Rectoraatsoverdracht aan de
Leidsche Universiteit
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Maandag 18 September 1939
OFFICiEELE KENNISGEVING
De Universiteit
in het
afgeloopen
jaar
llllllllllllllllllllllililflllllllllllllll
Rede van prof. dr.
P. C. Flu
3 OCTOBERMARKT.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter kennis van belanghebbenden,
dat, aangezien Leidens Ontzet dit jaar niet
feestelijk zal worden gevierd, ook de z.g.
3 Octobermarkt niet zal worden gehouden.
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRYEN, Secretaris.
Leiden. 18 September 1939. 6328
De aftredende rector-magnificus
prof. dr. P. C. Flu.
In tegenwoordigheid van curatoren,
hoogleeraren, lectoren, privaat-docen
ten en andere belangstellenden heeft
hedenmiddag in het groot-auditorium
der Universiteit prof. dr. P. C. Flu de
rectorale waardigheid overgedragen aan
prof. dr. F. Muller.
Hij deed zulks met het uitspreken van
een rede, waaraan het volgende is ont
leend:
DE BETREKKINGEN MET HET
KONINKLIJK HUIS.
Sedert in 1936 de aftredende Rector De
Blécourt zoo bevoorrecht was zijn verslag
over de lotgevallen onzer Universiteit te
mogen openen met het uitspreken van ge-
lukwenschen naar aanleiding van de ver
loving van Hare Koninklijke Hoogheid
Prinses Juliana met Zijn Koninklijke Hoog
heid Prins Bernhard, schijnt het een heug
lijke traditie te zullen worden, dat elke op
De Blécourt volgende Rector bij de over
dracht van het Rectoraat beginnen mag
znet het vertolken van gevoelens van
vreugde en geluk der Universiteit aangaan
de gebeurtenissen van groot gewicht en
even groot geluk voor ons Vorstenhuis.
Op 20 September 1937 toch kon Van der
Hoeve getuigen van de blijdschap en het
diep meeleven onzer Universiteit bij het
huwelijk van het Prinselijk paar. Op 19
September 1938 kon Barge gewagen van
de vreugde in onzen kring om het geluk
en den voorspoed in ons Vorstenhuis, daar
daar op 31 Januari 1938 onze Prinses Bea
trix was geboren en thans valt mij het
niet genoeg te waardeeren voorrecht te
beurt, wederom uiting te mogen geven
aan gevoelens van dankbaarheid en groote
vreugde die ons deel waren, toen op 5
Augustus van dit jaar in den vroegen mor
gen de mare klonk, dat aan ons Prinselijk
paar een tweede dochter was geschonken.
Moge het God behagen, dat na mij ko
mende Rectores nog gedurende tal van
Ijaren in staat zullen zijn de heugelijke
traditie met De Blécourt begonnen te blij
ven volgen.
Dankbaar werden wij gestemd door de
eer en het voorrecht, dat ons ten deel viel
Prins Bernhard zij het dan ook naar ons
gevoel voor veel te korten tijd, in ons mid
den te hebben gehad.
Bij zijn bezoek aan leiden op 27 Ja
nuari 1939 werd Zijn Koninklijke Hoog
heid door den plaatsvervangenden Rector
De Zwaan aan de leden van den Acade-
mischen Senaat die zich in de Senaats
kamer verzameld hadden voorgesteld.
Vooraf was de Prins door het College
van Curatoren ontvangen. Zijn Koninklijke
Hoogheid bezocht enkele Universitaire in
stellingen en was in den vooravond de
gast van het Leidsch Studenten-corps.
Spr. stond vervolgens stil bij de verlie
zen, welke de Academische Senaat in het
afgeloopen jaar leed, hetzij door den dood,
hetzij door minder droevige oorzaken en
de mutaties, welke zich in het docenten
corps voordeden.
Vervolgens maakte prof. Flu uitvoerig
melding van de gevierde jubilea, de door
onderscheiden hoogleeraren ondernomen
studiereizen, de belangrijkste cursussen en
de aan leden van den Senaat verleende
onderscheidingen.
HET ACADEMIEGEBOUW.
Sprekende over de jongste uitbreiding
van het Academiegebouw, zeide spr.:
Ik herinner mij, dat toen ik in 1921 voor
het eerst de oude collegezalen in ons Aca
demiegebouw zag en bedacht, dat in die
localen met hun te klein vloeroppervlak,
hun te geringe kubieke ruimte, hun onvol
doende verlichting en hun moeilijke venti-
latiemogelijkheden, honderd en wel meer
studenten moesten bijeen zijn, om gedu
rende uren naar geleerde en moeilijke ver-
toogen te luisteren, het mij als een man
van een B. Faculteit, die gewend is aan,
min of meer moderne collegezalen en die
bovendien aan de Universiteit een deel der
hygiëne moet onderwijzen, vreemd te
moede werd
Dank zij de voortvarendheid van Cura
toren en van den Rijksgebouwendienst,
aan wie hier alle hulde zij gebracht, is
sedert den geschilderden toestand zeer veel
ten goede verbeterd.
Als wijze mannen, die weten dat groote
wijsheid schuilt in het wachten en die zich
tengevolge van hun eerbied voor het his
torisch gegroeide vastklampten aan het
oude gebouw met een liefde die verhin
derde. dat ter verbetering van een en an
der ook maar het geringste uit zijn muren
werd gebroken, ook al zou hun tegenstand
hun het bezit van een modern projectie
apparaat kosten, zooals inderdaad jaren ge
leden gebeurd is, hebben de collega's der
A. Faculteiten gewacht op een verbetering,
die naar zij hoopten en verwachtten zou
en moest komen, met intact laten van het
oude gebouwen ziet hoe hun wijs
wachten is beloond.
Moge ook de wijsheid van de Medische
Faculteit die reeds jaren lang vraagt tot
nog enkele van haar gerechtvaardigde
klachten, die stellig de aandacht der be
trokken autoriteiten hebben, zullen wor
den verhoord en opgeheven beloond wor
den en moge dit zijn in korteren tijd dan
het wachten der A. mannen geduurd heeft
Nog steeds moet de physiologie, hoewel de
autoriteiten een verandering voorstaan,
zich bij de onhoudbare toestanden die in
collegekamer en practicumruimte bestaan
neerleggen, toestanden die oorzaak zijn dat
studenten wier ouders toch collegegeld be
talen, opdat hun kinderen de colleges van
den hoogleeraar behoorlijk zullen kunnen
volgen, veelal geen plaats in de collegeka
mer kunnen bemachtigen.
Nog steeds staan op het terrein van het
Boerhaavekwaxtier twee gebouwen leeg die
aan hun bestemming zijn onttrokken; nog
steeds zijn als een gevolg daarvan de kli
nieken en poliklinieken van neurologie en
psychiatrie in ver van elkander gelegen
gebouwen ondergebracht en zulks niet
slechts ten nadeele van het onderwijs,
maar veelal ook van dat der patiënten.
Door de moeilijke financieele omstan
digheden daartoe genoodzaakt heeft men,
in stede van het vraagstuk breed aan te
pakken, voor de neurologie een oplossing
gevonden, die wel is waar, vergeleken met
hetgeen vroeger beschikbaar was, als een
groote verbetering mag worden beschouwd,
maar verkregen werd door de neurologie
van de psychiatrie te scheiden en beslag
te leggen op localitciten die aan de chirur
gie werden ontnomen.
En tenslotte zal het Boerhaavekwartier
niet eerder den naam van Cité medicale
waardig zijn. dan nadat ook hygiëne, bac
teriologie en tropische hygiëne een haar
waardige huisvesting in dat kwartier heb
ben gevonden.
DE VERHOUDING TOT DE
STUDENTEN.
Na de schenkingen te hebben vermeld,
vervolgde spr.:
De betrekkingen van den Senaat tot het
college van Curatoren waren gedurende het
afgeloopen Academiejaar uitstekend; die
tot de studenten van den meest aange-
namen aard.
Het Leidsch Studentencorps mocht gedu
rende het voorjaar van 1939, het feit her
denken dat het honderd jaar geleden ont
stond, een gebeurtenis die gedurende een
feestweek, van 1 tot 4 Maarot durend, op
waardige en aangename wijze werd her
dacht.
Als iets bijzonders mag worden gememo
reerd, dat als een gevolg van de opwek
king door onze geëerbiedigde Koningin tot
geestelijke en moreele herbewapening, door
de Studentenweerbaarheid van Utrecht
een manifest werd ontworpen, dat door
en namens alle studentenorganisaties van
alle Universiteiten en Hoogescholen in Ne
derland was onderteekend en aan Hare
Majesteit werd aangeboden.
In dit manifest getuigen de studenten
van hun trouw aan Koningin en Vader
land en van hun vaste voornemen in de
door Hare Majesteit gewezen richting sa
men te werken.
Moge de toekomst getuige zijn van het
feit, dat onze studenten gedurende hun
academiejaren, al behooren zij tot ver
schillende organisaties en al hebben zij
hef rotsvaste voornemen het eigene en
karakteristieke van die organisatie te be
waren en historisch gegroeide tradities
angstvallig te koesteren en te blijven vol
gen, toch eendrachtelijk zullen samenwer
ken zoodra het gaat om behartiging van
belangen die in het Universitair verband
de belangen en het welzijn van het vader
land raken.
Mogen de studenten bedenken, dat zij in
een voor hen niet te verre toekomst geroe
pen zullen worden, taak en leiding over
te nemen van hen die deze thans bezitten.
Het zou voor het welzijn en de grootheid
van de natie een belangrijk gebeuren zijn,
indien de studeerende jongelingschap, zich
reeds gedurende haar universitair bestaan
ook moreel en geestelijk in den door onze
i Koningin gedachten zin, op de samenwer-
De thans optredende rector
prof. dr. F. Muller.
king die voor hun in de Maatschappij
noodzakelijk zal worden, zouden willen
voorbereiden.
TOENEMEND AANTAL
STUDENTEN.
Het aantal ingeschreven studenten be
droeg dit jaar 2417, d.l. 43 minder dan in
het vorige jaar.
Het aanltal vrouwelijke ingeschrevenen
steeg van 599 tot 628
OVERZICHT DER INSCHRIJVINGEN
1938—1939.
totaal der voor de le vrouwel.
Faculteit lngeechre- maal Ingeschre
venen Ingeschre- venen
venen
Godgeleerdheid 133 27 24
Rechtsgeleerheld 442 157 134
Geneeskunde 928 159 181
Wis- en natuurkunde 409 97 123
Lett, en wijsbegeerte 251 70 135
Rechten en letteren 254 99 31
Te zamen 2417 609 628
In den cursus 1937
1938 waren de totalen 2460 638 599
PROMOTIEN.
Godgeleerdheid
Rechtsgeleerdheid 17
Geneeskunde 11
Wis- en natuurkunde 34
Letteren en wijsbegeerte 10
Totaal 72 (v. j. 89)
DE COLLEGE-GELDEN.
De gemoederen van hoogleeraren en
studenten werden in hooge 'mate veront
rust tengevolge van een wetsontwerp door
den Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen bij de Tweede Kamer inge
diend, houdende een regeling waarbij het
collegegeld wordt verhoogd tot 350 gulden
per jaar, terwijl vrijstelling van betalen
van dit bedrag eerst na vijf jaar achter
een betalen wordt verleend.
De thans vigeerende regeling waarbij
eerst na het afleggen van het doctoraal
examen vrijstelling van het betalen van
collegegelden a 300 gulden per jaar wordt
gegeven bleek in de praktijk een groot na
deel voor de studie van vele studenten te
beteekenen, daar hoe langer hoe meer
studenten zich lang voor het afleggen van
het doctoraalexamen, vanwege de finan
cieele lasten hieraan verbonden niet meer
lieten inschrijven.
Het is voor een ieder, die ook maar op
pervlakkig met Universitaire verhoudingen
bekend is duidelijk, dat de regeling die
thans wordt overwogen het euvel erger zal
maken.
Het is dan ook hierom, dat het Recto
rencollege, dat vertegenwoordigers van alle
Universiteiten hier te lande omvat, zich
volkomen overtuigd van het groote nadeel,
dat door de voorgestelde regeling aan het
Hooger Onderwijs zal worden berokkend,
met een gedocumenteerd schrijven tot den
Minister van Kunsten en Wetenschappen
en tot de Leden der Tweede Kamer der
Staten-Generaal heeft gericht.
Het College deed een voorstel, dat naar
de meening van hen die mogen worden
gecenseerd de belangen van het Hooger
Onderwijs het best te kunnen beoordeelen,
dat zijn de docenten der Universitetiten,
de moeilijkheden in hoofdzaak zouden op
lossen.
Het is in het belang van de studenten,
maar ook in dat van het land te hopen,
dat Regeering en Volksvertegenwoordiging
bij een eventueel nieuwe regeling ernstig
nota zullen nemen van en rekening zullen
houden met den inhoud van genoemd
schrijven.
Hier onderbrak prof. Flu zijn rede om
den pro-secretaris, prof. dr. N J Krom
gelegenheid te geven tot het bekend maken
van den uitslag der uitgeschreven
PRIJSVRAGEN.
Op de prijsvraag der Faculteit der
Rechtsgeleerdheid luidende: „Gevraagd
wordt een systematisch en kritisch onder
zoek naar de toepassing van het instituut
der delegatie ten aanzien van de artt. 21
lid 1, 39 en 43 der I. S. (art. 27 lid 1, 49 en
53 R.R. oudi", is één antwoord, onder het
motto ..Luctor et Emergo" ontvangen.
De faculteit was van oordeel, dat dit
antwoord voor eenige onderscheiding niet
in aanmerking kan komen.
pothalamus." zijn twee antwoorden inge
komen.
Het antwoord onder de kernspreuk: „En
mème temps que le connu, l'inconnu aug-
mente 'Paul Brulat)" behandelt de em
bryonale en postnatale ontwikkeling van
de celcomplexen in den hypothalamus van
de albino-variëteit van Mus rattus. bestu
deerd aan 60 series microscopische prae-
paraten. die de schrijver zelf had vervaar
digd en gekleurd deels met haematoxyline-
eosine, deels met gallocyanine. De tekst
geeft van elk daarin besproken verschijnsel
een zoo gedetailleerde beschrijving dat het
den lezer steeds volledig mogelijk is, de
aard. plaats en uitbreiding er van tot in
finesses te leeren kennen. Niet weinig
dragen daartoe bij de 232 teekeningen en
de 68 microfotografieën, de laatste nog
weer verduidelijkt door vele c-mtrekteeke-
ningen met uitvoerige bijschriften.
De schrijver heeft blijk gegeven in staat
te zijn, een moeilijk te onderzoeken gebied
zorgvuldig en methodisch te analyseeren
en het den lezer op heldere wijze en ge
detailleerd voor oogen te brengen.
Ondanks eenige beperkingen brengt de
schrijver zoovele en belangrijke gegevens
omtrent deze nog zoo weinig bekende- on-
togenese en geeft hij zoo duidelijk blijk
van technische vaardigheid en van ern
stige studie, dat de faculteit zijn antwoord
de gouden medaille waardig keurt.
Na opening van het naambriefje bleek
de schrijver te zijn de heer W Luyendijk.
med. cand. aan de Rijksuniversiteit te
Leiden.
Het antwoord, dat tot kernspreuk heeft:
„Wo fass' ich Dlch. unendliche Natur!
Goethe i". was vergezeld van 27 series
microscopische praeparaten, door den
schrijver gemaakt.
Een vergelijking tusschen de,twee inge
komen antwoorden leert, dat beide ant
woorden door dezelfde beperkingen geken
merkt zijn, maar dat het laatstgenoemde
belangrijk minder in details gaat, zoowel
wat de waarneming als de beschrijving be
treft.
Opgemerkt moet echter worden, dat de
meer summiere beschrijving de belangrijk
ste punten toch op juiste wijze treft.
De faculteit heeft daarom gemeend, aan
dit antwoord een eervolle vermelding te
moeten toekennen.
Na verkregen machtiging werd het naam
briefje geopend, De schrijver bleek te zijn
de heer R. Diepen, semi-arts aan de Ge
meentelijke Universiteit te Amsterdam.
Hierna vervolgde prof. Flu:
Ik wensch namens den Senaat dezer
Universiteit den Heeren W. Luyendijk, me
disch candidaat aan de Rijksuniversiteit
te Leiden en R Diepen, semi-arts aan de
Universiteit te Amsterdam geluk met de
eervolle onderscheiding welke hun deel
werd.
Moge deze voor hen een aansporing zijn
tot verder onderzoek in het door hen be
werkte onderdeel der wetenschap.
Ik verzoek den heer Luyendijk de gou
den eerepenning uit mijn handen in ont
vangst te nemen.
SLOTWOORD.
Zoo is dan het oude academiejaar, op
enkele minuten na, voor goed ten einde.
Hei was voor de Universiteit een betrek
kelijk rustig Jaar. zij het dan ook dat het
oorlogsspook voortdurend dreigde op te
doemen
Reeds bij het ter perse gaan van dit
jaarverslag had zich voltrokken wat tijden
lang gevreesd werd en men helaas vruch
teloos getracht heeft te voorkomen.
Weer als in 1914 staan groote Europee-
sche mogendheden als vijanden tegenover
elkaar.
De oorlogvoerenden hebben de Neder-
landsche Regeering plechtig verzekerd de
neutraliteit van Nederland te eerbiedigen.
Echter ook indien Nederland buiten het
conflict kan blijven zal alles in dit land
den invloed ondergaan van de ramp die
ten tweeden male binnen een periode van
nauwelijks vijf en twintig Jaar niet alleen
Europa maar de geheele wereld treft.
Van ieder zullen offers worden geëischt.
Vanzelfsprekend ook van onze studenten
en van ons docenten.
Als wij bedenken dat door tal van stu
denten deze offers reeds zijn gebracht, dat
van velen hunner de studie wie weet voor
hoe langen tijd wordt onderbroken, mis
schien in latere jaren onmogelijk wordt
gemaakt, dat wellicht veler toekomst reeds
min of meer somber thans in volkomen
onzekerheid wordt gehuld dan kan het
niet verbazen, dat een warm gevoel van
diep meeleven en van nog diepere smart
onze harten vervult.
Het voorbeeld van deze jonge menschen
moet ons sterken in het vaste besluit om
zelf ook offers die van ons worden en nog
zullen worden gevraagd, blijmoedig te
brengen.
Dat voor ons slechts één leus moge gel
den Onzen plicht en meer dan onzen plicht
nakomen voor Koningin en Vaderland.
Spr. besloot met de gebruikelijke dank
woorden tot zijn collega's en assessoren
voor den ondervonden steun.
Op de Fi'Üsvl'kkg der Faculteit der Ge
neeskunde. luidend' De faculteit vraagt
een onderzoek naar r.e embryologische
ontwikkeling van de kernen van den hy-
MAATSCHAPFIJ VOOR TOONKUNST.
Het nieuwe schoolgebouw.
Sinds kort hebben de leerlingen net
nieuwe gebouw der Muziekschool van de
Maatschappij voor Toonkunst betrokken.
Dit is thans gevestigd hl het prachtige,
oude patriciërshuls Rapenburg No. 22,
waarin indertijd het laatst de laboratoria
van wijlen prof. Storm van Leeuwen wa
ren ondergebracht.
Het gelukte het Toonkunstbestuur op
dit royale pand beslag te leggen. Daar de
vroegere behuizing der school aan den
Nieuwe Rijn No. 19 In verband met den ge-
stadigen groei van het leerlingen-aantal
véél te klein was geworden, moest men
noodzakelijkerwijs naar een nieuw gebouw
uitzien. Dat het bestuur, ondanks den staat
van verval, waarin het pand Rapenburg 22
eenigszins verkeerde, toch tot den aankoop
daarvan overging, getuigde van een vèr-
vooruitzienden blik en van het besef, dat
hiervan iets. beter gezegd, zéér veel te ma
ken zou zijn. Het bestuur is dan ook zoo
gelukkig onder zijn leden den bekenden
architect, den heer B Buurman te tellen.
Onder diens kundige leiding werd tot een
grondige restauratie overgegaan.
Wie .als wij, eenige maanden geleden een
rondgang gemaakt heeft door het, tenge
volge van langdurig leegstaan, geheel ver
waarloosde gebouw, wrijft zijn oogen uit en
kan nauwelijks gelooven, dat men door het
zelfde huis wandelt als vóór de vernieu
wing.
Wij hadden het genoegen door den ener
gieken directeur der school, den heer Franco
Mendes, rondgeleid te worden. En met be
grijpelijke trots en voldoening over het be
reikte, schitterende resultaat, heeft hij ons
o.a. de prachtige ruime leskamers gewezen,
de fraaie concertzaal, plaats biedend aan
130 personen, alsmede de royale op de bo
venste verdieping gelegen bibliotheekzaal,
die zich over de gansche diepte van het
gebouw uitstrekt. In niet geringe mate
werkt tot den fleurigen, lichten indruk
mede het in alle kamers zelfde vroolijkc
behang en de frissche crèmekleurige verf,
die overal domineert, zoowel in kamers als
in gangen.
Aan de voorzijde op de eerste verdieping
ligt o.a. de ruime directeurskamer, met
daarnaast een wachtkamer, die in het vo
rige gebouw ontbrak. Op de bovenste ver
dieping bevindt zich o.a. de bibliotheekzaal,
die wij reeds noemden en die door middel
van een z.g. harmonicadeur in twee helften
gescheiden kan worden, zoodat op dagen,
waarop de bibliotheek niet geopend is, Jtlen
ook daar onderricht kan gewen.
Ruime vestiaires, verschillende tolletgc-
legenheden en niet te vergeten een keurige
loge voor den concierge, completeeren het
geheel, dat uitermate practisch is inge
richt.
De architect heeft op werkelijk buiten
gewoon lofwaardige wijze in zekeren zin het
„schoolidee" verwezenlijkt, zonder nochtans
afbreuk te doen aan de waarde van dit
fraaie en artistieke gebouw. Wel werden
daaruit schoorsteenen. plafondversieringen
enz. verwijderd, zoodat een moderner en
zakelijk cachet ontstond, doch het geheel
heeft hieronder toch geenszins geleden.
Nog dienen vermeld in het sous-terrain
de stookplaats voor de centrale verwar
ming, de ruime rijwielbergplaatsen met
fietsenrekken, die door de leerlingen zeer
gemakkelijk van de straat af te bereiken
zijn, alsmede de groote bergruimten.
Dit schoolgebouw neemt thans stellig een
voorname plaats in onder de vele in den
lande.
Het moet zoowel voor den directeur, die
eveneens met interesse zijn aandacht aan
de inlichting wijdde, zoowel als voor de
leeraren en leerlingen een groote vreugde
zijn, in dit gebouw te mogen werken.
Lag het aanvankelijk in de bedoeling de
nieuwe school met eenige plechtigheden
officieel te openen, in verband met de
drukkende tijdsomstandigheden is daarvan
begrijpelijkerwijs afgezien. Mochten de til
den zich evenwel in gunstiger zin wijzigen,
dan hoopt het bestuur evenwel alsnog tot
een officieele opening over te gaan.
Het Toonkunstbestuur. den architect en
den directeur wenschen wij geluk met deze
grondige en zoo welgeslaagde restauratie
van dit gebouw. Het muziek-onderwijs kan
in zulk een omgeving slechts wèlvaren.
BUURTVER. „WILLEMSTRAAT".
Onder groote belangstelling zijn Zater
dagmiddag ten huize van het bestuurslid
der Buurtver. „Wlllemstraat", den heer
Kampenhout aan 190 kinderen, die had
den willen deelnemen aan de feestelijk
heden op 31 Augustus, welke evenwel geen
doorgang vonden, tractaties en prijzen
uitgereikt.
Bovendien werden de dames op gebak
en de hecren op sigaren getracteerd, zoo
dat het ook voor de leden van de Buurt-
vereeniging „Wilemstraat" nog een aardi
ge middag was.
HANDELSREGISTER
KAMER VAN KOOPHANDEL.
Wijzigingen.
Firma J P. Oudshoorn en Zonen. Hoofd
straat 256. Sassenheim, uitoefenen van het
timmer- en aannemersbedrijf enz.
De vennootschap onder firma is ont
bonden.
Het bedrijf wordt voortgezet door Joh.
Oudshoorn, als eenig eigenaar, onder den
naam: J. P. Oudshoorn en Zonen.
„Van der Vlugt Bros", Teylingerlaan 63
Sassenheim, kweeken van en handel in
bloembollen, planten enz..
Uittredend Vennoot: Adr. Wilh. van der
Vlugt, Llsse, dd. 1 Aug. 1939
NEDERL. JEUGDBOND VOOR
NATUURSTUDIE.
Natuurhistorische tentoonstelling.
In het Leidsche Volkshuls op den Apothe-
kersdljk houdt Zaterdag-, Zondag en heden
avond de N. J. N. een tentoonstelling, welke
een klein beeld geeft van hetgeen de
N. J. N.'ers op hun excursies waarnemen.
Van de vele groepen trekken vooral de
aandacht de stand met betrekking tot den
vogeltrek, een duinlandschap en een moe
rasgebied, beide met de daar voorkomende
planten en bloemen, een strandstuk met een
schitterende verzameling schelpen en een
mosvlakte met zeer vele paddenstoelen,
welke alle verzameld zijn in het gebied van
de afdeeling Leiden.
Eenige zoetwateraquaria een zoutwater
aquarium met prachtige zee-anemonen en
een terrarium geven het dierenleven in sloot
en zee weer.
Mooie verzamelingen fossielen, insecten
en zoetwaterslakken geven blijk van den
speurzin der N.J.N.'ers. terwijl het geduld
bewonderd moet worden van den inzender,
die ..haarballen' uiteenhaalde en daarmee
een goed beeld gaf van de vraatzucht van
de roovers onder de vogels.
Tenslotte maken de stands met drukwer-
I ken, foto's en statistische gegevens een
I prettlgen indruk. -
43