Voor hen, die vielen
De wijziging van de Lager
Onderwijswet
De postdienst te velde
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Maandag 11 September 1939
}\ecteh£anót l/ei£cy!
Vereen. v.Nat. Veiligheid
Aandrang tot verlaging
der leerlingenschaal
387177
Hulde aan de nagedachtenis van de
slachtoffers van de „Willem van Ewijck"
Tal van moeilijkheden
moesten worden
overwonnen
él-
SPREEKCEL
Verscheidene leden van oordeel,
dat thans daarvoor geen
geld is.
Aan het Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer over het wetsontwerp tot wijziging
van de Lager Onderwijswet 1920 en van
artikel 49 der wet van 22 Mei 1937 wordt
het volgende ontleend:
Sommige leden betwijfelden of de Regee
ring wel beleidvol heeft gehandeld door
thans een generale herziening van de La
ger Onderwijswet, waarvan zij de urgentie
moeilijk konden inzien, aan de orde te
stellen. Zij achtten het immers niet uit
gesloten, dat bij de behandeling van dit
wetsontwerp wederom, evenals bij het
ontwerp Kweekschoolwet, amendementen
voorgesteld en aangenomen zullen worden
welke de Regeering onaanvaardbaar zal
achten. Aan vermeerdering van het aantal
wetsontwerpen, waarvan de behandeling
werd geschorst, verklaarden deze leden
geen behoefte te hebben.
Vele andere leden meenden, dat de La
ger Onderwijswet 1920 in menig opzicht
herziening behoeft. De indiening van dit
wetsontwerp had dan ook hun instemming
Leerlingenschaal en kweekelingen
met akte.
Verscheidene leden gaven als hun oor
deel te kennen dat zoo er iets is in de Lager
Onderwijswet 1920. wat dringend wijziging
en verbetering behoeft, dit zijn de leer
lingenschalen voor het lager en uitgebreid
lager onderwijs en de mogelijkheid, dat
door zoogenaamde jjweekelingen met akte
tegen geen of een veel te geringe vergoe
ding een volledige onderwij zerstaak wordt
vervuld. Zij drongen er krachtig op aan,
dat deze herziening; van de Lager Onder
wijswet 1920 gebruikt zal worden om de
hierbedoelde verbeteringen aan te bren
gen. Een leerlingenschaal voor het lager
onderwijs, kortheidshalve aan te duiden als
de 3545 schaal, achtten zij een beschei
den, maar dan ook volstrekt noodzakelij
ken stap om tot verbetering te komen.
Voor het uitgebreid lager onderwijs zou
dan aanvankelijk met een 28- of 29 schaal
kunnen worden volstaan.
Dat er voor deze verbeteringen geen geld
zou zijn, kon men niet aanvaarden, aan
gezien de Regeering blijkbaar geen be
zwaar had tegen voorstellen tot het doen
van uitgaven, waarvoor tot voor kort even
min geld beschikbaar scheen te zijn. Als
voorbeeld noemden deze leden het voor
stel om voor de tweede helft van 1939 vijf
millioen beschikbaar te stellen voor uit
breiding van werkkampen, enz., registratie
van de jeugdwerkloosheid en invoering van
een staat-van-dienstboekje. Naar hun oor
deel moet een maatregel als verbetering
van de leerlingenschalen, welke aan dui
zenden werkloozen bij het onderwijs werk'
zou verschaffen en bovendien het onder
wijs zou verlossen van het door ieder er
kende euvel der te groote klassen, ten
minste even urgent worden geacht.
Verscheidene leden waren van oordeel,
dat de financieele toestand niet toelaat,
voor de door bovenbedoelde leden bepleite
doeleinden thans gelden beschikbaar te
stellen.
Sommige leden zouden niet willen aan
dringen op verlaging van de leerlingen
schaal bij het uitgebreid lager onderwijs,
welke zij voldoende achtten, doch wèl op
die bij het gewoon lager onderwijs. Indien
financieele bezwaren zich hiertegen zou
den verzetten, ware compensatie te vinden
in de volgende maatregelen:
1. Verlaging van enkele marges en toe
lagen, althans bevriezing van de reeds
toegekende salarissen plus marges en
toelagen, zoodat geen salarisverhoogin-
gen zouden plaats vinden voordat de
verlaagde marges en toelagen waren
ingehaald.
2. Verlaging van de salarissen, zoodat
jonge onderwijzers b.v. de eerste drie
jaren, die toch min of meer als stage
jaren zijn aan te merken, een salaris
ontvangen van f. 60, f. 65, en f. 70 per
maand.
3. Afschaffing van de bij amendement in
gevoerde 30-schaal voor op 1 December
1935 bestaande centrale scholen voor
het. zevende en de hoogere leerjaren.
Verscheidene leden, die zich niet uit
spraken over de urgentie van de' bepleite
wijzigingen, waren van meening, dat deze
wijzigingen niet passen in het kader van
het onderhavige zuiver technische ont-
tferp. Aan den anderen kant werd betoogd
dat het ontwerp wel degelijk voorstellen
van materieele beteekenis inhoudt, zoo
dat het hierboven weergegeven formeele
argument hier geen opgeld doet. Ook de
considerans laat volle ruimte voor andere
herzieningen dan de nu voorgestelde
Vele leden drongen aan op een zooda
nige wijziging van artikel 22 bis, dat komt
vast te staan, dat een eenmaal op grond
van het tweede lid genomen beslissing ten
aanzien van een vóór 1 Juli 1937 geopende
school niet ieder jaar behoeft te worden
hernieuwd, maar blijvend van kracht zal
zijn. Naar de stellige overtuiging van ver
scheidene leden heeft het nimmer in de
bedoeling van de z.g. concentratiecommis
sie gelegen, dat dit lid zoo zou worden uit
gelegd en toegepast als de Kroon thans
doet.
De wachtgeldregeling.
Nu de minister in het ontwerp er naar
streeft, de wachtgeldregeling voor de on
derwijzers zooveel mogelijk te doen aan
sluiten bij die voor de Rijksambtenaren,
drongen verscheidene leden er op aan, dat
een zelfde gedragslijn zal worden gevolgd
ten aanzien van een uitkeering aan de
nabestaanden van een onderwijzer.
Gevraagd werd een wijziging van art. 60
in dien zin, dat ook voor de leerkrachten,
bedoeld in art. 56, lid 2. de vergoeding bij
yoorschot kan worden uitgekeerd.
Verscheidene leden vroegen, in art. 205
een bepaling op te nemen, krachtens welke
de schoolbesturen van alle besluiten, door
den gemeenteraad ter uitvoering van dit
artikel genomen, bij Ged. Staten in beroep
kunnen komen.
Ouderiaden
Verscheidene leden vroegen hoe de Re
geering denkt over een dwingend voor
schrift tot het instellen van een ouderraad
indien in een gemeente drie of meer ouder
commissies bestaan. Deze leden stelden de
vraag, of niet de mogelijkheid moet wor
den geopend, dat de ouderraden zich ver
eenigen tot een centralen ouderraad; de
kosten daarvoor zouden dan door contri
buties der ouderraden kunnen worden ge
dekt
Vele leden konden niet inzien waarom
de Minister niet voorstelt de mogelijkheid
te openen van beroep tegen alle beslissin
gen. door den Minister met betrekking tot
wachtgeld genomen. Naar het oordeel de
zer leden ware de tweede zin van het
voorgestelde lid 15 als volgt te lezen: bin
nen dertig vrije dagen na dagteekening
eener beslissing omtrent wachtgeld kan de
belanghebbende daarvan bij ons in beroep
komen.
Tegen het voorstel tot invoeging In art.
55 bis van een nieuw lid bis hadden ver
scheidene leden ernstig bezwaar Nadat
eindelijk bij de wet van 22 Mei 1937 voor
de bijzondere schoolbesturen de regeling is
getroffen, waarop reeds door de Staats-
commissie-Rutgers was aangedrongen en
waardoor het voor de besturen mogelijk is
geworden de tering naar de nering te zet
ten en niet meer zooals voorheen voor
financieele risico's te staan, zou de toen
verkregen verbetering weer grootendeels
ongedaan worden gemaakt.
Worden nu ingevolge het voorgestelde
lid 1 bis bijvoorbeeld in April door de Ged.
Staten de bedragen op de begrooting eener
gemeente verminderd, dan zal de raad het
bedrag, per leerling voor de openbare
school vastgesteld, moeten herzien en met
de goedgekeurde begrootingscijfers in over
eenstemming moeten brengen.
Deze leden achtten het ook niet juist,
dat de wetgever hier formeel sanction-
neert, dat Ged. Staten langs den weg van
toezicht op de gemeentefinanciën ingrij
pen in de bevoegdheid van het gemeente
bestuur bij de uitvoering van de Lager
Onderwijswet 1920
Wederom wenschte men te vernemen,
hoeveel onderwijzers, te onderscheiden
naar de openbare, neutrale bijzondere,
christelijke en roomsch-katholieke scho
len, waaraan zij voor de op wachtgeldstel
ling het laatst gediend hadden, in het ge
not zijn van wachtgeld, resp hoeveel van
hen nog een restant-wachtgeld genieten
en hoeveel dit bedraagt.
Steunt Luchtverdedigingsfondsl
Postgiro Oen Haag
ten name van
8882
(Ingez. Med.)
Vele leden waren van oordeel, dat de
verhoudingsgetallen voor het U.L.O., zoo
als deze ingevolge het eerste lid \an art.
57 gelden, onredelijk zwaar zijn.
Sommige leden zouden aan art. 57 een
algeheele dispensatiebepaling willen toe
voegen, opdat de minister in bijzondere
gevallen, den Onderwijsraad gehoord, van
de voorschriften van dit artikel kan af
wijken: er kunnen zich zeer bijzondere
omstandigheden voordoen bijvoorbeeld
onverwachte ziekte, vertrek van leerlingen
waarbij behoud van subsidie redelijk is.
Vakonderwijzers
Verscheidene leden drongen aan op een
zoodanige wijziging van het zevende lid
van art. 89. dat de vakonderwijzers, die,
vóórdat zij den leeftijd van 65 jaren heb
ben bereikt, of het tijdvak, waarvoor zij
zijn aangesteld, is verstreken, anders dan
op eigen verzoek worden ontslagen, van
dat ontslag in beroep kunnen komen bij
de commissie van beroep, waarbij de school
aangesloten is. Naar de meening dezer le
den is de tijd thans rijp om de rechtspo
sitie der vakonderwijzers te waarborgen.
Sommige leden achtten het wenschelijk,
dat voor den diensttijd van drie jaren,
noodig om tot hoofd der school benoemd
te kunnen worden (art. 192, eerste lid) ook
diensttijd als zelfstandig werkende kwee-
keling met akte meegeteld mag worden.
Nauwelijk waren 24 uur verloopen sedert
de vreeselijke ramp. welke Vrijdag onze
marine trof, of H.M. de Koningin gaf open
lij k blijk van haar meeleven in het leed van
de marine. Bij een korte, maar indrukwek
kende plechtigheid in Den Helder werd
Zaterdagmiddag namens H.M. de Koningin
door Haar adjudant in buitengewonen
dienst, gep. schout-bij-nacht, C. baron de
Vos van Steenwij k uit 's-Gravenhage, een
krans gelegd aan den voet van het monu
ment „Voor hen die vielen", dat door H.M.
de Koningin in 1922 op het havenplein al
daar onthuld werd, als nagedachtenis aan
de slachtoffers van de marine gedurende
de mobilisatiejaren 19141918.
Het groote driehoekige havenplein was
aan twee zijden ingenomen door officieren
en manschappen van heel het mijnwezen
der Koninklijke marine.
De bemanningen van de mijnenleggers
„Willem van der Zaande „Nautilus", en
..Abraham van der Hulst", de „Pieter Flo-
risz", de „Jan van Gelder", personeel van
het wachtschip en de nog overlevende be
manning van de „Willem van Ewijck" ston
den daar, de officieren in ceremonieel en
de korporaals en manschappen in Zon-
dagsch tenue, aangetreden op het met zon
overgoten plein.
Verschillende manschappen van de Van
Ewijck droegen het verband op de bij de
scheepsramp opgeloopen wonden. De divi
siecommandant van de divisie mijnenleg
gers, waarvan de Willem van Ewijck deel
uitmaakte, de luitenant ter zee eerste
klasse F. van Straelen. droeg zijn arm in
een draagverband. terwijl ook zijn rechter
oog verbonden was. Terzijde van de man
schappen stond een klein groepje burgers,
de nabestaanden van enkele slachtoffers.
Vele andere autoriteiten en burgers had
het overige gedeelte rond het ruime plein
ingenomen. Tromgeroffel kondigde de
komst aan van den vertegenwoordiger van
H. M. de Koningin, schout-bij-nacht baron
de Vos van Steenwijk, die vergezeld was
van den marine-commandant, schout-bij-
nacht H. Jolles en de chef van den staf in
den Helder, kapitein ter zee G. J. van den
Berg met hun resp. adjudanten.
Met de eerste vier maten van „Het Wien
Neerlands Bloed" werd de schout-bij-nacht
verwelkomd, waarop, nadat de verschuldig
de eerbewijzen waren gebracht, de stafmu-
ziek het „Wilt heden nu treden" van Vale
rius speelde.
Langzaam en plechtig klonk de muziek
over het zonnige plein De vertegenwoordi
gd van de Koningin legde vervolgens een
groote krans van groene laurierbladen en
versierd met witte linten van franje, en
een gekroonde W. van goud, aan den voet
van het monument, terwijl hij sprak: „In
opdracht van H.M. de Koningin voor
hen, die vielen."
Een minuut lang werd hierna een stille
hulde gebracht aan de nagedachtenis van
de slachtoffers van de Van Ewijck. Alle
militairen brachten een eerbiedig saluut.
Daarop nam de miirine-commandant,
de Schout-bij-nacht Jolles, met forsche,
maar bewogen stem het woord, om de vol
gende rede uit te spreken:
Het is moeilijk in dit oógenblik het woord
te voeren, in tegenwoordigheid van den ge-
heelen mijnendienst, naar aanleiding van
den zwarten dag, die gisteren over Den Hel
der is gekomen.
Ge kunt u niet voorstellen met wat een
schrik en wanhoop gisteren de droeve tij
ding tot ons kwam: een van Harer Majes-
teits schepen van oorlog moest door het
loopen op een mijn verongelukken, met
zich meenemend een dertigtal brave ke
rels, die zoo den dood vonden.
Met den grootsten weemoed hebben wij dat
bericht moeten ontvangen. Gedurende de
jaren, dat ik heb gecommandeerd en nog
commandeer, was het mij herhaalde malen
gegeven tegenover de voor de boeg verza
melde bemanningen er op te wijzen, hoe
bij het vervullen van hun plicht H.M. onze
geëerbiedigde Koningin met hen meeleefde
en deelde in al hun vreugde, ook meeleed
bij al hun verdriet, Dat verdriet is nu ge
komen.
Het feit, dat het onmiddellijk Hare Ma
jesteit heeft behaagd een vertegenwoordi
ger te zenden, voor het leggen van een
krans aan den voet van het monument
„voor hen, die vielen" om aldus uiting te
geven aan haar medeleven met de ramp,
die do marine trof, heeft ons diep ont
roerd. Spreker gaf namens de mannen
uiting aan zijn zeer diepe en algemeene
gevoelens van dank aan Hare Majesteit
voor deze geste.
Doch er is meer, aldus spreker.
Wij willen ook Hare Majesteit de verze
kering geven, dat jong en oud in de marine
niet versaagt, maar het hoofd ophoudt,
voorwaarts en bereid tot het uitvoeren van
nieuwe daden, voor alles, wat in H.M.'s
marine noodig blijkt.
Wij zijn en blijven de steunpilaren van
Haar troon waarop zij tot in de lengte van
dagen kan vertrouwen.
Hierop klonk de vaderlandsche hymne
over het plein: ons volkslied was ditmaal
geen vreugdezang, door allen meegezongen,
doch in de houding en onder den indruk
van dit droeve, maar plechtige oogenblik,
werd het aangehoord.
Nadat de vertegenwoordiger van de Ko
ningin en de marinecommandant de aan
wezige familieleden van de omgekomen had
gecondoleerd met het verlies van hun ver
wanten, daar was o m. de vader van den
omgekomen korporaal-torpedomaker J. C.
Bromlewe uit den Helder, vertrok hij onder
het gebruikelijke ceremonieel.
Ook te Leiden is een
expeditie-kantoor.
Nu tienduizenden Nederlandsche mannen
hun plicht voor het vaderland in het leger
vervullen, is er een nieuw element gekomen
in den postdienst. Tot voor enkele weken
konden de poststukken op normale wijze
naar steden en dorpen in ons land en daar
buiten worden vervoerd, doch nu de dienst
plichtigen ergens in het land bij een der
onderdeelen van het leger zijn ingedeeld
moest een nieuwe postdienst worden inge
richt, welke regelmatig de post te velde zou
bezorgen. Juist in dezen tijd is de post
zoo belangrijk, omdat allen, die ver van hun
familie vertoeven, nog liever dan anders be
richten van huis ontvangen en daarenboven
zelf gaarne per post noodzakelijke aanwij
zingen geven voor hun zaken, welke moeten
worden afgedaan.
Het was evenwel uitgesloten hiervoor den
normalen postdienst te gebruiken, in de
eerste plaats, omdat de soldaten vaak niet
in dorpen of steden gelegerd zijn, maar
vooral ook, omdat de oorlogsopstelling van
het Nederlandsche leger niet bekend mag
worden gemaakt.
Daartoe werd dan de veldpostdienst inge
steld. welke nu reeds eenige weken in wer
king is.
De directeur van den etappen- en ver
keersdienst van het algemeen hoofdkwar
tier kolonel van den generalen staf H. H.
Thoden van Velzen, legde er in een onder
houd. dat wij met hem mochten hebben den
nadruk op, dat bij den veldpostdienst onder
geheel andere omstandigheden gewerkt
moet worden dan bij de normale postvoor-
ziening.
De veldpostdienst heeft tot nu toe stroef
gcfunctionneerd, maar al is momenteel
de geheele achterstand van de eerste
dagen der mobilisatie weggewerkt, men
mag niet en nooit verwachten, dat de
veldpost met even groote snelheid het
doel bereikt als de post in het burger
leven. Daarvoor zijn de moeilijkheden te
groot. Het eerste bezwaar is, dat dege
nen, die bij de veldpost worden aange
steld, in vredestijd dezen dienst nooit
behoorlijk kunnen beoefenen. Er komt
mobilisatie en eerst dan wordt in de
practijk uitgevoerd, wat voordien op pa
pier werd ontworpen. Het is niet te ver
wonderen, dat men daarbij voortdurend
op onverwachte moeilijkheden stuit.
Zelfs wanneer, zooals bij den huidigen
veldpostdienst het geval" i$, hét sorfeèfén
der poststukken geschiedt door ambtena
ren van de P.T.T., die dagelijks dit werk
beoefenen, dan nog zijn vertragingen
niet uitgesloten, omdat de adresseering
niet normaal is. De ambtenaren moeten
wennen aan de militaire afkortingen,
welke in het leger plegen gebruikt te
worden.
Bjj den burgerpostdienst letten de
ambtenaren uitsluitend op de plaats
namen, bij den militairen postdienst
moeten zij het geheele adres onder de
loupe nemen.
Deze oefening heeft tijd noodig.
Daar komt nog bij, dat niet alleen de
burgers, die in grooten getale aan de sol
daten schrijven, vaak verkeerd adresseeren,
maar ook dat de miliciens, die onder de
wapenen zijn, in vele gevallen hun onderdeel
onjuist opgeven, zoodat hun familieleden
later de brieven aan een verkeerd adres
toezenden.
Zelfs de officieele instanties schrijven in
sommige gevallen de adressen nog onvolle
dig. Men moet zich er dan niet over ver
bazen, dat de termijn, welke verloopt tus-
schen verzending en aankomst van een
brief, aanmerkelijk langer is bij den veld
postdienst dan bij de burgerpost.
Een leger op oorlogssterkte en geplaatst
in de oorlogsstellingen blijft niet steeds op
dezelfde plaats. Het gebeurt dagelijks, dat
verschillende onderdeelen een andere op
stelling innemen. Uiteraard is die gewijzigde
opstelling niet oogenblikkelijk overal op de
juiste plaatsen bekend. Wanneer de veld
postdienst nu een brief naar een dergelijk
onderdeel heeft doorgezonden, dan zal dit
poststuk eenigen tijd blijven zwerven tot
dat de veldpostdienst zijn lijsten, waarop
de plaats van alle onderdeelen voorkomt,
weer heeft bijgewerkt.
Vooral in den aanvang kostte het
groote moeite den stroom van brieven
en kaarten te verwerken.
De ambtenaren van den veldpost
dienst, met overste van Houwelingen
aan het hoofd, hebben dag en nacht ge
werkt om schoon schip te maken, maar
het was buitengewoon lastig omdat de
troepen telkens werden verplaatst.
Zaterdag was men echter zoover, dat de
enorme massa van stukken was weg
gewerkt, zoodat men met een gerust
hart de nieuwe zendingen mocht af
wachten.
Overste van Houwelingen heeft ons uit
eengezet hoe de veldpostdienst is georgani
seerd. In klein verband is de veldpostdienst
reeds in werking geweest, toen de grensbe
waking op 11 April in den tegenwoordigen
vorm werd ingesteld. Toen de troepen later
in verschillende dorpen geconcentreerd wer
den en dus de geheimhouding geen rol van
beteekenis meer speelde, kon de post weer
op de normale wijze naar de steden en dor
pen verzonden worden.
Op 23 Augustus echter namen de veilig
heidstroepen de oorlogsopstelling weer in en
van dien dag af begon de veldpostdienst
weer te werken Daarna volgden de vóór-
mobilisatie. de mobilisatie en tenslotte de
verplaatsing van de troepen naar de oor
logsopstellingen.
Aanvankelijk richtte men een centraal
kantoor in in het postkantoor aan het Prins
Hendrikplein te Den Haag. De ruimte was
daar evenwel niet groot genoeg. Toen ver
huisde men naar het nieuwe kantoor van de
P.T.T. aan de Johan Camphuisstraat aldaar,
waarin eerlang het nieuwe kantoor Haag-
Oost gevestigd zal worden. Dit nieuwe ge
bouw is met kunst en vliegwerk ingericht.
Op 1 September werkte men er met 70 men-
schen, op 2 September werd de vrije Zater
dagmiddag van het geheele personeel in
getrokken. Men kwam nóg niet klaar. Op
Maandag werden 60 man uit Rotterdam
gerequireerd en de stroom bleef aanhouden.
Het hoofdexpeditiekantoor van den
veldpost is gevestigd in Den Haag. In
Leiden en Utrecht zijn nog expeditie-
kantoren.
Deze expeditiekantoren hebben weder ver
schillende veldpostkantoren onder zich, ter
wijl er nog een aantal veldpostkantoren
rechtstreeks onder het hoofdexpeditie-kan
toor in Den Haag ressorteeren. Op het
oogenblik zijn er 1 hoofdexpeditiekantoor,
2 expeditiekantoren en 16 veldpostkantoren
in werking met een gezamenlijke sterkte van
400 man personeel.
VOOR DINSDAG 12 SEPTEMBER.
Hilversum I, 1875 en 414,4 M. AVRO.-Uit-
zending 8.00 Orgelspel 8.15 Berichten
8.17 Gr.muz. 9.00 Omroeporkest en solist
<opn.) 10.00 Morgenwijding 10.15 Gewijde
muziek (gr.pl.) 10.30 Voor de vrouw 10.35
Gr.muz. 11.00 Causerie „De vrouw en het
wereldbeeld" 11.10 Huishoudelijke wenken
11.35 AVRO.-Aeolian-orkest (opn.) <C.a. 12.15
Berichten) 12.20 Orgelspel 12 50 AVRO -
Amusementsorkest en solist 1.30 Viool en
piano 2.00 Omroeporkest 2.50 Hersengym
nastiek 3.20 Jetty Cantors ensemble en
gr.muz. 4.30 Kinderkoor 5.00 Kinderhalf
uur 5.30 Omroeporkest en gr.muz. <C.a. 6.25
Berichten) 7.00 Het Haagsche strijkkwartet
7.35 Gr.muz. 7.45 Causerie ,,De 41e Jaar
beurs te Utrecht" 8.00 Berichten ANP.,
radiojournaal, mededeelingen 8.20 Causerie
„De bewegelijke wereld" 8.35 AVRO.-Amuse
mentsorkest en solist 9.00 Radiotooneel
9.40 De Twilight Serenaders en solist 10.30
Hersengymnastiek <opn.) 11.00 Berichten
ANP. Hierna: Zigeunermuziek 11.3512.00
Dansmuziek (gr.pl.).
Hilversum II, 301,5 M. KRO.-Uitzending
8.009.15 Gr.muz. (C.a. 8.15 Berichten) 10.00
Grjnuz. 11.30 Godsdienstig halfuur 12.00
Berichten 12.15 KRO.-Melodisten en solist
1.00 Gr.muz. 1.20 KRO.-orkest 2.00 Vrou
wenuurtje 3.00 Gr.muz. 5.00 KRO.-Melo
disten en solist (5.45—6.05 Felicitatiebezoek en
c.a. 6.30 Berichten) 6.35 Sporthalfuur 7.00
Berichten 7.15 Causerie „Huwelijksprocessen:
Schandaal of laster" 7.35 Gr.muz. 8.00 Be
richten ANP., mededeelingen 8.15 KRO.-
orkest 9.00 Gr.muz. 9.15 KRO.-orkest
10.00 Sportpraatje 10.10 Gr.muz. 10.30 Be
richten ANP. 10.40 Leo Claritz en z(Jn orkest
11.00—12.00 Gr.muz.
Droitwich, 1500 M. Geen opgave ontvangen.
Radio-Paris, 1648 M. 9.00 en 9.30 Gr.muz.
12.35 Zang 1.05 De Stafmuziek van de
Garde Républicaine 2.10 Gr.muz. 3.35
Pianovoordracht 3.50 Zang 5.05 Fluit-
voordracht 5.25 Het Derveaux-orkest 6.35
Vioolvoordracht 6.50 Pianovoordracht 7.20
Het Cantrelle-orkest 8.25 Gr.muz. 8.35
Zang 8.50 Het Löwenguth-kwartet en solisten
10.05—11.40 Radiotooneel.
Keulen. 456 M. 6.50 en 7.35 Gr.muz. 8.50
—9.50 Omroepschrammelensemble en solist
12.20 en 1.35 Omroeporkest en solist 2.30 Po- j
pul air concert 4.20 Kleinorkest en solist
5.20 Koorconcert 6.55 Zang met pianobegelei
ding 7.30 Gr.muz. 8.50 en 11.00 Hermann
Hagestedt's dansorkest en solisten 12.20—
3.20 Nachtconcert.
LUCHTBESCHERMING.
Een lezer vestigt de aandacht der Luchtbe
schermingsautoriteiten speciaal op de positie
der groote gezinnen, voor wie de kosten van
inrichting van een scherf vrije schuilplaats in
verband met de benoodigde groote oppervlakte
en de in de meeste gevallen beschikbare ruimte
buitensporig hoog worden.
Hij stelt de vraag of de overheid dergelijke
gezinnen niet tegemoet kan treden.
Brussel, 322 en 484 M. 322 M.: 12.20, 1.30.
5.20, 6.50 en 7.20 Gr.muz. 8.20 Omroeporkest
9.20 Omroeporkest, het versterkte Omroep
koor en gr.muz. 10.3011.20 Gr.muz. 484
M.: 12.20 Gr.muz. 12.50 Radio-orkest
1.50—2.20 Gr.muz. 5.20 Omroepdansorkest
6.35 Zang 7.35 Gr.muz. 8.20 Radio-orkest
en soliste 9.35 Carillon-concert 9.50 Radio
orkest 10.30—11.20 Gr.muz.
Deutschlandsender, 1571 M. 8.35 Omroep
orkest 9.20 Politiek dagbladoverzicht 935
Populair solistenconcert 10.20 Berichten
10.40 Hobo, viola da gamba en cembalo 1105
Berichten 11.2012.20 Zie Keulen om 1100.
GEM. RADIO-DISTRIBUTIEBEDRIJF EN DE
R.O.V. RADIO-CENTRALE.
lste Programma: lederen dag van 824 uur:
Avro, Vara enz.
2de Programma: lederen dag van 824 uur:
Kro, Ncrv. enz.
3de en 4de Programma:
In verband met de groote onzekerheid in de
internationale verhoudingen is het'niet mogelijk
een vast programma samen te stellen.
Zooveel mogelijk zal de sedert jaren gebrui
kelijke methode worden aangehouden, door
over het 3de programma in het algemeen de
Belgische en Duitsche stations en over het 1de
programma de Engelschc stations door te
geven.
Büzondeic uitzendingen, alsook eventueeje
Fransche en andere stations zullen op
programma's naar gelang van de omstandiK-
heden worden ingelascht.
De Vlaamschc persberichten zullen over het
3de programma op de navolgende uren w0,-fl
doorgegeven: 8.45, 12.35, 1.20, 5.35 ,7.35,
10.20 en 11.20 uur.
2-?