Engeland vastbesloten
zegt Chamberlain
Churchill over den
oorlog ter zee
Vragen uit publiek
80ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 27 September 1939 Derde Blad No. 24389
Zijt gij reeds lid
Het wekelijksch overzicht van den
Britschen premier
Optimisme inzake den
duikboot-oorlog
Dagbladreclame
is niet te vervangen
En het officieele antwoord
Zijn wekelijksch overzicht betreffende de
oorlogvoering begon minister-president
Chamberlain gisteren in het Lagerhuis met
een korte mededeeling over de tweede ver
gadering van den oppersten oorlogsraad,
welke den 22sten dezer heeft plaats gehad in
Engeland.
Het was mij een genoegen, aldus de pre
mier, den Franschen minister-president
Daladier en zijn collega's te mogen begroe
ten op Britschen bodem en het is mij even
zeer een genoegen,
het Lagerhuis te kunnen meedeelen, dat
wij volkomen overeenstemmen met de
Fransche vertegenwoordigers over den
koers, welke gevolgd moet worden,
teneinde het hoofd te bieden aan de
gebeurtenissen welke zich, sedert de
vorige bijeenkomst hebben voorgedaan.
Ook is overeenstemming bereikt over
de procedure tot het coördineeren en
perfectionneeren van de maatregelen
der beide regeeringen inzake de muni
tievoorziening.
Sedert mijn laatste verklaring van 20 Sep
tember zijn de gevolgen van het optreden
van de sovjet-regeering in Polen duidelijker
te overzien. De sovjet-troepen zijn overal
snel opgerukt en op 23 September is een
Duitsch-Sov jet-Russisch communiqué in
Moskou uitgegeven, volgens hetwelk de
Duitsche en sovjet-regeering een grensaf*
bakeningslijn hebben vastgesteld tusschen
de Duitsche en sovjet-legers, welke, ongeveer
loopt van Noord naar Zuid van Oost-Pruisen
via Warschau naar het ontmoetingspunt der
Hongaarsche en Slowaaksche grenzen.
Opgemerkt zal worden, dat deze lijn de
sovjet-troepen tot aan de voorsteden van
Warschau brengt en het grootste deel der
Galicische en Poolsche oliebronnen onder
controle brengt van de sovjets.
Onder deze omstandigheden zijn de Pool
sche troepen, die zoowel in den rug als in
hun front werden aangevallen, niet in staat
geweest, hun terrein te behouden. Het Pool
sche volk heeft echter de worsteling niet
opgegeven en de geheele wereld is diep ont
roerd door den schitterenden heldenmoed
van de verdedigers van Warschau en het
schiereiland Hela, die nog stand houden
tegen de omringende Duitsche troepen, on
danks het meedoogenlooze en voortdurende
bombardement.
Aan het Westelijk front zijn de Franschen
voortgegaan vorderingen te maken in zekere
plaatsen en zijn zij er op andere punten
in geslaagd, weerstand te bieden aan de
toenemend krachtige Duitsche reactie en
alle gewonnen terrein geheel te behouden.
In de lucht is het normale verkennings-
werk en het patrouilleeren tegen de duik-
booten voortgezet in samenwerking met de
vloot. Vele aanvallen zijn ondernomen op
vijandelijke duikbooten.
In de dominions worden de oorlogstoebe
reidselen voortgezet met toenemende snel
heid. Marineschepen der dominions werken
samen met de Engelsche. legereenheden der
dominions worden geoefend, om dienst te
doen al naar de eischen van de omstandig
heden. De luchtmacht der dominions wordt
in gereedheid gebracht voor gebruik over
zee.
Ook mag ik niet vergeten melding te ma
ken van een andere, hoogst belangrijke bij
drage, die geleverd wordt: als gevolg van de
nauwe samenwerking van het imperium
worden leveranties van geheel afgewerkte
munitie, grondstoffen en levensmiddelen in
de dominions in steeds grooteren omvang
beschikbaar gemaakt voor de gemeenschap
pelijke zaak.
De premier legde er verder nogmaals
den nadruk op, dat ten aanzien van de
civiele defensiediensten geenerlei ver
slapping mag intreden, noch verminde
ring van den omvang der voorbereidin
gen.
In hetgeen ik tot dusverre gezegd heb,
zoo vervolgde Chamberlain, heb ik er naar
gestreefd, het huis, gelijk ik ook bij vorige
gelegenheden heb gedaan, een korte samen
vatting te geven van de gebeurtenissen in
het buitenland en aan de verschillende fron
ten en van het optreden van onze gevechts-
en defensiediensten.
DE ECONOMISCHE OORLOG.
Laat mii beginnen met een soort reken
schap af te leggen over het werk van het
minsterie voor den economischen oorlog. Dit
departement zal de functies vervullen, die
in den vorigen oorlog vervuld zijn door het
minsterie voor de blokkade. Terwijl echter
dit laatste ministerie eerst in 1916 werd
ingesteld, is men met de organisatie van het
ministerie voor economischen oorlog reeds
twee jaar bezig. Vele maanden geleden reeds
werd het volledige personeel, dat noodig is,
gekozen.
Het algemeene doel van het ministerie
is, de Duitsche economische structuur
dermate te desorganiseeren, dat het
voor Duitschland onmogelijk wordt, den
oorlog voort te zetten.
Voor iedere man aan het front moeten er
verscheidene achter het front zijn, die wer
ken aan de productie en leverantie van oor
logswapens en wanneer Engeland Duitsch
land kan verhinderen grondstoffen in te
voeren, die van essentieel belang zijn voor
de functionneering van zijn oorlogsindu
strieën, zal het resultaat in feite zijn een
verminken van het Duitsche vermogen, om
de vijandelijkheden voort te zetten.
Het is intusschen noodig. hier een woord
tot waarschuwing te doen hooren tegen te
groot optimisme. Duitschland beschikt reeds
over diverse voorraden van de grondstoffen,
die het moet invoeren en snelle resultaten
kunnen derhalve niet worden verwacht van
het ministerie voor economischen oorlog
Maar onze heerschaopij ter zee beteekent..
dat sedert den dag. dat de oorlog uitgebro
ken is, Duitschland is afgesneden van vele
zijner bronnen van levering en de cijfers
over de eerste drie weken van den oorlog
toonen, dat wij ongeveer 256.000 ton goede
ren in beslag hebben genomen, ten aanzien
waarvan er bewijzen bestonden, dat zij con
trabande waren, welke voor Duitschland was
bestemd. Onder deze goederen vallen onge
veer 62.000 ton petroleumproducten, 65.000
ton ijzererts en 37.000 ton mangaanerts.
„DE WURGING DER NEUTRALEN".
Intusschen is de Duitsche propaganda
druk bezig geweest met beweringen, volgens
welke onze contrabandecontrole geen in
vloed zal hebben op Duitschland, aangezien
dit zichzelf bedruipt, maar aan den anderen
kant den neutralen handel volkomen zal
wurgen.
Ik weet niet, welke van deze twee bewe
ringen het verst van de waarheid af is. Een
feit is, dat wij het van den aanvang van den
oorlog duidelijk hebben gemaakt, dat wij er
ernstig naar streefden, rekening te houden
met de bona fide handelsbehoeften der neu
trale landen en dat de Engelsche regeering
gaarne alle voorstellen in overweging zou
nemen, die neutrale regeeringen voor dit
doel naar voren zouden kunnen brengen.
Vriendschappelijke besprekingen worden
thans gevoerd met een aantal regeeringen
en de Britsche regeering hoopt, in zekere
gevallen tot regelingen te komen met deze
regeeringen, welke nog verder de procedure
zullen vereenvoudigen van de contrabande
controle.
De feiten spreken voor. zichzelve en
ik ben er zeker van, dat de neutrale
opinie zelve haar eigen vergelijkingen
zal trekken tusschen onze duidelijk uit
gesproken politiek en de dun versluierde
bedreigingen van Duitschland aan het
adres der neutralen; bedreigingen, die
de laatste dagen in daden zijn omgezet
door het tot zinken brengen van drie
neutrale schepen ónder omstandigheden
die een duidelijke schending van het
internationale recht vormen.
In de Duitsche propaganda wordt verder
veel ophef gemaakt van het feit, dat levens
middelen zijn opgenomen onder de categorie
van voorwaardelijke contrabande en men
stelt het zoo voor, dat wij daarmede een
illegale en onmenschelijke blokkade voeren.
In dit opzicht echter is een vlootblokkade op
geenerlei wijze verschillend van een bele
gering te land en niemand heeft ooit het
denkbeeld geopperd, dat de belegerende be
velvoerder vrije rantsoenen behoorde toe te
staan voor de belegerde stad. In ieder geval
behoort de Duitsche regeering de laatste te
zijn, om zoo'n beschuldiging uit te spreken
op een oogenblik, waarop haar duikbooten
aanvallen doen op alle schepen, die naar
deze eilanden komen. met. volkomen min
achting voor de menschelijkheid en de regels
van den duikbootenoorlog, welke zij plech-
tiglijk had onderschreven.
BEROEP OP DE BRITSCHE
ARBEIDERS.
In haar gevolgen voor het leven der natie
is de groote verandering, die thans intreedt,
in omvang en doelstelling der industrie van
het hoogste belang. Practisch de geheele
kracht van onze industrie moet thans recht
streeks of middellijk worden geconcentreerd
I op de oorlogsbehoeften.
Wanneer we deze geweldige taak met suc-
1 sec ten uitvoer willen leggen, is de samen
werking van de arbeiders een eerste essen-
tieele eisch en ik maak van deze gelegenheid
gebruik om te verklaren, dat de regeering
bereid en verlangend is, om alle stappen te
nemen, welke noodig zouden kunnen zijn,
om hun goeden wil te verwerven. Gelijk de
minister voor de voorraden in den loop der
.ecente debatten zeide „bestaat er geen en
kele factor van grooter belang, dan dat de
vertegenwoordigers van den georganiseer-
den arbeid goedkeuring hechten aan het al
gemeene kader van het expansieplan".
Bij die debatten gaf de parlementaire
secretaris van het ministerie voor de voor
raden te kennen, dat het in het voornemen
ligt, om gebiedscommissies van advies in te
stellen „welke niet alleen bestaan uit in die
gebieden gevestigde zakenlieden, maar ook
uit vertegenwoordigers van de daar werken
de arbeiders", en hij verklaarde verder, dat
„wanneer de vertegenwoordiger van de ar
beiders in deze commissies zitting wil nemen
en ons helpen, dit geschieden zal op voet
van volkomen gelijkheid".
De volledige organisatie van de hulpbron
nen des land eischt meer dan een machine
rie voor de reguleering van arbeidsvoorwaar
den en van werkgelegenheid en het is de
opvatting der regeering, dat de steun zoowel
van werkgevers als van werknemersorgani
saties van essentieel belang is, wanneer dit
land zijn maximale krachtsinspanning wil
opbrengen.
De geachte Lagerhuisleden voor Barrow en
Woolwich zijn te zamen betrokken in de
methode van samenwerking tusschen de re
geering en de vakvereenigingen in den vorm
van een gemengde consultatieve commissie,
die een groote rol heeft gespeeld in het tot
stand brengen van een vlotte werking van
het enorme bouwprogramma, dat zoo lang
gefunctionneerd heeft. Het is de politiek der
regeering om alle behoorlijke middelen te
verschaffen waardoor deze samenwerking
doeltreffend kan worden gemaakt.
In de groote machine-industrie, die een
zoo belangrijke plaats inneemt in onze na
tionale krachtinspanning, zijn wij zeer aan
gemoedigd door het initiatief, dat getoond
is door de verantwoordelijke autoriteiten
van die industrie bij de voorbereidingen
voor uitbreiding van arbeidskrachten. De
vakvereenigingen. die onder behoorlijke
waarborgen er in toestemden, haar normale
voorwaarden te verzachten, hebben ons ge
red uit moeilijkheden, waarvoor wij in den
vorigen oorlog zijn komen te staan en heb
ben een bijdrage geleverd, waarvoor het ge
heele land dankbaar is. In feite bestaat er
geen land, waar de regeering zeker is van
meer georganiseerden bijstand dan hier te
onzer beschikking staat.
Er worden besprekingen gevoerd, die,
naar ik hoop, binnen enkele dagen zullen
leiden tot een conferentie tusschen den
minister van arbeid en vertegenwoordigers
van de Britsche werkgeversfederatie en het
vakvereenigingscongres, welke hoogst be
langrijke resultaten kan hebben. Ik hoop.
dat deze conferentie een begin zal maken
met de instelling van een systeem voor ge
regelde bespreking van gemeenschappelijke
problemen.
Ten slotte wil ik een woord richten tot het
Lagerhuis en via het Lagerhuis tot allen
over onze algemeene houding ten aanzien
van den oorlog. Niemand kan er aan twij
felen. dat in den modernen oorlog uiteinde
lijk de overwinning afhankelijk is van de
vastberadenheid, den moed en het uithou
dingsvermogen van de gewone mannen en
vrouwen.
Niemand, die bekend is met de omstandig
heden van dit land, kan eenigen twijfel
koesteren ten aanzien van ons standpunt in
dit opzicht.
Nooit is ons volk zóó eensgezind of
zóó vastberaden geweest. Het is vast
besloten. er kan niet te vaak nadruk op
gelegd worden, zich eens en voor altijd
te bevrijden van de voortdurende bedrei
ging der Duitsche agressie, waarvan
Polen het jongste slachtoffer is.
Wij en Frankrijk zijn den oorlog in
gegaan, om ons en de wereld te bevrij
den van die bedreiging en ons volk is
eensgezind als nooit te voren in zijn
vastbeslotenheid, dat doel tot stand te
brengen.
De Britsche minister Churchill gaf in het
Lagerhuis een beschrijving van den succes
rijken strijd van Engeland tegen de duik
bootbedreiging en zeide: Toen de oorlog
begon, voeren alle Britsche schepen op de
gewone wijze over de wereld, toen zij wer
den aangevallen door de loerende duikboo
ten, die van te voren zorgvuldig waren ge-
stationneerd.
In de eerste week bedroegen de Engel
sche verliezen in tonnage de helft van de
wekelijksche verliezen in April 1917, het
top-jaar van de duikboot-aanvallen Inden
vorigen oorlog.
Engeland antwoordde hierop op drie ma
nieren: het zette een convooi-systeem in
beweging, dat thans volledig functioneert
in beide richtingen, koopvaardijschepen en
snelle mailschepen werden voorzien van een
defensieve bewapening zoowel tegen vlieg
tuigen als tegen duikbooten. Dit was een
aanzienlijke taak. aangezien Engeland ge
woonlijk tweeduizend schepen dagelijks op
zee heeft. Maar alle kanonnen en uitrus
tingsstukken zijn thans gereed in de be
wapeningsstations, te zamen met een aan
tal geoefende kanonniers om het geschut
te bemannen. Verder werd de aanval op de
duikbooten ingezet met de uiterste kracht
en intensiteit.
Churchill herinnerde er aan, dat in den
vorigen oorlog vaak vijftien tot twintig
torpedobootjagers noodig waren om één
duikboot te vangen. Thans echter kunnen
twee torpedobootjagers, of zelfs één een
langdurige en meedoogenlooze achtervol
ging volhouden. Aanvallen op Duitsche
duikbooten zijn vijf of zes maal zoo talrijk
geweest als in eenige overeenkomstige pe
riode van den vorigen oorlog „toen zij ons
ten slotte toch niet versloegen."
De Britsche aanvallen op de duikboo
ten beginnen nog maar pas. Onze jacht-
strijdkrachten, aldus Churchill, worden da-
gelijksch sterker en tegen het eind van
October verwachten wij te beschikken over
drie maal de jachtstrijdkrachten, die op
traden aan het begin van den oorlog.
HET VERLIES VAN DE
COURAGEOUS.
Na hulde te hebben gebracht aan de
„vinnige en harde" oorlogvoering van de
luchtmacht en de luchtstrijdkrachten der
marine, zeide Churchill, dat ter bescher
ming van de schepen, die zich reeds ter
zee bevonden, ongewapend, ongeorgani
seerd en ongeconvoyeerd, en die de Brit
sche kusten bij den aanvang van den oor
log naderden, besloten werd met eenige
vrijheid gebruik te maken van vliegkamp-
schepen. In dit verband sprak Churchill
over het verlies van de Courageous, zeg
gende, dat dit schip begeleid werd door
vier destroyers, waarvan twee echter jacht
moesten gaan maken op een duikboot, die
een koopvaardijschip, dat Engeland na
derde, aanviel. Toen de Courageous in de
schemering met den kop in den wind ging
liggen om vliegtuigen in staat te stellen te
landen, werd toevallig een duikboot ont
moet. Deze harde slag echter vermindert
geenszins ons vertrouwen in de thans te
onzer beschikking staande methoden, aldus
Churchill.
VERLIEZEN EN BUIT.
In de eerste week werden Britsche
schepen tot zinken gebracht tot een
totaal tonnage van 65.000 ton. In de
tweede week schepen tot een tonnage
Vraag: Worden thans nog z.g. doorge
draaide groenten verkocht ter verwerking
tot veevoeder?
AntwoordVoorzoover doorgedraaide
groenten niet worden geconserveerd of voor
distributie worden bestemd, kunnen zij ter
verwerking tot veevoeder worden verkocht,
mits de kooper garantie geeft, dat deze
groenten inderdaad voor veevoeder worden
bestemd.
Vraag: Kunnen zij, die niet in staat zijn
om zelf vervoerbons voor veevoeder e.d.
bij den plaatselijken bureauhouder te ha
len. deze bons door anderen laten halen?
Antwoord: Daartegen is in principe geen
bezwaar. Men wende zich tot den provinci
alen voedselcommissaris.
Vraag: De mengvoeders, welke thans nog
mogen worden afgeleverd aan verbruikers,
moeten worden samengesteld uit rogge,
gerstemeel, tarwe of tarwevoermeel. e.d.
Hoe te handelen, wanneer deze artikelen
niet meer te krijgen zijn mogen dan ver
vangingsartikelen worden aangewend? Zoo
ja. welke?
Antwoord: In een dergelijk geval dient de
mengvoederfabrikant aan het rijksbureau
voor voedselvoorziening in oorlogstijd, afd.
veevoederdistributie, Lange Voorhout I3,
's-Gravenhage, toestemming te vragen tot
het mengen van andere dan de voorge
schreven producten.
Vraag: Is het waar, dat er in Nederland
nog slechts voldoende veevoeder is voor on
geveer 6 weken?
Antwoord: Daarvan is geen sprake. De
distributie van veevoeder geschiedt alleen,
Leneinde al het beschikbare veevoeder ge
lijkelijk te verdeelen over de komende win
termaanden. Er is voorloopig voldoende
veevoeder.
Vragen, met betrekking tot deze
rubriek, richte men niet aan onze
redactie, maar uitsluitend aan de
Radio-Controle-Commissic, Hau-
ritskade 17, Deu Haag.
Vraag: Kan een veehouder voor het tijd
vak van een week veevoeder betrekken van
verschillende leveranciers?
Antwoord: Ja. Er kunnen meerdere bons
worden afgegeven ten name van ver
schillende leveranciers. Splitsing is echter
alleen mogelijk naar artikelen, niet naar
hoeveelheden, d.w.z. de geheele wekelijksche
behoefte van een bepaald soort veevoeder
moet bij een leverancier worden gedekt.
Dus niet de helft bij a en de helft bij b.
Mocht in een bepaalde plaats of streek
deze splitsing moeilijkheden opleveren van
den kant van de personen, die met het af
geven der bons belast zijn, dan dient
men zich te wenden tot den provincialen
voedselcommissaris.
Vraag: Worden vóór-koopen van veevoe
der erkend?
Antwoord: Wanneer het betreft voorkoo-
pen van ongemengd voeder door landbou
wers, dan komen die voorkoopen te verval
len, aangezien het afleveren van onge
mengd voeder is verboden. Alleen een
mengfabriek kan nog ongemengd voer ont
vangen.
Vraag: Worden vóór-koopen van kunst
meststoffen erkend?
Antwoord: Er bestaat thans een vervoer-
verbod voor kunstmeststoffen bij hoeveel
heden van meer dan 5 kilo, tenzij vergun
ning tot vervoer is verkregen van het
kunstmest distributiebureau te 's-Graven
hage. Wanneer het dus hoeveelheden be
treft beneden 5 kilo kan de aflevering aan
den landbouwer op bestaande voorkoopen
ook thans nog vrij geschieden.
Een distributieregeling voor kunstmest
stoffen ten behoeve van land- en tuinbou
wers zal binnenkort bekend worden ge
maakt.
Vraag: Kunnen particulieren (dus b.v.
dames, die agentesse zijn in thee, koffie,
zeep, e.d.) voortgaan met de aflevering van
deze artikelen aan hun klanten?
Antwoord: Particulieren mogen bedoelde
producten blijven afleveren, doch slechts in
hoeveelheden, welke het normale verbruik
gedurende 1 week niet te boven gaan.
Indien zij ook in de toekomst, in geval
van eventueele distributie met aflevering
willen blijven voortgaan, dienen zij een en
quête-formulier hiervoor te hebben inge
vuld en ingeleverd bij het gemeentelijk dis
tributiekantoor.
Vraag: Kunnen artikelen, waarvan de
uitvoer aan een bepaalde vergunning is ge
bonden, zooals b.v. levensmiddelen, zeep,
kleedingstukken, e.d. naar het buitenland
worden gezonden?
Kan dit zonder bezwaar b.v. per postpak
ket geschieden?
Antwoord: In het algemeen kan verzen
ding per postpakket inderdaad zonder bij
zondere formaliteiten geschieden, indien de
zendingen het karakter dragen van een ge
schenk en door particulieren aan particu
lieren worden verzonden. Teneinde er geen
twijfel over te laten dat het een geschenk
is. wordt in overweging gegeven het ge
wicht van de verschillende artikelen zoo
veel mogelijk te beperken.
Met betrekking tot de z.g. „Liebesgaben-
paketen" bestemd voor Duitschland valt op
te merken, dat deze in totaal niet zwaarder
mogen zijn dan 5 kilo.
Voor zendingen boter en kaas bestemd
voor Duitschland geldt een afzonderlijke re
geling. Deze producten mogen n.l. ook op
andere wijze dan per postpakket in hoe
veelheden van maximaal 5 kilo naar dat
land worden gestuurd.
Voor nadere inlichtingen omtrent de ver
zending per postpakket wende men zich tot
de postkantoren. Aldaar kunnen desge-
wenscht ook de verschuldigde invoerrechten
vooruit worden betaald.
van 46.000 ton. In de derde week 31.000
ton en in de afgeloopen zes dagen
slechts 9000 ton.
Intusschen worden groote troepencon-
vooien geëscorteerd naar hun bestemmin
gen, worden koopvaardijschepen van den
vijand van de zeeën verdreven en zijn ruim
twee millioen ton Duitsche schepen gewe
ken naar, of geïnterneerd in neutrale
havens,
Engeland heeft beslag gelegd op en
voor eigen gebruik bestemd 67.000 ton
Duitsche goederen meer dan in Brit
sche schepen tot zinken is gebracht.
Wat olie betreft, ten aanzien waarvan
wij, aldus Churchill, zoo ongelukkig waren
eenige tankbooten te verliezen, verloren wij
in de eerste twee weken 60.000 ton, doch
wij maakten 50 000 ton op den vijand buit,
afgezien van de enorme aanvullende voor
raden. die wij op de gewone wijze in vei
ligheid brachten.
Churchill herhaalde zijn waarschuwing
tegen overdreven optimisme, doch voegde
hieraan toe, dat Engeland thans meer
voorraden in het land heeft dan het gehad
zou hebben wanneer geen oorlog was uit
gebroken en geen duikbooten waren opge
treden. „In dat tempo zal het lang duren
om ons uit te hongeren."
Spr. herinnerde verder aan de gelegen
heden, waarbij Duitsche duikbootkapiteins
hun best hadden gedaan om zich mensche-
lijk te gedragen. „Wij hebben ze een waar
schuwing zien geven en ook bemanningen
zien helpen om een haven te bereiken. Een
Duitsche duikboot-kapitein seinde mij per
soonlijk de positie van het Britsche schip,
dat hij tot zinken had gebracht. Hij onder-
teekende zijn telegram met „Duitsche duik
boot" en bij ontvangst twijfelde ik er over
r.aar welk adres ik mijn antwoord zou zen
den. De kapitein is thans echter in onze
handen (gelach) en hij wordt behandeld
met alle consideratie.
BESCHULDIGINGEN AAN
DUITSCH ADRES.
Er zijn echter, zoo vervolgde Churchill,
vele wreede, meedoogenlooze daden ge
pleegd. Daar was de Athenia, later de
Royal Sceptre, welks bemanning van 32
man werd achtergelaten in open boo
ten op honderden mijlen afstand van land
en waarvan men aanneemt, dat allen zijn
omgekomen. Daar was de Hazelside, van
welk schip twaalf opvarenden gedood wer
den door plotseling kanonvuur. Wij kun
nen deze wijze van oorlogvoeren niet an
ders zien dan als in strijd met alle, van
oudsher aanvaarde tradities der zee en als
een schending van de wetten, die de Duit-
schers zelve in de laatste jaren hebben
onderteekend. De mate van het succes on
zer aanvallen op de duikbooten wordt in
de laatste paar dagen echter aangegeven
door het feit, dat zij neutrale schepen ver
kiezen boven onze geregelde koopvaardij
schepen. Finsche, Zweedsche, Noorsche en
Belgische schepen zijn zonder onderscheid
in volle zee tot zinken gebracht met ver
lies van menschenlevens.
Bij alle vér-strekkende cvontrole, die En
geland uitoefent over de bewegingen van
contrabande, is nooit een neutraal schip in
gevaar gebracht en zijn nooit wetten, die
onder beschaafde naties erkend worden,
ooit overtreden.
Voortgaande merkte Churchill nog op,
dat het voor de Duitschers gemakkelijker
zal zijn meer duikbooten te bouwen dan de
beperkte klasse van zeer bekwame beroeps
officieren en bemanningen van duikbooten,
die gevangen zijn genomen of vernield zijn,
te vervangen.
Engeland neemt maatregelen om de
verloren tonnage te vervangen. Een
ontzaggelijk bouwprogram voor nieuwe
schepen van eenvoudigen aard, die vlug
gebouwd kunnen worden, is reeds in
volle uitvoering.
Churchill besloot met te zeggen, dat wan
neer zijn vermoedens ten opzichte van het
succes van den oorlog tegen de duikboo
ten juist bleken, „dit beteekent, dat een
primair gevaar binnen zijn eigen grenzen
terugvalt en dat wij temidden van al onze
zorgen een gestadige mate van zekerheid
kunnen gevoelen, dat, voor zoover de duik
boot betreft, het Britsche Rijk en al zijn
vrienden overal op den aardbol in staat
zullen zijn hun onmetelijke latente krach
ten tot ontwikkeling te brengen en dat de
geheele kracht, de rijkdom, de hulpbron
nen en het menschenmateriaal van die
vele gemeenschappen geconcentreerd kun
nen worden in steeds toenemende inten
siteit voor de taak, die wij aangepakt heb
ben en waarin wij slechts behoeven te vol
harden om te overwinnen."
OPVARENDEN VAN ROTAL
SCEPTRE WAARSCHIJNLIJK
TOCH GERED.
Het Engelsche Reuterbureau meldde gis
teravond laat uit Londen
De 32 zeelieden van de Royal Sceptre, die
men al had opgegeven zijn misschien toch
nog in leven. Er is gisteren door de ree-
ders een telegram ontvangen, volgens het
welk een ander Britsch stoomschip, dat
ergens in de nabijheid van de Royal Sceptre
voer op 6 September, toen <Jit schip door
een Duitsche duikboot tot zinken werd ge
bracht, 32 man te San Salvador aan land
heeft gezet. De reeders voegen aan deze
mededeeling toe, dat zij verdere berichten
afwachten.
van de afdeeling Leiden der Ned.
Vereen, voor Luchtbescherming?
Zoo niet, wordt het nog heden
Secretaris is de heer D. C. TO" "apen-
burg 9, Tel. 25410. b. g. g. 24807. - Contri
butie naar draagkracht (minimum 25 cents
's jaars).