De nationale inkomsten- en
winstbelasting
80ste JaargangLEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 16 September 1939 Derde Blad No. 24380
BUITENL. WEEK OVERZICHT
Strijd van jaren waarschijnlijk.
Tweede Kamer kan geen gefundeerde
meening uitspreken
Gegevens der regeering ontbreken
BOEKHOUDEN. TYPEN. STENO, OPLEIDING PRAKTIIK DIPLOMA'S
HOOGSTRATEN's BOEKHOUDBUREAU, Plantsoen 29, Tel. 25754, Leiden
En de oorlogsrazernlj gaat verder
Ziedaar het motto, waaronder de wereld
gebukt gaat en, wie weet, nog Jaren ge
bukt zal gaan! Nog altijd loopen er ge
ruchten dat, als Duitschland eenmaal klaar
ls met Polen, m.a.w. dit land de vlag zal
hebben moeten strijken, er vredesaanbo-
den zullen afkomen. In de eerste plaats
var Duitschland zelf, dat nog eens zou
herhalen in het Westen niets te begeeren,
en voorts van de zijde van den Duce, al
of niet gesteund door het Vaticaan en wel
licht nog anderen. Weliswaar zijn het nog
slechts geruchten, doch de hardnekkigheid,
waarmede zij van tijd tot tijd worden
herhaald en redevoeringen als van maar
schalk Ooering, een week geleden, zij doen
toch vermoeden, dgt er wel een grond
van juistheid aan ten grondslag zou kun
nen zijn gelegen.
Maar men zal goed doen, de kans op
verwezenlijking niet hoog aan te slaan
om niet te zeggen, direct als mislukt te
beschouwen. Engeland heeft prompt het
antwoord reeds gegeven: de Britsche re
geering heeft eenvoudig order gegeven om
alle maatregelen zoodanig te nemen, dat
zij berekend zijn op een oorlog van drie
jaar of langer! Men zal zich wellicht her
inneren. dat kort na het uitbreken van
den oorlog In 1914 de toenmalige Britsche
minister van oorlog, lord Kitchener. In
Frankrijk opslagplaatsen als anderszins
huurde voor den tijd van vier jaren
De wereld kreet hem voor weinig minder
dan „krankzinnig" uit. doch men weet,
hoe deze leider, die zelf het einde niet zou
beleven, ln het gelijk werd gesteld! De
zelfde grimmigheid kenmerkt thans de
Britsche politiek, de dog heeft eenmaal
vastgegrepen en men weet, hij laat niet
meer los voor het doel is bereikt, hoe de
strijd ook hem zelf zal havenen Cham
berlain ln eigen persoon, lord Halifax en
ook de ln de regeering teruggekeerde Eden
hebben het ronduit verklaard: er zal geen
vrede zijn voor en aleer het Hitlerdom
is vernietigd
Welk een ontvangst vredesvoorstellen
dus thans ten deel zullen vallen, ls hieruit
reeds direct op te maken!
De oorlogsrazernlj is ontketend, maar
wie zal haar thans nog temmen?
Zelfs blijft men zich vol bezorgdheid af
vragen of de strijd zich nog niet zal uit
breiden tot andere landen en andere vol
ken. Europa heeft twee sfinxen: Italië en
de sovjet-unie. Wat ieder van plan ls,
men gist, doch niemand kan reeds met ze
kerheid voorspellen, wat zij zullen doen.
Speciaal van Duitsche zijde wordt momen
teel ernstig rekening gehouden met de mo
gelijkheid, dat de sovjets hun deel zullen
komen opeischen van het verslagen Polen,
waarmede ook wordt verklaard, dat de
sovjets op zoo groote schaal troepen zijn
gaan moblllseeren, veel meer dan noodig
zou zijn voor een lnterneerlng van Pool-
sche troepen, die op Russisch gebied de
wijk zouden kunnen nemen. Eensdeels
wordt dit bij onze Oosterburen met blijd
schap begroet, anderdeels echter voelt men
op den achtergrond ook eenlge achterdocht
omtrent de ware bedoelingen van Moskou
en dat o.i. niet zonder reden. De vraag ls
Immers direct gewettigd, of de sovjets, zoo
zij Polen willen deelen, niet eerder hadden
moeten ingrijpen om te voorkomen, dat de
Duitschers ook die stukken, waarvoor de
sovjets dan in de eerste plaats belangstel
ling hebben, dus speciaal de Oekraine. in
handen krijgen en thans is de Oekraine
reeds voor een niet onbelangrijk deel in
Duitsch bezit! En nog schijnt, een ingrij
pen der Russen niet direct aanstaande
Daarnaast kan men een andere gedachten-
gang stellen, die voor Europa weinig aan
lokkelijke perspectieven opent: nooit heeft
Moskou zijn ware bedoelingen, de bolsje-
wiseering van de wereld, geheel laten va
ren. ook al werden deze door den loop van
zaken schijnbaar naar den achtergrond ge
drongen. Hoe. wanneer de sovjets nu eens
zouden speculeeren op de mogelijkheid van
een ineenstorting van het Naziïsme om
het bolsjewisme uit te dragen over Duitsch
land? de propaganda van Moskou uit blijft
nu reeds In Duitschland niet geheel zon
der uitwerking, naar het heet. Men ziet,
het zijn wel twee geheel tegenovergestelde
hypotheses. Welke de juiste zal blijken te
zijn?
Het verdrag BerlijnMoskou ls het meest
typische voorbeeld van een waar monster
verbond en het voordeel voor de sovjets
bleef altijd nog verborgen en ln geheimzin
nigheid gehuld. Men vergete daarbij voor
al niet, dat een gemeenschappelijke grens
tusschen natlonaal-socialisme en bolsje
wisme op den duur zou moeten leiden tot
'een botsing op leven en dood
En dan Italië. Ook ten aanzien van wat
daar geschiedt, tast men nog volledig in
het duister. Zelfs mag worden aangeno
men, dat hoe meer Duitschland de sovjets
nadert, Rome zich van Berlijn zal gaan
afwenden, daar de Duce het gevaar van
Moskou maar al te zeer erkent Druk is het
diplomatiek verkeer tusschen Rome en de
Westersche democratieën en tusschen
Rome en Berlijn en opvallend is, hoezeer
de toon der Italiaansche pers voor de de
mocratieën bij etappes vriendelijker wordt.
Maar ook daar is de beslissing nog niet
gevallen en is alles nog mogelijk!
En dan zijn er nog de Balkan-landen en
Turküe, om van Hongarije maar te zwij
gen. Ook daar brandstof te over, die een
piotselinge inmenging zou kunnen veroor
zaken.
Tenslotte: wat doet Amerika? Men weet,
hoe president Roosevelt de neutraliteits-
wet terstond In werking heeft gesteld, dui
delijk met het doel zoodoende den isola-
tionisten den wind uit de zeilen te nemen.
Blijkbaar oordeelt de president, gezien de
bijeenroeping van het Congres tegen 21
dezer, zijn positie reeds gunstig genoeg
om met behulp van de onbetwistbare sym
pathie van het overgrootste deel van het
volk voor de Westersche democratieën zijn
voorstel door te drijven tot wijziging dei-
wet in voor Engeland en Frankrijk gun-
stigen zin. De isolationisten bereiden zich
voor zooveel mogeli'k tegenstand te bie-1
den, doch hun positie liikt verloren
Voorloopie bltiven de Vereenlede Staten
echter in algemeenen zin no- neutraal Do
afgekondigde blokkades door beide oorlog
voerende partijen zou daarin wel eens ver
andering kunnen brengen, eerder dan men
denkt.
De situatie in dit opzicht ts aldus: En
geland en Frankrijk hebben een blokkade
afgekondigd en deze is effectief. De Duit
sche schepen zijn van de zeeën verdwenen
en beide landen kunnen alle schepen, die
zy willen doorzoeken, opbrengen. Daarte
gen is geen protest mogelijk. Duitschland
van zijn kant heeft eveneens een blok
kade afgekondigd, doch deze is niet effec
tief en behoeft dus niet te worden er
kend. Duitschland kan slechts schepen
torpedeeren, verder gaat zijn macht niet!
Een land als Amerika zal nimmer daar
mede genoegen nemen
Bij doorzetting van den duikboot-oor
log moet dit tot een herhaling van de
Lusitania-gebeurtenis leiden, die Amerika
in den vorigen oorlog aan de zijde van de
geallieerden bracht! Het ls onafwendbaar.
De beide oorlogstooneelen bieden het
zelfde beeld als een week geleden. In Po
len blijven de Duitschers oprukken, zij het
met iets vertraagd tempo, maar de Pool-
sche hoofdmacht schijnt trots alles nog
niet te zijn ingezet. Het moment, dat dit
zal moeten geschieden, lijkt echter zeer
nabij. De val van Warschau is door de
Duitschers te vroeg bericht. Zwaar bedreigd
wordt de Poolsche hoofdstad thans echter
van drie zijden. Zullen de kansen voor de
Polen nog kunnen keeren, nu het weer in
hun voordeel is veranderd? De Duitsche
flank-aanvallen speciaal waar er geen ge
sloten front is. zijn zeer gevaarlijk voor
beide partijen en het feit, dat de Polen
daarvan nog geen gebruik hebben ge
maakt. doet ons vreezen.
In het Westen gaat de Fransche aan
val zeer langzaam. Blijkbaar wordt het
systeem gehuldigd van: uiterste zuinigheid
op menschen en materiaal, de tijd werkt
voor ons!
Terwijl in het Westen de strijd nog een
zeer humaan karakter draagt, is door de
Duitschers in het Oosten een aanzienlijke
verruwing doorgezet. Als dat maar niet
algemeen wordt beantwoord
Oorlogsrazernlj gaat verder!
O
Verschenen is het voorloopig Verslag van
de Kamer over de voorgenomen heffing
van een nationale inkomsten- en winstbe
lasting en wijziging van eenige belasting
wetten. Wij lezen er in:
De commissie van voorbereiding vestigt
er de aandacht op. dat het. afdeelingson-
derzoek is geschied vóór de ontslagaanvrage
van het vierde kabinet-Colijn.
Algemeen had het verwondering gewekt,
dat de regeering heeft nagelaten, in- de
Memorie van Toelichting die gegevens om
trent den financieelen toestand des lands
en omtrent haar eigen beleid te dier zake
te verstrekken, welke een duidelijk inzicht
zouden kunnen bieden met betrekking tot
de onvermijdelijkheid en de beteekenis van
de voorgestelde aanzienlijke belastingver-
z waring.
Naar het oordeel van verscheidene leden
wijst het aftreden van den minister van
Financiën betrekkelijk kort na de inzending
van het wetsontwerp op grond van mee-
ningsverschillen omtrent het te volgen fi-
nancieele beleid er op. dat het ontwerp
werd ingediend zonder dat op dit allerge
wichtigste onderdeel van het Regeeringsbe-
leid homogeniteit in het kabinet bestond.
Gezien al dc onzekerheid, achtte men
het niet mogelijk, thans een gefundeer
de meening over de voorstellen der re
geering in het algemeen over hun
aard, strekking en draagwijdte te
geven.
Men moest zich zulk een oordeel dan
ook voorbehouden totdat men zou heb
ben kunnen kennis nemen van de Me
morie van Antwoord, waarin men ver
trouwde volledige gegevens te zullen
aantreffen zoowel omtrent den toe
stand van 's rijks schatkist en het door
de regeering te volgen financieele en
monetaire beleid.
Inmiddels meende men zijn afwachtende
houding niet zoover te behoeven uit te
strekken, dat elke critische beschouwing
achterwege zou moeten worden gelaten.
Sommige leden beschouwen de mededee-
ling van de Regeering. welke het uitgangs
punt is van haar toelichting op het ont
werp. nl. dat het bestaande tekort op de
Rijksbegrooting voor een zeer belangrijk
gedeelte veroorzaakt wordt door de bijzon
dere voorzieningen ter bestrijding van de
werkloosheid en ten behoeve van de defen
sie, op zijn minst genomen als een veel te
eenzijdige belichting van de aanleiding tot
deze belastingverhooging.
De begrooting over 1939, vergeleken bij
die voor 1937. buiten de defensiekosten en
buiten bijzondere andere posten om, ver-
Condities Boekhouden f.5.— pei maand
privaatles; f. 3.50 clubles, boegen gratis.
\ypen of Steno f. 20.p. gcheelen cursus.
Typen en Steno tezamen f. 35 - p. cursus.
Steno snelheden 13 0
I lettergrepen
i per minuut.
6223
llngez. Med
toonde een uitgave-accres van rond f 41
millioen.
Deze belangrijke stijging nu ls het, die de
hierbedoelde leden als de eigenlijke oor
zaak van indiening van dit wetsontwerp be
schouwden.
Andere leden betwistten de Juistheid van
deze voorstelling van zaken.
Behalve de noodzakelijkheid van groote
defensie- en werkloosheidsuitgaven en het
feit, dat de laatste voor het overgroote deel
ten laste van den gewonen dienst zijn ge
bracht, is, naar men meende, ook de sanee
ring van het budget een der factoren ge
weest, welke een belastingverhooging heb
ben noodig gemaakt.
De reeds bovengenoemde „sommige le
den" waren van meening, dat een goede po
litiek eischt, dat voor alles maatregelen
worden getroffen om een nieuwe aangroei
ing van de begrooting van uitgaven te
voorkomen.
Op grond van dit standpunt meen
den de hierbedoelde leden er reeds
thans met nadruk op te moeten wijzen,
dat een verhooging van den belasting
druk, in welken vorm ook, voor hen
slechts aanvaardbaar is, indien vast
staat. dat zooveel mogelijk alle niet
strict noodzakelijke uitgaven worden
vermeden.
Andere leden erkenden de groote betee
kenis van het sluitende budget als alge-
meene richtlijn in het financieele beleid.
Evenzeer waren zij er echter van overtuigd,
dat dit niet de eenige richtlijn is; dat niet
met de aanvaarding en de toepassing van
dezen regel alleen een te verantwoorden fi
nancieel beheer verzekerd kan worden ge
acht.
De leden, hier aan het woord, achtten
het volkomen verdedigbaar, dat een veel
grooter bedrag aan werkloosheidsuitgaven,
voor zoover die het karakter van investee-
ringsmaatregelen dragen ten laste van den
kapitaaldienst wordt gebracht, dan thans
het geval is.
Een reëele bezuiniging, vooral ook voor
zoover betreft de ambtelijke outillage, ach
ten ook de hier aan het woord zijnde leden
gewenscht.
Weder andere leden, die met deze be
schouwing instemden, meenden dat een
verhooging van de belastingen slechts zeer
tijdelijk zal kunnen helpen.
Sommige leden wezen er op, dat, als in
derdaad uit dit ontwerp ongeveer f 50 mil
lioen zal kunnen worden verkregen, daar
mede wel goeddeels het berekende tekort
voor 1939 zal kunnen worden opgevangen,
doch nog geenszins in de nieuwe tekorten
zal zijn voorzien, welke in de naaste toe
komst weder te dekken zullen vallen.
Verscheidene leden, die er van overtuigd
waren, dat onder de tegenwoordige omstan
digheden aan een verhooging van de in
komsten door middel van belastingverzwa
ring niet te ontkomen is, duchten echter
van zulk een verzwaring in het algemeen,
en in het bijzonder in den vorm, zooals die
in het ontwerp wordt voorgesteld, verschil
lende nadeelen. En nieuwe werkloosheid èn
een vermindering van inkomsten van rijk
en gemeenten uit de bestaande bronnen
zal het gevolg zijn.
Andere leden hadden zich afgevraagd, of
de onderhavige voorstellen wel passen in
het stelsel van een stlmuleerende welvaart-
politiek, dat door de regeering sinds eenigen
tijd wordt gevolgd.
Sommige leden meenden de aandacht te
mogen vragen voor het feit, dat bij de be
oordeeling van het ontwerp vooral moet
worden gewaakt tegen een identiflceeren
van de opbrengst, welke per saldo van de
voorgestelde maatregelen is te verwachten
met de verhooging van den belastingdruk,
welke van die maatregelen het gevolg zal
zijn.
Vele leden stelden de vraag, of het geen
juistere politiek ware geweest, de vrij aan
zienlijke belastingverlagingen, welke wor
den voorgesteld, achterwege te laten, waar
door het bedrag, dat uit nieuwe heffingen
of uit verhooging van bestaande heffingen
moet komen, aanmerkelijk lager zou hebben
kunnen blijven.
Gaarne zouden verscheidene leden zien.
dat het vroegere tarief der sucessiebelas-
ting werd hersteld of althans eenige ver
zwaring in die heffing werd aangebracht.
Mede bepleitten eenige leden, in het bij
zonder ter dekking van een aanzienlijk deel
der defensie-uitgaven, een heffing in eens,
welke ook bij een matig tarief een belang
rijke bate zou kunnen opleveren.
Ook werd door een aantal leden gedacht
aan een offer, te eischen van Nederlanders
in den vreemde, die in de Nederlandsche
belastingen veel minder bijdragen, dan
wanneer zij hier te lande zouden wonen.
Andere leden, die zich nog met een hef
fing in eens noch met een verhooging van
de successiebelasting zouden kunnen veree
nigen, waren voorshands van meening dat
boven het thans voorgestelde de voorkeur
zou verdienen een verhooging van de Rijks
inkomstenbelasting voor inkomens tusschen
de 4000 en 40.000 gulden, waarvan men ze
ker niet kan zeggen, dat zij thans door die
belasting te zwaar worden getroffen.
Nog bepleitten eenige leden de invoering
van een speciale heffing van de tantièmes,
genoten door anderen dan hen, die met de
dagelijksche leiding eener onderneming zijn
belast.
Ten slotte werd er op gewezen, dat, voor-
zoover de tweepercentsheffingen betreft,
dezelfde opbrengst zou kunnen worden be
reikt als de Regeering van haar voorstellen
verwacht, indien op de bestaande inkom
stenbelasting met afschaffing van den be-
staanden aftrek voor minimum-levenson-
derhoud een kop werd gezet van 2 pet.
Sommige leden meenden van de gelegen
heid gebruik te moeten maken tot het noe
men van eenige nieuwe bronnen.
In de eerste plaats werd er in dit verband
op gewezen, dat de personeele belasting een
zwaar drukkende heffing blijft en dat het
daarom alleszins gerechtvaardigd zou zijn,
dat van hen, die als gevolg van de wijze,
waarop zij hun leven hebben ingericht, geen
of slechts in zeer geringe mate personeele
belasting betalen, een speciale belasting
wordt geheven. Daartegenover zou dan als
complement kunnen staan een versterkte
kinderaftrek bij de personeele belasting,
waaraan groote behoefte bestaat.
Voorts werd de aandacht gevestigd op de
mogelijkheid van een mobilisatiewinstbe
lasting en een belasting op winst, voort
vloeiende uit de economische oorlogsvoor
bereiding.
Een weerbelasting leek verscheidene le
den nog altijd rechtvaardig.
Ten slotte bepleitte een der leden een
progressieve reclame- en advertentiebelas
ting.
Tegen dit laatste denkbeeld werd van
verschillende andere zijden ernstig bezwaar
geopperd.