Waar de Vrouw belang in stelt uggr De nieuwe modelijn Chique Hoedjes Moderne Stoffen de Groef In dienst van het leven 80ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 14 September 1939 Derde Blad No. 24378 voor Bonfgarneering Geen groote veranderingen op til MODE 1939—1940 Wat zullen we dezen herfst dragen zoowel WOL als ZIJDE Altijd lagere prijzen. De vrouw heeft in onzen tijd een ontzaglijke taak te vervullen Goedkoop en toch smakelijk VINDT U ALTIJD BIJ HAARLEMMERSTRAAT 145/147. (Ingez. Mea.) Enkele bizonderheden over de mode 1939—194». De teekenlng geeft een duidelijk en char mant beeld van de gloednieuwe winter mode 1939—1940. De Japonnen zijn zeer wijd. evenals de mantels. Net als in het zomerseizoen zijn de rokken tamelijk kort. terwijl de taille sterk wordt geaccentueerd. Van links naar rechts ziet u: Een tailleur van zwart laken, gegarneerd met zwart fluweel en astrakan. Een charmant tallleurtje van donker groene wollen stof. gegarneerd met blauw vos (let op de sierlijke heupgarneering, die wel een zeer slank figuurtje vraagt!). Voorgrond: mantel van zwarte wollen stof, gegarneerd met astrakan. U ziet: groote veranderingen brengt de winter mode niet! BIJ UITSTEK VROUWELIJK EN JEUGDIG. In zijn geheelen rijken omvang is de komende wintermode nog niet bekend Ja. enkele tipjes van den sluier kunnen we voor belangstellende lezeressen alweer op lichten. We begrijpen, hoe gezellig het is, aan het eind van de vacantie, misschien nog in het zomerhuisje of aan het strand, eens even te peinzen over datgene, wat gedra gen zal worden alsalles weer normaal is en deze winter 1939—1940 voorbijstuift, even snel als zijn voorgangers. Nu dan: De modelijn voor den komenden herfst blijft steeds nog lijnrecht en volhardend aansturen op twee idealen: vrouwelijkheid en jeugd. De nieuwe silhouet onderstreept de lij nen van een ideale vrouwengestalte; alles aan haar is zacht, vloeiend, harmonisch en elastisch. De strenge, eenigszins manlijk aandoen de lijn van den mantel moet hoe langer hoe meer plaats maken voor den gedrapeerden. streng getailleer- den vorm. De gracieuze klokrok treedt veel vuldig ook bij den mantel op. Voor de man telmode onderscheidt men twee modellen: den sterk getailleerden, gekleeden namid dagmantel en den wijd uitvallenden man tel voor morgendracht en sport. Een enkele maal wordt de „getailleerde" lijn bij de namiddagmantels verkregen door een ceintuurtje, dat de ruimte bijeen houdt. ■Meest alle getailleerde mantels zijn hoog gesloten en van boven rijk met bont ver sierd. Van voren en van achteren worden de naden geaccentueerd door smalle bont randjes. De schouders zijn gewoon; soms zijn de mouwen eenigszins fleschvormig uitgebouwd. De lengte is gelijk aan die van de zomermantels. De sportjas behoudt zijn rechten vorm. Bij de herfstcostuums onderscheidt men twee typen: het zeer strenge costuum in heerensnit en het fan- tasiecostuum, met den eenigszins losseren vorm. Het eerste heeft twee rijen knoopen en lijkt sprekend op een heerencolbert, be halve dan. dat de pasvorm zeer getailleerd en de revers echt vrouwelijk zijn. De rok, die bij dit klassieke costuum hoort, is ge heel glad met twee diepe plooien voor en achter. Zeer nieuw voor den herfst is het effen manteltje bij den geruiten iets lichter ge- tinten rok. Het fantaslecostuum laat een kort man teltje zien met één rij knoopen, met den wijden, zeer korten klokrok en rijke bont- garneering, die zeer jeugdig en zwierig aandoet. Bij de japonnetjes voor 's morgens en 's middags is de sterke markeering van de taille karakteristiek. De rokken zijn wijd en klokken en laten vaak heel Interessante variaties zien. Plooi- garneeringen, strookjes op zij en van vo ren geven „leven in de brouwerij". Korte, nauwe mouwtjes, gewoon ingezet, hebben de voorkeur. Rokken in verschei dene banen, sterk klokkend, vinden we veel bij de robes princesses, die met de spencerjapon het modebeeld beheerschen. De ochtendjaponnetjes zullen iets minder sportief zijn en zich meer bij de elegance van de namiddagjapon aansluiten. Modestoffen zijn tafzij, faille, moiré en gestreepte stof fen. Ook zal weer zeer veel kant worden verwerkt. Zijden yersey. crêpe, frisé enz. zullen veel voor namtddagdracht worden gebruikt. Uit het vorige seizoen zal de stijljapon als avondtoilet voorloopig en vogue blij ven. Hiervoor is tafzij. veelal in geruite patronen het aangewezen materiaal. Daar naast echter zal de slanke avondjapon in empirestijl met hooge taille en eenvoudige garneering haar intrée doen. Kleur en materiaal Onder de kleuren zal zwart den boven toon voeren. Ook zal veel bruin in allerlei schakeeringen worden gedragen en heel nieuw is „rookblauw". Voor mantels is wijnrood-bruin het laat ste parool. Als materialen noemen we: herfstachtig ruwe stoffen als frisé, velours, zippeline en zware ratiné voor mantels. Voor sport- jassen flansch, zware tweeds en lang harige Schotsche ruiten. Voor de „strenge" costuums: Shetlands, handgeweven tweeds, fijn gestippelde wol len stoffen en flanel. Als kleuren hiervoor blauwe en grijze tinten enook hier zéér veel zwart. FELICITAS. VOOR De NIEUWSTE GARNEERING, CEINTUREN, KNOOPEN, enz. Geen BETER adres dan Haarl.straat - hoek Donkerstee? 2-4-6 t>ooï pektfectz ^atidehoóe vna£e-u/>! DONKERSTEEG 1 - TELEF. 20706 8135 (Ingez. Med.) Dagen van hoogspanning zijn achter den rag en als wij dit schrijven is de beslis sing over oorlog of vrede niet gevallen Wanneer u dit leest, weet u ongetwijfeld néér dan niemand ter wereld nu kan ver moeden. We leven in twee werelden, won derlijk dooreengemengd: Koesterend-mild. warm, standvastig blij straalt de zon over onze bloeiende tuintjes, over het prachtig- croene plantsoen, waar onze kleine meis jes in gebloemde jurkjes ronddartelen. Verderop in het riviertje ligt de kano en het is den heelen dag een druk en vroolijk gesjouw en gesleep om die in en uit het water te krijgen. En dan een druk en be drijvig geplas vóór de jongens, koffiebruin van huid en spierwit-uitgebleekt van haar dos, met de logeetjes wegpeddelen. Er is veel te doen: boterhammen snijden voor het zwembad, koffietafel aanrichten, kieeren verzorgen en dan altijd maar weer: belangstelling toonen in al die vacan- tievreugde Wij vrouwen werken maaren dit is ons liefste werk: het zorgen voor levende wezens, het rechtstreeks staan in dienst van hei leven. De radio draait, het ochtendblad, waar van we in de drukte alleen nog maar de koppen" konden lezen maar die zeggen lenoeg! ligt op tafel. En telkens worden er andere ontstellende, geruststellende, «hokkende, nietszeggende of raadselach tige bulletins aangeplakt. Dat is de andere Wereld, waarin we leven: een wereld vol form, dreiging en dood. Het is moeilijk om die beide werelden met hkaar te rijmen. Soms lijkt het of we Iroomen, of het niet echt waar kan zijn. 'at helsche machten van een omvang, zoo- >is de wereld nog nimmer heeft gekend. Wer deze verrukkelijk schoone aarde zullen «barsten, als niet.Ja, als niet het won- tor gebeurt. Altijd weer, net als in September 1938, als in April van dit jaar, is er het angstig staren naar den zijden draad, waaraan, voor een oogenblik, alles schijnt te hangen, dat zoo oppervlakkig gesproken het leven waarde geeft. En dan is er de verademing als er iets gebeurt, dat we niet anders kun nen zien als: Het Wonder. Toch zijn we sinds September van het vorige Jaar anders geworden Er is minder plaats in ons voor Jammerklachten en zelf medelijden, voor wanhoop en radeloosheid, méér plaats voor bezinning, begrip en arbeid Intuïtief voelen we ons door alle spanningen heen gedreven om aan te pakken. Met meer energie vervullen we onze dagelijksche taak, met meer nauwge zetheid en toewijding zorgen we, dat de kinderen althans hun blijde, onbezorgde stemming behouden. Er kan dat weten we bij ondervinding door zenuwachtige, onevenwichtige, babbelende vrouwen zoo oneindig vee) worden bedorven. Maar er kan ook zoo oneindig veel worden gered en opgebouwd door vrouwen, die kalm en rus tig haar plicht blijven doen! Sterker dan ooit tevoren en is dit niet op zichzelf reeds een verademing? voe len we onze plicht tegenover ons gezin, onze omgeving. Heel veel kleine belangen, kleine zorgjes, kleine puur-egoïstische over wegingen. zijn als vanzelf weggevallen. Er is meer ernst in ons leven gekomen en meer stilte. En misschien zijn we nu ook wel het waarom der dingen, de groote lijn, waarom het gaat in de wereld, iets beter gaan be grijpen. Misschien zijn we wel gaan inzien, dat het toch niet aangaat, altijd maar weer .zielig" en medelijdend te spreken, over al die millioenen gezinnen die misschien straks weer in rouw worden gedompeld, „terwijl zo er niets aan doen kunnen". Dit is een huichelachtige voorstelling, want er is niemand op de heele wereld, die .er niets aan doen kan". Wij allen staan mee schuldig aan den toestand van onrecht, haat en nijd, wan trouwen, Iakschheld. zelfzucht en huiche larij, die sinds jaar en dag over de wereld hangt. En als de wolken uit deze troebele, verstikkende sfeer zich samenpakken tot een dreigende catastrofe, dan mag dit ons niet al te zeer verwonderen en zéér zeker mogen we er niet domweg-verontwaardigd om zijn. We hebben allen zonder uitzondering deel aan de groote duisternis, die over de wereld hangt. Maar en dit is de bevrijdende gedachte van onzen tijd we kunnen ook allen zon der uitzondering deel hebben aan het Eeuwigheidslicht, dat vér boven deze duis ternis uitgaat en dat zich telkens in tijden van nood machtig openbaart in de harten van hen, die stil kunnen zijn. De duister nis breekt af en vernietigt Het licht werkt en bouwt, ook door menschenhanden. Door te werken en te zorgen, door lederen dag tot het uiterste onzen plicht te doen, door kalmte en zelfbeheersching te toonen, kunnen wij vrouwen direct meebouwen aan de goede krachten, die uiteindelijk over de wereld móéten zegevoeren. Dan zal er geen duisternis meer zijn, noch rouw noch gekrvjt.... Ja, dandat staat ais een paal boven water, dat die tijd eens komen zal. Maar zouden we daar nu al rijp voor zijn Toen vanochtend de bladen een kleine verademing brachten, zei me mijn buur man, terwijl hij met een gelukkig gezicht zijn tuintje ging verzdrgen: .Nu krijgen we nooit meer oorlog." Ik voor mij kan niet gelooven. dat alle onrecht door menschen aan menschen, door volken aan volken bedreven, zou kun nen worden verzoend en uitgewischt zon der een langen weg van tranen. Maar dit doet er niets toe. Het maakt geen verschil, of u of ik gelooven, dat er oorlog komt of gelooven van niet. Het maakt alleen verschil, hoe we staan tegenover het leven, ons leven, dat een deeltje een onmisbaar deeltje is van het wereldleven. Of we willen dienen. Of we ons onvoorwaardelijk iederen dag opnieuw willen stellen ln dienst van het leven. Of we willen meewerken, onze zwakheid en in ons eigen klein hoekje, aan de komst van vrede, gerechtigheid, waar heid, liefde. Juist de vrouw heeft in onzen tijd een ontzaglijke taak te vervullen, als draagster van deze goede krachten. Als we dit bedenken, dan. neen, dan vergaat ons vanzelf de lust tot klagen, poli- liseeren en bridgen. Dan wérken we alleen maar. RHEMONDA. Een praatje over bouillon en soep. Bouillon wordt getrokken van verschillen de soorten vleesch. Paarden- en rundvleesch geven een krachtiger bouillon dan kalfs- vleesch. Uit het vleesch trekken we verschil lende geurige stoffen, de extractiefstoffen. Verder een klein gedeelte van het eiwit, maar het meeste voedsel blijft toch achter, zoodat men nooit Zal kunnen spreken van een voedzame soep, als het vleesch er uit genomen is of de soep niet voedzaam ge maakt is door toevoeging van rijst, vermi celli e.d. Boonensoepen zijn voedzaam door de hoe veelheid zetmeel uit de boonen, waardoor de soep ook gebonden wordt. Soepen van groentenwater gemaakt zoo als bloemkool- en spinaziesoep verkrijgen hun voedzaamheid door de boter en de bloem, waarmee ze gemaakt worden. Voor het trekken van bouillon, die in koppen gebruikt wordt, rekent men 2 k 3 ons vleesch op 11/4 L. water en 1 kleine lepel zout, dat ineens toegevoegd wordt. Men neemt een goed sluitende pan en laat de bouillon 2 a 3 uur heel zacht trekken. Voor groente- en vermicellisoep e.d. neemt men 1 a 2 ons vleesch op 11/4 L. water Dikwijls worden in deze soep balletjes ge hakt op het laatste oogenblik meegekookt. óf wordt de soep geurig door de groente, óf men voegt op het laatst aroma of vleesch- extract toe, zoodat men met minder vleesch volstaan kan. Wil men heldere bouillon hebben, om in koppen te presenteeren, dan moet deze ge zeefd worden, door een dunnen doek. Men geeft er dan een beschuit en een partje citroen bij. Voor de gewone soep is zeven niet wen- schelijk of noodig, daar het bruine schuim een kleine hoeveelheid eiwit is uit het vleesch. zoodat men dit dan weggooit. Van het vleesch uit de soep kunnen ver schillende smakelijke gerechten gemaakt worden. Met wat gebakken uien kan het den volgenden dag gegeven worden bij de groente en aardappelen. Heeft men een stukje borstvleesch genomen, dan kan dit in plakken gesneden worden en opgediend met tomatensaus of bruine saus. Bouillon getrokken van beentjes is dik wijls heel vet. wat in vele gevallen geen be zwaar is. De bouillon moet minstens 3 uur trekken en voor men de soep gaat koken, zorgvuldig gezeefd worden. De smaak kan men verbeteren door een paar bouillon blokjes toe te voegen. 6122 (Inge2. Medjp Zondag: Paardeblefstuk Andijvie Aardappelen Griesmeelpudding met bessensap Maandag: Stamppot van rauwe sla met spek Rijstebrij Dinsdag: Varkenslapje Spercleboonen Aardappelen Grutjes ln karnemelk Woensdag: Dikke groentesoep Gebakken grutjes Donderdag: Stoofperen Aardappelen Witte boonen Botersaus Vrijdag: Haring Aardappelen Peterseliesaus Zaterdag: Macaroni met ham en kaas Wentelteefjes Berekende maaltijd voor 4 personen, be staande uit: stamppot van rauwe sla, spek, rijstebrij. Benoodigdheden: 4 kroppen sla f. 0.16 2 KG. aardappelen 0 08 2'/i ons rookspek 0.22'/! l'/« ons rijst 0.03 f. 0.71Vi Bereiding: De aardappelen opzetten met weinig water, b.v. 2 kopjes en 2 lepels zout. Ze niet afgieten, maar de aardappelen fijn stampen. De sla schoonmaken, fijnsnijden en met de azijn vermengen. Het spek uit hakken en nu de sla. het spek en de aard appelpuree met elkaar vermengen. De massa even goed door laten stoven. Berekende maaltijd voor 4 personen, be staande uit paardebiefstuk. aardappelen, andijvie en griesmeelpudding met bessen- sapsaus. Benoodigdheden: 4 ons paardebiefstukf. 0.48 1 ons margarine 0.12 4 struiken andijvie0.12 1' t K G aardappelen0 06 1 L. melk 0 12 1 ons griesmeel0.02 »/i ons suiker 0 02 1/4 flesch bessensap 0.08 ons suiker0.02 bloem. sago. melk 0 02 40 gr. marg. voorand0 04 f. 1.10 Bereiding: De margarine in de koekepan goed bruin laten worden en de biefstuk vlug bruin bakken. De andijvie klein snijden, wasschen, opzet ten zonder water met zout. gaat laten koken I (1 uur) afgieten, uit laten lekken en het vocht met wat bloem, met melk aange mengd. Stoven met de margarine. Voor de pudding de melk met een citroen schilletje aan de kook brengen, suiker en griesmeel door elkaar roeren en er in strooien. Blijven roeren tot de massa dik genoeg is (men moet den bodem van de pan kunnen zien onder het roeren) en overdoen ln een omgespoelden vorm. De pudding koud laten worden en keeren. Voor de saus de helft van een half fleschje bessensap verdunnen met evenveel water, aan de kook brengen en binden met wat sago Op smaak afmaken en koud geworden bij de pudding geven. „Wilt U de spring veer en matras ook niet eens probeeren, mevrouw?"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1939 | | pagina 9