Bloembollen als veevoeder - Défilé te Alkmaar - In het inundatie-gebied
80ite Jaargang LEID5CH DAGBLAD Tweede Blad
Vlucht uit Moskou
FEUILLETON
i^—y
EEN POOLSCHE GEPANTSERDE TREIN BIJ.
LOCHOWA NA EEN AANVAL DOOR DE
DUITSCHE LUCHTMACHT.
LANGZAAM MAAR ZEKER verdwijnt de „Houtman", het fraaie mailschip
dat na 25 jarigen dienst in de Indische wateren door de scheepsslooperij „Hol
land" te Hendrik Ido Ambacht werd opgekocht, onder de mokers
en snijbranders der sloopers.
IN HET INUNDATIE-GEBIED IN DE PROVINCIE UTRECHT. Luitenant-ge
neraal J. J. G. baron van Voorst tot Voorst, de commandant van het Veldleger
maakt tijdens een inspectietocht door het onder water gezette gebied, gebruik
van een trekpaard.
DE IN ALKMAAR GELEGERDE TROEPEN defileerden gisteren voor de
militaire en burgerlijke autoriteiten. De burgemeester van Alkmaar, jhr. mr. F.
II. van Kinschot en de commandant slaan het défilé gade.
IN DE VEILINGGEBOUWEN TE LISSE is men thans begonnen met op
groote schaal vermalen tot veevoeder van het surplus van bloembollen, dat
door de Regeerthg is opgekocht. De groote voorraad van onverkoopbare
bloembollen gereed om gemalen te worden.
ONTSPANNING VOOR DE ROYAL AIR FORCE.
DE ENGELSCHE FILMSTER JANE CARR, TIJ
DENS HAAR OPTREDEN VOOR SOLDATEN
VAN DE ROYAL AIR FORCE.
0
ROMAN
van
MARLISE KOLLING.
21)
„Als u zoo vriendelijk zoudt willen zijn,
luitenant Stolyn?"
Lisaweta was plotseling bang. Hoeveel
menschen zouden er niet bij Helena Tru-
betzkoy komen om haar hulp in te roe
pen? Stolyn had het immers zelf gezegd.
Wat wilde ze hier eigenlijk? Wat kon ze?
Niets, maar dan ook letterlijk niets! He
lena Trubetzkoy zou het zelf ook wel niet
zoo breed hebben.
Stolyn had de deur al geopend. Zij klom
men een vrij steile trap op. Het was een
typisch ouderwetsch huis. zooals men die
in Parijs meer vindt, donker en eenigszins
muffig. Maar daar, waar de trap een bocht
maakte, viel het oog verrassend op een
mooien, ouden Empire spiegel, een paar
fraaie kandelabers en dat wekte onver
wachts herinneringen op aan betere tijden
De belknop naast de deur op de tweede
étage glom, alsof hij pas gepoetst was.
Daaronder vermeldde een visitekaartje
nogmaals den naam van de bewoonster.
„Hier is het." Stolyn drukte op de bel.
Een jong meisje in een zwart zijden ja
ponnetje. dat gedeeltelijk door een koket
wit schortje werd bedekt, deed open.
„De gravin thuis, Maria?"
„Jawel Fedor Konstantinowitsch, komt
u maar binnen".
Lisaweta kreeg meer en meer het gevoel
hier een stukje van den zoo vertrouwden
geboortegrond terug te vinden. De kleine
kamenier, een Russische met melancho
lieke oogen in een wat boersch gezicht met
breede jukbeenderen, de wachtkamer met
een paar Russische landschappen aan den
muur en tenslotte Helena Trubetzkoy zelf 1
Ietwat geagiteerd en met groote stappen
kwam zij uit de een of andere deur. De
fladderende, witte jas. die zij droog, deed
haar toch reeds slank figuur nog grooter
schijnen. Haar levendige oogen waren
slechts op Lisaweta gevestigd. Met een
enkelen blik scheen zij de bezoekster in
zich opgenomen te hebben.
„Goeden dag, Fedor Konstantinowitsch."
Zij bood hem met een elegant gebaar haar
door eenige kostbare ringen versierde
hand voor een kus. „Wie breng je me daar
mee?"
„Permiteert u, gravin, dat ik u Lisaweta
Michaelowna voorstel? De dochter van
Michael von Bernékamp".
„Welkom!" Een betooverend lachje miste
zijn uitwerking niet. Het werd Lisaweta
warm om het hart bij dit innemend lachje
der Russen, die elkeen, door een vriend
in huis gebracht, eveneens als vriend
begroeten.
„Beril kamp ik ken den naam van
uw familie heel goed, Lisaweta Michaelow
na. Overigens heeft een van mijn vrien
dinnen, Sofia Karégin, mij vaak over U
gesproken."
„Daarom waag ik het dan ook hier te
komen, gravin. Ik heb tevergeefs naar
het adres van Sofia Karégin gezocht.
„Zij woont niet meer hier. Zij is met
een Amerikaansche familie naar New-
York vertrokken. Maar als ik u met het
een en ander behulpzaam kan zijn
De gravin opende de deur naar een
kleine, behaaglijk ingerichte woonkamer.
Lage. met kussens bedekte banken, bij de
muren eenige lage tafeltjes, een paar bloe
men. Door de kanten gordijnen viel het
licht van den Parijschen avond. „Gaat u
zitten, dan drinken wij samen gezellig thee
en u vertelt mij een en ander. Blijf jij ook
Fedor Konstantinowitsch?"
„Het spijt me, gravin. Mijn auto staat
buiten. Mijn dagtaak is nog niet afgeloo-
pen. Ik wilde alleen maar Lisaweta
Michaelowna bij u afleveren."
„Ik zie u toch weer spoedig?" vroeg
Lisaweta. Zij voelde zich jegens Fedor
Stolyn zeer erkentelijk gestemd.
„Wanneer u in Parijs blijft, zien we el
kaar zeker spoedig bij onze geregelde Rus
sische bijeenkomsten. De gravin zal u
daarover wel inlichten."
Fedor Stolyn nam afscheid van de beide
dames.
Nu waren Lisaweta en Helena Trubetzkoy
alleen. Na een paar vragen wist Helena
Trubetzkoy alles, wat zij weten wilde
„Tja. wat beginnen we nu met je, kind?"
overlegde ze. „Alle betrekkingen, die voor
ons, Russen, in aanmerking komen, zijn
al door lotgenooten van u bezet. Heb je
een zekere vaardigheid in het een of ander
stenografie, machineschrijven?"
Lisaweta schudde ontkennend het hoofd
Waar zou ze dat alles hebben moeten lee-
rerf? In Moskou? Ze was blij, dat ze daar
de openbare school nog had kunnen af-
loopen. Als Alexei haar nog niet het een
en ander op het gebied van vreemde talen
had geleerd, zou het er zeker heclemaal
droevig met haar hebben uitgezien. Haar
talenkennis was evenwel bij lange niet
voldoende om daarvoor een betrekking als
correspondente op een of ander kantoor
te kunnen krijgen.
„Het is moeilijk, heel moeilijk Hele
na Trubetzkoy streek peinzend langs haar
voorhoofd. „Ach, geef me eens die gebak
jes aan, wil je?"
Lisaweta nam behoedzaam den porce-
leinen schotel met petit fours op en over
handigde hem de gravin op haar vlakke
hand. Deze keek plotseling geïnteresseerd
toe, terwijl zij haastig den schotel over
nam.
„Laat mij je handen eens zien, kind."
Lisaweta begreep niet, wat haar beminne
lijke gastvrouw van plan was. maar deze
onderzocht met een kennersblik den vorm
der lenige vingers, de fraaie lijn van de
handpalm en den slanken pols.
„Nu heb ik het" zei ze plotseling leven
dig. „ik heb voor een groote serie foto's
in een der bekendste vrouwentijdschriften
mooie handen noodig. En die van jou zijn
bijzonder mooi kind. Ik zoek al een heele
poos, maar het juiste heb ik nog steeds
niet kunnen vinden. We zullen jouw han
den fotografeeren. Daar heb je dan voor-
loopig wat werk en eenige verdienste aan
dan zullen we wel eens verder zien."
Toen Lisaweta een uur later Helena Tru
betzkoy verliet, was haar leven voor de
naaste toekomst althans eenigszins te over
zien. Zij bezat het adres van een Russische
emigrante, die haar voor weinig geld wel
een kamer in haar huis zou afstaan. Zij
had een taak: eiken ochtend om tien uur
present in het atelier van Helena Trubetz
koy, die haar bovendien nog evn klein
voorschot had gegeven. Met datgene, wat
haar van Robert Eschberg was overgeble
ven, zou zij dus voorloopig wel kunnen
rond komen. Maar het geld van Eschberg
brandde haar in de handen. Zij moest
vooruit zien te komen, zelf verdienen. Zij
zou hem elke shilling die hij haar geschon
ken had. teruggeven. Eerst daarna zou ze
met oprecht verdriet aan hem kunnen
denken.
De eerstvolgende dagen leerde Lisaweta
het bedrijf bij Helena Trubetzkoy kennen:
een groot atelier met zes jonge meisjes die
zich met fotografeeren en kunstnijverheid
bezig hielden, vier Russinnen en twee
Frangaises. Allen traden Lisaweta met een
vanzelfsprekende kameraadschappelijk
heid tegemoet. De gravin liet zich niet
vaak zien. Naar de kleine fotografe Ninette
haar toevertrouwde, hield zij zich bijna
uitsluitend bezig met het zoeken van op
drachten. Zij rijdt bijna den geheelen dag
met haar wagentje van het eene mode
atelier naar het andere, naar kunsthan
dels, filmverhuurkantoren en redacties van
dagbladen en tijdschriften. Ze moet bui
tengewoon flink zijn, die Helena Trubetz
koy. In betrekkelijk korten tijd heeft zij
de zaak opgebouwd. Maar hoe zij begonnen
is de kleine Ninette duidde met
haar keurig gemanicuurde en vuurrood
gelakte nagels ongeveer de grootte van
een mug aan „zoo klein! Ik weet het
maar al te goed, want ik ben er van het
begin af bij geweest. Het gebeurde meer
dan eens, dat we niet wisten, waar we het
geld voor platen en chemicaliën vandaan
moesten halen. Ja, als die Russen er toen
niet geweest waren! Die hebben geholpen,
zooveel zij konden: ieder van hen heeft
een paar sous bijgedragen. Zoo is het be
drijfskapitaal van dag tot dag gegroeid.
(Nadruk verboden). .(Wordt vervolgd).