OVERHEMDEN Duitschland bewaakt de Nederlandsche grens zorgvuldig LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 15 September 1939 Derde Blad No. 24379 De installatie van mr. P. N. Höweler RAUMANN&TEPPEMA 80ste Jaargang Als burgemeester van Rijnsburg J|HN/T INIITUREN^j Opening Tooneelseizoen 1939-1940 Contaet der bevolking wordt zooveel mogelijk vermeden Belangrijke uitvoer van ijzer en steenkolen van Duitschland naar ons land VRAGENRUBRIEK Hedenmiddag heeft in het feestelijk be- viagde Rijnsburg onder grootc belang stelling de installatie plaats gehad van mr. P. N. Höweler als burgemeester dezer gemeente, zulks als opvolger van den heer Bosschieter. Te omstreeks half twee werd de nieuwe burgemeester met zijn echtgenoote aan de grens der gemeente hartelijk verwelkomd door de wethouders, de heeren T. Kralten C. D. v. d. Vijver, terwijl mede o.a. aan wezig waren de plaatselijke militaire com mandant, kapitein Diirst Britts en diens adjudant. Nadat bloemen waren aangeboden door het dochtertje van wethouder v. d. Vijver en het zoontje van wethouder Kralt werd in den met vier paarden bespannen zoo- genaamden Regiments-wagen via de Korte Brouwerstraat. Brouwerstraat, Koestraat, Vliet N.Z., Dubbelebuurt, Lange Vaart. Hee- renweg en Kerkstraat naar het gemeente huls gereden, onder de groote belangstel ling der Rij nsburgsche burgerij Op het plein voor het Raadhuis stond een eerewacht van honderd te Rijnsburg gelegerde militairen opgesteld, die een uit stekenden indruk maakten. De burgemeester inspecteerde de eere wacht waarna hij de fraai versierde Raads zaal werd binnengeleid, waar onder de aanwezigheid van vele genoodigden w.o. de burgemeesters van Katwijk, Valkenburg, Noordwij k, Oegstgeest en Voorhout, als mede van het ambtenarencorps en de te Rijnsburg gelegerde officieren de plechtige installatie plaats vond. Allereerst voerde de loco-burgemeester, wethouder T. Kralt het woord. Deze sprak als volgt: Rede van Weth. T. Kralt. Wethouder T. Kralt. Omdat ik U Vrijdag j.l. van harte heb gefeliciteerd met Uw benoeming als Bur gemeester van Rijnsburg, mag ik U nu wel een hartelijk welkom toeroepen, met Uw vrouw en Uw dochtertje namens de gan- sche burgerij van Uw nieuwe gemeente. Ik wil beginnen met U mede te dee- len, dat mij vele malen verzekerd is, dat Rijnsburg een bevolking heeft, die moeilijk te vergelijken is met een be volking van andere plaatsen. De Rfjns- burgsche bevolking staat bekend in binnen- en buitenland om haar grooten ondernemingsgeest en handelslust. Gij zijt benoemd als burgemeester van een gemeente, welke zich kenmerkt door haar groote arbeidslust, nijverheid en taaie volharding, die men elders moei lijk zal vinden. Als gij een ernstig voornemen hebt om als regeerder, bestuurder en raadgever ons daarin tegemoet te komen en terzijde zult willen staan, dan staat het voor mij onom- stootelijk vast, dat gij een goeden ingang zult vinden. U vindt hier een volk, dat gaarne meeleeft en zich geheel geeft, mits blijkt dat zijn belangen aangevoeld en be hartigd worden. Of de Rijnsburgsche bevolking nu direct een gemakkelijke is, wensch ik te betwij felen; dochmijn jarenlange erva ring als voorzitter van verschillende cor poraties heeft mij getoond dat er toch héél wat met de bevolking te bereiken is. Als ik mij niet vergis gaat Nederland en dus ook Rijnsburg een zeer moeilijke tijd tegemoet. Europa wankelt op zijn grond vesten. En daarom zullen wij elkander in de naaste toekomst hoog noodig hebben, om het leed, van welken aard ook, voor onze medeburgers te verlichten. Ik spreek den wensch, maar ook het vertrouwen uit, dat het dagelij ksch bestuur en de raad dezer gemeente alles in het werk zal stel len, om onder Uw leiding het beste voor onze bevolking te zoeken. Zich tot mevr. Höweler wendend zeide spr.: Veel is er gedaan in onze gemeente door Uw voorgangster, mevr. Bosschieter op het gebied van het vereenigingsleven, enz. Het verblijdt mij ten zeerste verno men te hebben, dat dit leven voor U niet onbekend is, maar óók de liefde van Uw hart heeft. Welnu ik vertrouw, dat gij in onze gemeente dat werk voort zult zetten. Het verheugt mij, dat ik U kan verzekeren dat gij een groote „staf' van trouwe mede werksters zult vinden, die U deze taak niet alleen zullen willen verlichten, maar die U ook in Uw nieuwe omgeving zullen in wijden. God stelle U nog tot een rijken zegen voor onze gemeente. Bij het afscheid van Burgemeester Bos schieter heb ik gememoreerd, wat onder zijn bestuur tot stand is gekomen; maar ik heb er tevens bijgevoegd dat er nog héél wat werk voor zijn opvolger overbleef. Welnu: ik hoop dat God U geve lust, kracht, moed en opgewektheid om dat afgebroken werk voort te zetten. Moge het zijn tot heil van de bevolking. Dat de beide wethouders met U zullen medewerken, Mijnheer de burgemeester, behoef ik nauwelijks te zeggen. Ik meen te mogen vaststellen, dat wij vooral den laatsten tijd zulks bewezen hebben, door onze krachten te geven voor de belangen der gemeente, dikwijls ten koste van onze eigen bedrijven. Ik wensch van ganscher harte, dat wij onder Gods zegen in onder ling vertrouwen veel voor onze gemeente mogen doen tot in lengte van dagen, en dat gij in dezen moeilijken tijd moge ge dragen worden door het gebed der geheele burgerij. Ook namens de A R.-Raads-fractie een hartelijk welkom. Wij zijn verheugd, dat wij weer een burgemeester hebben, die onze beginselen is toegedaan. Maar wij verwachten van U een Burgemeester en een Burgervader voor gansch de gemeente. Ik heb als loco-burgemeester een niet al te gemakkelijken tijd doorgemaakt. Ook mijn collega niet, die zeer zeker ook geen klein aandeel daarin heeft gehad, maar wij hebben het met liefde gedaan. Doch nu wij weer een Burgemeester heb ben en de vacante plaats weer is vervuld, draag lk het gaarne aan U over, door U in de eerste plaats de ambtsketen om te hangen en U den voorzittershamer te over handigen met den wensch, dat gij ze beide naar waarde zult weten te schatter.. Nadat den burgemeester de ambtsketen was omgehangen, was het woord aan mr. P. N. Höweler, die het volgende sprak: Rede burgemeester mr. P. N. Höweler. Burgemeester mr. P. N. Höweler. Alvorens het Burgemeestersambt dezer ge- mêente te aanvaarden, zij het mij vergund van deze plaats mijn eerbiedigen dank te brengen aan Hare Majesteit de Koningin, nu het Haar behaagd heeft mij tot burge meester dezer gemeente te benoemen, aan Z.E. den minister van Binnenlandsche Zaken en Z.E. den Commissaris der Konin gin in dit gewest, die deze benoeming wel hebben willen bevorderen. Bovenal past mij dank aan God,, die mij het voorrecht schenkt de belangen van deze gemeente te mogen dienen. Het is steeds een mijner dierbaarste wenschen geweest be noemd te worden in een gemeente, waar het hart van den bloemenhandel klopt, in de onmiddellijke omgeving van bosch en duin en in de nabijheid van cultureele centra. Hulde en dank breng ik ook aan mijn hoog- geachten ambtsvoorganger, burgemeester Bosschieter, voor al het goede, dat hij, gedu rende zijne ambtsperiode, voor de gemeente Rijnsburg gezocht heeft. Een bijzonder woord van waardeering mag wel gericht worden tot u, mijnheer den loco-burgemees- ter, voor de uitnemende wijze waarop u, tyouw daarin bijgestaan door den tweeden wethouder, den heer van den Vijver, ge durende bijna een vol jaar de verantwoorde lijkheid en de zorgen van het waarnemend burgemeesterschap, ondanks uwen toch reeds zeer drukken dagelijkschen werkkring, hebt gedragen. De goede wenschen, waarmede u mij heeft welkom geheeten, gevoegd bij den steun en de medewerking namens den geheelen raad mij toegezegd, schenken mij het vertrouwen, dat door eendrachtige samenwerking de moeilijke problemen opgelost kunnen wor den. waarvoor wij als bestuurders der ge meente ons geplaatst zullen zien. Ik denk daarbij in de eerste plaats aan de bijzon dere maatregelen, voortvloeiende uit de mobilisatie-omstandigheden, zooals lucht bescherming en voedseldistributie en last not least de huisvesting van een zoo groot aantal landverdedigers. De toewijding van het ambtenarencorps bij de uitvoering van die maatregelen zal daarbij evenzeer onmisbaar zijn. Mijnerzijds geeft ik u de verzekering, dat ik mij geheel wensch te wijden aan de be hartiging der gemeentebelangen. Ik wil mij niet verhelen, dat mijn taak niet licht zal zijn, maar ik zoek mijn sterkte bij Hem, die de bron is van alle kracht en wijsheid Het zal mijn ernstig streven zijn mijn ambt hier te vervullen met strikte onpartij digheid. zonder aanzien des persoons, hel pende waar het mogelijk ls hulp te bieden en allen die dat wenschen met raad en daad ter zijde te staan. Ik dank u allen, die door uwe aanwezig heid aan dit plechtig oogenblik meerderen luister hebt willen bijzetten en betuig mijne erkentelijkheid voor de aangename wijze, waarop ik hier word welkom geheeten. Het worde mij gegeven, onder Gods on- misbaren zegen en. geschraagd door uw ver trouwen en sympathie, de gemeente Rijns burg tot steeds grooter bloei te brengen Met dezen oprechten wensch aanvaard ik het burgemeestersambt dezer gemeente. Nadat het woord gevoerd was door wet houder C. D. v. d. Vijver namens de C.H.- fractle en door het Raadslid K Zandber gen namens de C.D.U. en Chr. Arbeiders partij sprak de loco-secretaris de heer W. v. Essen, namens het secretaris-personeel. Na een hartelijk woord van welkom, deel de spr. mede, dat het personeel den burge meester gaarne ter zijde wil staan bij de uitoefening van zijn bestuurstaak. Tot heden geschiedde de samenwerking van het secretarie-personeel met zijn su perieuren in de meest goede verstandhou ding aldus spr. Zoowel aan het burger meesterschap van Uw voorganger, den heer Bosschieter, als aan de waarneming door de heeren Van der Vijver en Kralt, die op zoo voortreffelijke wijze zich van hun taak hebben gekweten, kunnen de amb tenaren met genoegen terugdenken. Wij hopen, dat ook onder Uw bestuur de goede verstandhouding bestendigd zal blijven. Nadat spr. er op had gewezen, hoezeer de werkzaamheden die van een burgemees ter gevraagd worden, zijn toegenomen, en het burgemeestersambt geen sinecure meer is, besprak hij het feit, dat de öegrooting van Rijnsburg een tekort van f.2500 wijst. Ged. Staten hebben geadviseerd tot dat bedrag een aanvraag voor rijksonder stand bij H.M. de Koningin in te dienen. Hoewel spr. goede hoop heeft, dat dit te kort nog met eigen middelen zal kunnen worden gedekt, neemt dit toch niet weg, dat de financleele positie der gemeente zoodanig is, dat zij aan noodlijdendheid grenst. Een gelukkige omstandigheid is, dat de Kroon het K.B. waarbij de gemeente Rijnsburg werd aangewezen als gemeente waar de bediening van secretaris door den burgemeester wordt bekleed, heeft inge trokken. Tengevolge van dit besluit hebt U, ln tegenstelling met burgemeester Bos schieter, met de administratieve werk zaamheden ter secretarie, geen directe bemoeienis. Ongetwijfeld is dit besluit in het belang der gemeente. U krijgt hierdoor gelegen heid U geheel aan het burgemeestersambt te geven, hetgeen den heer Bosschieter. die tevens verantwoordelijk was voor de ad ministratieve werkzaamheden ter secre tarie, niet mogelijk was. Spr. hoopte tenslotte, dat de heer Höwe ler zich spoedig te Rijnsburg zal thuis ge voelen en dat door eendrachtig samen werken nog veel in het belang der gemeente zal kunnen worden tot stand gebracht. Spr. besloot met de bede: ,.U zegene God. Hij stelle U tot een zegen", ook voor de gemeente Rijnsburg. Tenslotte bleef men geruimen tijd in ge zellig samenzijn bijeen, waarop de thee en MAARSMANSSTEEG 4—4a—6 PRACHT COLLECTIE Betere genre Nieuwste dessins 6187 (Ingez. Med.) Zondag begint het tooneelseizoen. De Kunstkring „Het Schouwspel" opent dan de rij met de opvoering van „De Ondergang van de Vrijheid" door de N.V. Het Nederl. Tooneel (directeur Cor v. d. Lugt Melsert). Zooals men weet geeft de Kunstkring thans 3 voorstelingen van ieder stuk, de 2e en 3e vinden plaats 25 Sept. en 31 Oct. Wij beleven benarde tijden, doch dit ls reden te meer om het woord te geven aan de Kunst. Zulks tot handhaving van cultuur en beschaving Daarom steune men het streven om de Kunst te bevorderen over alle linies. Dit geldt voor Tooneel. Muziek en alle andere gelederen. Zoowel voor de abonnementsvoorstellingen van het Leidsche Schouwburgbestuur als voor die van den Kunstkring kan men nog terecht. Wie zich daarvoor geroepen voelt, haaste zich. Zooals men weet, heeft de Kunstkring juist door de 3e voorstelling van ieder stuk de slechte plaatsen willen uitschakelen. Wie nog gebruik wil maken, geve zich daarom spoedig op, zoodat dit doel volledig kan worden gehandhaafd. Voor het verdere seizoen zijn contracten gesloten met Het Residentie-Tooneel. Het Gezelschap Saalborn-Parser, Het Ruys- ensemble en de Tooneelgroep Het Masker. Op een enkele uitzondering spelen thans alle groote Nederlandsche Tooneelgezelschappen voor „Het Schouwspel" te Leiden, zoodat de leden bijna alle Nederlandsche acteurs en actrices voor het voetlicht zullen zien. Behoudens buitengewone omstandigheden zijn de data der voorstellingen verder 19, 20 en 21 November 1939; 21, 22 en 23 Januari 1940; 10, 11 en 12 Maart 1940 en 5, 6 en 7 Mei 1940. de eere-wijn geserveerd werd. Velen maak ten van de gelegenheid gebruik met den nieuwen burgemeester kennis te maken. Op de verdere gebruikelijkheden tijdens dezen voor Rijnsburg, ondanks de zware tijdsomstandigheden, heuglijken dag. als het avonddefilé der ongeveer veertig plaat selijke vereenigingen en de receptie in de Raadszaal, komen wij morgen nader terug. (Van onzen specialen verslaggever). Midden in Dinxperlo patrouilleeren Duitsche soldaten. Schildwachten loo- pen heen en weer, militaire wielrijders met de karabijn over de schouder fiet sen zorgvuldig langs het Duitsche ge deelte van de hoofdstraat. Geen enkele maatregel wordt van Duitsche zijde achterwege gelaten om te voorko men, dat de bevolking met elkaar in contact komt. Het Nederlandsche dorp Dinxperlo bezit een vermaardheid om de eigen aardige, grillige loop van de grens, wel ke midden door de voornaamste straat van de plaats is gelrokken. Aan den eenen kant ziet men overal winkels met Nederlandsche opschriften, terwijl aan de overzijde alles Duitsch is wat de klok slaat. Daar heet het dorp niet meer Dinxperlo, maar Suderwick. Deze typische grens is hermetisch afge sloten. Niet door prikkeldraadversperrin gen en barricades, maar door een zoo groot aantal militairen, dat het onmogelijk is de voorschriften te overtreden. Wie in deze omgeving de grens wil overgaan moet naar het verscheidene kilometers verre Aalten, waar nog een overgang geopend is. De Dinxperlo'ers, die gewoon waren in de Wirtschaft aan de overzijde een glaasje Dortmunder te drinken, moeten thans ho tel Jansen of een der andere café's op Ne derlandsche gebied opzoeken. De overbuur- lui kunnen elkaar alleen een groet toeroe pen, maar verder contact is niet mogelijk. Verscheidene malen ls het voorgekomen, dat men toch een praatje met elkaar wilde maken, maar in den kortst mogelijken tijd was een grensbewaker aanwezig om dit te verhinderen. Wanneer men dringende aan gelegenheden had te behandelen, werd wel een kort gesprek toegestaan, maar ln te genwoordigheid van een Dultschen militair, die vooraf uitdrukkelijk waarschuwde, dat er vooral niet over de binnen- en bulten- landsche politiek mocht worden gesproken! En er werd zelfs eenmaal aan toegevoegd, dat een Duitscher alleen mededeellngen mocht ontvangen door zijn eigen radio en pers! Duidelijk blijkt hieruit, dat men ook in het grensgebied alles in het werk stelt om het verspreiden van andere berichten dan die, welke van officieele Duitsche instan ties komen, tracht tegen te gaan. Men slaagt hierin zeer goed, want gebleken is, dat men ook in het aan de grens gelegen Duitsche gebied vrijwel niets hoort van de berichten, welke door de tegenpartij de wereld worden ingezonden. Zoo leeft in Dinxperlo-Suderwick een be volking bijeen en toch ver van elkaar ge- schelden. Contact is er nagenoeg niet meer Zoo dikwijls is het voorgekomen, dat men bij een gesprek tusschen Duitsche en Ne derlandsche inwoners op een zoodanige wijze is gestoord, dat men een dergelijk risico in den vervolge niet meer wertscht te loopen. PRIKKELDRAAD. Maar enkele grensovergangen zijn open. De andere zijn aan Duitschen en ook aan Ne- derlandschen kant versperd. De Duitschers gaan nog steeds door met het intensiever maken van de versperring, waarbij prik keldraad van een speciale constructie wordt gebruikt. Het ls vrijwel ondoenlijk erdoor heen te komen. Uit alles blijkt, dat men alles wil doen om Duitschers, die clande stien hun land willen verlaten, tegen te houden, terwijl omgekeerd geen vreemde lingen zich toegang kunnen verschaffen. In kotten bij Winterswijk wonen landbou wers. wier grondbezit zich over de grens uitstrekt. Zij hebben onlangs aanzegging gekregen onmiddellijk de gewassen, welke zij daar verbouwden, in het bijzonder aard appelen, binnen te halen. In allerijl hebben de betrokkenen aan dit bevel gevolg gege ven, waami de Duitsche militairen een versperrink van prikkeldraad aanlegden. De betrokken boeren kunnen daardoor niet meer op hun eigen land komen Niet overal is men zoo streng als in Dinx perlo. Er zijn gedeelten aan onze Oostgrens welke minder dicht bevolkt zijn en waar weinig contact tusschen de bevolking aan weerszijden bestaat. De Duitsche militairen, die daar op post staan, zijn in hoofdzaak landbouwers uit de buurt. Vaak zijn het mannen, die reeds in den wereldoorlog voor Duitschland te velde zijn getrokken. Ze trachten vaak een praatje te maken met hun Nederlandsche collega's aan den over kant. Het is wel een typisch verschijnsel, dat terwijl de militaire discipline aan den overkant veel strenger heet te zijn dan hier te lande, de Duitsche grensbewakers een minder militairen indruk maakten dan onze jongens. Het trekt steeds weer de aandacht van de Nederlandsche grensbewakers, dat de Duitsche soldaten met de kwartiermuts op post staan, terwijl de onzen ln vol tenue, met de helm op, hun verantwoordelijke taak vervullen. Opvallend is het, dat de Duitsche grensbewakers, vooral de ouderen, ^teeds weer aan de Hollandsche soldaten vragen of er ook nieuws is over den oorlog. ZIJ vreezen, dat zij zelf elk oogenblik door veteranen kunnen worden afgelost om dan zelf naar een der fronten te worden ge zonden. Een typisehe bijzonderheid is, dat de Duitsche grenswachten in de eerste dagen van den oorlog op verschillende plaateen, o.a. aan de grens bij het Twentsche gebied, op post stonden, zon der dat zij in het bezit waren van pa tronen. Wel een bewijs voor hun vreed zame bedoelingen. Momenteel hebben de Duitsche grensbewakers allen pa tronen in hun geweren. GEEN SMOKKELHANDEL. Er heerscht langs de geheele grens een haast benauwende, drukkende stilte. Er is een groot verschil met '14—'18 te consta- teeren. Toen heerschte er al dra een leven dige smokkelhandel, maar thans is daar van geen sprake. De deviezenmoeilijkheden maken eiken clandestienen handel onmo gelijk. De Nederlandsche douane-ambtena ren staan dan ook voor een heel wat ge makkelijker taak dan in den vorigen oor log. Toch achten insiders op den duur de kans op smokkelarij niet onmogelijk. Het zou n.I. kunnen gebeuren, dat er zich een ruilhandel zou ontwikkelen tusschen arti kelen, welke in Duitschland in groote hoe veelheden aanwezig zijn en Nederlandsche waren. Men zou b.v. eau de cologne kunnen smokkelen tegen boter en kaas. om slechts een enkel voorbeeld te noemen. Men blijft aan Nederlandsche zijde dan ook voortdu rend waakzaam. GROOTE UITVOER VAN DUITSCH LAND NAAR NEDERLAND. Een zeer de aandacht trekkende omstan digheid is het, dat de uitvoer van Duitsch land naar Nederland eer grooter dan klei ner is dan voor het uitbreken van het con flict. Voortdurend worden groote partijen aangevoerd, waarbij tal van goederen, waarvoor Nederland den uitvoer heeft ver boden. Zoo zijn deze week in Enschedé be langrijke hoeveelheden ijzer uit Duitsch land gearriveerd. De kolenaanvoer is zelfs zeer intensief. In dezen tijd van het jaar is er steeds veel aanvoer van brandstoffen. Zelfs extra kolentreinen arriveeren aan de Nederland sche grens. Men kan hieruit afleiden, dat Duitschland alles doet om het normale han delsverkeer doorgang te doen vinden en te trachten zooveel mogelijk deviezen te ver krijgen, AFGESCHERMDE LOCOMOTIEVEN. Het lokale treinverkeer tusschen Neder land en Duitschland blijft doorgaan, maar uiteraard is de bezetting der treinen uiter mate gering. Op een Nederlandsch station is het in de eerste dagen tot eenige moei lijkheid gekomen met de machinisten, die er een zwaai- hoofd in hadden om een trein naar Duitschland te rijden. Hun locomotief moest evenals de Duitsche zoodanig zijn ingericht, dat de lampen niet vanuit de lucht zichtbaar zouden zijn. De directie der Nederlandsche Spoorwegen heeft hiervoor z.g. verduisteringsplaatjes beschikbaar ge steld. De machinisten wezen er op, dat zij een reis moesten aanvaarden naar een station, naar een spoorwegknooppunt, dat bij een luchtaanval het grootste gevaar zou loopen. Met een bezwaard hart klom men ze op hun machine, in de vaste ver onderstelling. dat zij met hun donkeren trein een groot gevaar tegemoet reden. Maar na de eerste dagen aanvaarden ze den tocht naar de overzijde met grootere gerustheid, aangezien bombardementen tot nu toe niet zijn voorgekomen. LICHT. In het Nederlandsche grensgebied zijn na het vallen van de duisternis alle lichten ontstoken. Een felle lichtschijn geeft aan, waar Nederland begint. Op de torens waait de Nederlandsche driekleur, welke door het licht van schijnwerpers duidelijk zichtbaar- is. De Waterleidingmaatschappij in den Gelderschen Achterhoek heeft haar wa tertorens van een extra verlichting voor zien, teneinde de Nederlandsche vlag des nachts zichtbaar te doen zijn. Op de daken van vele fabrieken is de driekleur geschil derd, Vreemde vliegers kunnen haast geen vergissing maken. Het is wel frappant, dat onlangs Engel- sche vliegtuigen, welke pamfletten boven Duitschland uitwierpen precies bij de Ne derlandsche grens zijn omgekeerd. De lich ten waarschuwden de piloten en zij vlogen zonder ons grondgebied te schenden in Noordelijke richting G. de G. te L. - 1. Er wordt voor houders van postduiven, enz. een regeling getroffen. Het distributiekantoor. Oude Rijn hoek Pelikaan straat. zal U wel kunnen inlichten. 2. Bi] een gasaanval is het geraden zoo laag mogelijk beschutting te zoeken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 9