Hitier spreekt te Danzig
Het Polen van Versailles
zal niet herrijzen
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 20 September 1939
Derde Blad No. 24383
Regiem en volk niet te scheiden
80ste Jaargang
Gistermiddag is Hitier op het gebied van
Dantzig aangekomen. Te half twee werd hij
door gouwleider Forster bij het grens-
plaatsje Renneberg ontvangen. Hitier
dankte den gouwleider voor de bewezen
trouw en vastberadenheid van de Duitsche
stad Dantzig.
De bevolking van Dantzig had zich opge
steld langs den weg van Renneberg naar
Oliva Zoppot. Alle hulzen waren versierd
met hakenkruisvlagen en bloemen. Overal
waar Hitier zich vertoonde werd hij luide
toegejuicht.
Op de Langemarkt was gistermiddag te
gen half zes een enorme menschenmenigte
verzameld. Toen Hitier daar verscheen
werd hij langdurig toegejuicht. In spreek
koren klonk het over het plein: „Wij dan
ken onzen Führer"
DE VREDE VAN VERSAILLES
Na Inleidende woorden van gouwleider
Forster, nam Hitier het woord:
Ik betreed voor de eerste maal een bodem
welke door Duitsche kolonisten, vijf eeu
wen voor den tijd. dat de eerste blanken
zich in den huidigen staat New York ves
tigden, in bezit was genomen.
Vijf eeuwen langer is deze grond
Duitsch geweest. Het is Duitsch gebleven
en zal Duitsch blijven. Het lot, dat deze
stad en dit schoone land getroffen heeft is
het lot geweest van geheel Duitschland. De
wereldoorlog deze meest zinnelooze strijd
van alle tijden heeft ook dit land en
deze stad tot zijn slachtoffers gemaakt, de
wereldoorlog heeft na zijn einde wel allen
in de overtuiging achtergelaten, dat een
dergelijk lot zich nooit meer mocht herha
len. Helaas is deze wereldoorlog heden naar
het schijnt juist door diegenen vergeten,
die reeds toentertijd de voornaamste oprui
ers en ook wel de voornaamste belangheb
benden bij deze volkerenslachting waren
Toen die bloedige worsteling van toen,
waarin Duitschland. aldus Hitier, zonder
eenig oorlogsdoel getreden was, ten einde
liep, zou een vrede aan de menschheid wor
den beschoren, welke wilde leiden tot een
nieuwe wederopstanding van het recht en
daarmede tot een definitief uit den weg
ruimen van allen nood.
Deze vrede werd toen in Versailles ons
volk niet in vrije onderhandelingen voorge
legd, maar door dictaten opgedrongen. Die
vrede was slechts het begin van nieuwe ver
warringen. In één ding hebben de toenma
lige oorlogsophitsers en oorlogsbeëindigers
zich vergist: Zij hebben door den vrede
geen enkel probleem opgelost, maar tallooze
problemen opnieuw in het leven geroepen.
Het was slechts een kwestie van tijd wan
neer de vertegenwoordiging der Duitsche
natie zich zou opmaken om de nieuw in het
leven geroepen problemen van haar kant
tot een oplossing te brengen.
Het meest essentieele probleem heeft
men toen over het hoofd gezien: Dat
de volkeren nu eenmaal bestaan. Er
zijn nu eenmaal 82 millioen Duitschers
in deze levensruimte vereenigd. En zij
willen leven en zij zullen leven.
De vrede van Versailles heeft Duitsch
land het ergste onrecht toegebracht. Wan
neer thans een staatsman van een ander
volk gelooft te moeten uitspreken, dat hem
het vertrouwen ontbreekt in het woord van
Duitsche staatslieden en van het Duitsche
volk, dan hebben wij Duitschers het recht
te zeggen, dat ons ieder vertrouwen ont
breekt in toezegging van degenen, die in
dertijd de plechtigste toezeggingen zoo
erbarmelijk gebroken hebben.
DE POOLSCHE STAAT,
PRODUCT VAN ONZIN."
,EEN
Ik wil nu in het geheel niet van het on
recht der wereld spreken. Het ergste in
het leven der volkeren is misschien nog
niet zoozeer het onrecht, maar de onzin,
de dwaasheid, de domheid waarmede men
toen de wereld een vrede opdrong, die ten
aanzien van alle historische en oecono-
mische, alle de volkeren betreffende en
politieke feiten eenvoudig overging tot de
orde van den dag. Men heeft indertijd
regelingen getroffen, waarbij men betwij
felt, of de mannen die dat misdreven
hebben, werkelijk bij hun verstand waren.
Ontbloot van iedere kennis der historische
ontwikkeling van dcc levensruinv*n maar
ook ontbloot van ieder oeconomisch be
grip, hebben die menschen toenter
tijd in Europa gewoed, staten verscheurd,
landschappen verdeeld, volkeren onder
drukt en culturen verwoest. Danzig was
een slachtoffer van dezen onzin. Wat
Duitschland voor dezen Poolschen staat
moest opofferen is de wereld wellicht niet
bekend. Alleen dit eene moet ik hier uit
spreken: Al deze gebieden, die toen bij Po
len werden ingelijfd, moeten ten aanzien
van hun ontwikkeling, uitsluitend op re
kening geplaatst worden van Duitsche
energie, Duitsche vlijt, Duitsch werken. Zij
hebben hun cultureele beteekenis uitslui
tend aan het Duitsche volk te danken. Dat
men toentertijd een provincie van het
Duitsche Rijk afscheurde, dat men andere
gebieden ten deel liet vallen aan dezen
nieuwen Poolschen staat, werd gemoti
veerd met „volksche" noodzakelijkheden.
Daar komt bij, dat de stemmingen later
overal tot resultaat hadden, dat niemand
verlangen gehad heeft om in dezen Pool
schen staaf te komen. Deze Poolsche
staat, die ontstaan was uit het ver
goten bloed van tallooze Duitsche regimen
ten, heeft zich vervolgens uitgebreid ten
koste van oud-Duitsch kolonisatie-gebied,
vooral ten koste van ieder verstand en van
iedere oeconomsiche mogelijkheid. In de
laatste 20 jaar is bewezen, dat de Pool,
die deze cultuur niet gesticht had, ook
niet in staat was haar in stand te houden.
Nog vijftig jaren zouden voldoende ge
weest zijn om deze gebieden, die de Duit-
scher met moeite en vlijt aan de barbarij
ontrukt heeft, weer aan de barbarij terug
te geven.
Polen was bovendien een nationalitei-
tenstaat. Men had in het leven geroepen,
wat men den ouden Oostenrijkschen staat
verweet. Polen was bovendien nooit een
democratie. Het was een geweldstaat,
waarin het lot der Duitschers ontzettend
was. Het maakt bovendien nog een verschil
uit of een volk van een geringere cultu
reele beteekenis geregeerd wordt door een
volk dat cultureel meer beteekent, dan
wel of een volk van hooge cultureele be
teekenis wordt onderworpen aan het tra
gische lot overweldigd te worden door een
mindere.
TOCH STREVEN NAAR OVEREEN
STEMMING.
Desondanks heb ik, aldus Hitier, getracht
evenals overal, ook hier een regeling te
vinden, welke wellicht zou hebben kunnen
leiden tot een billijke overeenstemming. Ik
heb er eens naar gestreefd, in het Westen,
later in het Zuiden van het Rijk, defini
tieve grensafbakeningen te krijgen en
daarmede gebied na gebied te ontrukken
aan de onzekerheid en den vrede te vesti
gen. Ik heb mij ingespannen hetzelfde ook
hier te bereiken.
In dien tijd was er in Polen een man van
onbetwistbaar realistisch inzicht en ener
gie. Ket was mij gelukt, met maarschalk
Pilsudski een overeenkomst tot stand te
brengen, die den weg moest banen naar
een vreedzame overeenstemming der beide
naties, een overeenkomst, die van tevoren
niet iets kon goedkeuren dat in het leven
was geroepen door het verdrag van Versail
les, maar die er naar streefde om met vol
komen voorbijgaan van dit verdrag, ten
minste de grondslagen te scheppen voor een
verstandig en draaglijk leven naast elkan
der.
Onmiddellijk na Pilsudski's dood begon
reeds een versterkte strijd tegen de Duit
schers. welke de betrekkingen tusschen de
beide staten verbitterde en verduisterde. Op
den duur was het nauwelijks mogelijk ge
duldig toe te zien, hoe de in Polen levende
Duitsche minderheid op barbaarsche wijze
werd vervolgd. Duitschland is een groote
mogendheid en moest toezien, hoe een diep
onder haar staand volk en een diep onder
haar staande staat deze Duitschers mis
handelde.
Vooral twee toestanden waren volko
men onduldbaar: Ten eerste een stad
van Duitschen aard werd niet alleen
verhinderd naar het Rijk terug te kee-
ren, maar systematisch trachtte men
haar te verpoolschen. In de tweede
plaats had een van Duitscliland afge
scheiden provincie geen dirccten toe
gang, maar was het verkeer daarmede
afhankelijk van de welwillendheid van
dezen Poolschen staat. Geen macht ter
wereld zou dezen toestand zoolang ver
dragen hebben als Duitschland.
Ik heb nu mijn pogingen om te komen tot
een draaglijke oplossing ook van dit pro
bleem in den vorm van mondelinge voor
stellen voorgelegd aan de toenmalige Pool
sche machthebbers. Deze voorstellen waren
meer dan gematigd. Danzig zou terugkeeren
naar het Duitsche rijk, een exterritoriale
weg zou op kosten van Duitschland naar
Polen worden aangelegd, waar tegenover
Polen in Danzig de meest vrije havenrech
ten zou krijgen en denzelfden exterrito-
rialen toegang. Ik was bereid, daarvoor den
voor ons op zichzelf nauwelijks duldbaren
toestand van de grenzen zelfs nog te ga
randeeren en tenslotte Polen te doen deel
nemen aan het veilig-stellen van Slowa
kije.
Ik weet niet, in wat voor geestestoe
stand de Poolsche regeering was, toen
zij deze voorstellen afwees, maar ik
weet wel, dat ontelbare milliocnen Duit
schers op het standpunt stonden, dat
ik daarmee te ver was gegaan. Polen
gaf als antwoord bevel tot de eerste
mobilisatie en daarop begon een wilde
terreur.
Mijn verzoek aan den toenmaligen Pool
schen minister van buitenlandsche zaken
om mij in Berlijn op te zoeken, teneinde
nogmaals deze kwesties te bespreken, werd
afgewezen. In plaats van naar Berlijn ging
hij naar Londen.
Er volgden nu die weken en maanden
van voortdurend toenemende dreigingen,
die voor een groote mogendheid op den
duur onmogelijk zijn. Een Poolsche maar
schalk verklaarde, dat hy Duitschland en
de Duitsche legers in de pan zou hakken
en daarmede begon een martelaarschap
voor de Duitschers in Polen, die mishan
deld en op de wreedste wijze gedood wer
den. Men heeft eerst geloofd, dat de Duit
sche natie zich dit alles zou laten welgeval
len en dat men het van een zekere plaats
den Polen als mogelijk voor oogen had ge
steld. En daarbij hun de verzekering had
gegeven, dat, wanneer hun eigen tegen
stand niet genoeg zou zijn, zij zich te allen
tijde verzekerd konden houden van den bij
stand der anderen. Hun werd de beslissing
in handen gegeven om oorlogen te begin
nen. Voor deze mannen was Polen dan ook
maar een middel tot het doel. Want thans
verklaart men volkomen rustig, dat het in
de eerste plaats in het opheel niet om Po
len gaat. maar om het regime.
Ik heb steeds gewezen op ^:vaar, dat
in een land zonder meer mannen opstaan
en den oorlog kunnen prediken als een
noodzakelijkheid. Ik bedoel de heeren Chur
chill. Eden, Duff Cooper, enz. Ik heb er toen
op gewezen, hoe gevaarlijk dat is in een
land, waar men nooit precies weet of deze
mannen niet over korten tijd in de regee
ring zouden zitten. Men verklaarde toen dat
dat nooit het geval zou zijn. Naar mijn
meening zijn zij thans de regeering. Ik had
er toen geen twijfel over gelaten, dat
Duitschland onder geen beding zou capi-
tuleeren' voor de dreigementen en het ge
weld van deze menschen. Ik had toen be
sloten, het Duitsche volk langzaam in ken
nis te stellen van het drijven van die mis
dadige kliek en het Duitsche volk is lang
zaam in die afweerpositie gebracht, die ik
voor noodzakelijk hield, om niet op een
goeden dag verrast te worden.
Zijn rede voortzettende, zeide Hitier:
Ik geloof, dat het in de laatste dagen
van Augustus nog mogelijk zou zijn
geweest, zij het ook zonder de Britsche
garantie en de ophitsing van deze oor
logsapostelen, een overeenstemming tot
stand te brengen.
Op een zeker oogenblik trachtte Engeland
ons met Polen tot directe gedachtenwisse-
ling te brengen. Ik was daartoe bereid. Al
wie kwam, niet de Polen. Twee dagen zat
ik met mijn regeering in Berlijn en wachtte.
Ik had intusschen een nieuw voorstel uit
gewerkt, dat den Britschen ambassadeur
aan het begin van den eersten dag zin voor
zin is voorgelezen. Mijn minister van bui
tenlandsche zaken gaf hem nog aanvullende
ophelderingen. De volgende dag kwam en
er gebeurde niets, behalve de Poolsche al-
gemeene mobilisatie, nieuwe daden van ter
reur en een aanval cp ons rijksgebied. Ook
in het leven der volkeren mag men niet
altijd geduld met zwakheid verwarren. Ik
heb jarenlang met grenzeloos geduld deze
voortdurende provocatie gezien.
Na maanden lang wachten en steeds
nieuwe voorstellen heb ik eindelijk beslo
ten tot de Polen te spreken in de taal,
waarin zij geloofden tegen ons te kunnen
spreken. Ook op dat oogenblik had nog
maals de vrede gered kunnen worden. Het
bevriende Italië, de Duce. heeft zich inge
schakeld en een bemiddelingsvoorstel ge
daan. Frankrijk ging ermede accoord en
ik heb ook mijn toestemming uitgesproken.
Toen heeft Engeland ook dit voorstel van
de hand gewezen en in plaats daarvan ge
meend het Duitsche volk een ultimatum
met een termijn van twee uur te kunnen
stellen met een onmogelijken eisch.
De Engelschen verwarden het tegen
woordige Duitsche regime met het
regime van 1918. Het tegenwoordige
Duitschland stelt men geen ultimatum
meer. Het Duitsche rijk is niet van zins,
op zoo'n toon tot zich te laten spreken.
Wanneer Polen deri oorlog koos. dan is
dat gebeurd, omdat anderen het tot dezen
oorlog opruiden met verhalen over de waar
deloosheid van het Duitsche leger, het
slechte moreel der Duitsche troepen, de
defaitistische stemming in het binnenland
van Duitschland en het onderscheid, dat
zou bestaan tusschen het Duitsche volk
en zijn leiding. Het zou gemakkelijk zijn
onze legers terug te werpen. Daarop heeft
Polen zijn veldtochtplan opgesteld. Nu. na
achttien dagen, staan onze troepen in een
groote linie BrestLemberg en verder naar
het Noorden. Vanmorgen waren er reeds
70.000 gevangenen uit de streek van Kutno.
Wat nog ten Westen van deze linie over
blijft van het Poolsche leger, zal over enkele
dagen capituleeren of verslagen worden.
BEDUCHTHEID VOOR DE
DUITSCHE WRAAK.
Wederom is de Duitsche infanterie weer
galoos gebleken, onze gemotoriseerde orga-»
nisaties hebben getoond uitmuntend te zijn.
De soldaten van onze marine doen bewon
derenswaardig hun plicht en over alles
waakt het Duitsche luchtwapen en beveiligt
de Duitsche luchtruimte. Zij, die er van
droomden. Duitschland te verpletteren en
de Duitsche steden in puin en asch te leg
gen, zingen een toontje lager, omdat zij
weten, dat voor iedere bom op een Duitsche
stad vijf of tien bommen terug zullen ge
worpen worden. Zij moeten nu niet doen,
alsof zij uit humaniteit zich willen aanpas
sen aan deze wijze van oorlogvoeren, het
is niet anders dan beduchtheid voor de
wraak.
De Poolsche soldaat heeft op vele plaat
sen dapper gestreden. Zijn lagere leiding
spande zich wanhopig in. Zijn middenlei
ding was te weinig intelligent, zijn hoogste
leiding beneden iedere critiek.Op het oogen
blik zijn circa driehonderdduizend Poolsche
soldaten in Duitsche gevangenschap en
bijna tweeduizend officieren en vele gene
raals. Daarnaast echter zijn door andere
Poolsche troepen ernstige wandaden ge
pleegd. Men moet zich afvragen, zoo ging
Hitier na een uitweiding over deze wan
daden voort, of men zich onder deze om
standigheden nog eenigerled beperking be
hoort op te leggen. Ik heb het Duitsche
luchtwapen de opdracht gegeven dezen
oorlog humaan te voeren, dus alleen tegen
strijdende troepen. De Poolsche regeering
heeft den Polen opdracht gegeven, dezen
oorlog uit een hinderlaag te voeren en als
franc-tireur. Het was heel moeilijk, zich
daar tegenover te beheerschen. In de
democratische staten moet men zich dan
ook niet verbeelden, dat het eeuwig zoo
moet zijn. Wanneer men het anders wil
hebben, kan men het ook anders krijgen.
Ook hier kan mijn geduld ten einde raken.
Wij hebben thans in Polen dien toe
stand doen ontstaan, die het misschien
mogelijk maakt, verstandig en rustig te
eeniger tijd met vertegenwoordigers van
dit volk te kunnen spreken.
HET OPTREDEN VAN DE
SOVJET UNIE.
Intusschen heeft Rusland aanleiding ge
zien, ook van zijn kant ter bescherming
van de belangen der Wit-Russische en
Oekrainsche volksdeelen in Polen op te
rukken. Wij toeleven het thans, dat men in
Engeland en Frankrijk dit samengaan van
Duitschland en Rusland een ontzaglijke
misdaad ziet, ja. een Engelschman schreef,
dat het perfide is. Ik geloof, dat de perfi
diteit door Engeland daarin wordt gezien,
dat de poging van samengaan tusschen het
democratische Engeland en het bolsjewisti
sche Rusland mislukt is, terwijl omgekeerd
de poging van het nationaal-socialistlsche
Duitschland met het bolsjewistische Rus
land is gelukt.
Ik zou hier terstond een opheldering wil
len geven: Rusland blijft datgene wat het
is, Duitschland zal blijven wdi. het is.
Slechts één ding is beiden regimes
duidelijk noch het Russische, noch het
Duitsche regime wil ook maar een man
opofferen voor de belangen der Weste
lijke democratieën. De ervaring van vier
oorlogsjaren is voor beide staten en
voor beide volkeren voldoende. Wij
weten zeer nauwkeurig, dat afwisselend
nu eens de een, dan weer de ander de
eer zou kunnen hebben om voor de
idealen der Westelijke democratieën in
de bres te springen. Wij zijn van zins,
enze belangen van nu af aan zelf te
behartigen en wij hebben ervaren, dat
wij ze het best kunnen behartigen,
wanneer de beide grootste volkeren en
staten met elkander tot overeenstem
ming komen.
EEN BEGRENSD DOEL.
Dat is des te gemakkelijker, daar de Brit
sche bewering van de onbegrensde doelstel
ling der Duitsche buitenlandsche politiek
slechts een leugen is. Het verheugt mij
thans den Britschen staatslieden deze leu
gen in de practijk te kunnen weerleggen.
De Britsche staatslieden, die voortdurend
beweerden, dat Duitschland het voornemen
heeft, Europa tot aan den Oeral te over-
heerschen, zullen thans gelukkig zijn, wan
neer zij nu eindelijk de begrenzing van de
Duitsche politieke bedoelingen ervaren. Ik
geloof, dat wij hun daarmede wederom een
reden tot oorlog ontnemen, want zij ver
klaren immers, dat zij juist daarom tegen
het huidige Duitsche regime moeten strij
den. omdat dit regime onbegrensde oor
logsdoelstellingen nastreeft. De doelstellin
gen van Duitschland zijn zeer begrensd. Wij
hebben dit met de Russen geheel uitge
sproken. Tenslotte zijn de Russen de eerst
belanghebbende naburen, de Engelschen
meenen dat wij daarbij in een conflict zou
den kunnen geraken. Maar dat zullen wij
niet. In de overeenstemming tusschen
Duitschland en Sovjet-Rusland ligt tegelij
kertijd het motief voor het verdwijnen van
die nachtmerrie, waardoor de Engelsche
staatslieden niet konden slapen in verband
met de wereld-veroveringslusten van het
huidige Duitsche regime.
Het zal hen gerust stellen, wanneer
zij vernemen, dat het niet waar is, dat
Duitschland de Oekraine wil of wilde
veroveren. Wij hebben zeer begrensde
belangen. Wel zijn wij vast besloten om
deze belangen te behartigen tegen ieder
gevaar in en tegen iedereen. Hoe nu de
definitieve vorming der staatsverhou-
dingen in dit groote gebied er zal uit
zien, hangt wel in de eerste plaats af
van de beide landen, die hier hun ge
wichtigste levensbelangen hebben.
Duitschland tresdt hier op met begrensde,
maar onwrikbare eischen en het zal deze
eischen onder ieder beding verwezenlijken.
Duitschland en Rusland zullen hier in
plaats van een vuurhaard van Europa, een
toestand plaatsen, die men eens slechts als
een ontspanning zal kunnen waardeeren.
Wanneer het Westen verklaart, dat dit
onder geen omstandigheden mag gebeuren
en wanneer men vooral in Engeland ver
klaart, dat men vast besloten is, hier, wan
neer dat noodzakelijk mocht zijn, daar
tegen op te treden met een oorlog van drie
of misschien vijf of acht jaren, dan zou ik
hier willen antwoorden, dat Duitschland
in het Westen en Zuiden van zijn Rijk on
der moeilijk afstand doen, defintieve gren
zen heeft geaccepteerd. Duitschland heeft
daar overal getracht, door een dergelijk
afstand doen, een definitieve pacificatie tot
stand te brengen.
DE BETREKKINGEN MET HET
WESTEN.
Wij geloofden, dat ons dat zou zijn ge
lukt, wanneer niet zekere oorlogsophitsers
een volstrekt belang hadden in het ver
storen van den Europeesolien vrede.
Ik heb noch tegen Engeland, noch
tegen Frankrijk, welk oorlogsdoel ook;
de Duitsche natie evenmin. Sinds ik
aan de macht kwam, heb ik er naar
gestreefd, langzamerhand juist met dc
vroegere tegenstanders uit den wereld
oorlog een nauwere betrekking van
vertrouwen te herstellen.
Ik streefde ernaar, alle spanningen, die
eens tusschen Italië en Duitschland be
stonden, weer op te heffen en ik mag wel
met genoegdoening constateeren, dat het
mij ook, dank zij de nauwe persoonlijke be
trekking van vertrouwen tot Mussolini,
volkomen gelukt is. Ik heb ernaar gestreefd
hetzelfde met Frankrijk tot stand te bren
gen. Onmiddellijk na de afhandeling van
het Saarprobleem heb ik plechtig afstand
gedaan van iedere grensherziening in het
Westen. Ik heb de geheele Duitsche pro
paganda in dienst gesteld van deze opvat
ting en alles uitgeroeid, wat in Parijs aan
leiding zou hebben kunnen geven tot twij
fel of bezorgdheid.
Mijn aanbiedingen aan Engeland zijn be
kend. Ik had slechts het groote doel. met
het Britsche volk een oprechte vriendschap
te kunnen bereiken.
Waneer dat alles is afgewezen en
wanneer Engeland thans gelooft tegen
Duitschland oorlog te moeten voeren,
dan zou ik daarop het volgende wil»en
antwoorden: Polen zal in den vorm van
het verdrag van Versailles nooit meer
opstaan.
Niet alleen Duitschland, maar ook Rut-
land staat daarvoor garant. Wanneer nu
Engeland zegt, dat het belangrijkste de
oorlog tegen het huidige regime in Duitsch
land is, antwoord ik daarop, dat, wanneer
een Duitsch regime de instemming zou
krijgen van de heeren Churchill, Duff
Cooper, Eden, enz., dan zou dat regime
slechts door deze heeren betaald en in
stand gehouden en daarom voor Duitsch
land onduldbaar zijn.
DE DUUR VAN DEN OORLOG.
Wanneer zij thans gelooven, het Duitsche
volk van mij te kunnen verwijderen, dan
houden zij dit volk of wel voor even karak
terloos, of wel voor even dom als zij zelf
zijn. Laten de heeren ervan overtuigd zijn,
dat zij door hun belachelijke propaganda
het Duitsche volk niet meer tot ontbinding
brengen. Wanneer volkeren ineen zullen
storten, zal het niet het Duitsche volk zijn,
dat voor zijn recht strijdt, dat geen oorlog
wil. maar dat aangevallen werd. Veeleer
zullen die volkeren ineen storten, die lang
zamerhand zullen begrijpen, hoe weinig
reden tot oorlog hun verleiders hadden. En
dat de eenige reden tot oorlog in de win
sten en de politieke belangen van een zeer
kleine kliek ligt. Wanneer men verklaart,
dat deze oorlog drie jaren zal duren, kan
ik slechts mijn medelijden uitspreken met
de Fransche poilu, die niet weet waar hij
voor strijdt. Om te beginnen weet hij
slechts, dat hij minstens voor drie jaren
te vechten heeft. Of de oorlog nu drie
jaren duurt is ook nog van ons afhan
kelijk
Wanneer hij drie jaren mocht duren, zal
in het derde jaar niet het woord capitulatie
staan, ook niet in het vierde of het zevende
jaar. Het Duitsche volk zal uit dezen strijd
niet verslagen te voorschijn komen, maar
het zal hechter en hechter worden. Wan
neer iets versplintert, dan zullen het de
staten zijn die eenmaal aangeduid zijn als
pluto-democratiën. Wat zou men wel zeg
gen, wanneer door ons ooit zou worden
verklaard, dat het regime in Frankrijk of
Engeland ons niet ligt en dat wij bijgevolg
thans oorlog voeren? Wat een bodemlooze
gewetenloosheid.
MET WELKE WAPENS GESTREDEN
ZAL WORDEN.
Wij nemen den handschoen op en
zullen strijden zooals de tegenstander
strijdt. Engeland heeft reeds een be
gin gemaakt met den strijd tegen
vrouwen en kinderen. Engeland denkt
dat zijn zeemacht niet aangevallen
kan worden en dat het daarom het
recht heeft, met dit wapen de vrou
wen en kinderen niet alleen van de
vijanden, maar ook van de neutralen
te beoorlogen, laat men zich ook hier
in niet vergissen. Zeer snel zou het
oogenblik kunnen komen, dat wij een
wapen toepassen, waarin wij niet kun
nen worden aangevallen.
Het is te hopen, dat men dan niet plot
seling begint, zich de humaniteit te her
inneren. Wij Duitschers zouden dat heele-
maal niet willen. Het ligt ons niet. Ik heb
ook in dezen veldtocht het bevel gegeven,
steden te sparen wanneer dit eenigszins
mogelijk is.
Principieel hebben wij ons daaraan ge
houden. Op plaatsen waar geen tegenstand
geboden wordt is geen ruit gebroken. Wan
neer men in Warschau de burgers oorlog
laat voeren, zal natuurlijk de oorlog ook
over de geheele stad trekken. Het ligt ook
geheel aan Engeland, de blokkade te voe
ren in vormen, die in overeenstemming
zijn met het volkenrecht of die daarmede
in strijd zijn. Wij zullen ons geheel daar
aan aanpassen. Over één ding echter moe
ten zij geen twijfel voeden: het Engelsche
doel is dus niet strijd tegen een regime,
maar strijd tegen het Duitsche volk, tegen
de Duitsche vrouw en de Duitsche kinde
ren. De reactie bij ons zal een overeenkom
stige zijn. En steeds zal één ding aan het
slot vast staan:
Duitschland capituleert niet. Wij
weten heel precies wat het lot van
dit Duitschland zijn zou, een tweede,
nog veel erger verdrag van Versailles.
Wij hebben gehoord, hoe de Zuid-Duit-
sche landen zouden worden weggescheurd,
wat Polen terug zou krijgen, wat men aan
nieuwe staten denkt op te richten, enz.
Het Duitsche volk heeft de laatste weken
een wonderbaarlijk teeken gegeven, niet
alleen van zijn innerlijke aaneengesloten
heid. maar ook van zijn werkelijk dappere
gezindheid.
HET DUITSCHE VOLK
GEESTDRIFTIG.
Het Duitsche volk is veel geestdrif
tiger dan in 1914. Deze geestdrift is
echter geen oppervlakkig hoera- pa
triottisme, maar een fanatieke kracht
tot besluiten.
Het is de geestdrift van menschen die
weten wat een oorlog is, die niet lichtvaar
dig in dezen oorlog zijn getrokken, maar
die dezen opgedrongen oorlog zoo zullen
voeren als het oude front hem gevoerd
heeft.
Wij allen weten, hoe vreeselijk dat ge
weest is. Wij zijn echter vast besloten, dit
gebeuren tot een succesrijk einde te leiden,
i Er moge komen wat wil. Wij hebben daar
bij slechts den eenigen wensch, dat de
almacht.ge God. die thans onze wapens ge
zegend heeft, wellicht de andere volkeren
zou willen verlichten, dat Hij hun het in
zicht schenkt, hoe doelloos deze volkeren-
worsteling op zichzelf zou zijn. Dat Hij hen
wellicht tot nadenken zal brengen over de
zegening van een vrede, dien zij prijsge
ven. alleen omdat een handjevol oorlogs
ophitsers de volkeren in een oorlog wil
verwikkelen.
Tenslotte richtte Hitier zich tot de Dan-
zigers zelf en verklaarde: wat ook den
Duitschen enkeling beschoren mag zijn
in de eerstvolgende maanden en jaren, het
zal licht zijn in het bewustzijn van de on
verbrekelijke gemeenschap, die ons ge
heele volk omsluit. Danzig was Duitsch,
Danzig is D"itsoh «p Danzif zal
van nu af Duitsch zijn, zoolang er een
Duitsch volk en een Duitsch Rijk is.
Hitier einc ïgue met een Sieg Heil op dit
Duitschland van de Duitsche volksgemeen
schap van alle Duitsche stammen, het
groot Duitsche Rijk.