Tewaterlating van den nieuwen flottieljeleider „Jacob van LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad Vlucht uit Moskou 80ste Jaargang FEUILLETON 99 IET VAN FEGGELEN vestigde te Amsterdam het wereld record 100 yards rugslag zwemmen voor dames. Zij ontvangt bloemen van den voorzitter van de zwemvereeniging „Het IJ". COURSES OP DUINDIGT georganiseerd door de Kom Nederl. Harddraverij- en Renvereeniging. Overzicht tijdens de heatdraverij le klasse om den Giocondaprijs. DE NIEUWSTE DAMESTASCH met ruimte onderin om er een gasmasker in te bergen. VAN DE WERF DER N.V. NEDERLANDSCHE SCHEEPSBOUW MIJ. TE AMSTER DAM werd Zaterdag de nieuwe flottieljeleider ..Jacob van Heemskerck" te water gelaten. Het schip glijdt in zijn element. MEVR. P. G. VOS-RÖMER ontvangt van den heer D. Goedkoop de laatste aanwijzingen voor de tewaterlating van de Jacob 'van Heemskerck". OP BIRKHORN TE AMERSFOORT werd een voetbalwedstrijd geopend tusschen een ver sterkt H.V.C.-elftal en een z.g. mobilisatie-elftal. De overwinning van de militairen zal voor een groot deel te'danken zijn aan de luidruchtige toejuichingen der supporters. DE SLUITING VAN DE ZITTING DER STATEN-GENERAAL. MINISTER VAN BOEIJEN VERLAAT HET, TWEEDE KAMERGEBOUW. iWwèüè ROMAN van MARLISE KOLLING. 12) In onöe>heerschte drift scheurde zij het tijden weefsel doormidden. „Kapot!" zei Je, met overslaande stem. „Ik geloof, mijn vaarde, dat ook tusschen ons belden weldra teer veel kapot zal zijn!" DaisyHij deed een schuchtere po sing om haar terug te houden, maar zij khudde haar hand van zijn arm af. „Laat me los!" „Maar Daisy, zou je mij tenminste niet «ven willen aanhooren?" Zij was de kamer al uit, Robert bleef een paar minuten beslulte- X>s staan, niet ln staat zijn gedachten te erzamelen. Dalsy's plotselinge verschijning ton zijn plannen met Lisaweta volkomen in to war sturen. Haar uitbarsting van woede tad dat reeds bewezen. Hij probeerde zich met alle geweld tot tolmte te dwingen. Daisy's verontwaardi- Sng was natuurlijk niet geheel en al onge- ïotiveerd. De omstandigheden en zijn hou- Üng gaven haar reden voor de veronder- 'ielling, dat hij zich niet had gedragen, •"Goals een verloofd man betaamde. Stom, iooals hij zich daar had aangesteld. Maar toe zou zij het opnemen, als hij haar nu eens ie waarheid vertelde? Als hij haar deel- genoote maakte van Llsaweta's lot? Zou dan alles nog niet goed kunnen worden? Als hij er nu eens in slaagde Dalsy's mede lijden op te wekken en zich van haar hulp te verzekeren? Dan zou hij ook zijn aan staanden schoonvader ln het complot kun nen betrekken. Zijn schoonvader en hij zouden voor Lisaweta meer kunnen berei ken dan hü alleen. Er moest een poging in die richting worden gedaan. Hij moest Daisy haar vergissing onder het oog bren gen en trachten haar tot zijn bondgenoote te maken. Hij haastte zich naar haar toe, nadat hij telefonisch naar het nummer van haar ka mers had geïnformeerd. Zij lagen op de zelfde verdieping, bijna schuin tegenover de zijne. Hij aarzelde een seconde, voor hij bij haar aanklopte. Op haar „Binnen" opende hij de deur. Daisy zat met een van woede en tranen verwrongen gezicht aan tafel, Zij keek hem niet aan Haar handen speelden nerveus met de sluiting van haar taschje. Maar zij wees hem tenminste niet botweg af; zij duldde zelfs, dat hij tegenover haar plaats nam. Als zij hem nu maar wilde aan hooren, was er al veel gewonnen. „Daisy", begon hij, „ik heb mij zooeven dwaas aangesteld. Ik had je direct de waar heid moeten zeggen," „Je geelt het dus toe!" stoof zij op. Hij schudde het hoofd. „Daisy, de zaak is heel anders dan jij denkt. Luister nu eens kalm naar me." „Kalm naar je luisteren, als je mij een of ander liefdesavontuur met een ander ver telt'" Haar schelle stem veried nog steeds de hevige opwinding, waaraan zij ten prooi was. „Er is geen sprake van een ander, hoogstens van een avontuur!" zei hij, op dien energieken toon, welke gewoonlijk nog wel eens indruk op Daisy placht te maken. „Het betreft hier een jonge vrouw, kind van een Oostenrijksche moeder, die door de omstandigheden hier te lande aan den rand van den afgrond is gebracht. En voor deze vrouw wilde lk ock jouw hulp inroepen, Daisy, jouw hulp en die van je vader." Zij staarde hem met groote oogen aan. Het scheen niet tot haar door te dringen, wat hij eigenlijk bedoelde. Hij begreep on middellijk, dat hij van dit oogenblik van zwijgzaamheid gebruik moest maken om zijn pleidooi te vervolgen. Als hij er niet in slaagde door een uitvoerige beschrijving van Lisaweta's lot al haar beswaren en haar grenzenloos wantrouwen weg te ne men, zou alles tevergeefsch zijn. En zoo deed hij dan een beroep op haar hulpvaardigheid en haar naastenliefde. Hij vertelde haar van Lisaweta's jeugd en hij voelde daarbij zelf, hoe zeer de ontzettende belevenissen van deze jonge Russische vrouw hem ter harte gingen. Alles gaf hij weer. zooals het hem zelf was meegedeeld, van den tragischen dood van Lisaweta's ouders af tot hun eerste ontmoeting op de markt toe. Hier bleef hij steken, Hoe hij Lisaweta persoonlijk had leeren kennen, dat kon hij Daisy natuurlijk niet vertellen. En het be wustzijn slechts de halve waarheid te heb ben opgebiecht, ontnam tenslotte aan zijn woorden toch die eerlijke overtuiging en de suggestieve kracht, welke noodig zouden zijn geweest om Daisy's toch reeds zoo wei nig meevoelend hart te vermurwen. Merkwaardigerwijze hoorde ze hem tot het eind toe aan, zonder hem ook maar eenmaal in de rede te vallen. Maar onder haar vorschenden blik voelde hij zich steeds onzekerder worden. En nog voor hij zijn re laas besloot met de woorden: „Daisy, help mij te voorkomen, dat deze jonge vrouw ten onder gaat, bedenk eens een oogenblik, hoe het een vrouw als deze Lisaweta von Bernekamp te moede moet zijn", wist hij, dat het hem niet gelukt was haar mede lijden op te wekken. Daisy nam hem nog steeds op met dien half spottenden, lialf nieuwsgierigen blik, welke heim zoo hevig irriteerde. Tenslotte zei ze langzaam: „Een roerend verhaal, beste Robby. Ik zou er haast van onder den indruk komen. Alleen, één ding heb je me nog niet verteld hoe die beklagenswaar dige juffrouw Vbn Bernekamp het heeft klaar gespeeld om je na jelui idyllische kennismaking op die voddenmarkt, nu al in je hotel te komen opzoeken. Een oogen blik, Robby". vervolgde ze, toen hij tegen haar voorstelling van zaken wilde protes teeren. „ik heb jou rustig laten uitspreken, laat mij nu ook eens even praten. Ik vind dit bezoek, op zijn zachtst uitgedrukt, zeer merkwaardig. En dat je haar onmiddellijk een of andere attentie hebt bewezen want die zijden sjaal zal toch niet tot de bescheiden garderobe van deze jongedame behooren het klinkt alles wat erg fan tastisch, Robby, en je zult mij wel niet kwa lijk nemen, dat ik daar mijn eigen mee ning over heb. Maar lk wil", zij sprak zeer langzaam en gearticuleerd, „nog eens over wegen, of er toch niet iets zou kunnen worden gedaan". „Daisy!" Hij herademde en wilde haar hand grijpen. Zij glimlachte eigenaardig. „Langzaam, Robby. Ik ben nog niet aan het eind. Ik wil dus een en ander nog eens over denken, als je me naar eer en geweten kunt verzekeren, dat je voor deze vrouw niets anders voelt dan medelijden, zooals je dat voor elk ander ook zoudt voelen en dat je dus niet met andere gedachen aan haar denkt. Dat moet ik in de eerste plaats weten, Robert. En dan zou ik dat meisje wel eens zelf willen spreken. Tenslotte is het toch niet meer dan billijk, dat men degeen, voor wie men zich in moeilijkheden most storten, ook persoonlijk kent. Zeg mij dus haar adres, dan zal lk haar gaan opzoeken," Eschberg was vaalbleek geworden, „Dat gaat niet, Dasy". „Wat gaat niet?" vroeg ze scherp, „Dat lk dat meisje bezoek of dat je me de ver langde toezegging doet?" Hij wilde antwoorden, maar hij zag er geen kans toe. Waar woonde IJsaweta? Dat wist hij Immers zelf niet eens. En zelfs, w anneer hij het wel had geweten, zou hij het niet hebben mogen verraden. Want dan zou zeker alles aan het licht komen, dan zou ook Pjotr Lisaweta's spoor weldra we ten te vinden en zou zijn heele plan in dui gen vallen. „Ik, ik weet niet waar zij woont", bracht hij er tenslotte met moeite uit. Daisy lachte schamper. „Moet ik dat ook nog gelooven? Je ver langt wel wat veel van me, Robby. Zal ik je eens zeggen, wat ik geloof? Dat alles, wat je me daar verteld hebt niets anders is dan een schamele poging om je ware gevoe lens voor deze vrouw voor mij te verbergen. Ik moet zeggen, gezien den korten tijd van voorbereiding, is het niet onhandig in el kaar gezet. Ik moet je helpen deze" nieuwe liefde over de grens te krijgen om het jullie beiden ln het buitenland zoo gemakkelijk mogelijk te maken!" (Nadruk verboden). (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 5