LEIDSCH DAGBLAD - Tweede BSad Maandag 25 September 1939 Ontwikkeling en ontspanning van militairen De strategische figuren in het Westen Mussolini verbreekt stilzwijgen Kapitein Paters en de heer Lotsy aan het woord Hun plannen uiteen gezet IMGEZCISjLCM /TUKKIN Voorloopig geen groote actie te verwachten CORRESPONDENTIE Stoor den loods niet in stormweer O Hoe eenige honderdduizenden militairen, die nu onder de wapenen zijn, zich in hun vrijen tijd kunnen ontwikkelen en ontspan nen, hebben de kapitein van den generalen staf, J. D. S, Paters en de heer K. J. J. Lotsy dezer dagen verteld op een bijeenkomst, die de heer D, J. Lambooy, sous-chef van den regeeringspersdienst presideerde in een zaal van het departement van algemeene zaken te Den Haag. Enkele dagen nadat de mobilisatie was voltrokken, zoo begon kapitein Paters, heeft de opperbevelhebber van land- en zeemacht het initiatief genomen tot het in studie-ne men-van het vraagstuk der vrije tijdsbeste ding van de militairen, die waren opgeko men. Opgericht is toen een nieuwe sectie V De heer K. J. J. Lotsy van het algemeen hoofdkwartier, waaraan het ontwikkellngs- en ontspanningswerk werd opgedragen. Kapitein Paters kwam aan het hoofd dier afdeeling, die in ver schillende sub-bureaux is gesplitst, dat zijn de subbureaux voor sport, onderwijs, kunst, film. lectuur en administratie. Volgens welke regelen deze sectie werkt, heeft generaal Reljnders uiteengezet toen hij dezer dagen den Centralen Raad van Advies (waarvan Prins Bernhard eere-voorzitter is) instal leerde. De opperbevelhebber gaf de volgende be ginselen aan: 1. Het ontwikkelings- en ontspan- spaningswerk is van ingrijpenden in vloed op den geest en de tucht in den troep en mitsdien in de eerste plaats een militaire aangelegenheid. 2. De organisatie van dezen arbeid zal zoodanig moeten zijn, dat eenerzijds een centrale leiding daarvan is verze kerd, anderzijds zulks ter bevorde ring van een voortdurend en nauw con tact met den troep een juiste en ver doorgevoerde decentralisatie in uitvoe ring mogelijk is. 3. Hetgeen den soldaat wordt gebo den, moet aan hooge eischen voldoen. 4. Het ontwikkelings- en ontspan ningswerk dient aldus te worden gere geld, dat het voor alle militairen, zon der onderscheid van politieke richting of geloofsovertuiging, toegankelijk is. De ontspanning. Vooral in de kleine plaatsen van ons land aldus ging de heer Paters voort waren groote moeilijkheden om voor de noodige ontspannig te zorgen. Op dit terrein zal in de eerste plaats de centrale raad van advies werkzaam zijn. Groote lichamen, zooals de Amsterdamsche Maatschappij voor Jonge Mannen (AMVJi en de Maatschappij tot Nut van het Algemeen, bewezen hier al grooten dienst. Tot eiken prijs dient ver snippering te worden tegengegaan. De lectuur. „U begrijpt, dat hdt ons niet onverschillig laat welke lectuur er op de tafels in de ont spanningslokalen komt". In groote lijnen gaat het met de lectuur als volgt. Het hoofd bestuur van den nationalen bond „Het Mo- bilisatiekruis" verzamelt nog steeds boeken met behulp van de ophaaldiensten van het Nationaal Jongeren Verbond. Dan zijn er verschillende plaatselijke en gewestelijke comité's, die zich op dit gebied verdienste lijk maken. De boekencentrale is de Veree- niging tot Bevordering van de Belangen des Boekhandels te Amsterdam. Deze verzamelt alle boeken en pakt ze in. De urgentie van de verstreking bepaalt kapitein Paters en de etappen- en verkeersdienst zorgt voor de verzending. Het onderwijs. De ervaring heeft geleerd, dat het geven van classicaal onderwijs uitgesloten is, om dat de ontwikkeling onder de opgekomenen te veel uiteenloopt. Het onderwijs, dat nu gegeven zal worden is te verdeelen in drie stukken. In de eerste plaats heeft men het algemeen ontwikkelend onderwijs volgens de beginselen van het Instituut voor Indivi dueel onderwijs in Amsterdam. Ten tweede: practisch technisch onderwijs. Dat is zeer noodzakelijk voor het onderhouden van de vakbekwaamheid. Volledige medewerking van sociale zaken is verzekerd. Zoo zal dit departement de centrale werkplaatsen voor de gemobiliseerden openstellen en deze zoo noodig uitbreiden. Het departe ment van onderwijs, kunsten en weten schappen stelt de dag- en avondnijverheids scholen ter beschikking Van de militairen met de aan deze scholen verbonden leer krachten. In de derde plaats staat op het programa het theoretische technische on derwijs, waarvoor weer de dag- en avond nijverheidsscholen open staan en ook insti tuten als het P.B.N.A. hun medewerking hebben beloofd. Natuurlijk zullen er ook voordrachten worden gehouden en cultu- reele films worden vertoond Alleen militai ren komen voor cursusleider in aanmer king. De kunst. Er zijn al een 50-tal ensembles (cabaret, tooneel en revue i, die de militairen zullen bezig houden. Op 1 October beginnen, naar men hoopt, de tournées, die centraal wor den geleid. Eens in de veertien dagen wil men in een kantonnement een amusements avond geven. Afgescheiden van een derge lijk optreden dient er in elk kantonnement een militair gezelschap te worden gevormd. Ook aan de inschakeling van militaire mu ziekkorpsen en de oprichting van orkesten is gedacht. De film. Met het bestuur van den Nederlandschen Bioscoopbond is een regeling getroffen voor het geven van voorstellingen voor militairen tegen gereduceerden prijs In plaatsen, waar geen bioscopen zijn. zullen reizende bio scoopondernemingen in de bestaande be hoeften voorzien. De oprichting van een eigen filmdienst is trouwens in voorberei ding. Deze filmdienst zou zich dan vooral kunnen toeleggen op het maken van mili taire, documentaire films en korte opnamen van het leven van den gemobiliseerde te velde mede met het doel den band tusschen volk en weermacht te versterken. De financiering van dit alles. De minister van defensie, die in dit werk veel belang stelt, is bereid gelden ter be schikking van het bureau van kapitein Pa ters te stellen om de uitvoering van deze plannen te steunen. Een gedeelte van deze gelden komt dan ter beschikking van de troep voor zaalhuur, verblijfkosten der ar- tisten, voor het ontspanningslokaal en zoo meer. Het meeste geld aldus kapitein Paters heeft het bureau Ontwikkeling en Ontspanning echter zelf noodig en hoewel ook gerekend kan worden op steun van de departementen van sociale zaken en onder wijs, kunsten en wetenschappen, moeten toch ook de particulieren over de brug ko men. Daartoe wordt men verzocht giften over te schrijven op girorekening 359988 ten name van het bureau Ontwikkeling en Ont spanning bij het algemeen hoofdkwartier. De sport. De heer Lotsy, die zooals bekend be last is met leiding te geven aan de sport en lichamelijke ontwikkeling der militairen in den meest ruimen zin, heeft over zijn plannen eveneens het een en ander ver teld. „U weet hoe achterlijk we zijn met de lichamelijke ontwikkeling van onze jonge lingschap," aldus de heer Lotsy. die zich voorstelt vooral de lichamelijke ontwikke ling te propageeren. Ook wordt gedacht aan takken van sport zooals athletiek, zwemmen en voetballen. Het Nederlandsch Olympisch Comité en vele erkende sportbonden hebben hun medewerking toegezegd. Van goede ad viseurs is de heer Lotsy dus zeker. Over de organisatie van de lichamelijke opvoeding heeft hij overleg gepleegd met het rijkscol lege voor lichamelijke opvoeding, dat een leidraad zal opstellen. Militaire leiders zijn intusschen aangezocht, maar aangesteld is er nog niemand. Wel zijn in vele plaatsen al commissies werkzaam. Natuurlijk juicht ook de heer Lotsy het particulier initiatief op dit terrein toe. In de groote steden, zoo deelde hij mede, zijn reeds velden, voetballen en shirts afge staan. Stelt u in verbinding met het bureau van kapitein Paters, want er is groot ge brek aan voetballen en ander materiaal. Met voldoening gewaagde de heer Lotsy over het streven van den Zeeuwschen Voetbal bond. die al een competitie heeft samenge steld, waarin de militairen in dit opzicht nog veel doen, want een competitie-systeem tusschen burgers en militairen lijkt den heer Lotsy zeer aan te bevelen. Misschien bren gen we het nog wel tot een Olymplschen dag, zeide hij. ~'T Antwoord op vragen. Het antwoord, dat de heeren Paters en Lotsy op verschillende vragen gaven, sa menvattende, kan nog het volgende worden mede^dbeW. Het bijwonen van de Ontspanningsavon den is vrijwillig. Kapitein Paters is voorne mens binnenkort een muziek-specialist aan het bureau Ontwikkeling en Ontspaning te verbinden. Wat er geboden zal worden dient aan hooge eischen te voldoen. Int dit verband is gedacht aan de inschakeling van groote orkesten, zooals er in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag zijn. Het geven van lichte klassieke muziek staat op den voor grond. Ook solisten van naam zullen mis schien optreden. Kapitein Paters noemde Jo Vincent en Carl Flesch, die naar hij meende wel bereid zouden worden gevonden voor een militair auditorium op te treden. De keuring van de boeken zal in de kan- tonnementen door de militaire commandan ten en de geestelijke adviseurs worden ge daan. De heer Lotsy hoopte, dat er militairen zullen worden toegelaten tot wedstrijden, als het kan voor niets en anders tegen „soe pele" prijzen, Dit gebeurt nu al in sommige plaatsen. (Van onzen militairen medewerker). Frankrijk heeft het stelsel van den alge- meenen dienstplicht. In oorlogstijd kan over niet minder dan 28 lichtingen worden be schikt. Met een bevolkingssterkte van 42.000 090 inwoners waarvan echter bijna 3 .OC-0 000 genaturaliseerde vreemdelingen kan over een normale lichtingssterkte van 240.000 man worden beschikt. Door den vorigen oorlog werd deze sterkte in de laat ste jaren echter niet bereikt. Uit het in vredestijd aanwezige aantal van 28 divisiën (waarvan 8 koloniale) kun nen in oorlogstijd vermoedelijk een 80-tal d-ivisiën worden gevormd De totale oorlogs sterkte kan op 4 5.000.000 man worden ge steld. De bewapening, hoewel deels bestaande uit materieel uit den wereldoorlog, staat over het algemeen op hoog peil, terwijl de geoefendheid goed moet worden genoemd. Het moreel en de geest van de Fransche weermacht zijn uitstekend. De verhouding van het kader tot de troep vertoont naast een zekere gemoedelijkheid een kameraad schap, welke het beste voor de samenwer king kan doen verwachten. Er zijn trou wens bijna geen veldtochten aan te wijzen, waar Fransche troepen niet het beeld van uitstekende soldaten vertoonden. Het leger beschikt over ongeveer 4000 vechtwagens, welke echter niet alle van moderne con structie zijn. Hetzelfde geldt voor de lucht strijdkrachten. Naast een aanzienlijk getal verouderde vliegtuigen werd gedurende het laatste jaar gestreefd naar het opstellen van een moderne luchtvloot van 2600 toe stellen. Of zulks inmiddels is gelukt, mag twijfelachtig genoemd worden. Hoe ligt de strategische figuur van Frank rijk? Onmiddellijk valt een groot verschil met 1914 op. Na toenmaals van Italië reeds direct de verzekering te hebben gekregen, dat dit land neutraal zou blijven, kon de totale Fransche macht 80 divisiën, versterkt met 6 En- gelsche en 6 Belgische divisiën i worden aangewend tot afweer van het Duitsche westleger ter sterkte van 70 divisiën. In af wachting van den Russischen millioenen- opmarsch trachtte de Fransche legerleiding het gevaar in het Westen tegemoet te tre den volgens het toenmaals geldende dogma van „l'offensive a outrance" door het inzet ten van: a. een hoofdaanval tusschen Metz en Straatsburg; b. een nevenaanval in den Elzas; c. een stoot door Z. België en Luxemburg. Na het ongelukkige verloop van de slagen aan de grens volgde de algemeene terug tocht, met aan het einde daarvan de Marneslag. Thans staan wederom 80 Fransche divi siën. versterkt met een 5 tal Engelsche ge reed als machtsapparaat van de Westersche mogendheden. Doch kan ook nu deze ge heel macht tegen Duitschland worden aan gewend? Vanzelfsprekend is dit niet het geval. Zoo moet in afwijking van 1914: a. een gedeelte van de Fransche strijd macht in Afrika worden achtergelaten ter verdediging van de Fransche belangen al daar; b. een leger in Z.O. Frankrijk worden op gesteld ter verdediging van de Fransche grens tegen een eventueele Italiaansche agressie c. eenige aandacht aan de grens met Spanje geschonken worden. Een voordeelige omstandigheid voor Frankrijk is echter, dat de grenzen in het Z. en Z.O. van nature zeer sterk zijn, zoodat met relatief zwakke krachten voor den af weer aldaar kan worden volstaan. Zonderen wij, globaal geschat, voor de nevenoperatie- tooneelen een aantal van 20 divisiën af, dan zouden tegenover Duitschland nog altijd een aantal van 60 Fransche en 5 Engelsche divisiën overblijven. Een gedeelte hiervan, b.v. 15 divisiën, zal bestemd moeten worden voor de bezetting van de Maginot linie, ten gevolge waarvan dan steeds een stootarmee van 50 divisiën voor een offensief tegen Duitschland zou overblijven. Welke wegen staan voor een zoodanig offensief open? Beschouwen wij de FranschDuitsche grens, dan zien wij: a. een Rijnfront, zich uitstrekkende van Basel tot Lauterburg. Een aanval op dit gedeelte belooft voor de Franschen echter weinig succes. De richting toch leidt na een moeilijk te be dwingen Rijnovergang naar het Schwarz- wald; een gebied met slechts weinig wegen en moeilijk toegankelijk tusschenterrein; een terrein zich zeer goed leenende voor een verdediging voet voor voet. Slechts in het Z. leidt een goed begaanbare opmarsch- strook naar het gebied N. van Basel De hier genoemde strook is echter te smal voor operaties op groote schaal, terwijl zij ver moedelijk niet gebruikt zou kunnen worden zonder de Zwitsersche neutraliteit te schen den. Als opmarschweg komt zij derhalve niet in aanmerking. Als tweede gebied zien wij b. het gedeelte tusschen de Rijn en de Luxemburgsche grens. Dit gebied de oude invalspoort van Napoleon biedt opmarschgelegenheid over een breedte van 150 K.M., terwijl door de Mainvallei een breede voortzetting wordt gevonden naar het hart van Duitschland. Echter is deze weg van Duitsche zijde mas sief gegrendeld. Behalve de sterk ter ver dediging ingerichtte Westwall moet vervol gens een Rijnovergang worden bedwongen, terwijl O. van de Rijn, reeds voor de remili- tarisatie van het Rijnland, een stelling is gebouwd ter afsluiting van de Mainvallei in de lijn: Reichelsheim—Aschaffenburg^welke linie voortgezet wordt langs de Neckar, om vervolgens W. van Stuttgart aansluiting te vinden aan de verdediging van het Schwarz- wald. Tenslotte bestaat nog de mogelijkheid van een Franschen opmarsch c. door Luxemburg en Belgic. Uiteraard zou dit slechts met schending van de neutraliteit van deze twee landen kunnen geschieden, een handeling welke van Frankrijk en Engeland moeilijk kan worden verwacht. Het bovenstaande in aanmerking geno men is het begrijpelijk, dat de Fransche legerleiding de opmarschweg, genoemd on der b voor haar operaties heeft gekozen. Onherroepelijk zit aan deze oplossing echter vast een langzaam verloop van dc krijgs verrichtingen. Van een ernstige aanval op de Westwall kan zelfs nu voorloopig nog geen sprake zijn. Het ontlasten van Polen door het binden van sterke Duitsche krach ten in het Westen is voor Frankrijk dan ook onmogelijk geweest. Dat aan de Fransche legerleiding in deze dagen veelvuldig ver weten is dat zij. om de Polen te ontlasten, niet onmiddellijk aanvallen tegen de West wall inzette, moet onbillijk geacht worden. Onvoldoend voorbereide aanvallen zouden toch niet alleen in stroomen van noodeloos vergoten bloed zijn gesmoord, doch zij zou den ook in geen enkel opzicht aan het be oogde doel hebben beantwoord. Geen enkel Duitsch soldaat zou er uit Polen voor zijn teruggeroepen Had dan niets gedaan kunnen worden om de Polen bij hun eindstrijd te steunen? Inderdaad heeft deze mogelijkheid be staan en wel door het inzetten van lucht strijdkrachten. Zonder dat deze direct naar Polen gezonden hadden behoeven te worden had toch een massale inzet tegen belang rijke Duitsche gebieden b.v. de industrie centra aan de Ruhr althans indirect eenigen steun kunnen geven. Waarom zulks niet geschied is, zal voor loopig wel duister blijven. Voelen de Fransch-Engelsche luchtstrijd krachten zich nog steeds zwakker dan de Duitsche? Of wordt wellicht toch nog een kleine hoop gekoesterd dat het conflict op eenigerlei wijze binnen korten .tijd door overleg kan worden beëindigd; een hoop. welke uiteraard vernietigd zou worden, wan neer massale wederzljdsehe luchtaanvallen de volkeren tot het uiterste zouden prik kelen? Slechts in de toekomst zal op deze vraag geantwoord kunnen worden. (Nadruk verboden). (Bulten verancwoordelUkneta dei Redactie). Cople van de al of niet geplaatste stukken wordt niet teruggegeven. PLAATSREGELING IN DF. GEHOORZAAL. Mijne Heeren. Hierbij verzoek ik U beleefd onderstaande regelen in Uw veelgelezen blad te willen op- nemen. Bij voorbaat hiervoor mijn dank. i Het is reeds vaak voorgekomen, dat de rege ling van plaatsen in dc Stadsgehoorzaal, zelfs indien plaatsbespreking heeft plaats gehad, een ware Janboel ls. Of het blijkt, dat besproken plaatsen door anderen, die er geen recht op hebben, zijn bezet (men maakt 2de rang tot lsten rang. waarbij zij. die verschillende toe gangsprijzen hebben betaald, naast elkaar ko men te zitten) 61 er worden veel meer kaarten verkocht dan waarvoor plaatsen beschikbaar zijn. Uitdrukkelijk vestig ik er de aandacht op, dat de regeling alléén hopeloos in de war loopt, indien de zaal verhuurd wordt aan gezelschap pen. waarvan de leiding buiten onze stad zetelt. Gisteravond, bij de voorstelling, waarin Snip en Snap hoofdpersonen waren, was het weer met de regeling der plaatsen mis. Kan hierin geen verbetering gebracht worden? Met hoogachting. Mej. J. A. M. HUISMAN, Lammenschansweg 46. (Om misverstand te voorkomen, vestigen wij er de aandacht op, dat de pachter der Stadsge hoorzaal met deze regeling niets uitstaande had. - Red. L. D.). Huisvrouw te L. Er bestaan inderdaad ver schillende bezwaren tegen de door U bedoelde methode. In de eerste plaats is het gevaar, dat de bom van de schop valt minder groot dan U denkt, mits U slechts een goede schop neemt, d.w.z. met breed blad en opstaande randen. In de tweede plaats zoudt U de bom van zeer dicht bij moeten naderen om te zor gen. dat de inhoud van den emmer de bom ook werkelijk bedekt en dit is in verband met de hitte-uitstraling niet gemakkelijk. En ten derde is het bijna onmogelijk zóóveel zand onder de bom te brengen, dat de houten vloer niet wordt aangetast. VISCHPRIJZEN. IJMUIDEN, 25 September. Tarbot f. 2.10—1.70; Tong f. 2.05—1.00 per kg.- Kleinschol f.28—17; Schar f. 17—4; Peentjes f. 13 per 50 kg. Besommingen: IJm. 214 f.259; f.304; IJm. 203 f.356. IJm. 210 VLAARDINGEN. 25 Sept. Maatjesharing Zuid f.24—24.50; Volle haring Zuid f.22—24.40: Steurharing f.24 alles per ton Zaterdag heeft de Duce in het Palazzo Venezia te Rome een toespraak gehouden tot de fascistische leiders uit Bologna waar in hij o.a. zeide: „Wij ontmoeten elkaar hier op een storm achtig oogenblik, waarop niet alleen de kaart van Europa, doch misschien ook die van de werelddeelen op het spel staat. Niets is natuurlijker, dan dat deze groote gebeur tenissen en haar terugslag in Italië ook onder ons emoties hebben opgewekt. Een zekere menschelijke gemeenschap, zeer klein, doch buitengewoon ellendig, die in de meest sombere uithoeken woonde, heeft geprofiteerd van dezen buitengewonen en begrijpelijken geestestoestand.. Het is deze gemeenschap, die zekere geruchten in omloop heeft gebracht, waarvan de meest belachelijke mij persoonlijk betroffen. Dit verschijnsel was voorbestemd, om uit zich zelf te verdwijnen. Anders zou ik hebben moeten twijfelen aan één ding. waarin ik steeds krachtig heb geloofd, n 1. dat het Italiaansche volk cén der meest intelligente is van de wereld Zonder de zaak te dramatiseeren want dat is de moeite niet waard kan men hieruit de conclusie trekken, welke men in één woord kan samenvatten: de kleinste hoekjes te reinigen van de overblijfselen van het maQonieke. Joodsche en buiten- landsch gezinde anti-fascisme. Wij zullen niet toestaan, dat door den een cf ander de physieke en moreele gezondheid van het Italiaansche volk wordt geschaad. Het Italiaansche volk weet, dat het den loods niet moet storen, vooral niet, wanneer hij bezig is te sturen in storm achtig weer en het weet ook, dat het hem niet elk oogenhlik vragen moet stellen over den koers. Indien ik op het balkon zou verschij nen en het Italiaansche volk bijeen roepen, dan zou dit niet zijn, om het den toestand uiteen te zetten, doch om het, zooals is geschied op 2 October 1935 en 9 Mei 1936, beslissingen, ik zeg beslis singen, mede te deelen. welke histori sche beteekenis hebben. Op het oogenblik is dit niet het geval. Onze politiek is vastgesteld in de ver klaring van 1 September en er is geen reden om die te wijzigen Dit beantwoordt aan onze nationale belangen aan onze verdragen en poli tieke overeenkomsten en aan het ver langen van alle volken, ook het Duit sche, hetgeen is: minstens het conflict te localiseeren. Bovendien, nu Polen geliquideerd is, is Europa in werkelijkheid niet in oor log. De massa's van de legers zijn nog niet in contact geweest. Men kan den schok vermijden door zich er rekenschap van te geven, dat het een ijdele hoop is, de positie, welke door de geschiedenis en dc natuurlijke dynamiek van het volk werd veroordeeld te willen handhaven of erger nog fc herstellen. Het is zeker met de wijze bedoeling, het conflict niet uit te breiden, dat de regeerin gen van Londen en Parijs nog niet hebben gereageerd op het Russische voldongen feit. Doch door zoo te handelen hebben zij haar moreele rechtvaardiging .welke ten doel had het Duitsche voldongen feit te herzien ge^ compromltteerd. In een toestand als de huidige, vol van ontelbare onbekenden, is spontaan onder de massa van het Italiaansche volk een leus ontstaan, zich militair voor te bereiden voor iedere eventualiteit, zooveel mogelijk de vredespogingen steunen en waakzaam en zwijgend te arbeiden. Ziedaar de fastische stijl. Hij moet zijn en is ook inderdaad de stijl van het Ita liaansche volk. DE INDRUK IN FRANKRIJK. Een Fransche semi-officieele mededeeling verklaart, dat groote belangstelling getoond is in de redevoering van Mussolini en de daarin vervatte aanduidingen betreffende Italië's houding in het huidige conflict. Na verklaard te hebben, dat de pogingen van Mussolini tot handhaving van den vrede zooals zijn démarche van 1 September, hoo- gelijk gewaardeerd zijn door de Fransche regeering, legt deze verklaring er den na druk op, dat de Duitsche agressie de inter nationale omstandigheden omver geworpen heeft. De verklaring besluit als volgt: „De Britsche en Fransche regeeringen hebben haar positie reeds met de grootste duidelijkheid bekend gemaakt. De verkla ringen van Daladier hebben evenals die van Chamberlain eens en voor altijd het stand punt. der geallieerde mogendheden, dat in genomen is in overeenstemming met haar verdragen met Polen,, gedefinieerd", DE INDRUK TE LONDEN. Welingelichte kringen te Londen zijn van meening. dat de grondtoon van de door Mussolini gehouden redevoering gematigd was. Zij juichen zijn verklaring toe. dat Italië neutraal zal blijven en een uitbreiding van het conflict zal vermijden. Natuurlijk wordt het feit, dat Italië op alle gebeurlijk heden voorbereid is als een natuurlijke voorzorgsmaatregel, welke voor alle neutrale landen van Epropa geldt, aanvaard. Zijn opvatting, dat het oogenblik gekomen is om de vijandelijkheden te staken, wordt, naar de diplomatieke correspondent van Reuter zegt, in Britsche kringen niet ge deeld. Het oorlogsdoel van Groot-Brittannië is door minister-president Chamberlain op duidelijke en ondubbelzinnige wijze uiteen gezet en het feit. dat Polen voor het oogen blik ter neder ligt. doet niets af aan de kracht en geldigheid dier verklaring. De Britsche bladen wijzen Mussolini's pleidooi van de hand. De Daily Herald schrijft, dat de Poolsche nederlaag geen wijziging brengt in de vastbeslotenheid van het Britsche en Fransche volk. Deze volken hebben besloten de wereld te beveiligen tegen agressie. Zij zullen den oorlog voort zetten tot het nationaal-socialisme voor goed is ondergegaan. De Daily Express zegt, dat Engeland niet Duitschland maar het Hitlerisme wil uit roeien. Dit is de zaak waarvoor Engeland strijdt en deze zaak gaat ver uit buiten het vraagstuk van de Poolsche onafhankelijk heid. Volgens de Manchester Guardian wordt van het Britsche volk gevraagd, dat hgt zich gedraagt alsof zijn geluk en zelf respect door het groote ongeluk van het dappere volk waaraan de Britsche regee ring de ulechtigste beloften heeft gedaan, ongeschokt zijn Tot welk een peil zou En geland in de historie zinken, wanneer het deze belofte verried? 3—2

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 7