacht houden de ver
schillende scholen voor reserve-officieren
op te bestaan en wordt de z.g centrale on
derwijsinrichting opgericht.
Dit is ook thans het geval geweest en be
houdens enkele uitzonderingen geschiedt de
opleiding tot reserve-officier voor alle wa
pens en dienstvakken aan deze inrichting.
Vraag: Wanneer beginnen de verschil
lende opleidingen voor reserve-officier?
Antwoord: Op 18 September J.l. zijn aan
gevangen de opleidingen tot reserve-offi
cier bij: de infanterie, de wielrijders, de be
reden artillerie, de onbereden artillerie, de
pontonniers en torpedlsten. de militaire ad
ministratie.
Op 4 October a.s. vangen de opleidingen
tot reserve-officier aan bijde cavalerie, de
genie, de luchtstrijdkrachten, den motor-
dienst.
Vraag: Welke jongelieden komen in aan
merking om vorenbedoelde opleidingen tot
reserve-off icier te volgen?
Antwoord: 1. een getal, door den minister
reeds aangewezen jongelieden, die toelating
hebben verzocht tot een der opleidingen
voor reserve-officier met de bedoeling het
volgend jaar mede te dingen naar plaatsing
bij de opleiding tot beroepsofficier.
2. Jongelieden, behoorende tot de lichting
1939 en die bij de Indeeling dezer lichting
rijn bestemd voor de opleiding tot reserve-
officier.
3. Een nader door den minister te bepa
len getal dienstplichtigen van oudere lich
tingen dan de lichting 1939 die bij de in-
I deeling van de lichting, waartoe zij behoo-
'en zijn aangewezen voor de officiersop
leiding en thans in verband met de alge-
I meene mobilisatie ln werkelijken dienst
|zijn gekomen.
Vragen, met betrekking tot deze
rubriek, rlchte men niet aan onzo
redactie, maar uitalultend aan de
Radio-Controle-Commissie, Mau-
rltskadc 17, Den Haag.
Vraag: Worden alle Jongelieden, die bij
de indeeling van de lichting, waartoe zij
behooren, zijn aangewezen voor de offi
ciersopleiding. nu ook in de gelegenheid
gesteld een dergelijke opleiding te volgen?
Antwoord: Het streven van den minister
van defensie is er op gericht deze jongelie
den zooveel mogelijk in de gelegenheid te
stellen een opleiding tot reserve-officier te
volgen.
De praktische mogelijkheid hiervan wordt
onderzocht. Reeds thans wordt er echter op
attent gemaakt, dat jongelieden, aan wie
vier of meer achtereenvolgende jaren uit
stel van eerste oefening werd verleend, als
regel niet meer voor de officiersopleiding
in aanmerking komen, ook al waren zij
daarvoor bestemd.
Vraag: Komen jongelieden, die de eerste
oefening reeds hebben volbracht en door
de mobilisatie thans ln werkelijken dienst
zijn, nog in aanmerking voor de officiers
opleiding?
Antwoord: Deze jongelieden komen voors
hands niet voor de officiersopleiding in
aanmerking. Mochten de omstandigheden
dit echter noodzakelijk of gewenscht ma
ken. dan kunnen daaromtrent nadere be
palingen worden gegeven.
Vraag: Wordt er door de mobilisatie af
geweken van den elsch, dat een jongeman
om in aanmerking te komen voor de toe
lating tot een der officiersopleidingen in
het bezit moet zijn van een einddiploma
H.B.8. van S-jarige cursus, gymnasium of
daarmede overeenkomend diploma?
Antwoord: Van de elschen voor toelating
tot de officiersopleiding wordt ln geen en
kel opzicht afgeweken en het ligt ook niet
ln het voornemen om dit ln de toekomst
te doen.
Vraag: Bestaat voor een dienstplichtige,
die thans ln werkelijken dienst is, de eerste
oefening nog niet heeft vervuld en die niet
ls aangewezen voor de opleiding tot reser
ve-officier, de mogelijkheid om alsnog voor
deze Opleiding te worden bestemd?
Antwoord: Door het op voet van oorlog
brengen van de landmacht is een buitenge
woon groot aantal dienstplichtigen, die bij
de Indeeling van hun lichting reeds zijn
aangewezen voor de opleiding tot reserve-
officier, in werkelijken dienst gekomen. Al
lereerst wordt getracht deze Jongelieden ln
de gelegenheid te stellen, de officiersoplei
ding te volgen. Dit maakt, dat voor anderen
de kans om alsnog voor de officiersopleiding
te worden aangewezen, niet groot is. Ech
ter zal zooveel als mogelijk ls. met de be
langen van de daarvoor ln aanmerking
komende dienstplichtigen rekening worden
gehouden.
Vraag: Komen buitengewone dienstplich
tigen, die overigens daarvoor geschikt zijn,
bij oproeping ln werkelijken dienst voor de
officiersopleiding ln aanmerking?
Antwoord: Hieromtrent zullen te zijner
tijd nadere bepalingen worden gegeven,
welke uiteraard ten nauwste samenhangen
met de vraag, hoe de thans Ingetreden toe
stand zich voor Nederland ontwikkelt.
Vraag: Is het Juist, dat ongehuwde oud
officieren van het Indische leger, niet ouder
dan 50 jaar zich als vrijwilliger in hun
rang kunnen aanmelden bij een der leger-
depots, onder overlegging van pensioens-
acte en bewijs van goed gedrag?
Antwoord: Ja, de gelegenheid bestaat,
doch de beoordeeling omtrent de geschikt
heid berust bij de militaire autoriteit.
Vraag: Is het Juist, dat betrokkenen
daarbij hun verlangens tot een bepaald
depot kunnen kenbaar maken?
Antwoord: Ja.
Vraag: Is het juist, dat betrokkenen zich
met hun verzoek dienen te wenden tot het
centraal bureau voor aanneming van per
soneel. Jan Pieterszoon Coenstraat no. 49
te Den Haag?
Antwoord: Neen. de betrokkenen dienen
zich te melden bij den commandant van
een van de depots van het wapen, waarbij
zij vroeger gediend hebben.
ten, en de instructies daaromtrent moeten
volgen, ligt de zaak anders.
Hier heeft het overleg tusschen het Indi
sche Gouvernement en den Ondernemers-
bond, te zamen met liet Algemeen Land-
bouwsyndicaat geleid tot het geven van
eenige richtlijnen. Het voornaamste ls, dat
de dienstbetrekking door het onder de wa
penen roepen niet wordt verbroken, doch
gehandhaafd blijft. Wel ls niemand ver
plicht zich aan dit advies te houden, maar
verwacht mag worden, dat de leden van
deze belde organisaties zich als goed vader
lander zullen gedragen ten opzichte van die
genen. die opgeroepen worden ons land en
onze belangen, dus ook die van hen, te ver
dedigen.
Moeilijker is het voor den grooten en klei
nen middenstand, die soms met slechts een
of twee man Europeesch personeel werkt en
waarvan de zaak de extra-kosten van de
vervangers der dienstplichtigen soms niet
kan dragen. In dat geval zouden zij, die toe
vallig het ongeluk hebben bij een minder
kapitaalkrachtige zaak te dienen, het kind
van de rekening worden, en dit zou met den
besten wil dier werkgevers niet te voorko
men zijn dan alleen door zichzelf om zeep
te helpen. Het blijft daarom noodzakelijk,
dat voor de gehuwde opgeroepenen van
Gouvernementswege een voorziening wordt
getroffen. Desnoods moeten dit dan maar de
extra-kosten zijn van de Indische non-mo-
blllsatie.
Zooals er den laatsten tijd zooveel regelin
gen komen Wellicht hamstert men hier en
daar ln Indie wat, maar dit schijnt zich toch
voornamelijk te beperken tot Australische
boter, paté en cavlaar! In de andere geval
len wacht men waarschijnlijk gelaten de
prijsverhooglngen af van de importgoede
ren, die door de verhoogde vrachtprijzen en
de gestegen molestpremie natuurlijk nog
slechts ln beperkten getale en tegen hoogere
kosten Indië zullen binnenkomen. De voor-
looplge maatregelen der Regeering zijn
slechts gericht tegen de onnoodige prijsop
drijving. Op den duur ls de stijging der prij
zen van de nieuwe geïmporteerde goederen
toch niet te voorkomen.
De machtigingen voor de regeering.
Naast deze pogingen om de prijzen iets ln
de hand te houden, staat de machtiging, die
de Regeering aan den Volksraad heeft ge
vraagd om zoo noodig de bevolking en on
dernemingen te dwingen tot den teelt van
bepaalde gewassen. Deze maatregel was ge
boden om de rijstvoorzlening in elk geval
zeker te stellen, ook Indien de oorlogvoeren
de mogendheden bepaalde verbindingslijnen
zouden hebben verbroken.
De Gouverneurs en Residenten zijn. nu
bevoegd verklaard om overal gronden aan
te wijzen, waarop voedselgewassen moeten
verbouwd worden.
Een andere voorziening, die de Regee
ring heeft getroffen, ls het vragen van een
algemeene machtiging om ln tijden van
oorlog of oorlogsgevaar zoo noodig alle
mogelijke diensten van autonome gemeen
schappen en de burgerij te vragen. Alsdan
zullen alle burgers van 16 tot 60 jaren ln
's Lands belang werkzaam kunnen worden
gesteld voor bepaalde diensten, dan wel
zullen zij aangewezen kunnen worden om
zich voor bepaalde werkzaamheden te be
kwamen. Zelfs gaat de regeling zóóver, dat
deze nieuwe algemeene machtigings-ordon-
nantie tegen alle bestaande wettelijke re
gelingen ln zal kunnen gaan.
Veel medewerking van den
Volksraad.
Wat den Volksraad betreft, heeft de Re
geering bij haar voorstellen niet te klagen
over gebrek aan medewerking. Niet alleen
dat deze en andere spoedordonnantles op
de snelste wijze zijn behandeld en aange
nomen, maar in een extra-zitting zijn nog
nadere regelingen besproken. Volgens de
Indische Staatsregeling moet namelijk de
eerste gewone zitting van den Volksraad op
15 September gesloten worden, doch de Re
geering besloot haar te verlengen, omdat
zij het wenschelijk achtte, dat het College
ln zijn geheel, en niet uitsluitend het vijf
tiental leden van het College van Gedepu
teerden, over deze belangrijke aangelegen
heden zou beslissen.
Een der ordonnantiën was de wijziging
van de bepalingen omtrent het notariaat
ln Indië, waarvan sommige reeds haar oor
sprong vinden in een oud placaat van 1729,
dus van meer dan twee eeuwen geleden.
Het is te begrijpen, dat er sindsdien ook op
dit terrein wel het een en ander is ver
anderd, zelfs in Indië. Omdat de Indische
notarissen toentertijd weinig zorg voor hun
protocol hadden, was de regel, dat de op
volger van een overleden notaris de pro
tocollen en registers van zijn voorganger
onverwijld naar den Raad van Justitie
moest overbrengen. Waar het bezwaar van
die weinige zorg thans niet meer geldt, is
het ter vermijding van rompslomp weer
geoorloofd om althans de nieuwere proto
collen op de notariskantoren te laten be
waren, terwijl de stukken van meer dan
vijftien Jaren oud zullen worden overge
bracht.
In de branding van deze droeve tijden is
het een verademing om te kijken over een
stillen landelijken vijver, en zoo nu en
dan eens een vlsch boven het water te zien
uitschieten, die met wat breede oppervlak
kige kringen de diepe rust van het water
verstoort. Doch ook daarbij heeft men zelf»
Indische problemen.
Zoo zijn er bij de suikerfabrieken soms
kunstmatige meren voor irrigatie-doelein
den, waar men geprobeerd heeft eenlgszins
grootere zoetwatervlsschen te telen, waar
onder ook karpers. Ofschoon er een paar
jaar achtereen met dat doel duizenden
exemplaren jonge pootvlsschen zijn uitge
zet, is gebleken, dat er toch heel weinig
resultaten zijn behaald. Men slaagt er niet
in de visch in behoorlijke hoeveelheid te
bemachtigen en men bemerkt, dat er ook
betrekkelijk weinig levenskracht ln zit.
Nu zal dit wel aan verschillende oorza
ken zijn te wijten. Zoo levert het kunstma
tige van dergelijke meren weinig voedings
stoffen op, zoodat het water schraal ls en
er niet veel groeit. Op zichzelf ls daar wei
nig verbetering ln te brengen, daar de wa
tervoorziening voor de suikerfabrieken
uiteraard nummer één blijft en daarna
ook de bevloeling van de natte en droge
rijstvelden er door geregeld moet worden.
Daarbij komt. dat de buurt veelal een rij
kelijk groot aantal stroopers bevat, die zich
van de pachters van het vlschwater niets
aantrekken en op hun Inlandsche wijze eik
vlscbje, hoe klein ook, trachten te bemach
tigen. Waarschijnlijk zijn deze proeven dus
tot mislukking gedoemd.
(Nadruk verboden).
2—3