LEIDSCH DAGBLAD - Tweede BSad
Maandag 25 September 1939
Ontwikkeling en ontspanning
van militairen
De strategische figuren in
het Westen
Mussolini verbreekt stilzwijgen
Kapitein Paters en de heer Lotsy aan het woord
Hun plannen uiteen gezet
IMGEZCISjLCM
/TUKKIN
Voorloopig geen groote actie te verwachten
CORRESPONDENTIE
Stoor den loods niet in stormweer
O
Hoe eenige honderdduizenden militairen,
die nu onder de wapenen zijn, zich in hun
vrijen tijd kunnen ontwikkelen en ontspan
nen, hebben de kapitein van den generalen
staf, J. D. S, Paters en de heer K. J. J. Lotsy
dezer dagen verteld op een bijeenkomst, die
de heer D, J. Lambooy, sous-chef van den
regeeringspersdienst presideerde in een zaal
van het departement van algemeene zaken
te Den Haag.
Enkele dagen nadat de mobilisatie was
voltrokken, zoo begon kapitein Paters, heeft
de opperbevelhebber van land- en zeemacht
het initiatief genomen tot het in studie-ne
men-van het vraagstuk der vrije tijdsbeste
ding van de militairen, die waren opgeko
men. Opgericht is toen een nieuwe sectie V
De heer K. J. J. Lotsy
van het algemeen hoofdkwartier, waaraan
het ontwikkellngs- en ontspanningswerk
werd opgedragen. Kapitein Paters kwam
aan het hoofd dier afdeeling, die in ver
schillende sub-bureaux is gesplitst, dat zijn
de subbureaux voor sport, onderwijs, kunst,
film. lectuur en administratie. Volgens welke
regelen deze sectie werkt, heeft generaal
Reljnders uiteengezet toen hij dezer dagen
den Centralen Raad van Advies (waarvan
Prins Bernhard eere-voorzitter is) instal
leerde.
De opperbevelhebber gaf de volgende be
ginselen aan:
1. Het ontwikkelings- en ontspan-
spaningswerk is van ingrijpenden in
vloed op den geest en de tucht in den
troep en mitsdien in de eerste plaats
een militaire aangelegenheid.
2. De organisatie van dezen arbeid
zal zoodanig moeten zijn, dat eenerzijds
een centrale leiding daarvan is verze
kerd, anderzijds zulks ter bevorde
ring van een voortdurend en nauw con
tact met den troep een juiste en ver
doorgevoerde decentralisatie in uitvoe
ring mogelijk is.
3. Hetgeen den soldaat wordt gebo
den, moet aan hooge eischen voldoen.
4. Het ontwikkelings- en ontspan
ningswerk dient aldus te worden gere
geld, dat het voor alle militairen, zon
der onderscheid van politieke richting
of geloofsovertuiging, toegankelijk is.
De ontspanning.
Vooral in de kleine plaatsen van ons land
aldus ging de heer Paters voort waren
groote moeilijkheden om voor de noodige
ontspannig te zorgen. Op dit terrein zal in
de eerste plaats de centrale raad van advies
werkzaam zijn. Groote lichamen, zooals de
Amsterdamsche Maatschappij voor Jonge
Mannen (AMVJi en de Maatschappij tot
Nut van het Algemeen, bewezen hier al
grooten dienst. Tot eiken prijs dient ver
snippering te worden tegengegaan.
De lectuur.
„U begrijpt, dat hdt ons niet onverschillig
laat welke lectuur er op de tafels in de ont
spanningslokalen komt". In groote lijnen
gaat het met de lectuur als volgt. Het hoofd
bestuur van den nationalen bond „Het Mo-
bilisatiekruis" verzamelt nog steeds boeken
met behulp van de ophaaldiensten van het
Nationaal Jongeren Verbond. Dan zijn er
verschillende plaatselijke en gewestelijke
comité's, die zich op dit gebied verdienste
lijk maken. De boekencentrale is de Veree-
niging tot Bevordering van de Belangen des
Boekhandels te Amsterdam. Deze verzamelt
alle boeken en pakt ze in. De urgentie van
de verstreking bepaalt kapitein Paters en de
etappen- en verkeersdienst zorgt voor de
verzending.
Het onderwijs.
De ervaring heeft geleerd, dat het geven
van classicaal onderwijs uitgesloten is, om
dat de ontwikkeling onder de opgekomenen
te veel uiteenloopt. Het onderwijs, dat nu
gegeven zal worden is te verdeelen in drie
stukken. In de eerste plaats heeft men het
algemeen ontwikkelend onderwijs volgens de
beginselen van het Instituut voor Indivi
dueel onderwijs in Amsterdam. Ten tweede:
practisch technisch onderwijs. Dat is zeer
noodzakelijk voor het onderhouden van de
vakbekwaamheid. Volledige medewerking
van sociale zaken is verzekerd. Zoo zal dit
departement de centrale werkplaatsen
voor de gemobiliseerden openstellen en deze
zoo noodig uitbreiden. Het departe
ment van onderwijs, kunsten en weten
schappen stelt de dag- en avondnijverheids
scholen ter beschikking Van de militairen
met de aan deze scholen verbonden leer
krachten. In de derde plaats staat op het
programa het theoretische technische on
derwijs, waarvoor weer de dag- en avond
nijverheidsscholen open staan en ook insti
tuten als het P.B.N.A. hun medewerking
hebben beloofd. Natuurlijk zullen er ook
voordrachten worden gehouden en cultu-
reele films worden vertoond Alleen militai
ren komen voor cursusleider in aanmer
king.
De kunst.
Er zijn al een 50-tal ensembles (cabaret,
tooneel en revue i, die de militairen zullen
bezig houden. Op 1 October beginnen, naar
men hoopt, de tournées, die centraal wor
den geleid. Eens in de veertien dagen wil
men in een kantonnement een amusements
avond geven. Afgescheiden van een derge
lijk optreden dient er in elk kantonnement
een militair gezelschap te worden gevormd.
Ook aan de inschakeling van militaire mu
ziekkorpsen en de oprichting van orkesten
is gedacht.
De film.
Met het bestuur van den Nederlandschen
Bioscoopbond is een regeling getroffen voor
het geven van voorstellingen voor militairen
tegen gereduceerden prijs In plaatsen, waar
geen bioscopen zijn. zullen reizende bio
scoopondernemingen in de bestaande be
hoeften voorzien. De oprichting van een
eigen filmdienst is trouwens in voorberei
ding. Deze filmdienst zou zich dan vooral
kunnen toeleggen op het maken van mili
taire, documentaire films en korte opnamen
van het leven van den gemobiliseerde te
velde mede met het doel den band tusschen
volk en weermacht te versterken.
De financiering van dit alles.
De minister van defensie, die in dit werk
veel belang stelt, is bereid gelden ter be
schikking van het bureau van kapitein Pa
ters te stellen om de uitvoering van deze
plannen te steunen. Een gedeelte van deze
gelden komt dan ter beschikking van de
troep voor zaalhuur, verblijfkosten der ar-
tisten, voor het ontspanningslokaal en zoo
meer. Het meeste geld aldus kapitein
Paters heeft het bureau Ontwikkeling en
Ontspanning echter zelf noodig en hoewel
ook gerekend kan worden op steun van de
departementen van sociale zaken en onder
wijs, kunsten en wetenschappen, moeten
toch ook de particulieren over de brug ko
men. Daartoe wordt men verzocht giften
over te schrijven op girorekening 359988 ten
name van het bureau Ontwikkeling en Ont
spanning bij het algemeen hoofdkwartier.
De sport.
De heer Lotsy, die zooals bekend be
last is met leiding te geven aan de sport
en lichamelijke ontwikkeling der militairen
in den meest ruimen zin, heeft over zijn
plannen eveneens het een en ander ver
teld.
„U weet hoe achterlijk we zijn met de
lichamelijke ontwikkeling van onze jonge
lingschap," aldus de heer Lotsy. die zich
voorstelt vooral de lichamelijke ontwikke
ling te propageeren. Ook wordt gedacht aan
takken van sport zooals athletiek, zwemmen
en voetballen. Het Nederlandsch Olympisch
Comité en vele erkende sportbonden hebben
hun medewerking toegezegd. Van goede ad
viseurs is de heer Lotsy dus zeker. Over de
organisatie van de lichamelijke opvoeding
heeft hij overleg gepleegd met het rijkscol
lege voor lichamelijke opvoeding, dat een
leidraad zal opstellen. Militaire leiders zijn
intusschen aangezocht, maar aangesteld is
er nog niemand. Wel zijn in vele plaatsen
al commissies werkzaam. Natuurlijk juicht
ook de heer Lotsy het particulier initiatief
op dit terrein toe.
In de groote steden, zoo deelde hij mede,
zijn reeds velden, voetballen en shirts afge
staan. Stelt u in verbinding met het bureau
van kapitein Paters, want er is groot ge
brek aan voetballen en ander materiaal.
Met voldoening gewaagde de heer Lotsy over
het streven van den Zeeuwschen Voetbal
bond. die al een competitie heeft samenge
steld, waarin de militairen in dit opzicht nog
veel doen, want een competitie-systeem
tusschen burgers en militairen lijkt den heer
Lotsy zeer aan te bevelen. Misschien bren
gen we het nog wel tot een Olymplschen
dag, zeide hij.
~'T Antwoord op vragen.
Het antwoord, dat de heeren Paters en
Lotsy op verschillende vragen gaven, sa
menvattende, kan nog het volgende worden
mede^dbeW.
Het bijwonen van de Ontspanningsavon
den is vrijwillig. Kapitein Paters is voorne
mens binnenkort een muziek-specialist aan
het bureau Ontwikkeling en Ontspaning
te verbinden. Wat er geboden zal worden
dient aan hooge eischen te voldoen. Int dit
verband is gedacht aan de inschakeling van
groote orkesten, zooals er in Amsterdam,
Rotterdam en Den Haag zijn. Het geven van
lichte klassieke muziek staat op den voor
grond. Ook solisten van naam zullen mis
schien optreden.
Kapitein Paters noemde Jo Vincent
en Carl Flesch, die naar hij meende
wel bereid zouden worden gevonden voor
een militair auditorium op te treden.
De keuring van de boeken zal in de kan-
tonnementen door de militaire commandan
ten en de geestelijke adviseurs worden ge
daan.
De heer Lotsy hoopte, dat er militairen
zullen worden toegelaten tot wedstrijden,
als het kan voor niets en anders tegen „soe
pele" prijzen, Dit gebeurt nu al in sommige
plaatsen.
(Van onzen militairen medewerker).
Frankrijk heeft het stelsel van den alge-
meenen dienstplicht. In oorlogstijd kan over
niet minder dan 28 lichtingen worden be
schikt. Met een bevolkingssterkte van
42.000 090 inwoners waarvan echter bijna
3 .OC-0 000 genaturaliseerde vreemdelingen
kan over een normale lichtingssterkte van
240.000 man worden beschikt. Door den
vorigen oorlog werd deze sterkte in de laat
ste jaren echter niet bereikt.
Uit het in vredestijd aanwezige aantal
van 28 divisiën (waarvan 8 koloniale) kun
nen in oorlogstijd vermoedelijk een 80-tal
d-ivisiën worden gevormd De totale oorlogs
sterkte kan op 4 5.000.000 man worden ge
steld.
De bewapening, hoewel deels bestaande
uit materieel uit den wereldoorlog, staat
over het algemeen op hoog peil, terwijl de
geoefendheid goed moet worden genoemd.
Het moreel en de geest van de Fransche
weermacht zijn uitstekend. De verhouding
van het kader tot de troep vertoont naast
een zekere gemoedelijkheid een kameraad
schap, welke het beste voor de samenwer
king kan doen verwachten. Er zijn trou
wens bijna geen veldtochten aan te wijzen,
waar Fransche troepen niet het beeld van
uitstekende soldaten vertoonden. Het leger
beschikt over ongeveer 4000 vechtwagens,
welke echter niet alle van moderne con
structie zijn. Hetzelfde geldt voor de lucht
strijdkrachten. Naast een aanzienlijk getal
verouderde vliegtuigen werd gedurende het
laatste jaar gestreefd naar het opstellen
van een moderne luchtvloot van 2600 toe
stellen. Of zulks inmiddels is gelukt, mag
twijfelachtig genoemd worden.
Hoe ligt de strategische figuur van Frank
rijk?
Onmiddellijk valt een groot verschil met
1914 op.
Na toenmaals van Italië reeds direct de
verzekering te hebben gekregen, dat dit land
neutraal zou blijven, kon de totale Fransche
macht 80 divisiën, versterkt met 6 En-
gelsche en 6 Belgische divisiën i worden
aangewend tot afweer van het Duitsche
westleger ter sterkte van 70 divisiën. In af
wachting van den Russischen millioenen-
opmarsch trachtte de Fransche legerleiding
het gevaar in het Westen tegemoet te tre
den volgens het toenmaals geldende dogma
van „l'offensive a outrance" door het inzet
ten van:
a. een hoofdaanval tusschen Metz en
Straatsburg;
b. een nevenaanval in den Elzas;
c. een stoot door Z. België en Luxemburg.
Na het ongelukkige verloop van de slagen
aan de grens volgde de algemeene terug
tocht, met aan het einde daarvan de
Marneslag.
Thans staan wederom 80 Fransche divi
siën. versterkt met een 5 tal Engelsche ge
reed als machtsapparaat van de Westersche
mogendheden. Doch kan ook nu deze ge
heel macht tegen Duitschland worden aan
gewend?
Vanzelfsprekend is dit niet het geval.
Zoo moet in afwijking van 1914:
a. een gedeelte van de Fransche strijd
macht in Afrika worden achtergelaten ter
verdediging van de Fransche belangen al
daar;
b. een leger in Z.O. Frankrijk worden op
gesteld ter verdediging van de Fransche
grens tegen een eventueele Italiaansche
agressie
c. eenige aandacht aan de grens met
Spanje geschonken worden.
Een voordeelige omstandigheid voor
Frankrijk is echter, dat de grenzen in het
Z. en Z.O. van nature zeer sterk zijn, zoodat
met relatief zwakke krachten voor den af
weer aldaar kan worden volstaan. Zonderen
wij, globaal geschat, voor de nevenoperatie-
tooneelen een aantal van 20 divisiën af, dan
zouden tegenover Duitschland nog altijd een
aantal van 60 Fransche en 5 Engelsche
divisiën overblijven. Een gedeelte hiervan,
b.v. 15 divisiën, zal bestemd moeten worden
voor de bezetting van de Maginot linie, ten
gevolge waarvan dan steeds een stootarmee
van 50 divisiën voor een offensief tegen
Duitschland zou overblijven.
Welke wegen staan voor een zoodanig
offensief open?
Beschouwen wij de FranschDuitsche
grens, dan zien wij:
a. een Rijnfront, zich uitstrekkende van
Basel tot Lauterburg.
Een aanval op dit gedeelte belooft voor
de Franschen echter weinig succes. De
richting toch leidt na een moeilijk te be
dwingen Rijnovergang naar het Schwarz-
wald; een gebied met slechts weinig wegen
en moeilijk toegankelijk tusschenterrein;
een terrein zich zeer goed leenende voor
een verdediging voet voor voet. Slechts in
het Z. leidt een goed begaanbare opmarsch-
strook naar het gebied N. van Basel De
hier genoemde strook is echter te smal voor
operaties op groote schaal, terwijl zij ver
moedelijk niet gebruikt zou kunnen worden
zonder de Zwitsersche neutraliteit te schen
den. Als opmarschweg komt zij derhalve niet
in aanmerking.
Als tweede gebied zien wij
b. het gedeelte tusschen de Rijn en de
Luxemburgsche grens.
Dit gebied de oude invalspoort van
Napoleon biedt opmarschgelegenheid over
een breedte van 150 K.M., terwijl door de
Mainvallei een breede voortzetting wordt
gevonden naar het hart van Duitschland.
Echter is deze weg van Duitsche zijde mas
sief gegrendeld. Behalve de sterk ter ver
dediging ingerichtte Westwall moet vervol
gens een Rijnovergang worden bedwongen,
terwijl O. van de Rijn, reeds voor de remili-
tarisatie van het Rijnland, een stelling is
gebouwd ter afsluiting van de Mainvallei in
de lijn: Reichelsheim—Aschaffenburg^welke
linie voortgezet wordt langs de Neckar, om
vervolgens W. van Stuttgart aansluiting te
vinden aan de verdediging van het Schwarz-
wald.
Tenslotte bestaat nog de mogelijkheid van
een Franschen opmarsch
c. door Luxemburg en Belgic.
Uiteraard zou dit slechts met schending
van de neutraliteit van deze twee landen
kunnen geschieden, een handeling welke
van Frankrijk en Engeland moeilijk kan
worden verwacht.
Het bovenstaande in aanmerking geno
men is het begrijpelijk, dat de Fransche
legerleiding de opmarschweg, genoemd on
der b voor haar operaties heeft gekozen.
Onherroepelijk zit aan deze oplossing echter
vast een langzaam verloop van dc krijgs
verrichtingen. Van een ernstige aanval op
de Westwall kan zelfs nu voorloopig nog
geen sprake zijn. Het ontlasten van Polen
door het binden van sterke Duitsche krach
ten in het Westen is voor Frankrijk dan ook
onmogelijk geweest. Dat aan de Fransche
legerleiding in deze dagen veelvuldig ver
weten is dat zij. om de Polen te ontlasten,
niet onmiddellijk aanvallen tegen de West
wall inzette, moet onbillijk geacht worden.
Onvoldoend voorbereide aanvallen zouden
toch niet alleen in stroomen van noodeloos
vergoten bloed zijn gesmoord, doch zij zou
den ook in geen enkel opzicht aan het be
oogde doel hebben beantwoord. Geen enkel
Duitsch soldaat zou er uit Polen voor zijn
teruggeroepen
Had dan niets gedaan kunnen worden om
de Polen bij hun eindstrijd te steunen?
Inderdaad heeft deze mogelijkheid be
staan en wel door het inzetten van lucht
strijdkrachten. Zonder dat deze direct naar
Polen gezonden hadden behoeven te worden
had toch een massale inzet tegen belang
rijke Duitsche gebieden b.v. de industrie
centra aan de Ruhr althans indirect
eenigen steun kunnen geven.
Waarom zulks niet geschied is, zal voor
loopig wel duister blijven.
Voelen de Fransch-Engelsche luchtstrijd
krachten zich nog steeds zwakker dan de
Duitsche? Of wordt wellicht toch nog een
kleine hoop gekoesterd dat het conflict op
eenigerlei wijze binnen korten .tijd door
overleg kan worden beëindigd; een hoop.
welke uiteraard vernietigd zou worden, wan
neer massale wederzljdsehe luchtaanvallen
de volkeren tot het uiterste zouden prik
kelen?
Slechts in de toekomst zal op deze vraag
geantwoord kunnen worden.
(Nadruk verboden).
(Bulten verancwoordelUkneta dei Redactie).
Cople van de al of niet geplaatste stukken
wordt niet teruggegeven.
PLAATSREGELING IN DF. GEHOORZAAL.
Mijne Heeren.
Hierbij verzoek ik U beleefd onderstaande
regelen in Uw veelgelezen blad te willen op-
nemen. Bij voorbaat hiervoor mijn dank.
i Het is reeds vaak voorgekomen, dat de rege
ling van plaatsen in dc Stadsgehoorzaal, zelfs
indien plaatsbespreking heeft plaats gehad, een
ware Janboel ls. Of het blijkt, dat besproken
plaatsen door anderen, die er geen recht op
hebben, zijn bezet (men maakt 2de rang tot
lsten rang. waarbij zij. die verschillende toe
gangsprijzen hebben betaald, naast elkaar ko
men te zitten) 61 er worden veel meer kaarten
verkocht dan waarvoor plaatsen beschikbaar
zijn. Uitdrukkelijk vestig ik er de aandacht op,
dat de regeling alléén hopeloos in de war loopt,
indien de zaal verhuurd wordt aan gezelschap
pen. waarvan de leiding buiten onze stad zetelt.
Gisteravond, bij de voorstelling, waarin Snip
en Snap hoofdpersonen waren, was het weer
met de regeling der plaatsen mis. Kan hierin
geen verbetering gebracht worden?
Met hoogachting.
Mej. J. A. M. HUISMAN,
Lammenschansweg 46.
(Om misverstand te voorkomen, vestigen wij
er de aandacht op, dat de pachter der Stadsge
hoorzaal met deze regeling niets uitstaande
had. - Red. L. D.).
Huisvrouw te L. Er bestaan inderdaad ver
schillende bezwaren tegen de door U bedoelde
methode. In de eerste plaats is het gevaar,
dat de bom van de schop valt minder groot
dan U denkt, mits U slechts een goede schop
neemt, d.w.z. met breed blad en opstaande
randen. In de tweede plaats zoudt U de bom
van zeer dicht bij moeten naderen om te zor
gen. dat de inhoud van den emmer de bom ook
werkelijk bedekt en dit is in verband met de
hitte-uitstraling niet gemakkelijk.
En ten derde is het bijna onmogelijk zóóveel
zand onder de bom te brengen, dat de houten
vloer niet wordt aangetast.
VISCHPRIJZEN.
IJMUIDEN, 25 September.
Tarbot f. 2.10—1.70; Tong f. 2.05—1.00 per kg.-
Kleinschol f.28—17; Schar f. 17—4; Peentjes
f. 13 per 50 kg.
Besommingen: IJm. 214 f.259;
f.304; IJm. 203 f.356.
IJm. 210
VLAARDINGEN. 25 Sept.
Maatjesharing Zuid f.24—24.50; Volle haring
Zuid f.22—24.40: Steurharing f.24 alles per ton
Zaterdag heeft de Duce in het Palazzo
Venezia te Rome een toespraak gehouden
tot de fascistische leiders uit Bologna waar
in hij o.a. zeide:
„Wij ontmoeten elkaar hier op een storm
achtig oogenblik, waarop niet alleen de
kaart van Europa, doch misschien ook die
van de werelddeelen op het spel staat. Niets
is natuurlijker, dan dat deze groote gebeur
tenissen en haar terugslag in Italië ook
onder ons emoties hebben opgewekt.
Een zekere menschelijke gemeenschap,
zeer klein, doch buitengewoon ellendig, die
in de meest sombere uithoeken woonde,
heeft geprofiteerd van dezen buitengewonen
en begrijpelijken geestestoestand.. Het is
deze gemeenschap, die zekere geruchten in
omloop heeft gebracht, waarvan de meest
belachelijke mij persoonlijk betroffen. Dit
verschijnsel was voorbestemd, om uit zich
zelf te verdwijnen. Anders zou ik hebben
moeten twijfelen aan één ding. waarin ik
steeds krachtig heb geloofd, n 1. dat het
Italiaansche volk cén der meest intelligente
is van de wereld
Zonder de zaak te dramatiseeren want
dat is de moeite niet waard kan men
hieruit de conclusie trekken, welke men in
één woord kan samenvatten: de kleinste
hoekjes te reinigen van de overblijfselen
van het maQonieke. Joodsche en buiten-
landsch gezinde anti-fascisme.
Wij zullen niet toestaan, dat door den een
cf ander de physieke en moreele gezondheid
van het Italiaansche volk wordt geschaad.
Het Italiaansche volk weet, dat het
den loods niet moet storen, vooral niet,
wanneer hij bezig is te sturen in storm
achtig weer en het weet ook, dat het
hem niet elk oogenhlik vragen moet
stellen over den koers.
Indien ik op het balkon zou verschij
nen en het Italiaansche volk bijeen
roepen, dan zou dit niet zijn, om het den
toestand uiteen te zetten, doch om het,
zooals is geschied op 2 October 1935 en
9 Mei 1936, beslissingen, ik zeg beslis
singen, mede te deelen. welke histori
sche beteekenis hebben.
Op het oogenblik is dit niet het geval.
Onze politiek is vastgesteld in de ver
klaring van 1 September en er is geen
reden om die te wijzigen
Dit beantwoordt aan onze nationale
belangen aan onze verdragen en poli
tieke overeenkomsten en aan het ver
langen van alle volken, ook het Duit
sche, hetgeen is: minstens het conflict
te localiseeren.
Bovendien, nu Polen geliquideerd is,
is Europa in werkelijkheid niet in oor
log. De massa's van de legers zijn nog
niet in contact geweest.
Men kan den schok vermijden door
zich er rekenschap van te geven, dat
het een ijdele hoop is, de positie, welke
door de geschiedenis en dc natuurlijke
dynamiek van het volk werd veroordeeld
te willen handhaven of erger nog fc
herstellen.
Het is zeker met de wijze bedoeling, het
conflict niet uit te breiden, dat de regeerin
gen van Londen en Parijs nog niet hebben
gereageerd op het Russische voldongen feit.
Doch door zoo te handelen hebben zij haar
moreele rechtvaardiging .welke ten doel had
het Duitsche voldongen feit te herzien ge^
compromltteerd.
In een toestand als de huidige, vol van
ontelbare onbekenden, is spontaan onder de
massa van het Italiaansche volk een leus
ontstaan, zich militair voor te bereiden voor
iedere eventualiteit, zooveel mogelijk de
vredespogingen steunen en waakzaam en
zwijgend te arbeiden.
Ziedaar de fastische stijl. Hij moet zijn
en is ook inderdaad de stijl van het Ita
liaansche volk.
DE INDRUK IN FRANKRIJK.
Een Fransche semi-officieele mededeeling
verklaart, dat groote belangstelling getoond
is in de redevoering van Mussolini en de
daarin vervatte aanduidingen betreffende
Italië's houding in het huidige conflict. Na
verklaard te hebben, dat de pogingen van
Mussolini tot handhaving van den vrede
zooals zijn démarche van 1 September, hoo-
gelijk gewaardeerd zijn door de Fransche
regeering, legt deze verklaring er den na
druk op, dat de Duitsche agressie de inter
nationale omstandigheden omver geworpen
heeft. De verklaring besluit als volgt:
„De Britsche en Fransche regeeringen
hebben haar positie reeds met de grootste
duidelijkheid bekend gemaakt. De verkla
ringen van Daladier hebben evenals die van
Chamberlain eens en voor altijd het stand
punt. der geallieerde mogendheden, dat in
genomen is in overeenstemming met haar
verdragen met Polen,, gedefinieerd",
DE INDRUK TE LONDEN.
Welingelichte kringen te Londen zijn van
meening. dat de grondtoon van de door
Mussolini gehouden redevoering gematigd
was. Zij juichen zijn verklaring toe. dat
Italië neutraal zal blijven en een uitbreiding
van het conflict zal vermijden. Natuurlijk
wordt het feit, dat Italië op alle gebeurlijk
heden voorbereid is als een natuurlijke
voorzorgsmaatregel, welke voor alle neutrale
landen van Epropa geldt, aanvaard. Zijn
opvatting, dat het oogenblik gekomen is
om de vijandelijkheden te staken, wordt,
naar de diplomatieke correspondent van
Reuter zegt, in Britsche kringen niet ge
deeld. Het oorlogsdoel van Groot-Brittannië
is door minister-president Chamberlain op
duidelijke en ondubbelzinnige wijze uiteen
gezet en het feit. dat Polen voor het oogen
blik ter neder ligt. doet niets af aan de
kracht en geldigheid dier verklaring.
De Britsche bladen wijzen Mussolini's
pleidooi van de hand. De Daily Herald
schrijft, dat de Poolsche nederlaag geen
wijziging brengt in de vastbeslotenheid van
het Britsche en Fransche volk. Deze volken
hebben besloten de wereld te beveiligen
tegen agressie. Zij zullen den oorlog voort
zetten tot het nationaal-socialisme voor
goed is ondergegaan.
De Daily Express zegt, dat Engeland niet
Duitschland maar het Hitlerisme wil uit
roeien. Dit is de zaak waarvoor Engeland
strijdt en deze zaak gaat ver uit buiten het
vraagstuk van de Poolsche onafhankelijk
heid. Volgens de Manchester Guardian
wordt van het Britsche volk gevraagd, dat
hgt zich gedraagt alsof zijn geluk en zelf
respect door het groote ongeluk van het
dappere volk waaraan de Britsche regee
ring de ulechtigste beloften heeft gedaan,
ongeschokt zijn Tot welk een peil zou En
geland in de historie zinken, wanneer het
deze belofte verried?
3—2